Miosis: Oorzaken van vernauwde pupil of pupillen in het oog
In het midden van het oog bevindt zich een zwarte cirkel, gekend als de pupil. De pupil is verantwoordelijk voor de hoeveelheid licht die in het oog terechtkomt. Wanneer het donker is, vergroten de pupillen om zo meer licht door te laten. Het omgekeerde geldt voor verlichte omstandigheden, waarbij de pupillen vernauwen omdat reeds voldoende licht in het oog komt. Miosis is een symptoom waarbij de sfincter (sluitspier) van de iris (het regenboogvlies) samentrekt (contracteert), waardoor een pupilvernauwing ook in donkere omstandigheden tot stand komt. Dit symptoom, dat tot stand komt door diverse aandoeningen of door medicatiegebruik, verschijnt in één oog of in beide ogen. Patiënten met miosis kunnen in de duisternis moeilijker zien. Afhankelijk van het onderliggend probleem, komen ook andere symptomen voor. De arts zet eventueel pupil verwijdende oogdruppels in om de gekrompen pupillen weer te verwijden.
Synoniemen miosis
Miosis kent twee synoniemen, namelijk ‘miose’ en ‘corestenoma’.
Normale oorzaken van kleine pupillen
Baby’s
Bij
baby’s blijven de pupillen de eerste weken na de geboorte klein. De ogen zijn hierbij extra beschermd tegen fel licht.
Ouderen
Bij het verouderen verkleinen de pupillen. De spieren die verantwoordelijk zijn voor de pupilwerking, verzwakken namelijk bij het
verouderen van het oog. Hierdoor is het voor ouderen lastiger om ’s nachts te zien.
Aandoeningen met pupilvernauwing van het oog
Bij enkele aandoeningen komt een pupilvernauwing voor als symptoom.

Chronisch alcoholgebruik leidt tot schade in de hersenen waardoor mogelijk pupilvernauwing tot stand komt /
Bron: Jarmoluk, Pixabay Hersenen
Door schade of problemen in de
hersenen, komt miosis tot stand:
Horner-syndroom
Het Horner-syndroom is een zeldzame neurologische aandoening waarbij een deel van de hersenen is aangetast dat zorgt voor alle functies aan één gezichtszijde. Door de ziekte is de éne pupil kleiner dan de andere pupil. Miosis verschijnt in combinatie met een gedeeltelijk afhangend ooglid (
ptosis), een lichtere
oogkleur in één oog (
heterochromie) en niet kunnen zweten (
anhidrosis) aan één gezichtshelft. De aandoening komt tot stand na een nekbeschadiging of na een nekoperatie, maar sommige patiënten krijgen deze ziekte via de ouders. Het Horner-syndroom verschijnt ook bij afwijkingen aan de
borstkas, de nek of de hersenen. Verder krijgen soms kinderen met een
neuroblastoom te maken met het Horner-syndroom. Een neuroblastoom is een zeldzaam type
kanker dat uitgaat van de zenuwcellen.
Ogen
Oogproblemen die leiden tot miose, omvatten:
Andere aandoeningen
Bij enkele andere aandoeningen komt tot slot ook een pupilvernauwing voor:
Omgevingsfactoren en kleine (gekrompen) pupillen
Blootstelling aan chemicaliën en toxische stoffen
Bepaalde insecticiden en chemische zenuwmiddelen (zoals sarin) waaraan de patiënt is blootgesteld, zorgen ook voor vernauwde pupillen. Ook het nemen van bepaalde
drugs zoals heroïne leidt tot pupilvernauwing.
Medicatie
Bepaalde
medicijnen tegen
angst,
spierkrampen en
epilepsie (anti-epileptica) zoals diazepam (Valium) of
antihistaminica (geneesmiddelen tegen een
allergische reactie) zoals diphenhydramine (Benadryl) doen de pupillen krimpen. Andere bijwerkingen van deze medicijnen omvatten onder andere
misselijkheid,
braken, een
maagontsteking,
zwakte,
duizeligheid, aanvallen, … Verder veroorzaken verdovende
pijnstillers zoals
codeïne,
morfine en methadon sneller kleinere pupillen. Hierbij komen ook andere symptomen tot uiting zoals onder andere en
vermoeidheid, een ondiepe ademhaling, angst, euforie, braken,
verwardheid en
obstipatie. Miosis is eveneens een ongewenste bijwerking van diverse oogmedicijnen. Cholinergische geneesmiddelen (pilocarpine, demecariumbromide) die de arts inzet voor het behandelen van
glaucoom (oogziekte met een verhoogde oogboldruk waarbij de oogzenuw schade oploopt), resulteren in miosis.
Diagnose en onderzoeken
Oogonderzoek
De oogarts noteert de aanwezige oogklachten en andere symptomen en voert daarna een grondig
oogonderzoek uit. Hij bekijkt de pupillen in een verduisterde ruimte, en bemerkt zo een vernauwde pupil of twee vernauwde pupillen op. De oogarts controleert hierbij de grootte en vorm van het oog, de eventuele ongelijkheid in grootte van de pupillen (
anisocorie), de positie van de pupillen en de pupilreactie op licht. Normale pupillen zijn twee tot vier millimeter in fel licht en vier tot acht millimeter in het donker. De arts meet de pupillen in beide ogen in zowel lichte als donkere omstandigheden om te zien of ze verkleinen of vergroten. Het is eveneens mogelijk dat de oogarts pupil verwijdende oogdruppels (
mydriatica) in de ogen van de patiënt plaatst en dan kijkt naar de reactie van de pupillen.
Diagnostisch onderzoek
Bijkomende onderzoeken zijn nodig wanneer de arts niet in staat is om de oorzaak te achterhalen. Dit gebeurt bijvoorbeeld met een
oog- en oogkasechografie. Ook
beeldvormende onderzoeken zoals een
röntgenfoto,
MRI-scan en/of
CT-scan van de borstkas, de hersenen of de nek zijn in sommige omstandigheden aangewezen om neurologische problemen op te sporen of uit te sluiten. Bij een vermoeden van
vergiftiging of een bijwerking van een medicijn, voert de arts tot slot een
urineonderzoek en/of een
bloedonderzoek uit.
Behandeling van vernauwde pupil of pupillen
De arts bekijkt de oorzaak van miosis en stemt hierop een behandeling af. Wanneer medicijnen de vernauwde pupillen veroorzaken, is soms andere medicatie nodig of anders is het probleem opgelost als de patiënt stopt met de medicatie. Bij een
oogontsteking zoals uveïtis, zet de arts pupil verwijdende oogdruppels in zoals atropine of homatropine zodat de pupillen verbreden. Verder zijn ook
topische (op de huid aangebrachte) zalven en
corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers) inzetbaar om de symptomen van de ontsteking te verminderen. Bij het Horner-syndroom alsook bij andere hersenproblemen voert de arts soms een chirurgische ingreep uit.