Primair congenitale glaucoom: Aangeboren verhoogde oogdruk
Primair congenitale glaucoom presenteert zich meestal spontaan bij patiënten tussen de nul en drie jaar. Deze oogziekte kenmerkt zich door een abnormaal hoge oogdruk wat resulteert in schade aan de oogzenuw. De exacte oorzaak van primair aangeboren glaucoom is veelal onduidelijk. Naast de verhoogde oogdruk zijn nog een aantal andere symptomen mogelijk. Een snelle behandeling is noodzakelijk. Onbehandelde primair congenitale glaucoom is immers een belangrijke oorzaak van blindheid bij kinderen.
Synoniemen primair congenitale glaucoom
Primair congenitale glaucoom (PCG) is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- infantiele glaucoom
- primair aangeboren glaucoom
Epidemiologie aangeboren verhoogde oogdruk: Meestal onder de drie jaar
Primair congenitale
glaucoom is zeldzaam. De
oogzenuwaandoening treft ongeveer één op de 10.000
baby's. Ongeveer twee keer zoveel jongens als meisjes komen ter wereld met primair congenitale glaucoom. Voorts is geen raciale voorliefde bekend. Onder de Roemeense zigeuners en in Saoedi-Arabië is de incidentie van primair congenitale glaucoom verhoogd. Meestal stelt de arts de diagnose bij een patiënt onder de leeftijd van één jaar, maar het is ook mogelijk tot drie jaar. Verder zijn meestal beide ogen getroffen maar soms is ook één oog aangetast.
Oorzaken en erfelijkheid oogaandoening
Primair congenitale glaucoom is geen gevolg van een andere ziekte of aandoening, zoals een tumor. Wanneer namelijk wel sprake is van een onderliggende ziekte of aandoening, heet deze glaucoomvorm "secundaire glaucoom". Voorbeelden van aandoeningen die gepaard gaan met infantiele glaucoom omvatten het
Axenfeld-Rieger-syndroom,
aniridie, het
Sturge-Weber-syndroom (symptomen aan
hersenen, huid en ogen),
neurofibromatos (afwijkingen aan huid en ogen), chronisch gebruik van
steroïden,
trauma of eerdere oogchirurgie zoals bij juveniele cataract. Niet alle patiënten met deze aandoeningen ontwikkelen glaucoom, maar de incidentie van glaucoom is veel hoger dan het gemiddelde en zij hebben een
regelmatige oogcontrole nodig.
De exacte oorzaak van primair congenitale glaucoom is niet helemaal duidelijk. Bij sommige patiënten is een familiale geschiedenis van de oogaandoening bekend en dan ligt een genmutatie aan de oorsprong van de oogafwijking. Maar bij de meeste patiënten treedt de oogziekte de novo (spontaan) op. Bij primair congenitale glaucoom is er voor de geboorte een fout gebeurd bij de ontwikkeling van het drainagesysteem van het oog. Dit leidt tot een verhoogde intra-oculaire druk en schade aan de oogzenuw.
Symptomen oogaandoening
De symptomen van primair congenitale glaucoom zijn niet altijd zichtbaar bij de geboorte. Soms is de diagnose pas te stellen wanneer de patiënt tussen de leeftijd van drie en zes maanden oud is. De diagnosticering van primair congenitale glaucoom is nog mogelijk tot de leeftijd van drie jaar. Na de leeftijd van drie jaar spreken artsen over “juveniele glaucoom”.
Meestal zijn beide ogen aangetast, soms is slechts één oog getroffen bij de patiënt. De patiënt sluit de oogleden onvrijwillig, is overgevoelig voor licht (
fotofobie) en traant overmatig. Andere symptomen zijn onder andere een vertroebelde cornea, een vergroting van één of beide ogen (
buftalmie) en/of een
rood oog.
Diagnose en onderzoeken
Oogonderzoek
De oogarts voert een
grondig oogheelkundig onderzoek via
oftalmoscopie uit bij de patiënt onder narcose. Hij voert tevens een
tonometrie uit om de oogdruk te controleren. De oogdruk is verhoogd vanaf 21/10 mm Hg.
Diagnostisch onderzoek
Andere diagnostische onderzoeken die een oogarts uitvoert zijn een
OCT-scan (netvliesscan) en een
gonioscopie.
Differentiële diagnose
De differentiële diagnoses omvatten
aangeboren afwijkingen van het nasolacrimale kanaal, aangeboren vertroebeling van het hoornvlies, achterste polymorfe corneadystrofie en
Peters anomalie.
Behandeling oogprobleem
Een chirurgische ingreep is een mogelijke behandelingsmethode voor primair congenitale glaucoom. De oogarts voert vaak meteen na de diagnose de operatie uit zodat het kind niet opnieuw onder narcose moet. Ook
oogdruppels, orale
geneesmiddelen of een combinatie van beiden regelen de oogdruk. Nadien volgt meestal wel een operatie. Een
trabeculectomie of
laserbehandeling zijn mogelijke behandelingstechnieken voor glaucoom.
Complicaties oogafwijking
De meest voorkomende complicatie op een glaucoomoperatie is een reactie op de verdoving. Andere complicaties omvatten:
astigmatisme, dislocatie van de ooglens, het ontwikkelen van een lui oog (
amblyopie), een
netvliesloslating en een onvoldoende vermindering van de oogdruk of juist een overmatige verlaging van de oogdruk
Prognose oogziekte
Een aantal kinderen reageren veelal goed op een tijdige behandeling, en hebben dan geen toekomstige oogproblemen. Echter, zelfs wanneer de oogdruk goed onder controle is, heeft ongeveer de helft van de kinderen een verminderde
gezichtsscherpte. Andere mogelijke oogafwijkingen bij infantiele glaucoom zijn
hoornvliesoedeem,
nystagmus (de
medische term voor wiebelogen), amblyopie of grote
refractieafwijkingen (brekingsfouten in het oog).
Preventie van primair congenitale glaucoom
Preventie van primair congenitale glaucoom richt zich voornamelijk op vroege detectie en tijdige behandeling. Het is belangrijk dat pasgeborenen regelmatig worden gecontroleerd op tekenen van oogafwijkingen, vooral als er een familiegeschiedenis van glaucoom is. Regelmatige oogonderzoeken bij jonge kinderen kunnen helpen bij het vroegtijdig opsporen van de aandoening, waardoor de kans op ernstige gevolgen zoals blindheid kan worden verminderd.
Lees verder