Respiratoir syncytieel virus (RSV): Symptomen aan luchtwegen
Het respiratoir syncytieel virus (RSV) is een veelvoorkomend virus dat vooral klachten bij zuigelingen en patiënten met een zwak immuunsysteem veroorzaakt. Patiënten krijgen bij een besmetting met dit virus te maken met luchtweginfecties. In de meeste gevallen hebben patiënten met deze zeer besmettelijke virale infectie slechts milde symptomen, maar af en toe ontstaat een longontsteking of komen andere complicaties tot stand. De behandeling van een infectie met het respiratoir syncytieel virus verloopt vooral ondersteunend, waarbij het van belang is om het kind voldoende te laten drinken. Dankzij enkele preventieve maatregelen treedt een infectie met RSV minder snel op. Het is vooral van belang om regelmatig de handen te wassen, vooral na contact met besmette patiënten.
Epidemiologie en risicofactoren
Vooral zuigelingen en kinderen tot twee jaar zijn getroffen door het respiratoir syncytieel virus. Ook premature
baby’s lijden sneller aan de ziekte. Door een aangeboren
longziekte of
hartaandoening of een vroegtijdige medische behandeling, zijn zuigelingen eveneens meer vatbaar voor de infectieziekte. Het RSV is bovendien af en toe de oorzaak van uitbraken van
griepachtige symptomen of een
longontsteking bij ouderen. Ook bij patiënten met een
zwak immuunsysteem, zoals patiënten met
hiv / aids,
leukemie,
astma, congestief
hartfalen (slecht rondpompen van bloed door het hart) of
chronisch obstructief longlijden, zijn vaak getroffen. Orgaangetransplanteerden zijn tevens vaker aangetast door het virus, want hun afweersysteem is ook verzwakt. Het RSV veroorzaakt voorts elke winter veel epidemische luchtweginfecties, maar de ziekte komt al voor in de late herfst en gaat door tot de lente.
Oorzaken virale infectieziekte
Het respiratoir syncytieel virus is een paramyxovirus. Het RSV heeft een diameter van 120-200 nm en een complementbindend antigeen dat epidemische luchtweginfecties veroorzaakt. De
overdracht van de infectie gebeurt door het inademen van besmette druppels via het
niezen, het
hoesten of het snuiten van de neus. Het virus komt dan binnen door de ogen, de neus of de mond. Ook door direct contact, zoals het schudden van
handen of het geven van een kus, kan een patiënt sneller een infectie oplopen. Omdat het virus maximaal vijf uur overleeft op harde voorwerpen (aanrecht, spiegels, speelgoed, …), is een besmetting met RSV ook op die manier mogelijk. De overdracht van infectie tussen kinderen in het ziekenhuis (
ziekenhuisinfectie) komt tot slot vaak voor, tenzij geïnfecteerde patiënten geïsoleerd zijn.
Symptomen aan luchtwegen
De virale infectie begint normaal gesproken met symptomen van een hogere luchtweginfectie. Na een interval van één tot drie dagen ontstaat een
droge hoest,
keelpijn, lichte
hoofdpijn, een
loopneus en milde
koorts. Het respiratoir syncytieel virus is een voorkomende oorzaak van
bronchiolitis (
ontsteking van de kleine luchtpijpvertakkingen) bij zuigelingen. Het ontstaan van bronchiolitis kenmerkt zich door
kortademigheid en een uitzetting van de
borstkas met een intrekking van het gebied onder en tussen de ribben (de borstspieren trekken naar binnen bij elke ademhaling). Andere ernstige symptomen omvatten:
Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose en onderzoeken
De diagnose van het RSV bevestigt de arts door
bloedonderzoek, genoomdetectie of immunofluorescentie (speciaal kleuronderzoek) op uitstrijkjes van de neus en keel). Verder is soms een
röntgenfoto van de borstkas (
thoraxfoto) nodig om een longontsteking te identificeren. Ook zet de arts soms een
pulsoximetrie uit; een pijnloos onderzoek om het zuurstofgehalte in het bloed op te sporen.
Behandeling virale infectie
De behandeling is over het algemeen ondersteunend gericht. Dit houdt in dat de ouders de neusslijmen moeten verwijderen met een speciale spuit en zoutdruppels, de lucht moeten bevochtigen (indien mogelijk) en de zuigeling telkens kleine beetjes moeten laten drinken. In ernstige gevallen is zuurstof- en vochttoediening nodig in combinatie met medicatie om de luchtwegen te openen. Af en toe zet de arts het
antiviraal medicijn (bestrijdt virussen) ribavirine in via aerosoltoediening. Vooral patiënten met ernstige symptomen en patiënten met onderliggende hartziekten en longaandoeningen, krijgen dit medicijn toegediend.
Prognose RSV-infectie
Bij de meeste zuigelingen houdt de virale infectie één tot twee weken aan. Bij een ernstige of levensbedreigende infectie is een ziekenhuisopname vereist. Dit gebeurt voornamelijk bij vroegtijdig geboren baby's (
vroeggeboorte) of zuigelingen en volwassenen die chronische hart- of longproblemen hebben.
Complicaties respiratoir syncytieel virus
Bij ongeveer 10% van de patiënten ontstaat een longontsteking (pneumonie) als complicatie. Een middenoorontsteking komt soms ook voor. Verder krijgen patiënten met ernstige RSV-infecties later in het leven sneller te maken met astma. De ziekte kent soms een ernstig en potentieel dodelijk verloop bij baby's met onderliggende hartproblemen,
luchtwegaandoeningen (inclusief prematuriteit, zoals bijvoorbeeld
onderontwikkelde longen) of baby's met een zwak immuunsysteem. Een RSV-infectie is voorts geassocieerd met het optreden van het plotselinge kindersterfte syndroom. Tijdens het leven is tot slot een herinfectie mogelijk.
Regelmatig en grondig de handen wassen is nodig /
Bron: Gentle07, Pixabay
Preventie RSV
Een vaccin voor een RSV-infectie is niet beschikbaar. Kinderen die een hoog risico lopen (patiënten met onvoldoende ontwikkelde longen of een
aangeboren hartafwijking) krijgen tijdens de wintermaanden maandelijks wel hyperimmune globuline tegen het respiratoir syncytieel virus of een gehumaniseerd monoclonaal antilichaam (palivizumab) toegediend. Hiermee wordt een ernstige ziekte als gevolg van de virale infectie voorkomen. Een goede handhygiëne en andere maatregelen voor het voorkomen van een infectie zijn voorts nodig om het risico van overdracht door ziekenhuismedewerkers te voorkomen. Ook andere mensen moeten vaak de handen wassen (
goede handhygiëne), vooral na contact met een patiënt met griepachtige symptomen. Het is verder nodig om harde oppervlakken te reinigen en desinfecteren.
Roken in de buurt van een baby is niet aanbevolen. Verder moeten ouders indien mogelijk de tijd die een kind in de kinderopvang doorbrengt beperken, met name rond de winterperiode (wanneer het RSV piekt).
Lees verder