Lynch syndroom: erfelijke dikkedarmkanker en gewichtsverlies
Bij een aanzienlijk deel van de mensen komt dikkedarmkanker voor. Een groot deel van de gevallen wordt het veroorzaakt door de erfelijke variant genaamd het Lynch syndroom. In eerste instantie zullen poliepen in het verteringskanaal groeien, waarna het tot dikkedarmkanker ontwikkelt. Deze kankersoort kan reeds voor het vijftigste levensjaar voorkomen. Wat houdt dit syndroom in, wat zijn de gevolgen en hoe kan het worden behandeld?
Lynch syndroom
Kanker voor vijftigste jaar
Meest typerende van dit syndroom is dat de persoon wegens de erfelijkheid reeds voor het vijftigste levensjaar dikkedarmkanker heeft. Het komt daarmee relatief sneller voor ten opzichte van de spontaan voorkomende variant. Van alle soorten kanker aan de dikke
darm, betreft het in vijf procent van de gevallen een erfelijke aandoening. Omdat het een genetische aandoening is, kan erop worden gescreend. Zo kan het voortijdig worden behandeld en zijn er goede kansen voor herstel.
Poliepen
De vorming van kanker in het verteringskanaal start praktisch altijd via poliepvorming. Dit is een wormachtige vergroeiing, wat normaal ook in de sinussen van het hoofd kan voorkomen. In dit geval betreft het een maligne, welke geconcentreerd voorkomt in de aansluiting van dunne- naar dikke darm. Dit deel van de darmen is extra gevoelig, omdat de darmen een haakse verbinding maken. De dunne darm eindigt daarbij in de
blindedarm. De ontlasting maakt plaatselijk een bocht van negentig graden, waardoor lokaal het darmwandslijmvlies overmatig wordt beroerd. Die plek is dus extra gevoelig voor aandoeningen met poliepvorming tot gevolg.
Primaire veroorzaker
Kanker wordt altijd veroorzaakt door een ongewone groei en vermeerdering van weefsel. In dit geval is er sprake van een afwijking in het DNA, waardoor het gaat muteren. In het geval van het Lynch syndroom is er sprake van een erfelijke ziekte, waarbij het via de chromosomen van de ouders wordt overgedragen. Indien één van de ouders de DNA afwijking heeft, dan heeft het kind vijftig procent kans om de afwijking te hebben. Het betekent dat men verhoogde kans (vijfenzestig procent van de gevallen) heeft om ook dikkedarmkanker te ontwikkelen. Bij vrouwen kan het eveneens baarmoederkanker veroorzaken, waarnaast men ook meer kans heeft op aanverwante kankersoorten.
Waar op te letten?
Ernstig gewichtsverlies zonder dat daar aanleiding voor is, is altijd een teken dat er iets aan de hand is. Naast dit typerende verschijnsel kan de samenstelling van de ontlasting veranderen en heeft men
buikpijn. Het lichaam neemt daarnaast slecht energie op, waardoor men afvalt. Het zorgt er ook voor dat men snel vermoeid is. Omdat er sprake is van darmkanker, zullen er wondjes ontstaan. Deze kunnen bloeden, waardoor vers dieprood of donkerrood bloed in de ontlasting zit. Het kan soms ook gaan om zwart hard geworden bloed.
Verkrijgen van het syndroom
Indien binnen een familie een aantal personen voor bepaalde kankersoorten zijn gediagnosticeerd dan is het altijd opletten. Het is van belang dat met de huisarts over de mogelijkheid voor het krijgen van het syndroom wordt gesproken. Door erfelijkheid is er een reële kans dat het nageslacht overlast krijgt. Zeker als meerdere familieleden reeds voor het vijftigste jaar deze kankersoort hebben gehad, dient men medisch onderzoek te krijgen. Er zal moeten worden aangetoond of er sprake is van het syndroom, zodat men geregeld medisch wordt gecontroleerd. Denk aan het checken van het DNA, eventueel de
CA 125, CA 15-3 bloedtest, waarnaast op de lichamelijke symptomen wordt gelet. Door te screenen kan startende kanker vroegtijdig worden opgespoord en succesvol worden behandeld. Het is dus noodzaak om tijdig aan het lichamelijke periodieke onderzoek mee te doen.
Hoe wordt het Lynch syndroom behandeld?
Indien is aangetoond dat er sprake is van het Lynch syndroom, dan kan op verschillende manieren medisch worden ingegrepen. Het is afhankelijk van de mate van voorkomen van de kanker, welke behandelingscombinatie wordt toegepast. Het kan gaan om een chemokuur tezamen met de toediening van antilichamen en bestraling. Daarnaast kan het gaan om lokale of gedeeltelijke verwijdering van de darm. Dit kan eveneens inhouden dat er een
stoma moet worden toegepast, zodat de ontlasting kan worden afgevoerd. Uiteraard hangt het van de mate van verspreiding af, hoe goed de kansen op herstel zijn. Bij dikkedarmkanker kan uitzaaiing naar de lever of longen plaatsvinden. Laat u informeren door de oncoloog wat de herstelkansen zijn en hoe de behandeling verder plaatsvindt.
Lees verder