Megalocornea: Aangeboren vergroting van hoornvlies in oog
Megalocornea is een zeldzame erfelijke (voornamelijk X-gebonden) aangeboren oogaandoening waarbij de cornea (het hoornvlies) aan beide ogen van de patiënt vergroot is. De diameter van de cornea is hierbij groter dan 13 mm. Deze oogafwijking kan spontaan optreden, maar wordt ook vaak gezien in combinatie met andere (oog) aandoeningen en syndromen. Megalocornea wordt doorgaans opgespoord via oogonderzoeken, waarbij de oogarts de ogen grondig inspecteert om de aandoening te onderscheiden van andere oogziekten. De behandeling richt zich op het voorkomen van complicaties en het behandelen van eventuele andere afwijkingen.- Synoniemen megalocornea
- Epidemiologie
- Prevalentie
- Genetische oorzaken
- Mechanisme
- Abnormale vochtophoping
- Veranderingen in hoornvliesstructuur
- Oorzaken en erfelijkheid
- Geïsoleerde megalocornea
- Gepaard met aandoeningen en syndromen
- Risicofactoren
- Familiaire geschiedenis
- Andere oogafwijkingen
- Risicogroepen
- Jongens met genetische aanleg
- Genetische syndromen
- Symptomen: Aangeboren vergroting van het hoornvlies
- Alarmsymptomen
- Visuele verstoringen
- Oogdrukveranderingen
- Diagnose en onderzoeken
- Behandeling
- Prognose
- Complicaties van megalocornea
- Preventie
- Praktische tips voor het omgaan met megalocornea
- Regelmatige oogonderzoeken
- Gebruik van bril of contactlenzen
- Zorg voor een gezonde levensstijl voor je ogen
- Vermijd overmatige belasting van de ogen
- Let op signalen van verhoogde oogdruk
- Beperk roken en alcoholgebruik
- Zoek psychologische ondersteuning indien nodig
- Zorg voor regelmatige controleafspraken met je arts
- Misvattingen rond megalocornea
- Megalocornea en glaucoom zijn hetzelfde
- Megalocornea leidt onvermijdelijk tot slechtziendheid
- Een grote iris betekent dat iemand megalocornea heeft
- Megalocornea treft alleen baby's en jonge kinderen
- Megalocornea kan gecorrigeerd worden met een bril of contactlenzen
- Leefstijl heeft geen invloed op de progressie van megalocornea
- Megalocornea is altijd een op zichzelf staande aandoening
Synoniemen megalocornea
Megalocornea staat ook bekend onder de volgende synoniemen:- hoornvliesglobosa
- macrocornea
- megacornea
Epidemiologie
Megalocornea is een zeldzame aandoening, en specifieke prevalentiegegevens zijn niet altijd beschikbaar in de geraadpleegde bronnen. Het komt vooral voor bij mannen, aangezien de aandoening vaak X-gebonden recessief wordt overgedragen. Ongeveer 90% van de gevallen betreft mannen. Megalocornea is aanwezig bij de geboorte en kan familiair voorkomen, wat wijst op erfelijke overerving.Prevalentie
De prevalentie van megalocornea is relatief laag, maar het wordt vaker gedetecteerd in families met een voorgeschiedenis van de aandoening, wat wijst op een genetische component.Genetische oorzaken
Megalocornea is vaak geassocieerd met X-gebonden recessieve erfelijkheid, waardoor jongens vaker getroffen worden dan meisjes. Genetische mutaties die deze aandoening veroorzaken, kunnen ook leiden tot andere oogafwijkingen.Mechanisme
De vergroting van het hoornvlies wordt veroorzaakt door een abnormale ophoping van vocht in de weefsels. Deze ophoping kan leiden tot een verhoogde oogdruk en visuele afwijkingen.Abnormale vochtophoping
De ophoping van vocht in het hoornvlies leidt tot een verhoogde kromming en vergrote diameter van het hoornvlies. Dit kan het gezichtsvermogen verstoren, met name door het verstoorde lichtpad.Veranderingen in hoornvliesstructuur
De structuur van het hoornvlies is vaak verzwakt door deze vloeistofaccumulatie, waardoor het vatbaar is voor verdere complicaties zoals hoornvlieserosie.Oorzaken en erfelijkheid
Geïsoleerde megalocornea
De exacte oorzaak van megalocornea is niet volledig bekend. In 90% van de gevallen is de overerving van geïsoleerde megalocornea X-gebonden recessief. Er zijn ook meldingen van autosomaal dominante en autosomaal recessieve overervingspatronen. Spontane mutaties kunnen ook een rol spelen bij het ontstaan van de aandoening.Gepaard met aandoeningen en syndromen
Megalocornea kan geïsoleerd optreden, maar wordt ook vaak aangetroffen in combinatie met andere oog- en systemische afwijkingen, waaronder:- albinisme: Afwijkingen aan ogen, huid en haar
- Andere afwijkingen van de iris, lens en het straallichaam
- craniosynostose: Vroegtijdige fusie van de schedelnaden
- het Alport-syndroom: Bloed in de urine en hypertensie
- Het Diallinas-Amalrik-syndroom
- het Ehlers-Danlos syndroom: Symptomen aan huid en gewrichten
- het Marfan-syndroom: Afwijkingen aan het hart, de ogen en het skelet
- Het N-syndroom
- Het Neuhäuser syndroom (megalocornea-verstandelijke handicap syndroom)
- het syndroom van Down
- Megophthalmos anterior
Risicofactoren
Genetische factoren spelen een cruciale rol in het ontstaan van megalocornea. De aandoening kan ook in combinatie met andere oogafwijkingen voorkomen, zoals bij het syndroom van Marfan.Familiaire geschiedenis
Megalocornea wordt vaak waargenomen in gezinnen met een erfelijke aanleg, wat het belang van genetisch onderzoek benadrukt.Andere oogafwijkingen
Megalocornea kan zich voordoen samen met andere oogproblemen, zoals cataract of glaucoom, die de visuele functie verder kunnen beïnvloeden.Risicogroepen
Jongens met een familiegeschiedenis van de aandoening lopen het grootste risico. Mensen die lijden aan syndromen zoals het Marfan-syndroom of Ehlers-Danlos-syndroom hebben ook een verhoogd risico.Jongens met genetische aanleg
Omdat megalocornea vaak X-gebonden is, is de aandoening bijzonder vaak zichtbaar bij jongens.Genetische syndromen
Syndromen zoals het Marfan-syndroom kunnen het risico verhogen door de combinatie van oogafwijkingen en andere systemische symptomen.Symptomen: Aangeboren vergroting van het hoornvlies
Megalocornea komt meestal bilateraal voor en vertoont vaak symmetrie. De aandoening wordt gedefinieerd door een corneadiameter die de normale waarden voor pasgeborenen of peuters overschrijdt, doorgaans gelijk aan of groter dan 13 mm. Gewoonlijk ligt de corneadiameter tussen de 13,0 en 16,5 mm. Het hoornvlies heeft een koepelvormig uiterlijk en een normale dikte. In de meeste gevallen is de gezichtsscherpte goed, hoewel sommige patiënten mogelijk bijkomende refractieafwijkingen zoals astigmatisme of bijziendheid vertonen. Normale geïsoleerde megalocornea is niet progressief en veroorzaakt doorgaans geen andere symptomen buiten de refractieafwijkingen.Alarmsymptomen
Patiënten met megalocornea kunnen tekenen vertonen van visuele stoornissen die wijzen op vergroting van het hoornvlies.Visuele verstoringen
Door de vergroting van het hoornvlies kunnen patiënten last krijgen van wazig zien of gevoeligheid voor licht.Oogdrukveranderingen
Veranderingen in de oogdruk kunnen een alarmerend symptoom zijn, wat kan leiden tot glaucoom of andere ernstige visuele problemen.Diagnose en onderzoeken
OogonderzoekDe oogarts voert een uitgebreid oogonderzoek uit. Hierbij wordt gekeken naar de normale uiterlijke kenmerken van het hoornvlies. De patiënt ondergaat ook een tonometrie (oogboldrukmeting), gonioscopie en een A-scan biometrie (meting van de lenssterkte) om glaucoom uit te sluiten. Tijdens deze onderzoeken blijkt meestal dat de oogdruk normaal is, de glasvochtlengte kort is, de diepte van de voorste oogkamer is toegenomen, de keratometrie normaal is maar soms steiler dan normaal, de limbus sterk afgebakend is, het lens-iris-diafragma naar achteren is gepositioneerd en soms identificeert de oogarts centrale mozaïekdystrofie in combinatie met megalocornea.
Differentiële diagnose
Megalocornea kan worden verward met ernstige congenitale glaucoom met buphthalmus, waarbij de oogboldruk normaal is en geen hoornvliesoedeem of troebelingen zichtbaar zijn. Ook kan megalocornea lijken op keratoglobus, maar bij keratoglobus neemt de dikte van het hoornvlies gelijkmatig af aan de periferie (zijkant).
Behandeling
De behandeling van megalocornea is afhankelijk van de mate van afwijking en de ernst van eventuele geassocieerde oculaire en systemische afwijkingen. De oogarts kan de refractiefout corrigeren bij patiënten met megalocornea. Daarnaast worden regelmatig preventieve oogonderzoeken uitgevoerd om de ontwikkeling van cataract (staar) en glaucoom te monitoren. Indien nodig worden chirurgische ingrepen uitgevoerd om glaucoom of cataract te behandelen. Andere artsen en specialisten kunnen betrokken worden bij de behandeling van bijkomende ontwikkelingsstoornissen of systemische aandoeningen zoals albinisme, het syndroom van Down, het syndroom van Marfan, het syndroom van Alport, craniosynostose, enzovoort.Prognose
De prognose bij geïsoleerde megalocornea is over het algemeen goed. Patiënten kunnen bijziendheid (myopie) en astigmatisme ontwikkelen, maar behouden meestal een goed gezichtsvermogen als de megalocornea geïsoleerd optreedt. Regelmatige controle bij de oogarts is aanbevolen om eventuele complicaties vroegtijdig op te sporen. Patiënten met anterieure megalophthalmos hebben vaak glaucoom en cataract, die mogelijk moeilijk te behandelen zijn.Complicaties van megalocornea
Megalocornea kan leiden tot de volgende complicaties:- Glaucoom: Verhoogde oogdruk door verstoorde afvoer van kamerwater, wat kan leiden tot schade aan de oogzenuw.
- Lenssubluxatie: De lens kan gedeeltelijk verschuiven uit zijn normale positie, wat leidt tot visuele afwijkingen.
- Cataract: Versnelde ontwikkeling van staar door abnormale oogdruk en verstoorde lensfunctie.
- Netvliesafwijkingen: Mogelijke afwijkingen van het netvlies door langdurige overbelasting en veranderde oogstructuur.