Lynch-syndroom: Verhoogd risico op dikke darmkanker
Het Lynch-syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening die het risico op het ontwikkelen van dikke darmkanker aanzienlijk verhoogt. Ook andere soorten kanker kunnen voorkomen bij patiënten met deze genmutatie. Dit betekent echter niet dat kanker zich altijd manifesteert bij iedereen die deze genetische mutatie heeft. Een genetisch onderzoek bevestigt de diagnose van deze aandoening. Meestal wordt een deel van de dikke darm verwijderd om het risico op kanker te verminderen. Regelmatige preventieve onderzoeken zijn essentieel om kanker in een vroeg stadium te ontdekken. Het Lynch-syndroom is vernoemd naar Dr. Henry T. Lynch, die de aandoening voor het eerst beschreef in 1966.
Synoniemen Lynch-syndroom
Andere gebruikte synoniemen voor het Lynch-syndroom (HNPCC) omvatten:
- erfelijke colonkanker zonder de aanwezigheid van meerdere poliepen
- erfelijke colorectale tumoren zonder de aanwezigheid van meerdere poliepen
- erfelijke dikke darmkanker zonder de aanwezigheid van meerdere poliepen
- kanker familie syndroom
- syndroom van Lynch
Epidemiologie syndroom van Lynch
Ongeveer 3 op 100 patiënten met dikke darmkanker lijden aan het erfelijke Lynch-syndroom. De aandoening kent geen raciale voorkeur, hoewel etnisch-specifieke mutaties zijn geïdentificeerd, vooral in de Finse en Zweedse populaties. Een specifieke mutatie in het MSH2-gen (G1906K) wordt gevonden bij 2-3% van alle colorectale kankers bij Asjkenazische joden onder de zestig jaar, terwijl deze mutatie zeldzaam is in de algemene bevolking.
Colorectale kanker komt even vaak voor bij mannen als vrouwen, maar bij vrouwen verhoogt het syndroom tevens het risico op
baarmoederkanker en
eierstokkanker.
Oorzaken en erfelijkheid: Verhoogd risico op dikke darmkanker of andere kanker
Het Lynch-syndroom is een erfelijke aandoening die het risico op colorectale kanker verhoogt. Dit betreft kanker van de dikke darm (colon) en kanker van het rectum. Daarnaast lopen patiënten met het Lynch-syndroom ook een verhoogd risico op kanker van de maag, dunne darm, lever, galblaas, bovenste urinewegen,
hersenen en huid. Vrouwen hebben tevens een verhoogd risico op kanker van de eierstokken en het endometrium (baarmoederslijmvlies).
Patiënten ontwikkelen soms goedaardige poliepen in de dikke darm, die precancereus kunnen zijn. Deze poliepen verschijnen meestal vóór het 45e levensjaar, hoewel de aantallen niet groter zijn dan normaal. Ongeveer 3% van alle dikke darmkankers wordt veroorzaakt door het Lynch-syndroom.
Genmutatie
Het Lynch-syndroom wordt veroorzaakt door mutaties in de MLH1, MSH2, MSH3, MSH6, PMS1, PMS2, EXO1 of EpCAM-genen. Deze genen spelen een rol bij het herstel van DNA-schade. Mutaties voorkomen de correctie van fouten tijdens de DNA-replicatie, wat leidt tot ongecontroleerde celgroei en mogelijk kanker. Bij mutaties in het EpCAM-gen wordt het naastgelegen MSH2-gen inactief, wat bijdraagt aan de DNA-schade.
Overerving
Het Lynch-syndroom wordt autosomaal dominant overgeërfd. Dit betekent dat één exemplaar van het gemuteerde gen voldoende is om het risico op kanker aanzienlijk te verhogen. Hoewel patiënten een verhoogd risico (60-80%) erven, ontwikkelt niet iedereen met de mutatie daadwerkelijk kanker.
Risicofactoren
Familiegeschiedenis van het Lynch-syndroom of dikke darmkanker verhoogt het risico aanzienlijk. Degenen met de mutatie moeten extra waakzaam zijn voor hun gezondheid.
Symptomen en alarmsymptomen Lynch-syndroom
Patiënten ontwikkelen vaak geen symptomen totdat kanker zich manifesteert. Alarmsymptomen zijn onder andere:
- bloederige ontlasting
- onverklaarbaar gewichtsverlies
- buikpijn
- veranderingen in de stoelgang (diarree, constipatie)
- aanhoudende vermoeidheid
Vrouwen moeten ook alert zijn op abnormale vaginale bloedingen, wat kan wijzen op baarmoeder- of eierstokkanker.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk en diagnostisch onderzoek
Bij verdenking van het Lynch-syndroom is een genetisch onderzoek noodzakelijk. Dit bloedonderzoek kan de genmutatie bevestigen.
Differentiële diagnose
Volgende aandoeningen vertonen overeenkomsten met het Lynch-syndroom en worden daarom overwogen als mogelijke diagnosen:
Behandeling: Verwijderen deel van de dikke darm
Bij een verhoogd risico op dikke darmkanker is chirurgische verwijdering van (een deel van) de dikke darm aanbevolen. Bij vrouwen kan ook preventief de baarmoeder en/of de eierstokken worden verwijderd om het risico op baarmoeder- en eierstokkanker te verminderen.
Prognose en preventieve controle
De prognose van het Lynch-syndroom hangt af van vroegtijdige diagnose en behandeling. Preventieve colonoscopieën (coloscopieën) zijn cruciaal om dikkedarmkanker vroeg op te sporen. Bij vrouwen worden ook regelmatige endometriumbiopsieën en transvaginale echografieën aanbevolen om baarmoederkanker tijdig te ontdekken.
Complicaties van Lynch-syndroom
Complicaties zijn onder andere het ontwikkelen van kanker in meerdere organen, met name bij onvoldoende controle en preventie.
Preventie ontwikkelen van kanker
Het risico op kanker kan worden verminderd door een gezonde levensstijl aan te houden:
Preventieve operaties en regelmatige controles zijn ook belangrijk om kanker in een vroeg stadium op te sporen of te voorkomen.
Lees verder