Incontinentia pigmenti: Afwijkingen aan ogen en huid
Incontinentia pigmenti is een aandoening die vooral de ogen en huid aantast, maar ook andere lichaamssystemen zijn mogelijk getroffen. Allerlei oogaandoeningen waaronder scheelzien en netvliesdegeneratie zijn mogelijk waardoor de patiënt een verminderd gezichtsvermogen heeft. Daarnaast ontstaan blaasjes en daarna wratten op de huid waardoor kleurveranderingen optreden. Deze aandoening komt voorts veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. De behandeling is gericht op het verminderen van de oogaandoeningen en andere symptomen. De huidaandoening behandelt de dermatoloog vaak niet. De vooruitzichten voor patiënten zijn goed.
Synoniemen incontinentia pigmenti
Incontinentia pigmenti is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- Bloch-Siemens-Sulzberger Syndroom
- Bloch-Siemens-syndroom
- Bloch-Sulzberger Syndroom
- IP
Epidemiologie aandoening
Incontinentia pigmenti is een zeldzame aandoening. Sinds het beschrijven van de aandoening zijn een duizendtal patiënten gerapporteerd. De meeste patiënten zijn vrouwelijk, maar ook enkele tientallen mannelijke patiënten zijn geïdentificeerd.
Oorzaken en erfelijkheid
Genmutatie
Deze aandoening is het gevolg van een mutatie (wijziging) in het IKBKG-gen (verouderde term = NEMO-gen) dat zich bevindt op het X-chromosoom. Door de genmutatie werkt een stofje niet goed dat verantwoordelijk is voor de levenscyclus van de huidcel. Dit eiwit speelt ook een rol bij de tand- en haarontwikkeling.
Overervingspatroon
De ziekte is meestal dodelijk bij mannen. De meeste aangetaste patiënten zijn daarom vrouwen. Aangezien slechts één X-chromosoom deze mutatie draagt, zal de helft van de mannelijke nakomelingen van een getroffen vrouw normaal zijn. De andere helft, die het gemuteerde X-chromosoom erft, overleeft de aandoening niet en daarom erven geen levende mannelijke nakomelingen de aandoening. De aandoening kent met andere woorden een X-gebonden dominant overervingspatroon.
Symptomen: Afwijkingen aan huid en ogen
De symptomen van incontinentia pigmenti zijn meestal duidelijk bij de geboorte (
huiduitslag en huidafwijkingen bij baby's).
Huid
De huid is vanaf de geboorte gekenmerkt door een
huiduitslag en
blaren. De huidletsels genezen binnen vier maanden, maar tot de leeftijd van ongeveer zes maanden ontwikkelt de patiënt kleine
wratachtige gezwellen. Hierdoor ontstaan uiteindelijk pigmentveranderingen in de huid (
hyperpigmentatie: donkere vlekken in de huid. De
huidafwijkingen hebben het uiterlijk van een gemarmerd patroon en blijven aanwezig tot in de volwassenheid. Deze vlekken vervagen wel met de tijd. Volwassenen met incontinentia pigmenti hebben hierdoor uiteindelijk lijnvormige patronen op een lichte huidskleur (lineaire
hypopigmentatie). Deze huidafwijking is vooral te vinden op de armen en benen.
Ogen
De iris in de ogen vertoont veranderingen. De iris, die ook gekend is als het regenboogvlies, is het gekleurde deel van het oog. Ook in het netvlies (retina) zijn
littekens met abnormale bloedvaten merkbaar. Soms treedt een
netvliesloslating op.
Cataract (staar: troebele ooglens),
scheelzien (strabisme),
optische atrofie (afsterven van de oogzenuw),
uveïtis en een pseudoglioom komen vaak voor. Het gezichtsvermogen varieert sterk maar soms is de patiënt in beide ogen blind.
Bijkomende symptomen
Bijkomende symptomen omvatten
haaruitval (alopecia) of weinig haar op de hoofdhuid en andere lichaamsdelen, afwijkingen in de tandontwikkeling (kleine tanden of weinig tanden),
nagelafwijkingen (vingers en tenen), bewegingsafwijkingen (
scoliose,
ataxie) en psychische problemen. De intelligentie is veelal normaal maar soms zijn volgende neurologische symptomen mogelijk:
microcefalie (een abnormaal klein hoofd), een vertraagde ontwikkeling, een verstandelijke handicap,
epileptische aanvallen, een halfzijdige
verlamming,
tetraplegie (verlamming van de vier ledematen en de romp) en andere neurologische problemen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De diagnose van incontinentia pigmenti is te stellen aan de hand van een grondig lichamelijk onderzoek waarbij klinische bevindingen van de huid, de tanden, het haar, de nagels, de ogen, het centrale zenuwstelsel, en een eventuele familiegeschiedenis in beeld komen. Verdere onderzoeken zijn nodig om te diagnose te bevestigen.
Diagnostisch onderzoek
De arts onderzoekt de patiënt en voert een
bloedonderzoek uit. Ook een
huidbiopt is nuttig. Een genetisch onderzoek bevestigt de diagnose.
Differentiële diagnose
De symptomenreeks van de aandoening incontinentia pigmenti toont gelijkenissen met een aantal aandoeningen en syndromen. Soms maakt de arts hierdoor een foute diagnose, en daarom zijn ze gekend als de differentiële diagnose:
Behandeling
De behandeling van de patiënt gebeurt door een dermatoloog, neuroloog, orthopedist, tandarts en oogarts. De dermatoloog neemt mogelijk een afwachtende houding aan met betrekking tot de huidafwijkingen. Maar een andere behandeling bestaat uit
cryotherapie (behandeling via bevriezing) om de huidletsels te bevriezen.
Laserfotocoagulatie vermindert het risico op een netvliesloslating. De andere artsen behandelen zo nodig symptomatisch en ondersteunend de andere symptomen. De patiënt krijgt voorts best regelmatig een
oogonderzoek om oogaandoeningen tijdig op te sporen en te behandelen.
Prognose
De meeste vrouwen met de ziekte vertonen vrij milde symptomen. De levensverwachting is in de meeste gevallen niet aangetast door de ziekte.