Hyperventilatie tijdens het overgeven: hoe te voorkomen?
Overgeven wordt door de meeste mensen als zeer vervelend beschouwd. Je hersenen krijgen het signaal dat de maag zich moet legen en dit kan leiden tot paniek. Naast het overgeven kun je dan ook te maken krijgen met hyperventilatie. Je gaat dan zo snel ademhalen dat de normale gasuitwisseling uit balans raakt en er een tekort aan CO2 in je bloed ontstaat. Dit kan gepaard gaan met verschijnselen als duizeligheid en tintelingen en krampen in de handen en benen. Hoe kun je hyperventilatie tijdens het overgeven voorkomen?
Overgeven en hyperventilatie
Wat gebeurt er bij overgeven?
Overgeven, braken of spugen is een lichaamsfunctie waarbij voedsel en andere sappen zoals maagzuur vanuit de maag en de twaalfvingerige darm via de mond en neus worden uitgestoten. Waar het geconsumeerde voedsel normaal zijn weg lang het spijsverteringskanaal zou vervolgen komt het soms niet verder dan de genoemde maag of twaalfvingerige darm. De directe oorzaak van braken is een signaal dat door het braakcentrum wordt afgegeven aan de hersenen. Deze krijgen dan het signaal dat de maag zich moet legen. De indirecte oorzaken van overgeven kunnen zeer divers zijn. Zo kan het een reactie zijn op een infectie, een allergie, een afsluiting van de darm (ileus), verhoogde druk op de schedel, stress, trauma of een reactie op medicatie.
Krijgen je hersenen het signaal dat de maag geleegd moet worden dan gaat dit gepaard met (ernstige) misselijkheid. De functie van je maag neemt af en de productie van maagzuur vermindert. Sta je op het punt om te gaan overgeven dan verhoogt de speekselproductie en beginnen de buikspieren en het middenrif hevig samen te trekken. Niet zelden gaat dit gepaard met hevig zweten en een verlaging van de hartslag. Na het overgeven neemt de misselijkheid vaak direct aanzienlijk af.
Wat gebeurt er bij hyperventilatie?
Hyperventilatie betekent letter te veel ademen. Wie hyperventileert neemt in rap tempo grote teugen lucht binnen. Hyperventilatie komt vooral voor bij stress. In een normale situatie wisselen je longen koolstofdioxide en zuurstof uit tussen bloed en de buitenlucht. Wanneer men het idee krijgt niet genoeg lucht binnen te krijgen is een logische reactie om te proberen meer lucht in te ademen. Hierdoor wordt echter de normale gasuitwisseling verstoord en wordt een tekort aan CO2 gecreëerd. Dit kan leiden tot duizeligheid, tintelingen en krampen in de handen en benen en soms zelfs een drukkend gevoel op de borst. In tegenstelling tot wat veel mensen denken leidt het zelden tot flauwvallen.
Waarom gaan hyperventilatie en overgeven soms samen?
Bij sommige mensen leidt kokhalzen of overgeven tot een hoge mate van stress. Het gevoel dat voedsel vanuit de maag omhoog gestuwd gaat worden kan bij mensen die hiervoor gevoelig zijn hyperventilatie uitlokken. Vaak komt dit door een onderliggende angst voor braken. Daarnaast kan het ook ingegeven worden door de lichamelijke reactie die gepaard gaat met overgeven zoals transpiratie, een verlaging van de hartslag en samentrekkingen van het middenrif. De verschijnselen kunnen het idee geven dat de ademhaling bedreigd wordt.
De hyperventilatie bij het overgeven begint vaak zeer kort voor men begint te spugen. Vaak zal dan eerst wat overtollig speeksel wordt opgegeven. De hyperventilatie blijft bestaan zo lang het gevoel aanwezig is dat er nog meer voedsel uit moet en zal vervolgens langzaam wegebben. Omdat de hyperventilatie vrij hevig kan zijn leidt dit vaak tot tintelingen in de handen en benen. Weet je van jezelf dat dit verschijnsel op kan treden dan is het belangrijk om erbij te gaan zitten. Gebruik je een bakje om het braaksel in op te vangen dan doe je er goed aan om dit bijvoorbeeld op een tafel of op je schoot neer te zetten zodat je het niet kunt laten vallen als gevolg van de verkrampingen in je vingers.
Hoe kun je hyperventilatie bij het overgeven voorkomen?
De klassieke methode om een aanval van hyperventilatie te doen stoppen is de zakmethode. Aangeraden wordt in dat geval om in een plastic zakje uit en weer in te ademen. Deze methode, die ertoe moet leiden dat je nog voldoende zuurstofrijke lucht inademt terwijl de longen minder koolstofdioxide afgeven aan de lucht, is inmiddels omstreden en wordt door de meeste artsen niet langer geadviseerd. De CO2-spiegel blijkt er minder door te stijgen dan aanvankelijk werd gedacht. De methode is bovendien moeilijk toe te passen tijdens het overgeven omdat men naast lucht nu juist ook nog braaksel uitstoot.
De sleutel tot het voorkomen van hyperventilatie tijdens het overgeven ligt hem dan ook in een bewustwording van het eigen lichaam tijdens de zo onprettige episode van het overgeven. Het is belangrijk om te beseffen dat de maaginhoud die het lichaam kwijt wil het lichaam hoe dan ook zal verlaten. Het is niet nodig om hier zelf actief aan mee te werken. De spiersamentrekkingen die ervoor zorgen dat je gaat overgeven worden onvrijwillig opgestart. Het is dus bijvoorbeeld niet nodig om zelf extra te gaan kokhalzen om het laatste beetje eruit te krijgen. Het enige wat je zelf moet doen is je concentreren op je ademhaling.
Zorg ervoor dat je niet te wild naar adem gaat happen. Blijf je bewust van je reguliere ademhaling en probeer deze ondanks het overgeven in stand te houden. Woon je samen en is er iemand bij je op het moment dat je moet overgeven dan is het handig deze persoon om hulp te vragen. Wanneer er iemand bij je is tijdens het overgeven kan hij of zij je erop wijzen dat je rustig moet blijven ademhalen terwijl je hier uit paniek zelf wellicht niet aan denkt.