Verandering van levensstijl verlaagt risico op dementie
Ruim een derde van de nieuwe gevallen van dementie kan worden voorkomen als mensen hun levensstijl veranderen. Dit was de conclusie van een commissie van vierentwintig medisch experts in een rapport dat door The Lancet werd gepubliceerd in juli 2017. Er zijn negen risicofactoren die we tijdens ons leven kunnen beïnvloeden door meer te letten op gezonde voeding, mentale weerbaarheid, bewegen en sociale contacten. Helaas blijft een groot deel van de bevolking dementie krijgen als gevolg van factoren die we niet kunnen beïnvloeden, zoals genetische aanleg. Wat kunnen we in onze levensstijl verbeteren om de kans op dementie te verkleinen?
Dementie
Dementie is een verzamelnaam voor aandoeningen die de hersenen aantasten. Dementie toont zich door een achteruitgang van het cognitieve vermogen van de patiënt (zoals geheugen en taalvaardigheid) en veranderingen in gedrag en stemmingen. Er bestaat anno 2018 geen genezende behandeling, hoogstens kunnen symptomen worden bestreden. Uiteindelijk krijgt ongeveer een derde van de ouderen dementie.
Levensstijl en risicofactoren
Hoewel dementie meestal pas op hoge leeftijd wordt vastgesteld, begint het brein al jaren daarvoor te veranderen. De risicofactoren voor het ontwikkelen van dementie spelen het hele leven een rol, niet slechts op oudere leeftijd. Het onderzoek van The Lancet-commissie concludeert dat 65 procent van de dementiegevallen is toe te schrijven aan risicofactoren die we niet kunnen beïnvloeden, zoals genetische aanleg. Daar staat tegenover dat 35 procent van de gevallen is toe te schrijven aan risicofactoren die we tijdens ons leven wel kunnen beïnvloeden. Dit betekent dat we door een verandering in onze manier van leven deze risicofactoren kunnen proberen uit te schakelen. Zo kan de ontwikkeling van dementie worden vertraagd of worden voorkomen. Wat zijn deze risicofactoren?
Risicofactoren voor dementie
De lijst van onderzochte risicofactoren laat zien hoeveel procent van het aantal nieuwe gevallen kan worden voorkomen als deze risico's worden weggenomen.
Potentieel beïnvloedbare risicofactoren: 35%, waarvan:
- 8% - vroege levensfase, waarvan:
- 12% - middelbare levensfase, waarvan:
- 9% - gehoorverlies
- 2% - hoge bloeddruk
- 1% - obesitas
- 15% - latere levensfase, waarvan:
- 5% - roken
- 4% - depressie
- 3% - te weinig bewegen
- 2% - sociale isolatie
- 1% - diabetes
Andere niet-beïnvloedbare risicofactoren: 65%, waarvan:
- 7% - ApoE4-gen
- 58% - andere genen en omgevingsfactoren
Weinig onderwijs
Scholing op jonge leeftijd blijkt een belangrijke factor om dementie te voorkomen. Als iedereen tot minstens het vijftiende jaar op school zou blijven, zou het aantal dementiepatiënten in de wereld met acht procent afnemen. Het mechanisme hierachter is dat onderwijs bijdraagt aan de vorming van een
cognitieve reserve, omdat het de neurale netwerken in de hersenen versterkt. Deze
cognitieve reserve vergroot de weerbaarheid van het brein tegen aandoeningen die het brein aantasten, zoals dementie en
postoperatieve cognitieve disfunctie. In Nederland valt op dit gebied nog maar weinig winst te halen, omdat de meeste mensen minimaal tot hun vijftiende naar school gaan. Het is anno 2018 ook nog niet duidelijk of nog meer onderwijs leidt tot een grotere weerbaarheid.
Gehoorverlies
Een relatief nieuwe en verrassende bevinding is dat achteruitgang van het gehoor op middelbare leeftijd een belangrijke risicofactor is voor dementie. Als iedereen zou worden behandeld voordat hij of zij doof is, zou het aantal nieuwe gevallen van dementie met negen procent afnemen. Een goed functionerend gehoor kan mensen blootstellen aan een stimulerende omgeving en kan sociale isolatie voorkomen. Sociale isolatie is op zichzelf ook een risicofactor. Tegelijkertijd is het anno 2018 nog onduidelijk of en in welke mate gehoorapparaten de schade van doofheid kunnen omkeren.
Weinig bewegen
Ouderen die fysieke activiteiten ontplooien hebben een grotere kans om hun cognitieve functies te behouden dan ouderen die inactief zijn. De commissie van experts schat in dat het aantal gevallen van dementie met drie procent kan afnemen bij voldoende beweging. Hoe beweging bijdraagt aan het behoud van hersenfuncties is volgens de commissie nog niet duidelijk. Sowieso draag fysieke activiteit bij aan een betere gezondheid en levensverwachting van ouderen.
Diabetes, hoge bloeddruk en obesitas
Als hoge bloeddruk en obesitas (overgewicht) kunnen worden voorkomen op middelbare leeftijd, kan het aantal gevallen van dementie met respectievelijk twee en één procent afnemen. Hetzelfde geldt voor het voorkomen van diabetes (suikerziekte) op oudere leeftijd. De mechanismen achter deze risicofactoren worden anno 2018 nog niet goed begrepen.
Roken
Roken heeft van alle risicofactoren het op twee na hoogste risico. Als iedereen zou stoppen met roken kan het aantal gevallen van dementie met vijf procent dalen. Het mechanisme waarmee roken de kans op dementie vergroot is anno 2018 nog niet goed begrepen. Het kan de maken hebben met de invloed van roken op de bloedvaten, maar ook met de invloed van de giftige stoffen in sigarettenrook op het brein.
Sociale isolatie en depressie
Er is ten tijde van de publicatie van het artikel in The Lancet nog discussie of depressie en sociale isolatie onafhankelijke risicofactoren voor dementie zijn of juist vroege symptomen van dementie. Maar het is biologische mogelijk dat een depressie bijdraagt aan het risico op dementie, omdat het van invloed is op stresshormonen en de groei van zenuwencellen. Sociale isolatie kan bijdragen aan dementie via verminderde stimulering van de hersenactiviteit en depressie.
Meer bewegen is belangrijk /
Bron: Pexels, PixabayConclusie
Een groot deel van de gevallen van dementie zijn te wijten aan risicofactoren die samenhangen met de manier van leven. Een verandering van de levensstijl kan daarom het risico op dementie verkleinen, zoals gezonde voeding, meer bewegen, veel sociale contacten en meer aandacht voor mentale weerbaarheid. Dit wil niet zeggen dat je als individu op deze manier dementie kan voorkomen. Dementie kent immers ook een grote genetische component die niet behandelbaar is.