TNM/G en Ann Arbor systeem: in welk stadium zit kanker
Kanker is altijd een levensbedreigende ziekte. Des te eerder het kan worden vastgesteld des te gunstiger zijn de kansen voor herstel en de levensverwachting. Toch merkt men kanker vaak pas laat op, oftewel als het een bepaalde fase is ingegaan. Vermoeidheidsklachten, pijnen, totale malaise, bewustzijnsverlies en ernstige weerstandsproblemen zijn aanleiding voor lichamelijk onderzoek, waarbij kanker wordt geconstateerd. De impact van de ziekte maar ook methode van behandeling wordt bepaald door hoever het reeds is gevorderd. Wat houdt het TNM/G en Ann Arbor systeem voor stadiëring van kanker in?
TNM/G en Ann Arbor systeem
Aanleiding voor identificatie stadium kanker
Om een goed inzicht in de vordering van de ziekte te krijgen, dient het te worden geclassificeerd. Dat houdt in dat er een gradatie aan de vorming van de maligne wordt gegeven, op basis waarvan de behandeling wordt bepaald. Daarbij vormt het eveneens een handige methode om informatie met de patiënt uit te wisselen. Op basis van ervaringsgegevens kan tot zeker hoogte een
levensverwachting passend bij het stadium en type kanker worden gegeven.
TNM/G systeem
De afzonderlijke letter van dit systeem hebben een concrete betekenis, waaraan per letter eveneens een gradatie aan kan worden gehangen. De letter T staat voor de primaire orgaantumor en in hoeverre deze is verspreid. Daarnaast staat de N voor verspreiding van kanker naar de lymfvaten en –klieren, de M gaat in op de verspreiding van kanker via bloed en G is de agressiviteit van de specifieke kankersoort. De volgende indelingen worden hierbij gemaakt.
Moedertumor T
Wat is de staat van de oorspronkelijke tumor en in hoeverre is daarnaast omringend weefsel aangetast?:
- T1: de tumor vertoont nog geen verspreiding en heeft daarmee slechts het binnenste van het specifieke orgaan aangetast. Oftewel slechts binnenin de omkapseling van het orgaanvlies zit kanker;
- T2: er is een aantasting van het orgaanvlies geconstateerd en dat houdt in dat er kans op lekkage naar omringend weefsel bestaat;
- T3: er is sprake van doorgroei van de kanker naar buiten het orgaan gelegen weefsel;
- T4: de doorgroei heeft zich buiten het oorspronkelijke orgaan behoorlijk uitgebreid.
Verspreiding naar lymfesysteem N
Een snelle methode om door het lichaam te verspreiden is het lymfesysteem. De lymfklieren vormen de natuurlijke blokkade in het lichaam, zodat virussen en ongewenste stoffen niet zomaar naar een ander lichaamsdeel verplaatsen. Via die weg kunnen echter ook kankercellen snel door het lichaam verspreiden:
- N0: er zijn geen lymfklieren aangetast;
- N1: een lymfklier in de nabijheid van de moedertumor is aangetast;
- N2: meerdere lymfklieren in de nabijheid zijn aangetast;
- N3: vele lymfklieren ook verder in het lichaam zijn via uitzaaiingen besmet.
Verspreiding via het bloed
Indien bloed met kankercellen is aangetast, is het een snelweg waarmee andere delen van het lichaam ook snel worden aangetast:
- M0: er zijn geen verafgelegen tumoren gevonden;
- M1: de uitzaaiingen zijn ver in het lichaam aangetroffen.
Agressiviteit G
In dit geval wordt er een gradatie van 1 (licht) tot 4 (zeer agressief) toegepast. Naast deze vier en voorgaande gradaties kunnen per onderverdeling aanvullende gradaties worden toegepast, om nog meer precies de
kankergroei te identificeren.
Toegepaste codering in het ziekenhuis
Iedere patiënt krijgt deze standaard codering, zodat de ernst van de situatie voor de oncoloog, de patiënt en familie helder is. Denk aan:
- T2 N0 M0, G1: de kanker heeft het orgaan en orgaanvlies aangetast. Er is nog geen sprake van doorbraak naar omringend weefsel. Daarnaast geldt dat het een licht agressiviteit heeft. Oftewel na verwijdering van de tumor zal vaak een lichte chemokuur eventueel gecombineerd met bestraling worden toegepast;
- T3 N0 M+, G3: de kanker is door het orgaanvlies gebroken, waarbij ook ver van de moedertumor kanker is geconstateerd. In dit geval zijn dus via het bloed naar elders in het lichaam kankercellen getransporteerd. De kankersoort is een agressieve soort. Dit houdt in dat er na operatieve verwijdering van de moedertumor met omringend weefsel een zware chemokuur moet worden toegepast, mogelijk in combinatie met intensieve bestraling en stamceltransplantatie.
Ann Arbor systeem bij Hodgkin
Om de mate van vordering bij
lymfklierkanker en daaraan verwante kankersoorten vast te stellen is een aanvullende stadiëring gemaakt. Dit wordt het Ann Arbor systeem genoemd, welke voor de ziekte van Hodgkin als ook Non-Hodgkin lymfoom worden toegepast. Het komt ongeveer overeen met de categorisering binnen het TNM/G systeem, echter er zijn verschillen. Enerzijds wordt het gebaseerd op de plek van de kanker en anderzijds naar aanleiding van lichamelijke veranderingen. Denk daarbij aan extreem
gewichtsverlies (meer dan tien procent) en extreem nachtzweten.
Locatie van de tumor
In hoeverre zijn de afzonderlijke lymfvaten en –klieren aangetast door kanker. In het lichaam zijn enkele honderden van dergelijke klieren verspreid met hoge concentraties in kaak, oksels en liezen. Vaak zal een lymfklier opzetten door toedoen van een nabijgelegen ontsteking. Voor de aantasting via kanker wordt het volgende onderscheid gemaakt:
- fase I: er is slechts een enkele aangetaste lymfklier aangetroffen, waarbij het een beperkt omringend gebied gaat. Lichamelijk zal de persoon er meestal geen lichamelijke klachten van hebben. Daarbij kan ook een combinatie van orgaan met lymfklieren zijn aangetast;
- fase II: aan één zijde van het middenrif zijn twee lymfklieren en dus gescheiden gebieden aangetast;
- fase III: de kanker is verspreid, waarbij het aan weerszijden van het middenrif voorkomt. Een orgaan of gebied nabij de lymfklieren is aangetast;
- fase IV: in deze fase komt de kanker verspreid over het lymfesysteem door het lichaam voor. Ook de lever, longen en beenmerg kunnen daarbij aangetast zijn.
Aanvullingen
Naast voorgaande fases kan ook een extra notatie worden aangegeven. Indien de persoon overmatig veel afvalt en extreem nachtzweten heeft dan wordt B toegevoegd. Is dit niet van toepassing dan is het A. Is de kanker verspreid naar niet aan de lymfklieren gerelateerde delen dan wordt de E toegevoegd. Wordt de X gebruikt dan is er eveneens sprake van een aaneengesloten clustering, waarbij meer dan een decimeter is aangetast. In het geval van S is eveneens de bloedzuiveraar de
milt aangetast.
Heeft u vragen omtrent de betekenis en gevolgen van een bepaalde codering, laat u dan informeren door de behandelend oncoloog.
Lees verder