Eetstoornis ARFID: symptomen, oorzaken, behandeling
Is je kind gewoon een slechte eter of lijdt het aan ARFID? Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder of ARFID is een eetstoornis die in 2013 werd gepubliceerd in de vijfde editie van de DSM of de 'Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders'. ARFID komt meestal voor bij kinderen maar ook jongeren en volwassenen kunnen lijden aan deze stoornis. Personen die lijden aan ARFID vermijden bepaalde smaken, kleuren en texturen van voedsel en ze doen dit vanuit een niet-rationele angst.
Wat is ARFID?
ARFID is de afkorting van
Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder of in het Nederlands
vermijdende/restrictieve voedselinname stoornis. Deze eetstoornis werd in 2013 opgenomen in de 'bijbel' van de psychiaters, de
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders of
DSM. Voordien werd deze stoornis gediagnosticeerd als
Eating Disorder, Not Otherwise Specified of EDNOS, een vage diagnose van eetstoornissen die niet passen in de diagnose van anorexia of boulimia.
Personen die lijden aan ARFID vermijden, vanuit een niet-rationele angst, voedsel met een bepaalde kleur, textuur of smaak. ARFID is meer dan kieskeurig eten. Veel kinderen hebben wel vaker een periode dat ze bepaalde dingen niet willen eten maar dat is meestal van voorbijgaande aard. Men spreekt van ARFID als het gedrag leidt tot gewichtsverlies, groeistoornissen en ernstig tekort aan voedingsstoffen. De stoornis komt het meest voor bij kinderen maar ook jongeren en volwassenen kunnen lijden aan ARFID.
Enkele voorbeelden van ARFID
- Jolien is bang dat ze zich zal verslikken - ze heeft dat in het verleden meegemaakt - en wil alleen voedsel dat weinig gekauwd hoeft te worden zoals aardappelpuree, appelmoes en gehakt.
- Victor wil alleen gele etenswaren op zijn bord zoals kaas, aardappelen en pasta.
- Hanne eet enkel vloeibaar voedsel zoals yoghurt en soep omdat ze vreest vast voedsel niet te kunnen verteren.
Symptomen van ARFID
ARFID wordt gekenmerkt door verschillende symptomen:
- het weigeren van voedsel met een bepaalde kleur, structuur of smaak
- gebrek aan eetlust, geen interesse voor eten
- moeilijkheden met het verteren van bepaald voedsel
- alleen kleine porties eten
- schrik om te eten, vaak door een nare ervaring uit het verleden zoals verslikken of braken
- beduidend gewichtsverlies
- groeiachterstand bij kinderen
- beduidend tekort aan bepaalde voedingsstoffen en daardoor nood aan voedingssupplementen en soms zelfs sondevoeding
- duidelijk verband met het psychosociaal functioneren
Kinderen met ARFID zijn zeer moeilijke eters, ze willen geen nieuwe dingen proberen en het eten gaat heel erg langzaam omdat ze de hele tijd met andere dingen bezig zijn.
In tegenstelling tot anorexia, zijn
jongeren die lijden aan ARFID niet bekommerd om hun lichaamsgewicht. Ze hebben geen angst om te dik te worden en ze hebben geen laag zelfbeeld. Het resultaat is echter wel hetzelfde, namelijk significant gewichtsverlies.
Bij
volwassenen leidt de stoornis niet echt tot gewichtsverlies en gezondheidsproblemen maar het legt een zware druk op hun sociaal leven. Ze vermijden feestjes, etentjes, drinks enz. omdat ze schrik hebben om bepaald voedsel te moeten eten. Ze hebben ook helemaal geen zin om te eten of te drinken.
Wat is ARFID niet?
Vooraleer men de eetstoornis als ARFID diagnosticeert, moeten een aantal zaken worden uitgesloten:
Slechte levensomstandigheden
Men moet er zeker van zijn dat de stoornis niet veroorzaakt wordt door een tekort aan voedsel omwille van slechte levensomstandigheden zoals armoede.
Culturele en religieuze aspecten
De aandoening mag niet te maken hebben met culturele of religieuze praktijken zoals bijvoorbeeld het vasten tijdens de ramadan.
Verschil met anorexia en boulimie
Wie aan deze stoornis lijdt, is niet obsessief bezig met het eigen lichaamsgewicht en met het eigen lichaamsbeeld. In tegenstelling tot boulimie en anorexia is er geen angst voor overgewicht en geen verstoord beeld van het eigen lichaam.
Medische aandoeningen en behandelingen
Er is geen verband met medische problemen. Een kankerpatiënt zal vaak een gebrek hebben aan eetlust omwille van de chemotherapie maar lijdt daarom niet aan ARFID.
Obsessive/Compulsive Disorder
Soms gaat het eerder om een
Obsessive/Compulsive Disorder dan om ARFID. Een jongere die een obsessieve angst heeft om ziek te worden van kiemen, weigert daarom om rauw voedsel te eten. Het gaat hier niet om de textuur, de kleur of de smaak van het voedsel. De oorzaak van het weigeren van rauw voedsel, ligt in de angst om ziek te worden.
Oorzaken van ARFID
De oorzaken kunnen van verschillende aard zijn:
Traumatische ervaringen
Soms ligt een traumatische ervaring aan de basis. Een kind kan bijvoorbeeld het gevoel gehad hebben te stikken nadat het zich verslikt had. Of het kan iemand gezien hebben bij wie dat gebeurde. Zo'n traumatische ervaring kan leiden tot een ware fobie voor eten.
Genetische factoren
Genetische factoren kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling van ARFID. Zo kan een aangeboren hypergevoeligheid in de mond een oorzaak zijn. Iemand die bijvoorbeeld zure smaken als veel te sterk ervaart, zal voedsel vermijden waarin zelfs maar een minimum aan zure smaak aanwezig is.
Organische factoren
Organische factoren kunnen aan de basis liggen o.a. voedselintoleranties, glutenovergevoeligheid, gastro-oesofageale reflux (het terugvloeien van maagzuur in de slokdarm).
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen
Ook pervasieve ontwikkelingsstoornissen zoals autisme kunnen aanleiding geven tot ARFID. Bij autisme komt selectief eten zelfs frequent voor.
Emotionele en relationele problemen
Emotionele en relationele problemen behoren eveneens tot de mogelijke oorzaken van ARFID: spanningen binnen het gezin, zeer sterke timiditeit, leerstoornissen zoals dyslexie. Kinderen en jongeren met emotionele en/of relationele problemen geven via het obsessief selecteren van voedsel, uiting aan hun ongemak en slecht voelen.
Behandeling van ARFID
Tot nu toe (2016) werd nog maar weinig research gedaan naar behandelingsmethoden voor ARFID. Eerst en vooral moet er gekeken worden of de oorzaken van organische aard zijn en of er daaraan iets kan gedaan worden. Onderliggende oorzaken als angst moeten worden aangepakt, eventueel met gedragstherapie.
Voor ouders is het vaak een lange en moeilijke weg te gaan. Ze moeten veel geduld aan de dag leggen en bereid zijn om veel met het kind bezig te zijn.
Tips
- Wees niet te snel ongerust als je kind bepaalde dingen niet wil eten. Veel kinderen maken een fase door waarin ze bepaalde dingen niet lusten. Meestal zijn die periodes van voorbijgaande aard.
- Probeer niet teveel aandacht te geven aan het eten. Verplicht je kind niet om meer te eten wanneer het aangeeft dat het genoeg heeft. Als je echt bang bent dat je kind het risico loopt op een tekort heeft aan voedingsstoffen, kan je via de kinderarts een bloedonderzoek aanvragen..
- Vermijd overbeschermend gedrag. Geef niet teveel toe aan de wensen van je kind om het toch maar te doen eten, zoals eten terwijl het televisie kijkt.
- Dreig niet met straffen wanneer je kind niet wil eten. Dit kan het tegenovergestelde effect hebben.