Li-Fraumeni-syndroom: Ziekte met verhoogd risico op kanker
Het Li-Fraumeni-syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening waarbij patiënten een verhoogd risico hebben op diverse vormen van kanker. Bij deze ziekte is een tumorsuppressorgen door een wijziging in een gen niet meer in staat om te voorkomen dat tumoren zich ontwikkelen. De symptomen, behandelingsvormen en vooruitzichten zijn vergelijkbaar met andere vormen van kanker. Preventieve maatregelen zijn lastig door de autosomaal dominante overerving, maar regelmatig screeningsonderzoek is essentieel om de overlevingskansen van de patiënt te verhogen. Het syndroom werd voor het eerst beschreven door de artsen Drs. Frederick Li en Jozef Fraumeni van het National Cancer Institute in 1969.
Synoniemen Li-Fraumeni-syndroom
Andere namen voor het Li-Fraumeni-syndroom zijn:
- het sBLA-syndroom
- sarcoom familie syndroom van Li en Fraumeni
- sarcoom, borstkanker, leukemie, en bijnier (sBLA) syndroom
De afkorting 'LFS' is ook gangbaar.
Epidemiologie
Wereldwijd lijdt ongeveer 1 op de 5.000 tot 1 op de 20.000 mensen aan het Li-Fraumeni-syndroom. Ongeveer de helft van de patiënten krijgt voor hun dertigste levensjaar te maken met een vorm van kanker. Tegen de tijd dat ze vijfenvijftig jaar oud zijn, hebben alle patiënten een vorm van kanker ontwikkeld die geassocieerd wordt met dit syndroom. Vrouwen zijn vaker aangetast dan mannen, voornamelijk vanwege het hogere voorkomen van
borstkanker bij deze ziekte.
Oorzaken
Het Li-Fraumeni-syndroom is een autosomaal dominante aandoening die wordt veroorzaakt door mutaties in een van de volgende genen: TP53, CHEK2 of andere genen op chromosomen 17p13, 1q23 en 22q12.1. Ongeveer 80% van de patiënten heeft geërfde mutaties in het TP53-gen, een tumorsuppressorgen dat normaal gesproken abnormale cellen onder controle houdt. Mutaties in het TP53-gen kunnen leiden tot ongecontroleerde celgroei en tumoren. Mutaties in het CHEK2-gen, dat ook een tumorsuppressorgen is, komen ook voor, maar er is verder onderzoek nodig om de exacte rol van dit gen volledig te begrijpen.
Risicofactoren
De belangrijkste risicofactoren voor het Li-Fraumeni-syndroom zijn genetische aanleg en familiegeschiedenis. Personen met een familiale voorgeschiedenis van verschillende vormen van kanker, vooral op jonge leeftijd, lopen een hoger risico op het ontwikkelen van dit syndroom. Er is geen bekende manier om het risico op het Li-Fraumeni-syndroom te verminderen buiten het monitoren van genetische aanleg en regelmatige screening.
Symptomen: Verhoogd risico op kanker
Patiënten met het Li-Fraumeni-syndroom hebben een aanzienlijk verhoogd risico op het ontwikkelen van verschillende vormen van kanker, vooral op jonge leeftijd. Borstkanker komt vaak voor bij volwassen patiënten met LFS. Andere kankers die vaak geassocieerd worden met het Li-Fraumeni-syndroom zijn:
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen bij het Li-Fraumeni-syndroom kunnen variëren afhankelijk van het type kanker dat zich ontwikkelt. Veel voorkomende alarmsymptomen zijn:
- Onverklaarbare gewichtsverlies
- Aanhoudende vermoeidheid
- Ongewone zwellingen of knobbels
- Aanhoudende pijn die niet reageert op behandeling
- Veranderingen in de huid of ongewone huidzweren
- Persistente hoofdpijn of neurologische symptomen zoals verlamming of veranderingen in gezichtsvermogen
Deze symptomen vereisen onmiddellijke medische evaluatie om de mogelijkheid van kanker te onderzoeken.
Diagnose en onderzoeken
Diagnose van het Li-Fraumeni-syndroom wordt doorgaans gesteld door middel van genetische testen die mutaties in de relevante genen identificeren. Daarnaast worden er regelmatig screeningsonderzoeken uitgevoerd, zoals:
Behandeling met chirurgie, chemotherapie en/of radiotherapie
De behandeling van kankers die voortkomen uit het Li-Fraumeni-syndroom volgt de gebruikelijke protocollen voor de specifieke kankersoorten. Dit omvat vaak een combinatie van
radiotherapie,
chemotherapie en/of chirurgie. Artsen zijn echter voorzichtig met het gebruik van radiotherapie vanwege de verhoogde kans op secundaire kanker bij patiënten met dit syndroom. Daarom wordt in veel gevallen eerst geprobeerd om de kanker te behandelen met een combinatie van chirurgie en chemotherapie.
Prognose
Bij patiënten met het Li-Fraumeni-syndroom is de prognose vaak afhankelijk van de snelheid van kankerdiagnose en -behandeling. Tegen de tijd dat patiënten zeventig jaar oud zijn, hebben ze bijna altijd ten minste één soort kanker gehad. Meer dan de helft van de patiënten ontwikkelt al voor hun dertigste levensjaar een tumor.
Complicaties
Complicaties van het Li-Fraumeni-syndroom kunnen ernstige medische en psychosociale gevolgen hebben. Deze omvatten:
- Ulcera en huidveranderingen door tumorbehandelingen
- Verhoogd risico op bijkomende kankers door eerdere behandelingen
- Functionele beperkingen als gevolg van tumoren en behandelingen
- Psychosociale problemen zoals angst en depressie
- Patiënten kunnen geconfronteerd worden met complexe medische en psychologische uitdagingen als gevolg van hun aandoening.
Preventie
Preventie van het Li-Fraumeni-syndroom zelf is niet mogelijk vanwege de genetische oorzaak. Echter, het monitoren van patiënten met een verhoogd risico door regelmatige screenings kan helpen om kankers vroegtijdig op te sporen en te behandelen. Aanbevolen preventieve maatregelen zijn onder andere:
- Regelmatige screenings en controles volgens het aanbevolen schema
- Gezonde levensstijl en voeding
- Vermijden van bekende risicofactoren voor kanker, zoals roken en overmatig alcoholgebruik
- Patiënten en hun families moeten goed geïnformeerd worden over de symptomen en risico's om tijdige medische interventies te waarborgen.