Humaan astrovirus: Virale infectie met diarree bij kinderen
Het humaan astrovirus is een virus dat wereldwijd bij voornamelijk (jonge) kinderen milde buikgriep (gastro-enteritis) veroorzaakt. Meestal gaat de waterige diarree gepaard met andere milde symptomen. De meeste patiënten herstellen spontaan van deze snel verspreidbare infectie. Is dit niet het geval, dan is een symptomatische behandeling in een isolatiekamer in het ziekenhuis vereist. Goede hygiënische maatregelen zijn essentieel om de verspreiding van de ziekte te stoppen. De vooruitzichten zijn voor het merendeel van de patiënten uitstekend, al kunnen verzwakte patiënten af en toe te maken krijgen met ernstige gezondheidscomplicaties. Astrovirussen zijn voor het eerst geïdentificeerd en gerapporteerd in de medische literatuur in 1975.
Epidemiologie van aandoening: Kinderen
Het humaan astrovirus is wereldwijd een belangrijke oorzaak van acute diarree bij kinderen jonger dan twee jaar. Oudere kinderen en volwassenen kunnen echter eveneens getroffen worden door deze virale infectie. Een Koreaans onderzoek uit 2012 wijst uit dat de virale infectie aanwezig is bij 2-16% van de ziekenhuisopnames van kinderen met diarree. Een infectie met het humaan astrovirus komt minder frequent voor dan een infectie met het
rotavirus (diarree en
braken bij
baby's en kinderen) of
norovirus (virale infectie met buikpijn en diarree). Niettemin is een goede opvolging nodig omdat het humaan astrovirus soms grote uitbraken veroorzaakt bij zowel kinderen, volwassenen als ouderen. Kinderziekenhuizen, kinderdagverblijven, scholen, legerkazernes, ziekenhuizen en zorgcentra zijn dan ook regelmatig getroffen door een uitbraak van het virus. Net zoals bij het rotavirus komt een infectie met het humaan astrovirus meestal tot uiting tijdens de wintermaanden in gematigde regio's en in de regentijd in tropische gebieden.
Mechanisme
Humaan astrovirus infecteert het maagdarmkanaal, met name de dunne darm, en veroorzaakt gastro-enteritis. Het virus wordt overgedragen via fecaal-orale transmissie, wat betekent dat het in de meeste gevallen wordt verspreid door besmet voedsel, water of onhygiënische omstandigheden.
Virusstructuur en replicatie
Humaan astrovirus is een RNA-virus met een kenmerkende stervormige structuur wanneer het onder een elektronenmicroscoop wordt bekeken. Het virus hecht zich aan enterocyten (darmcellen) in de dunne darm en veroorzaakt schade aan de darmwand door het remmen van de normale cellulaire functies. Dit leidt tot een verminderde opname van voedingsstoffen en water, wat diarree veroorzaakt.
Pathofysiologie
De infectie begint wanneer het virus de darmcellen binnendringt en zich vermenigvuldigt, wat resulteert in ontsteking van de darmslijmvliezen. Dit kan leiden tot verstoorde zout- en waterabsorptie, wat verantwoordelijk is voor de diarree en het verlies van elektrolyten. De ernst van de symptomen kan variëren afhankelijk van de immuniteit van de patiënt en de virale belasting.
Immuunrespons
De immuunrespons op humaan astrovirus is meestal beperkt tot de darm, waar antilichamen en cytokinen een rol spelen bij het elimineren van het virus. Bij immuungecompromitteerde patiënten kan de infectie echter langer aanhouden en ernstigere symptomen veroorzaken.
Oorzaken: Humaan astrovirus
Het humaan astrovirus, familie
Astroviridae en genus
Mamastrovirus, is een klein en rond RNA-virus (diameter 28-30 nanometer). Het virus heeft een stervormig uiterlijk (vijf of zes hoeken) wanneer wetenschappers dit bekijken door een elektronenmicroscoop (vandaar de naam “
Astroviridae”). Anno augustus 2024 zijn minimaal acht serotypes van het virus bekend. De
overdracht van de virale infectieziekte gebeurt in de meeste gevallen van persoon tot persoon via de fecaal-orale route. Het virus verlaat het lichaam via de ontlasting. Wanneer de ontlasting bij bijvoorbeeld het verwisselen van de luier op een plaats of voorwerp terechtkomt, raakt dit besmet met het virus. Wanneer een ander kind vervolgens deze plaats aanraakt met de
handen en daarna de handen in de mond stopt, komt het virus ook bij dit kind in het lichaam terecht. Het virus bevindt zich soms eveneens in vervuild water en voedsel.
Risicofactoren
Ouderen, kinderen, ziekenhuispatiënten en mensen met een
verzwakt immuunsysteem (
aids, ontvanger van een
beenmergtransplantatie,
chemotherapie, enzovoort) zijn vaker getroffen door een infectie met het humaan astrovirus.
Risicogroepen
Er zijn specifieke groepen die een verhoogd risico lopen op infectie met humaan astrovirus en die mogelijk ernstigere symptomen ervaren. Dit kan variëren afhankelijk van de algehele gezondheid van de patiënt en hun blootstelling aan risicofactoren.
Ziektegeschiedenis en onderliggende aandoeningen
Patiënten met onderliggende aandoeningen, zoals hart- of longaandoeningen, kunnen een verhoogd risico hebben op complicaties bij een infectie met humaan astrovirus. Bovendien kunnen patiënten met een verzwakt immuunsysteem ernstige symptomen ervaren die leiden tot ziekenhuisopname.
Instellingen met verhoogd risico
Kinderdagverblijven, verpleeghuizen en andere zorginstellingen zijn risicogroepen waar infecties zich snel kunnen verspreiden. In deze instellingen kan de concentratie kwetsbare patiënten, zoals jonge kinderen en ouderen, leiden tot een grotere kans op uitbraken van humaan astrovirus.
Symptomen: Waterige diarree
Diarree
De incubatietijd (tijd tussen het oplopen van de infectie en het verschijnen van de symptomen) bedraagt twee tot vier dagen. Een HAstV-infectie resulteert voornamelijk in waterige
diarree. De patiënt produceert gemiddeld vier keer per dag waterige ontlasting en deze diarree houdt gemiddeld drie dagen aan. De diarree is over het algemeen milder dan die welke resulteert uit een rotavirusinfectie. Nadat de diarree verdwenen is, blijft het virus echter nog enkele dagen aanwezig in de ontlasting waardoor de ziekte nog steeds overdraagbaar is.
Andere symptomen
Braken,
buikpijn,
gewichtsverlies,
hoofdpijn,
koorts, lichte uitdroging (
dehydratie),
misselijkheid en malaise (een algemeen ziek gevoel) kunnen gepaard gaan met de diarree.
Alarmsymptomen
Bij infectie met humaan astrovirus kunnen verschillende alarmsymptomen optreden die duiden op een ernstigere infectie of de ontwikkeling van complicaties. Vroege herkenning van deze symptomen is belangrijk voor het verlenen van tijdige medische zorg.
Bloedige diarree en ernstige buikpijn
Bloedige diarree kan een teken zijn van ernstige darminfectie, wat mogelijk duidt op een secundaire bacteriële infectie of andere complicaties. Ernstige buikpijn kan ook wijzen op de mogelijkheid van een gecompliceerde infectie.
Koorts en uitdroging
Een hoge koorts in combinatie met uitdroging is een signaal van een ernstigere infectie. Bij uitdroging kunnen symptomen zoals duizeligheid, verminderde urineproductie en een droge mond optreden, die onmiddellijke medische aandacht vereisen.
Verergering van bestaande aandoeningen
Patiënten met bestaande medische aandoeningen, zoals chronische darmziekten, kunnen merken dat hun symptomen verergeren tijdens een infectie met humaan astrovirus. Dit kan het risico op langdurige symptomen verhogen.
Diagnose en onderzoeken
Op basis van het klinisch beeld is het heel moeilijk om de juiste diagnose te stellen. Een
ontlastingsonderzoek is bijgevolg nodig om de aanwezigheid van het humaan astrovirus te bevestigen. De arts identificeert hierbij het kenmerkende stervormige uiterlijk van het virus.
Behandeling: Goede hygiëne
Ontsmetting en persoonlijke hygiëne
Meestal is een medische behandeling niet nodig. Wel is het essentieel om een goede persoonlijke hygiëne te hanteren en alle plaatsen waar een uitbraak is opgetreden, grondig te ontsmetten om de overdracht van de infectie te verminderen. Daarnaast is het belangrijk om de bron van de infectie weg te nemen, zoals bijvoorbeeld besmet water of besmet voedsel.
Ziekenhuisopname
Indien patiënten toch ernstige klachten hebben, is een ziekenhuisopname in een isolatiekamer vereist om de verspreiding van de infectie af te remmen. Zorgvuldige hygiënische maatregelen door zowel het personeel als de patiënt zelf zijn nodig omdat dit virus zich anders snel verspreidt in het ziekenhuis en er dan sprake is van een
ziekenhuisinfectie (nosocomiale infectie). Intraveneuze (via een ader) of orale (via de mond) vochttoediening is soms nodig om uitdroging te voorkomen, vooral bij jongere kinderen of oudere patiënten. Anno augustus 2024 is er nog geen vaccin voorhanden ter voorkoming van een HAstV-infectie.
Prognose: Zeer goed
De prognose bij infectie met humaan astrovirus is over het algemeen goed, vooral bij gezonde patiënten. Bij immuungecompromitteerde patiënten of kwetsbare groepen kan de infectie ernstiger zijn en leiden tot langdurige symptomen of complicaties.
Herstel bij gezonde patiënten
Bij gezonde patiënten is de prognose meestal goed, en de meeste mensen herstellen binnen een week zonder blijvende effecten. Behandeling richt zich vooral op het voorkomen van uitdroging en het verlichten van de symptomen.
Herstel bij kwetsbare groepen
Bij ouderen en immuungecompromitteerde patiënten kan de infectie langer aanhouden, en het herstel kan trager zijn. Bij deze groepen is er een verhoogd risico op complicaties, zoals uitdroging en ziekenhuisopname.
Complicaties: Infectieziekte
Sommige vormen van het humaan astrovirus zijn sporadisch in staat om dodelijke
encefalitis (hersenontsteking) en
meningitis (
ontsteking van de hersen- en ruggenmergsvliezen met hoofdpijn en een
stijve nek) te veroorzaken. Deze ernstige complicaties komen voornamelijk voor bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem.
Preventie: Goede Hygiëne en Voeding
Preventieve maatregelen zijn essentieel om een infectie met het humaan astrovirus te voorkomen. Dit omvat:
- Handhygiëne: Regelmatig en grondig handen wassen, vooral na toiletbezoek en voor het eten.
- Voedselhygiëne: Het grondig koken van voedsel en vermijden van besmet water.
- Sanitaire voorzieningen: Gebruik van schone toiletten en hygiënische verzorging bij baby's, zoals het regelmatig en zorgvuldig verschonen van luiers.
- Vaccinontwikkeling: Hoewel er anno augustus 2024 nog geen vaccin beschikbaar is, zijn er wereldwijd inspanningen gaande om een effectief vaccin tegen het humaan astrovirus te ontwikkelen.