Pallister-Hall-syndroom: Afwijkingen aan skelet en hersenen
Het Pallister-Hall-syndroom (Hall-Palister-syndroom, hypothalamisch hamatoblastoomsyndroom) is een uiterst zeldzame aangeboren aandoening waarbij een patiënt afwijkingen heeft aan de genitaliën en het urinewegstelsel, het gezicht, de hersenen en het skelet, al komen ook andere symptomen voor. De arts behandelt de aanwezige symptomen symptomatisch. De meeste patiënten met het Pallister-Hall-syndroom hebben milde symptomen waardoor de prognose goed is. Slechts af en toe zijn de vooruitzichten minder goed omdat ernstige complicaties ontstaan, bijvoorbeeld aan de anus of luchtwegen. Hall et al. meldde de ziekte voor het eerst in de medische literatuur in 1980 en in 1989 beschreef de arts Pallister nog enkele patiënten.
Epidemiologie van aangeboren aandoening
Sinds het beschrijven van de aandoening zijn een honderdtal patiënten gerapporteerd in de medische literatuur. Wellicht bedraagt de prevalentie 1 op 100.000 tot 1 op 1.000 000. Patiënten met milde symptomen krijgen namelijk vaak geen diagnose van de ziekte.
Oorzaken
Het Pallister-Hall-syndroom is het gevolg van mutaties (wijzigingen) aan het GLI3-gen (7p13). Hierdoor is de ontwikkeling van verschillende lichaamsdelen aangetast. Het Pallister-Hall-syndroom heeft autosomaal dominant overervingspatroon. Een ouder geeft dit in 50% van de gevallen aan nakomelingen door, maar de expressie is zeer variabel. Daarnaast ontstaat de aandoening vaak als gevolg van de novo (nieuwe) mutaties.
Symptomen
De klinische presentatie van het Pallister-Hall-syndroom is erg variabel, al zijn er vaak wel gelijkenissen aanwezig binnen dezelfde familie.
Een hypothalamisch hamartoom (goedaardige gezwel) is vaak aanwezig maar leidt niet tot symptomen. Dit symptoom is geassocieerd met
panhypopituïtarisme (gebrek aan alle hormonen die uitgescheiden worden door de hypofyse). Acute primaire bijnierinsufficiëntie komt ook voor bij patiënten met ernstige symptomen, evenals mildere vormen van
bijnierinsufficiëntie. Sommige patiënten krijgen te maken met een vervroegde puberteit.
Genitaliën en urinewegstelsel
Afwezige nieren of geen goede afwijking aan de nier en andere genito-urinaire afwijkingen komen voor, zoals vaginale atresie of hydrometrocolpos, microfallus,
cryptorchidisme (niet-ingedaalde teelballen bij jongens) en een niet-geperforeerde anus (afwezig poepgaatje).
Gezicht
Bij deze
aangeboren aandoening heeft de patiënt typische afwijkingen aan het
gezicht zoals een korte neus, een platte neusbrug en laag geplaatste, achterwaarts gebogen oren. Een gespleten gehemelte (
schisis), een gespleten huig en meerdere buccale frenula (tongriempjes) komen ook voor. Verder hebben veel patiënten een gespleten strotklepje (misvorming van de luchtwegen) wat niet gepaard gaat met tekenen. Sommige patiënten presenteren zich echter met een ernstigere achterste larynxspleet die soms tot fatale respiratoire insufficiëntie leidt.
Hersenen
Neurologische tekenen komen ook voor zoals gelastische
epilepsie (aanvallen die zich manifesteren als grimassen op gezichten, glimlachen of
lachen) of andere typen van aanvallen.
Skelet
De meeste patiënten met het Pallister-Hall-syndroom kampen bij de geboorte reeds met
skeletafwijkingen zoals
polydactylie (extra
vingers en/of tenen). Deze vinger- en/of teenafwijking gaat soms gepaard met
syndactylie (samengegroeide van vingers en/of tenen) van de huid en nagelafwijkingen. Verder presenteert de patiënt zich soms met gegeneraliseerde skeletdysplasie met mesomelische verkorting en een radiale buiging van ledematen.
Andere symptomen
Andere symptomen bestaan uit:
- aangeboren hartafwijkingen (zie deze term).
- abnormale longlobatie
- intra-uteriene groeiretardatie (vertraging van de groei in de baarmoeder)
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk en diagnostisch onderzoek
De arts voert een
MRI-scan uit om hersenafwijkingen op te sporen. Een röntgenfoto onthult alle skeletafwijkingen. Verder is het mogelijk om een genetisch onderzoek uit te voeren wat de aandoening bevestigt. Een
echografie van de nieren is eveneens nodig. De patiënt krijgt bovendien een
bloedonderzoek dat eventuele afwijkingen onthult.
Differentiële diagnose
Differentiële diagnoses zijn onder meer:
Behandeling van afwijkingen
De behandeling van patiënten met het Pallister-Hall-syndroom verloopt symptomatisch en ondersteunend. Bij de geboorte volgt de arts de ademhaling van patiënten op en voert hij ook een indirecte
laryngoscopie (inwendig kijkonderzoek van de keel, het strottenhoofd en de stembanden) uit. Soms is een tracheotomie vereist voor het verbeteren van de ademhaling. Patiënten met een
imperforate anus (niet-geperforeerde anus) krijgen een operatie om dit probleem te verhelpen. Verder hebben patiënten meerdere levenslange hormoonvervangende therapieën nodig.
Prognose van Pallister-Hall-syndroom
De meerderheid van de patiënten heeft een goede prognose daar de afwijkingen niet levensbedreigend zijn. Het grootste deel van de patiënten heeft bovendien een normale intelligentie en geen gedragswijzigingen. De meerderheid van de patiënten heeft tevens milde symptomen. Slechts een klein percentage van de patiënten heeft ernstige complicaties.
Complicaties van erfelijke ziekte
In veel gevallen veroorzaken de gezwellen in de
hersenen geen gezondheidsproblemen maar sommige hypothalamische hamartomen leiden wel tot toevallen of hormoonafwijkingen die levensbedreigend zijn in de kindertijd. Af en toe kampen patiënten met een ernstige vorm van het syndroom waardoor luchtwegmisvormingen ontstaan die soms dodelijk zijn. Een imperforate anus is eveneens dodelijk wanneer de arts dit niet tijdig herkent.