Fucosidose: Stofwisselingsziekte met schade aan hersencellen
Fucosidose is een stofwisselingsaandoening die de hersenen aantast. Hierdoor ontstaan zowel neurologische als fysieke problemen. Patiënten hebben namelijk een progressieve verstandelijke handicap en een vertraagde motorische ontwikkeling die na verloop van tijd verergert. Daarnaast zijn tal van andere symptomen mogelijk. De behandeling is ondersteunend en symptomatisch gericht omdat de ziekte niet te genezen is. De ziekte kent een relatief sombere prognose. Afhankelijk van het type komen patiënten in de kindertijd of in de volwassenheid te overlijden. Van Hoof en Hers beschreven voor het eerst de verschijnselen van de ziekte in 1968.
Synoniemen fucosidose
Fucosidose is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- alfa-fucosidase deficiëntie
- fucosidase deficiëntie
- fucosidase deficiëntie ziekte
Epidemiologie stofwisselingsaandoening
Fucosidose is een zeldzame aandoening. Wereldwijd zijn sinds het beschrijven van de aandoening enkele honderden patiënten gerapporteerd. De aandoening komt het vaakst voor in Italië, Cuba, en het zuidwesten van de Verenigde Staten. Fucosidosis treft mannen en vrouwen in gelijke aantallen.
Oorzaken en erfelijkheid
Fucosidose is een aandoening waarbij stofwisselingsproducten zich ophopen in cellen als gevolg van een enzymdefect. Defecte enzymen zijn niet in staat om bepaalde moleculen af te breken die vaak toxisch zijn voor de cellen, waardoor verschillende symptomen optreden. Mutaties (= veranderingen) in het FUCA1-gen veroorzaken fucosidose. De aandoening kent een autosomaal overervingspatroon. Hierdoor is de aanwezigheid van twee mutaties (één kopie van beide gewijzigde genen) in de getroffen patiënt vereist. De ouders, die vaak asymptomatisch zijn, dragen elk een enkele mutatie. Zij hebben bij elke zwangerschap één kans op vier om de ziekte door te geven aan het kind. Dezelfde mutaties veroorzaken zowel type 1 als type 2.
Symptomen: Schade aan hersencellen
Deze multisystemische aandoening brengt schade toe aan de hersencellen. Daardoor vertonen patiënten een progressieve achteruitgang van de geestelijke en motorische vaardigheden. De ziekte is onderverdeeld in twee types. De symptomen variëren sterk, zelfs onder dezelfde families.
Type 1
De symptomen starten bij zuigelingen met type 1 tussen de drie en achttien maanden. Meestal komen deze patiënten te overlijden binnen de twee jaar.
Type 2
De symptomen van fucosidose ontwikkelen zich meestal tussen de twaalf en vierentwintig maanden, maar de progressie is langzaam waardoor patiënten geleidelijk geestelijk achteruitgaan (
dementie) en fysiek arbeidsongeschikt geraken. Zij komen te overlijden in het vierde of vijfde decennium.
Door de aantasting van de botcellen heeft de patiënt een
kort gestalte en een abnormale botvorming in meerdere lichaamsdelen. Grove gelaatstrekken en prominente ogen zijn typische
gezichtskenmerken.
Epileptische aanvallen zijn eveneens gerapporteerd. De lever is vaak vergroot (
hepatomegalie) evenals de milt (
splenomegalie) en/of het hart (
cardiomegalie). Dit komt door de aantasting van de cellen van de nieren en alvleesklier. Sommige patiënten hebben daarnaast transpiratieproblemen. Terugkerende luchtweginfecties komen vaak voor. Doofheid, blindheid, een evenwichtsproblemen, een veranderd temperament, een verlies van aangeleerd gedrag en
gewichtsverlies zijn andere veel voorkomende symptomen. Patiënten met type 2 ontwikkelen vaak donkerrode huidletsels, bestaande uit vergrote bloedvaten (
angiokeratomen). Ook nog bij type 2 komen vaak oogafwijkingen op de oogleden en oogbol voor die te zien zijn bij een
oogonderzoek, waardoor de patiënt een verminderd of volledig verlies van het gezichtsvermogen heeft.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
De arts onderzoekt weefselmonsters van de huid, de lever, de milt, het hart, de long, de nieren, de zweetklieren, e/ of andere cellen. In deze cellen bevinden zich bij microscopisch onderzoek “kleine holtes”, al of niet gevuld met vloeistof. Deze vacuolen zijn helder of gevuld met zandachtige korrels of dunne, schijfvormige (lamellaire) substanties. Geavanceerde beeldvormingstechnieken zoals een
MRI-scan en een
CT-scan van de
hersenen bevestigen de degeneratie van de witte stof van de hersenen. Daarnaast onthullen de resultaten van een
urineonderzoek diagnostische informatie over de ziekte. Fucosidose valt ook prenataal te diagnosticeren met een
vlokkentest en/of een
vruchtwaterpunctie.
Differentiële diagnose
De symptomen van de volgende aandoeningen lijken op deze van fucosidose. De vergelijkingen zijn bruikbaar voor een differentiële diagnose.
- alfa-mannosidose
- aspartylglycosaminurie
- ziekte van Fabry (stapelingsziekte met opbouw van vetten)
Behandeling
Kinderartsen en neurologen werken samen om een patiënt te behandelen. De ziekte is niet te genezen en er is geen specifieke behandeling beschikbaar. De behandeling van luchtweginfecties via
antibiotica helpt bij veel patiënten. Infecties behandelen de artsen meteen. Bij
uitdrogingsverschijnselen dient de arts vocht toe aan de patiënt. Verder is een regelmatig oogonderzoek nodig.