Morquio-syndroom: Afwijkingen aan gezicht en skelet
Het Morquio-syndroom is een stofwisselingsziekte waarbij het lichaam lange ketens van suikermoleculen niet kan afbreken doordat hiervoor een stof ontbreekt of onvoldoende aanwezig is. Deze ketens van moleculen zijn gekend als “glycosaminoglycanen” (voorheen mucopolysacchariden). Het syndroom behoort tot een groep van mucopolysaccharidosen (MPS). De aandoening kenmerkt zich door ernstige skeletafwijkingen, een afplatting van wervels met misvormingen van de wervelkolom en dwerggroei. Een medicijn is beschikbaar voor het behandelen van de aandoening. Niettemin zijn tal van (ernstige) complicaties mogelijk en is de levensverwachting van patiënten met de ziekte verkort. L. Morquio, een Uruguyaanse kinderarts (1867–1935), beschreef de ziekte voor het eerst in 1929.
Synoniemen Morquio-syndroom
Het Morquio-syndroom is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- beta galactosidase deficiëntie
- galactosamine-6-sulfatase deficiëntie
- MPS IV
- mucopolysaccharidose IV
- osteochondrodystrofie
- ziekte van Morquio-Brailsford
Epidemiologie aandoening
Het Morquio-syndroom is een zeldzame ziekte die mannen en vrouwen even vaak treft. De prevalentie varieert tussen 1 / 40.000 tot 1 / 300.000 geboorten. In Nederland komt jaarlijks ongeveer één kind ter wereld met de ziekte. De meeste patiënten (95%) zijn getroffen door type A.
Typen en oorzaken stofwisselingsziekte
Typen Het Morquio-syndroom bestaat in type A en type B. Patiënten met type A beschikken niet over de stof (enzym) galactosamine-6-sulfatase door mutaties (wijzigingen) in het GALNS-gen. Patiënten met type B produceren onvoldoende beta-galactosidase (eveneens een enzym) door mutaties in het GLB1-gen. Het lichaam heeft deze enzymen nodig om lange ketens van suikermoleculen (keratansulfaat suikerketens) af te breken. Bij beide typen bouwen zich hierdoor abnormaal grote hoeveelheden glycosaminoglycanen op in het lichaam, wat mogelijk schade veroorzaakt aan de organen.
Erfelijke aandoening Het Morquio-syndroom is een erfelijke aandoening, die op een autosomaal recessieve wijze wordt overgeërfd. Het syndroom komt hierbij tot uiting wanneer het kind twee kopieën van afwijkende genen geërfd heeft van de ouders.
Symptomen: Afwijkingen aan gezicht en skelet
De symptomen van de meest ernstige vorm (type A) verschijnen meestal tussen de leeftijd van één en drie jaar en zijn snel progressief. Bij de andere vorm (type B) verloopt de progressie trager en zijn de symptomen rond de adolescentie zichtbaar. Vooral het
gezicht en skelet zijn aangetast, maar de ernst hiervan varieert per patiënt.
Gezicht De patiënt heeft typische gezichtsafwijkingen met een groot hoofd (
macrocefalie), grove gelaatstrekken, een brede mond, prominente jukbeenderen, een troebel hoornvlies (cornea), een ongewoon kleine neus en ver uit elkaar geplaatste tanden.
Skelet Verder vindt een abnormale ontwikkeling van de botten plaats. Zo ontstaat bijvoorbeeld een abnormale achterwaartse kromming van de wervelkolom (
kyfose), een zijdelingse kromming van de wervelkolom (
scoliose) of een combinatie hiervan (
kyfoscoliose). Andere
skeletafwijkingen zijn een kippenborst (
pectus carinatum) (borstkasafwijking), een
kort gestalte (dwerggroei) met een bijzonder korte romp, X-benen (
genua valga) en
platvoeten. Voorts is
hypermobiliteit (
pijn aan gewrichten en spieren en
vermoeidheid) eveneens kenmerkend voor het Morquio-syndroom. Dit houdt in dat de ellebogen, de polsen, de heupen, de knieën en andere grote gewrichten abnormaal flexibel (buigzaam) zijn, waardoor deze instabiel zijn.
Heuppijn en stijfheid zijn symptomen van type B die eerder langzaam optreden en meestal pas in de adolescentie duidelijk zijn.
Andere symptomen Andere symptomen omvatten hoogfrequent
gehoorverlies,
zwakte in de benen en/of andere afwijkingen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek De arts voert een lichamelijk onderzoek uit waarbij hij volgende tekenen van de ziekte identificeert:
- een abnormale kromming van de wervelkolom
- een kort gestalte (vooral een korte romp)
- een troebel hoornvlies
- een vergrote lever (hepatomegalie)
- een verlies van zenuwfunctie onder de hals
- hartruis
- hernia in de lies
Diagnostisch onderzoek Een
urineonderzoek onthult een extra hoeveelheid mucopolysacchariden. De specifieke vorm van MPS valt echter niet te bepalen met een urineonderzoek. Hiervoor is een genetisch onderzoek vereist. Verder voert de arts nog een volledig
bloedonderzoek, een
echocardiografie (onderzoek van het hart door gebruik te maken van geluidsgolven), een
gehooronderzoek, een spleetlamp
oogonderzoek, een huid fibroblast cultuur en een
röntgenfoto van de lange botten, ribben en wervelkolom uit. Patiënten met het Morquio-syndroom krijgen bovendien een
MRI-onderzoek van de onderkant van de schedel en de bovenkant van de nek want soms zijn bij deze patiënten de bovenste wervels
onderontwikkeld.
Differentiële diagnose Andere aandoeningen lijken ook op het klinisch beeld van het Morquio-syndroom en zijn daarom nuttig als differentiële diagnose:
Behandeling
Voor het behandelen van het Morquio-syndroom is het medicijn “Elosulfase alfa (Vimizim)” voorhanden dat in Amerika in 2014 is goedgekeurd. Dit krijgt de patiënt wekelijks toegediend via een ader (IV, intraveneus). De arts voert verder een chirurgische ingreep (spinale fusie) uit om een permanente
dwarslaesie (ruggenmergletsel: schade aan ruggenmerg) te voorkomen bij patiënten waarbij de nekbotten onderontwikkeld zijn. Andere symptomen krijgen een ondersteunende en symptomatische behandeling. Zo krijgt de patiënt bijvoorbeeld een
hoorapparaat bij gehoorproblemen.
Prognose aandoening is variabel
De cognitieve functie (het vermogen om helder te denken) is meestal normaal bij patiënten met het Morquio-syndroom. De levensverwachting van patiënten met MPS IV is afhankelijk van de ernst van de symptomen. Zwaar getroffen patiënten overleven tot in de late kindertijd of adolescentie. Wanneer de patiënt een mildere vorm van de aandoening heeft, leeft hij meestal tot in de volwassenheid, hoewel de levensverwachting wel verkort is. Een ruggenmergcompressie en obstructie (verstopping) van de luchtwegen zijn de belangrijke doodsoorzaken bij patiënten met het Morquio-syndroom.
Complicaties ziekte
De botproblemen leiden soms tot aanzienlijke complicaties. Zo glijden de botjes bovenaan de nek soms weg en beschadigen ze het ruggenmerg, waardoor een
verlamming optreedt. De arts lost deze problemen op door middel van een operatie. Af en toe ontstaan ernstige
hartproblemen die zelfs soms leiden tot de dood. Volgende complicaties treden op bij het Morquio-syndroom:
- ademhalingsproblemen: De vervorming van de borst veroorzaakt een druk op het hart en de longen, waardoor uiteindelijk ademhalingsinsufficiëntie ontstaat.
- hartfalen (slecht rondpompen van bloed door het hart)
- loopproblemen door een abnormale kromming van de wervelkolom en andere botproblemen
- problemen met het gezichtsvermogen
- ruggenmergschade en mogelijke verlamming
Preventie
Er is momenteel geen specifieke preventie beschikbaar voor het Morquio-syndroom, aangezien het een erfelijke aandoening betreft. Voor toekomstige ouders met een familiegeschiedenis van mucopolysaccharidosen kan genetisch advies en testen worden overwogen om het risico op de aandoening te beoordelen.