Het gezichtsvermogen - Wat ziet een baby?
Een ongeboren baby kan licht en donker onderscheiden, verder ziet hij niets. Na de geboorte is het gezichtsvermogen ook nog beperkt. Het zicht is wazig en kleuren worden nauwelijks waargenomen. Sterke contrasten en grote, langzaam bewegende voorwerpen trekken de aandacht. Na een aantal maanden kan een baby details zien en kleuren onderscheiden. Hij herkent de mensen om zich heen en vindt alle nieuwe dingen, vooral bewegende mensen en voorwerpen, interessant. Na een jaar ziet de baby net zoveel als een volwassene.
Het gezichtsvermogen van een ongeboren baby
Al in de baarmoeder kan een baby licht en donker onderscheiden. Verder is er niets te zien, het gezichtsvermogen kan zich dus ook niet ontwikkelen. Dat gebeurt pas na de geboorte.
Wat ziet een pasgeboren baby?
Het gezichtsvermogen van een pasgeboren baby is nog heel beperkt. De baby ziet alles wazig en zonder details. Licht en donker kan hij onderscheiden, waarbij vooral het licht van bijvoorbeeld een lamp zijn aandacht trekt. De baby ziet contrasten zoals zwart/wit en ook het gezicht vindt hij interessant, vanwege het contrast tussen de ogen en de huid. Zijn moeder herkent hij aan haar stem en geur. Pas na enkele maanden kan hij haar goed zien. Mensen en voorwerpen zijn zichtbaar op een afstand van 20 cm. Dat is de afstand die je hebt bij een baby wanneer je hem vasthoudt. De eerste weken kan een baby nog geen kleuren onderscheiden. Pasgeboren baby’s kijken vaak scheel zolang ze niet scherp kunnen zien. Ze hebben de oogspieren nog niet onder controle. Wil je de aandacht van een baby trekken? Kies dan voor grote ronde voorwerpen en speelgoed met een eenvoudig patroon dat langzaam beweegt.
2 – 4 maanden, de baby maakt oogcontact en ziet primaire kleuren
Langzaam maar zeker wordt het gezichtsvermogen van de baby beter. Hij maakt oogcontact en kan langzaam bewegende voorwerpen volgen. Voorwerpen en mensen op grotere afstand ziet hij nu ook, al is het beeld nog niet zo scherp. Hij volgt ze door zijn hoofd in die richting te draaien. Een baby kan zijn aandacht nog niet zo lang op één ding richten en draait zijn hoofd al gauw weer weg. De samenwerking met zijn handen gaat steeds beter. Dingen die worden waargenomen kan de baby nu ook vastpakken.
Kleuren en details
In deze fase worden de primaire kleuren duidelijk. Vanaf een week of zes ziet een baby de kleur rood gevolgd door de kleuren groen, geel en blauw. Een pasgeboren baby ziet nog geen diepte, alles is vlak maar vanaf drie maanden verandert het vlakke beeld in 3D en worden details ook waargenomen. De oogcoördinatie wordt vanaf drie maanden steeds beter, de ogen kunnen nu naar één punt kijken. Het scheel kijken vermindert en is na zes maanden nagenoeg verdwenen.
6 – 12 maanden, de baby kan afstanden en situaties inschatten en vermijden
Na zes maanden ziet een baby ook kleinere, bewegende voorwerpen, afstanden worden beter ingeschat en hij volgt voorwerpen en mensen om hem heen. De eerste maanden zag hij alleen de primaire kleuren maar nu kan hij ook zachtere tinten waarnemen. Alle nieuwe dingen zijn interessant en houden zijn aandacht vast. In deze periode gaat de baby diepte zien, hij gaat kruipen en leert situaties in te schatten en te vermijden. Na een jaar ziet de baby evenveel als een volwassene.
Wanneer is een bezoek aan een oogarts noodzakelijk?
De ontwikkeling van het gezichtsvermogen blijft tot een jaar of zeven doorgaan. Problemen met het gezichtsvermogen zoals een lui oog kunnen tot die tijd nog optreden. Bij problemen aan het gezichtsvermogen is het verstandig om een oogarts te bezoeken.
Maak een afspraak bij de oogarts als:
- Het kind scheel blijft kijken na de eerste maanden.
- De ogen van de baby trillen of steeds heen en weer gaan.
- De pupillen een andere vorm hebben.
- De pupil wit is of als er witte stipjes opzitten.
Wat is een lui oog en hoe moet je het behandelen?
Een lui oog (amblyopie) ontstaat bij kinderen vanaf drie maanden tot een jaar of acht, als de ogen zich nog ontwikkelen. Meestal blijft één van beide ogen achter in de ontwikkeling, maar het kan ook bij beide ogen voorkomen. Er zijn geen afwijkingen bij het luie oog, de hersenen schakelen het oog uit. Hierdoor is het zicht beperkt. Een lui oog is vaak moeilijk vast te stellen omdat kinderen niet merken dat ze minder zien met één oog. Het moet wel worden behandeld, om slechtziendheid op latere leeftijd te voorkomen.
Het consultatiebureau
De ogen van een kind worden op het consultatiebureau onderzocht. Sommige baby's hebben meer kans op een lui oog.
Dit is het geval wanneer:
- Scheel kijken voorkomt in de familie.
- Familieleden sterke brillenglazen hebben.
- Een lui oog in de familie voorkomt.
De behandeling
De behandeling van een lui oog bestaat over het algemeen uit het afplakken van het goede oog. Hierdoor gaan de hersenen het luie oog weer gebruiken en wordt het zicht beter. Een vroege diagnose en behandeling verhoogt de kans op een goed resultaat. Na de kinderperiode (11 jaar) heeft een behandeling geen zin meer. Bij een afwijking in de gezichtsscherpte, zal de arts een bril voorschrijven.