Aortastenose: Vernauwing van aortaklep in het hart
De aorta is de grote lichaamsslagader die bloed van het hart naar de rest van het lichaam voert. Deze ontspringt vanuit het linkerventrikel van het hart. Het bloed stroomt uit het hart en in de aorta door de aortaklep. De klep zorgt er voor dat het bloed niet terugkeert naar het hart. Bij aortastenose gaat de aortaklep niet volledig open door een vernauwing van de klepopening. Dit vermindert de doorbloeding van het hart en verzwakt de hartspier. Bij ernstige aortastenose is een operatie nodig om de aortaklep te vervangen. Onbehandeld treden vaak levensbedreigende complicaties op.
Synoniemen aortastenose
Aortastenose is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- aortaklepstenose
- aortaklepstenosis
- aortastenose van het hart
- aortastenosis
- gecalcificeerde aortastenose
- reumatische aortastenose
- reumatische koorts – aortastenose
- valvulaire aortastenose
Epidemiologie hartklepafwijking
Aortastenose komt voor bij ongeveer 2% van de patiënten ouder dan 65 jaar, al zijn de symptomen veelal pas zichtbaar tussen het zevende en achtste decennium. Bij pasgeborenen bedraagt de prevalentie 0,004 tot 0,34%. Het komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Functie aortaklep
De aortaklep ligt tussen het linkerventrikel en de aorta in het hart. De aorta is de hoofdader die bloed van het hart naar het lichaam voert. De aortaklep bezit drie flappen (
knobbels). Wanneer het linkerventrikel aan het begin van de hartslag samentrekt (systole), stroomt het bloed door de klep. Wanneer de linkerhartkamer ontspant (diastole), sluit de aortaklep zich weer. Dan opent de mitralisklep zodat meer bloed in het ventrikel terechtkomt en het hart weer klaar is voor de volgende hartslag. Bij aortastenose is de aortaklep echter niet in staat om zich volledig te openen.
Oorzaken hartaandoening
Als de aortaklep versmalt, moet het linkerventrikel harder werken om het bloed weg te pompen door de klep. Hierdoor verdikken de spieren in de hartkamer. Dit leidt tot
pijn op de borst. De druk blijft stijgen, en pompt het bloed terug tot in de longen. Ernstige aortastenose beperkt de hoeveelheid bloed die naar de
hersenen en de rest van het lichaam gaat. Aortastenose is mogelijk aangeboren maar meestal ontwikkelt de patiënt later in het leven deze hartafwijking. Bij een aangeboren hartklepaandoening treden mogelijk nog andere aandoeningen op. Aortastenose is voornamelijk te wijten aan de opbouw van calciumdeposito's (afzettingen van
calcium) die de klep verkleinen. Dit is in medische term gekend als “gecalcificeerde aortastenose”. De calciumopbouw van de klep gebeurt sneller bij patiënten die geboren zijn met een abnormale aorta of bicuspidaliskleppen (tweeslippige kleppen in het hart). In zeldzame gevallen treden kalkafzettingen sneller op wanneer een patiënt
radiotherapie voor
borstkanker ontvangen heeft. Een andere oorzaak is
reumatische koorts (complicatie van
streptokokkeninfectie met symptomen aan gewrichten, hart, hersenen en huid). Deze aandoening ontwikkelt zich na een
keelontsteking of
roodvonk (bacteriële infectie met
keelpijn en
huiduitslag). Veelal verschijnen de klepproblemen 5 tot 10 jaar of langer na reumatische koorts.
Symptomen: Pijn op de borst
De meeste patiënten met aortastenose ontwikkelen geen symptomen in het beginstadium. Pas in een gevorderd stadium van de ziekte komen symptomen tot uiting. De symptomen van aortastenose zijn anders bij volwassenen dan bij
baby’s.

Pijn op de borst is een symptoom van aortastenose /
Bron: Pexels, Pixabay Volwassenen
Volwassen met aortastenose kampen met volgende symptomen:
Baby’s
Bij baby's treden volgende kenmerken op:
- een moeilijke gewichtstoename
- ernstige ademhalingsproblemen die zich ontwikkelen binnen enkele dagen of weken na de geboorte (in ernstige gevallen)
- slecht eten
De symptomen verergeren bij baby’s veelal na het verouderen. Tevens hebben zij een verhoogd risico op bacteriële
endocarditis (
ontsteking van de binnenkant van het hart).
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Een hartruis, hartklik, of andere abnormale hartgeluiden zijn bijna altijd te horen via een onderzoek met een stethoscoop (
auscultatie). Dit is het gevolg van het bruisende bloed dat geperst wordt door de vernauwde aortaklep. De arts voelt een trilling of beweging bij het plaatsen van een hand op het hart. Mogelijk is de pols zwak of treden wijzigingen op in de polsdruk in de nek. De bloeddruk is mogelijk laag (
hypotensie).
Diagnostisch onderzoek
Volgende onderzoeken zijn nodig om aortastenose op te sporen:
- Een CT-scan van het hart
- Een elektrocardiografie (ECG) (meting van de elektrische activiteit van het hart)
- Een inspanningstest (fietsergometrie: test voor het meten van de zuurstofvoorziening van het hart)
- Een linkerhartkatheterisatie
- Een MRI-scan van het hart
- Een röntgenfoto van de borstkas (thoraxfoto)
- Een transoesofageale echocardiografie
- Een transthoracale echocardiografie (dit is meestal het meest effectieve diagnostisch onderzoek)
Differentiële diagnose
Deze aandoeningen lijken sterk op het klinisch beeld van aortastenose en bestempelt de arts bijgevolg als differentiële diagnose:
Behandeling vernauwing klep via medicijnen en chirurgie
Bij geen of milde symptomen is een regelmatig controlebezoek in combinatie met een echocardiografie bij de cardioloog aanbevolen. Patiënten met ernstige aortastenose krijgen veelal het advies om geen competitieve sporten te spelen, zelfs als ze geen symptomen hebben. Als de symptomen zich voordoen, moeten lichamelijke activiteiten beperkt worden. De patiënt krijgt verder
geneesmiddelen om de symptomen van de behandeling van
hartfalen (slecht rondpompen van bloed door het hart) of
abnormale hartritmes (meestal atriumfibrilleren) te behandelen. Deze omvatten
diuretica (plaspillen),
nitraten en
bètablokkers (hartslag en bloeddruk verlagende medicatie). Ook een hoge bloeddruk is met medicatie te behandelen. Als aortastenose ernstig is, is een voorzichtige behandeling nodig zodat de bloeddruk niet te snel en laag zakt. Voorts is het stoppen met
roken en een gezond
cholesterolgehalte aanbevolen. Aortaklepstenose valt veelal goed te behandelen via een chirurgische ingreep. Soms vindt voor de operatie of in plaats van de operatie een minder invasieve procedure plaats (ballonvalvuloplastiek). Meestal treedt na deze operatie echter opnieuw een vernauwing op. Daarom implanteert de arts meestal gelijktijdig met deze operatie een kunstklep. Bij kinderen is een aortaklepreparatie of -vervanging nodig. Zij mogen wel deelnemen aan de meeste activiteiten.
Prognose
De vooruitzichten zijn zeer variabel. Bij milde aortastenose komen symptomen niet tot uiting. Maar de aortaklep versmalt soms geleidelijk, hetgeen resulteert in ernstige hartproblemen. De resultaten van een klepvervanging zijn vaak uitstekend.
Complicaties van bloed dat terugstroomt naar de longen
Complicaties van een erg smalle aortaklep omvatten:
- atriumfibrillatie (voorkamers van het hart trekken te snel en te onregelmatig samen waardoor een te hoge hartslag optreedt) en atriale flutter
- bloedstolsels in de hersenen (beroerte: onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen met mentale en lichamelijke symptomen), darmen, nieren of andere lichaamsgebieden
- een hartstilstand
- flauwvallen (syncope)
- hartfalen
- hartritmestoornissen
- pulmonale hypertensie (een hoge bloeddruk in de bloedvaten van de longen)
Lees verder