Slechtziende of blinde baby: Symptomen van een oogprobleem
Af en toe komt het voor dat een baby met een oogprobleem ter wereld komt en slecht of zelfs helemaal niet kan zien met één of beide ogen. De ontwikkeling van de oogstructuren begint in de baarmoeder, maar de oogzenuw en interne oogstructuren blijven zich nog verder ontwikkelen gedurende de eerste twee levensjaren. Bij de geboorte ziet een baby onscherp en enkel in grijstinten. Het is niet altijd eenvoudig om direct te achterhalen of een baby lijdt aan een ernstig oogprobleem. Sommige fysieke en ooggerelateerde symptomen kunnen echter wijzen op blindheid of slechtziendheid. Net als bij veel andere aandoeningen is het belangrijk dat de omgeving tijdig tekenen van een oogprobleem opmerkt en een oogarts raadpleegt voor verder onderzoek. De oogarts kan, indien mogelijk, een gepaste medische behandeling inzetten en/of de ouders doorverwijzen naar gespecialiseerde diensten voor begeleiding en hulp voor blinde of slechtziende baby's en hun omgeving.
Normaal werkende ogen vanaf de geboorte
Bij de geboorte
Wanneer een
baby ter wereld komt, zijn de ogen voor ongeveer 75% ontwikkeld. Dit betekent dat fysieke misvormingen vaak nog niet zichtbaar zijn en de ogen normaal lijken. Het eerste
oogonderzoek vindt doorgaans enkele minuten na de geboorte plaats. De arts onderzoekt of de uiterlijke oogstructuren normaal zijn en let op mogelijke afwijkingen zoals afwezigheid van ogen (
anoftalmie), een ontbrekende pupil (
aniridie) of te kleine ogen (microftalmie). Ook aangeboren oogziekten zoals
cataract (staar: troebele ooglens) kunnen direct na de geboorte zichtbaar zijn. Standaard wordt binnen het uur na de geboorte een
antibiotische zalf op de ogen van de pasgeborene aangebracht om een
ooginfectie te voorkomen, die mogelijk door bacteriën in het geboortekanaal is overgedragen.
Twee weken na de geboorte
De baby ziet in de eerste twee weken na de geboorte alleen in zwart-, wit- en grijstinten. Na deze periode begint de baby eerst de kleur rood waar te nemen, gevolgd door oranje, geel en groen. Het kunnen waarnemen van andere kleuren ontwikkelt zich enkele weken later. De zenuwcellen in het netvlies en de
hersenen die verantwoordelijk zijn voor het gezichtsvermogen, zijn bij de geboorte nog niet volledig ontwikkeld. Wetenschappers schatten dat het kleurenzien bij een baby volledig ontwikkeld is tussen de leeftijd van drie en vijf maanden.
Twee tot drie maanden na de geboorte
Een baby van twee tot drie maanden oud beweegt de ogen spontaan en kan beter focussen op objecten. Normaal gesproken volgt de baby objecten met de ogen of verplaatst de blik naar geluiden en andere visuele stimuli binnen het gezichtsveld. Het is normaal dat een baby soms een oog afwijkt wanneer hij zich richt op een object, geluid of persoon. Wanneer dit echter constant gebeurt, kan dit wijzen op een oogprobleem.
Epidemiologie
De epidemiologie van slechtziende of blinde baby's betreft het bestuderen van de frequentie en verspreiding van visuele beperkingen bij zuigelingen, evenals de risicofactoren die hieraan ten grondslag liggen. In sommige regio's is het percentage van slechtziende of blinde baby's hoger door genetische aandoeningen, infecties tijdens de zwangerschap, of gebrek aan toegang tot zorg. Verschillende oorzaken van visuele beperkingen hebben een variabele prevalentie afhankelijk van de lokale gezondheidszorgsystemen, en dit varieert sterk van land tot land.
Prevalentie wereldwijd
De prevalentie van visuele beperkingen bij baby’s is wereldwijd verschillend, met ontwikkelingslanden die vaak hogere aantallen van slechtziendheid en blindheid rapporteren. Dit komt vaak door onvoldoende toegang tot medische zorg en vaccinatieprogramma’s die de ogen van baby's beschermen tegen infecties zoals trachoom en rubella.
Regionale verschillen
Binnen landen zijn er grote regionale verschillen in de prevalentie van visuele beperkingen bij baby's. In sommige gevallen kan dit worden toegeschreven aan genetische factoren, terwijl andere factoren zoals infecties of tekort aan zorg een grote rol spelen in de uitkomsten.
Mechanisme
Het mechanisme achter slechtziendheid of blindheid bij baby's varieert op basis van de onderliggende oorzaak. Het mechanisme kan te maken hebben met een afwijking in de ogen zelf of met aandoeningen die de zenuwen of het brein beïnvloeden.
Visuele verwerking en de rol van het zenuwstelsel
De visuele verwerking bij een baby begint bij de ogen en gaat via de oogzenuw naar de hersenen. Het visuele systeem van een baby is vaak nog in ontwikkeling, en afwijkingen in dit proces kunnen leiden tot visuele beperkingen.
Oogafwijkingen en ontwikkelingsstoornissen
Afwijkingen in de anatomie van het oog, zoals een cataract of retinopathie van de prematuur, kunnen het zicht van een baby ernstig beïnvloeden. Dergelijke afwijkingen belemmeren de normale lichtperceptie en kunnen leiden tot blindheid of slechtziendheid.
Oorzaken
De oorzaken van slechtziendheid of blindheid bij baby’s kunnen genetisch of omgevingsgebonden zijn. Erfelijke aandoeningen, infecties tijdens de zwangerschap en prematuriteit zijn enkele van de meest voorkomende oorzaken.
Genetische oorzaken
Genetische aandoeningen spelen een belangrijke rol bij visuele beperkingen bij zuigelingen. Aandoeningen zoals retinitis pigmentosa en achromatopsie kunnen leiden tot visuele problemen die zich vanaf de geboorte ontwikkelen.
Infecties tijdens de zwangerschap
Infecties zoals toxoplasmose, rubella en cytomegalovirus kunnen de ontwikkeling van de ogen verstoren, wat leidt tot slechtziendheid of blindheid bij de baby.
Prematuriteit en zuurstofgebrek
Baby’s die prematuur worden geboren lopen een hoger risico op retinopathie van de prematuur, een aandoening die de bloedvaten in het oog beïnvloedt, wat kan leiden tot blindheid.
Risicofactoren
Er zijn verschillende risicofactoren die de kans op slechtziendheid of blindheid bij baby’s verhogen. Deze factoren kunnen variëren van genetische predispositie tot omgevingsfactoren die de gezondheid van het oog beïnvloeden.
Prematuriteit
Premature baby’s hebben een grotere kans op visuele beperkingen omdat hun ogen zich nog niet volledig hebben ontwikkeld. Ze kunnen lijden aan aandoeningen zoals retinopathie van de prematuur.
Infecties tijdens de zwangerschap
Baby’s die tijdens de zwangerschap zijn blootgesteld aan infecties zoals toxoplasmose, rubella of syfilis, lopen een groter risico op visuele beperkingen.
Genetische achtergrond
Baby’s van ouders met een genetische geschiedenis van oogziekten hebben een verhoogd risico op visuele problemen.
Risicogroepen
Er zijn specifieke risicogroepen die meer kans hebben op slechtziendheid of blindheid bij baby’s, vaak gebaseerd op genetische aanleg, geboortetijd of blootstelling aan bepaalde infecties.
Baby’s geboren voor 32 weken zwangerschap
Baby’s die extreem vroeg worden geboren, vooral voor 32 weken, hebben een hoger risico op ernstige visuele problemen.
Baby’s van moeders met infecties
Baby’s die tijdens de zwangerschap zijn blootgesteld aan bepaalde infecties, zoals rubella, hebben een verhoogd risico op slechtziendheid of blindheid.
Symptomen van oogproblemen bij pasgeborenen
Tekenen die wijzen op oogklachten
Bij de volgende symptomen is een grondig oogonderzoek aangewezen:
Ooginfecties
Baby's huilen vaak, maar wanneer zich een persisterende oogafscheiding voordoet, kan dit wijzen op een oogziekte of infectie. Vooral een geelgekleurde of dikke oogafscheiding vereist dringende medische aandacht. Moeite met het openen van de ogen of de ontwikkeling van een korstje rond de ogen kan ook wijzen op een ooginfectie. Een veelvoorkomende bacteriële infectie bij pasgeborenen is
conjunctivitis. Hierbij is het oogbindvlies, het witte gedeelte van het oog, ontstoken. Rode ogen,
oogirritatie en overmatig tranen zijn enkele symptomen van deze aandoening. De infectie verspreidt zich vaak tijdens de geboorte door het geboortekanaal. Onbehandelde ooginfecties kunnen bij sommige baby's leiden tot permanent verlies van gezichtsvermogen.
Focus
Het focusvermogen van een pasgeborene is niet altijd een betrouwbare indicator voor het gezichtsvermogen. Naarmate de baby groeit, biedt het echter meer informatie over de werking van de ogen. Vanaf de leeftijd van drie maanden zouden de ogen bewegende objecten moeten volgen. Als dit niet mogelijk is of als visuele stimuli niet worden opgemerkt rond deze leeftijd, kan dit wijzen op een oogprobleem. Mogelijk is er sprake van een vertraagde ontwikkeling van de oogstructuren, maar ook andere oogaandoeningen kunnen een rol spelen.
Alarmsymptomen
Er zijn verschillende alarmsymptomen die erop wijzen dat een baby mogelijk slechtziend of blind is. Het is belangrijk om deze symptomen vroegtijdig te herkennen voor een betere prognose.
Aanhoudend huilen zonder oogcontact
Baby’s die regelmatig huilen zonder oogcontact te maken of die moeilijk te kalmeren zijn, kunnen een visuele beperking hebben.
Niet reageren op visuele stimuli
Een baby die niet reageert op visuele stimuli, zoals het zien van licht of bewegingen, kan wijzen op een probleem met het gezichtsvermogen.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van slechtziendheid of blindheid bij baby’s wordt gesteld door middel van verschillende onderzoeken, waaronder oogonderzoeken en neurologische evaluaties.
Oogonderzoek
Een oogarts kan een grondig oogonderzoek uitvoeren om te kijken naar de anatomie van het oog en de werking ervan. Dit kan helpen bij het vaststellen van ziekten zoals retinopathie of cataract.
Neurofysiologische testen
In sommige gevallen wordt een neurofysiologisch onderzoek uitgevoerd om te controleren of het probleem in de zenuwen ligt die verantwoordelijk zijn voor het doorgeven van visuele informatie naar de hersenen.
Behandeling van slechtziende of blinde baby met oogproblemen
Het is van cruciaal belang om bij baby's met mogelijke oogproblemen snel actie te ondernemen en een oogarts te raadplegen. Verdere onderzoeken kunnen uitwijzen of het kind een oogprobleem heeft dat behandeling vereist. Zo kan de arts medicijnen voorschrijven voor een ooginfectie, of een operatie aanbevelen bij aandoeningen zoals glaucoom, cataract of
premature retinopathie. Soms wijzen bepaalde symptomen ook op problemen in de hersenen of op een
autismespectrumstoornis, waarbij baby’s minder contact maken met hun omgeving. Bij oogaandoeningen waarbij verbetering van het gezichtsvermogen niet mogelijk is, bijvoorbeeld door afwijkingen in de oogstructuur of hersenproblemen, verwijst de arts de ouders door naar vroegbegeleidingsdiensten. Deze organisaties bieden zowel emotionele als praktische ondersteuning aan de ouders en hun omgeving, geven advies over het stimuleren van het resterende gezichtsvermogen en het gebruik van andere zintuigen, en volgen de ontwikkeling van de baby op.
Prognose
De prognose voor een baby met slechtziendheid of blindheid hangt af van de oorzaak en de vroege detectie van het probleem. Met de juiste interventie kunnen sommige visuele problemen gedeeltelijk worden gecorrigeerd.
Effect van vroege diagnose
Hoe eerder een visueel probleem wordt gedetecteerd, hoe groter de kans op verbetering van het gezichtsvermogen of de ontwikkeling van alternatieve methoden om te communiceren en leren.
Langetermijneffecten van slechtziendheid
De langetermijneffecten van slechtziendheid kunnen variëren afhankelijk van de ernst van de aandoening, maar in veel gevallen kunnen baby’s leren om met hun visuele beperkingen om te gaan.
Complicaties
Bij slechtziende of blinde baby’s kunnen er verschillende complicaties optreden, zowel fysiek als sociaal. Het is belangrijk om deze complicaties in de gaten te houden.
Ontwikkelingsachterstanden
Baby’s die blind of slechtziend zijn, kunnen vertragingen in de ontwikkeling van motorische en cognitieve vaardigheden ervaren, vooral als de visuele beperking niet snel wordt behandeld.
Sociale interactie en communicatieproblemen
Visuele beperkingen kunnen ook invloed hebben op de sociale ontwikkeling van een baby, aangezien ze moeite kunnen hebben om sociale signalen te herkennen en met anderen te communiceren.
Preventie en vroege opsporing
Oogonderzoek en vroege detectie
Regelmatige oogonderzoeken bij pasgeborenen en jonge kinderen zijn belangrijk voor het vroegtijdig opsporen van oogproblemen. Dit kan helpen bij het identificeren van afwijkingen of aandoeningen voordat ze ernstiger worden. Zorg ervoor dat de baby alle aanbevolen controles en screenings ondergaat zoals aangegeven door de arts.
Familiegeschiedenis en genetisch onderzoek
Als er een familiegeschiedenis van oogziekten is, kan het nuttig zijn om genetisch onderzoek te overwegen. Dit kan helpen bij het identificeren van erfelijke factoren die het risico op oogproblemen bij de baby kunnen verhogen.
Bewustzijn van symptomen
Ouders en verzorgers moeten zich bewust zijn van de tekenen en symptomen van oogproblemen bij hun baby. Dit kan hen in staat stellen om snel te reageren en medische hulp te zoeken als er symptomen optreden die wijzen op een mogelijk probleem.
Educatie en ondersteuning
Educatie over normale visuele ontwikkeling en mogelijke oogproblemen kan ouders helpen beter voorbereid te zijn op de signalen die kunnen wijzen op een probleem. Steun en advies van specialisten en ondersteuningsgroepen kunnen ook waardevolle hulp bieden.
Lees verder