22q11.2 deletiesyndroom: Multisystemische aandoening

22q11.2 deletiesyndroom: Multisystemische aandoening Het 22q11.2-deletiesyndroom is een genetische aandoening die ontstaat door het ontbreken van een klein segment van chromosoom 22. Deze deletie resulteert in een slechte ontwikkeling van verschillende lichaamssystemen, waaronder het hart, de hersenen, het immuunsysteem, de bijschildklieren, het skelet en het gehemelte. De symptomen van deze aandoening zijn zeer variabel en kunnen zich op verschillende manieren manifesteren, meestal duidelijker naarmate het kind ouder wordt. De behandeling vereist vaak een multidisciplinair team van specialisten, aangezien er anno augustus 2024 nog geen genezing mogelijk is. De prognose varieert sterk afhankelijk van de ernst van de symptomen en de betrokken orgaansystemen.

Synoniemen van 22q11.2-deletiesyndroom

Het 22q11.2-deletiesyndroom staat ook bekend onder verschillende andere namen, waaronder:
  • 22q11.2DS
  • Autosomaal dominante Opitz G/BBB-syndroom
  • CATCH22
  • Conotruncale anomalie gezichtssyndroom (CTAF)
  • Cayler cardiofaciaal syndroom
  • Conotruncaal syndroom
  • Deletie 22q11.2-syndroom
  • DiGeorge-syndroom
  • Sedlackova-syndroom
  • Shprintzen-syndroom
  • Velo-cardio-faciaal syndroom
  • Velocardiofaciaal syndroom (VCFS)

Epidemiologie van het 22q11.2-deletiesyndroom

Het 22q11.2 deletiesyndroom is een genetische aandoening die wordt gekarakteriseerd door een deletie op chromosoom 22. Deze aandoening komt relatief vaak voor, met een geschatte incidentie van 1 op 4.000 tot 1 op 6.000 geboorten. Het syndroom heeft verschillende klinische manifestaties, variërend van mild tot ernstig, en kan zowel lichamelijke als psychologische gevolgen hebben.

Incidentie en prevalentie

De prevalentie van het 22q11.2 deletiesyndroom is wereldwijd vrij consistent, met een incidentie van ongeveer 1 op 4.000 tot 1 op 6.000. Het syndroom is de op één na meest voorkomende genetische oorzaak van aangeboren hartafwijkingen en heeft een breed scala aan symptomen die van invloed zijn op verschillende orgaansystemen, waaronder het immuunsysteem, het zenuwstelsel en de spieren.

Leeftijd en geslacht

Het 22q11.2 deletiesyndroom komt zowel bij mannen als vrouwen voor, hoewel er geen significant verschil is in de frequentie van de aandoening tussen de geslachten. De meeste gevallen worden op jonge leeftijd gediagnosticeerd, hoewel milde gevallen soms pas op latere leeftijd worden ontdekt.

Geografische spreiding

Dit syndroom komt wereldwijd voor, maar er zijn geen specifieke geografische variaties in de prevalentie. De genetische basis van het 22q11.2 deletiesyndroom is universeel, wat betekent dat het in alle etnische groepen voorkomt.

Mechanisme

Het 22q11.2 deletiesyndroom wordt veroorzaakt door een deletie van een specifiek segment van chromosoom 22, dat belangrijke genen bevat die betrokken zijn bij de ontwikkeling van verschillende organen en systemen. De deletie leidt tot een aantal lichamelijke en neurologische afwijkingen.

Genetische basis

De genetische oorzaak van het 22q11.2 deletiesyndroom is een microdeletie op het lange arm van chromosoom 22 (22q11.2). Deze deletie verwijdert een aantal genen die essentieel zijn voor de ontwikkeling van het hart, het immuunsysteem, het zenuwstelsel en andere organen. Het verlies van deze genen verstoort de normale ontwikkeling en functie van de betrokken systemen.

Invloed op genexpressie

De deletie van specifieke genen op chromosoom 22 beïnvloedt de genexpressie, wat leidt tot de brede variëteit van symptomen die gepaard gaan met het syndroom. Dit kan variëren van hartafwijkingen tot neurologische aandoeningen en psychologische symptomen zoals een verhoogd risico op psychose en autismespectrumstoornissen.

Verstoringen in embryonale ontwikkeling

De deletie op chromosoom 22 beïnvloedt de embryonale ontwikkeling, vooral de ontwikkeling van structuren zoals het hart, de nieren, de gezichtsstructuren en de thymus. Dit veroorzaakt een breed scala aan fysieke en immunologische symptomen, evenals een verhoogd risico op psychische aandoeningen.

Oorzaken: Willekeurige deletie van chromosoom 22

Het 22q11.2-deletiesyndroom wordt veroorzaakt door een deletie van een klein segment op chromosoom 22 (22q11.2), waarbij 30 tot 40 genen verloren gaan. Deze deletie gebeurt vaak willekeurig tijdens de bevruchting, zowel aan de kant van de moeder als de vader. Hierdoor kunnen verschillende lichaamssystemen zich abnormaal ontwikkelen. In zeldzame gevallen is de aandoening erfelijk, en ongeveer 10% van de patiënten erft het via een autosomaal dominant patroon.

Risicofactoren

Er zijn verschillende risicofactoren die de kans op het ontwikkelen van het 22q11.2 deletiesyndroom verhogen, hoewel het voornamelijk een genetische aandoening is. Sommige factoren kunnen de expressie van het syndroom beïnvloeden, zoals omgevings- en gezondheidsfactoren.

Genetische oorzaken

De belangrijkste risicofactor voor het 22q11.2 deletiesyndroom is het erfelijk dragen van de genetische deletie op chromosoom 22. In veel gevallen wordt het syndroom overgeërfd van een ouder die de deletie draagt, hoewel het ook kan optreden door een de novo mutatie (zonder dat het van de ouder afkomstig is).

Erfelijkheid en genetische variabiliteit

Het 22q11.2 deletiesyndroom heeft een autosomaal dominante overervingswijze. Dit betekent dat één kopie van het gemuteerde gen in een van de ouders voldoende is om het syndroom te veroorzaken. Echter, niet alle familieleden van een getroffen persoon vertonen dezelfde ernst of het volledige spectrum van symptomen, wat wijst op genetische variabiliteit.

Omgevingsfactoren en externe invloeden

Hoewel het syndroom genetisch wordt bepaald, kunnen omgevingsfactoren zoals voeding, infecties of blootstelling aan toxines tijdens de zwangerschap de ernst van de symptomen beïnvloeden. Er is echter weinig bekend over hoe deze omgevingsfactoren de klinische presentatie van het syndroom precies beïnvloeden.

Risicogroepen

Mensen die risico lopen op het 22q11.2 deletiesyndroom zijn vaak degenen die familieleden hebben die drager zijn van de genetische deletie of mensen die al een kind met het syndroom hebben. De aandoening komt echter in alle bevolkingsgroepen voor.

Gezinnen met een voorgeschiedenis van het syndroom

Gezinnen waarin eerder een kind met het 22q11.2 deletiesyndroom is geboren, lopen een verhoogd risico om opnieuw een kind met dezelfde aandoening te krijgen. Draagsters van de genetische deletie kunnen deze aan hun kinderen doorgeven.

Draagsters van de genetische deletie

Mensen die drager zijn van de deletie, kunnen zelf milde of asymptomatische gevallen hebben, maar het risico op het krijgen van een kind met het 22q11.2 deletiesyndroom is verhoogd. Genetisch advies kan nuttig zijn voor gezinnen met een positieve familiegeschiedenis.

Vrouwen die zwanger zijn na bepaalde leeftijd

Hoewel het syndroom niet specifiek leeftijdsgebonden is, kan het risico op genetische afwijkingen toenemen met de leeftijd van de moeder. Dit verhoogt de kans op chromosomale afwijkingen, zoals het 22q11.2 deletiesyndroom.

Oogproblemen komen soms voor / Bron: Nufkin, Flickr (CC BY-2.0)Oogproblemen komen soms voor / Bron: Nufkin, Flickr (CC BY-2.0)

Symptomen

De symptomen van het 22q11.2-deletiesyndroom variëren sterk, afhankelijk van de aangetaste organen en systemen. Deze symptomen kunnen mild tot ernstig zijn en zijn vaak al vanaf de geboorte aanwezig, hoewel ze soms pas later duidelijk worden. De kenmerkende gezichtskenmerken van deze aandoening zijn vaak subtieler of zelfs afwezig bij mensen van niet-blanke afkomst.

Mogelijke symptomen zijn onder andere:
  • Abnormale gelaatstrekken zoals een lang gezicht, micrognathie (onderontwikkelde kin), kleine tanden, neerwaartse mondhoeken, laag aangezette en misvormde oren, en oculair hypertelorisme (ver uit elkaar staande ogen)
  • Ademhalingsproblemen
  • Auto-immuunziekten zoals idiopathische trombocytopenie purpura, auto-immune hemolytische anemie, auto-immune artritis, en schildklierafwijkingen
  • Bijschildklierafwijkingen, waaronder hypoparathyreoïdie (verminderde activiteit van de bijschildklier) met mogelijk hypocalciëmie (laag calciumgehalte in het bloed) en toevallen
  • Cyanose (blauwkleuring van de huid) door hartafwijkingen zoals een ventrikelseptumdefect, truncus arteriosus en tetralogie van Fallot
  • Gespleten gehemelte of andere gehemeltestoornissen, die kunnen leiden tot voedingsproblemen
  • Vertraagde groei en ontwikkeling, inclusief spraak- en andere ontwikkelingsstoornissen
  • Frequente infecties door een slecht werkend immuunsysteem
  • Gedragsproblemen zoals ADHD en autismespectrumstoornissen
  • Gehoorverlies
  • Oogproblemen zoals coloboom, cataract, strabismus (scheelzien), ptosis (hangend ooglid), amblyopie (lui oog), en sclerocornea (verharding van het hoornvlies)
  • Problemen met de ontwikkeling van het strottenhoofd, de luchtpijp en de slokdarm (laryngotracheo-oesofageale anomalieën)
  • Psychische stoornissen zoals schizofrenie, depressie, angst, en bipolaire stoornissen
  • Skeletafwijkingen zoals extra vingers of tenen, wigvormige ruggengraatbotten, craniosynostose (vroegtijdige fusie van de schedelnaden), en scoliose (zijwaartse kromming van de wervelkolom)
  • Thymusklierafwijkingen zoals een T-lymfocytentekort, wat kan leiden tot ernstige infecties
  • Verhoogd risico op vormen van kanker zoals hepatoblastoom, niercelcarcinoom en Wilms-tumor (nierkanker bij kinderen)

Alarmsymptomen

Er zijn verschillende alarmsymptomen die kunnen wijzen op het 22q11.2 deletiesyndroom. Vroege detectie is belangrijk om de gezondheid van de patiënt te waarborgen en de nodige therapieën in te stellen.

Hartafwijkingen

Een van de meest voorkomende symptomen bij kinderen met het 22q11.2 deletiesyndroom zijn aangeboren hartafwijkingen, zoals een ventrikelseptumdefect of een tetralogie van fallot. Deze kunnen worden opgemerkt tijdens routine-onderzoeken bij pasgeborenen.

Immuundeficiëntie en infecties

Een ander belangrijk symptoom is een zwak immuunsysteem, veroorzaakt door een onderontwikkeling van de thymus. Dit verhoogt het risico op frequente infecties, vooral van de luchtwegen.

Ontwikkelingsvertragingen en psychiatrische symptomen

Ontwikkelingsvertragingen en psychische aandoeningen zoals angst, schizofrenie of autisme komen vaak voor bij patiënten met het 22q11.2 deletiesyndroom. Het kan ook leiden tot leerstoornissen en gedragsproblemen.

Diagnose en onderzoeken

De diagnose van het 22q11.2-deletiesyndroom wordt meestal gesteld door middel van een specifieke bloedtest, genaamd FISH-analyse (Fluorescent In Situ Hybridisatie). Deze test wordt vaak uitgevoerd wanneer een baby of kind een aangeboren hartafwijking heeft, omdat bepaalde hartafwijkingen sterk geassocieerd zijn met dit syndroom.

Behandeling

De behandeling van het 22q11.2-deletiesyndroom vereist vaak een multidisciplinair team van specialisten, waaronder een cardioloog, chirurg, endocrinoloog, ergotherapeut, fysiotherapeut, geneticus, immunoloog, kinderarts, logopedist en een specialist in infectieziekten. De behandeling richt zich op het ondersteunen van de symptomen, aangezien er anno augustus 2024 nog geen genezing mogelijk is.

Beperkte thymusklierfunctie

Bij patiënten met een slecht werkende thymus is het immuunsysteem verzwakt, waardoor ze vatbaar zijn voor infecties. Vaccinatie is noodzakelijk om bescherming te bieden. Als de thymus ernstig is aangetast, kan een thymusweefseltransplantatie, beenmergtransplantatie, stamceltransplantatie of transplantatie van ziektebestrijdende bloedcellen nodig zijn.

Gespleten gehemelte

Chirurgische correctie is meestal nodig voor patiënten met een gespleten gehemelte of andere gehemeltestoornissen.

Hartafwijkingen

De meeste hartafwijkingen worden chirurgisch gecorrigeerd.

Hypoparathyreoïdie

Behandeling voor hypoparathyreoïdie omvat het toedienen van vitamine D- en calciumsupplementen, en mogelijk parathyroïdhormoon.

Psychische stoornissen en geestelijke gezondheidszorg

Patiënten met psychische stoornissen zoals schizofrenie of depressie hebben baat bij begeleiding door therapeuten, psychologen of psychiaters. Medicatie kan ook nodig zijn om de symptomen te beheersen.

Prognose van het 22q11.2-deletiesyndroom

De prognose van het 22q11.2 deletiesyndroom hangt af van de ernst van de symptomen en de vroege detectie van de aandoening. Vroege interventie kan de levenskwaliteit van patiënten verbeteren, hoewel er geen genezing is voor het syndroom.

Levensverwachting

Met vroege diagnose en medische zorg kunnen de meeste mensen met het 22q11.2 deletiesyndroom een normale levensverwachting bereiken. De levensverwachting wordt echter beïnvloed door de ernst van de hartafwijkingen en het immuunsysteem.

Impact op kwaliteit van leven

De kwaliteit van leven wordt vaak beïnvloed door de fysieke en psychologische symptomen van het syndroom. Patiënten met 22q11.2 deletiesyndroom kunnen baat hebben bij therapieën, educatieve ondersteuning en psychologische zorg om hen te helpen omgaan met de verschillende uitdagingen.

Complicaties

Patiënten met ernstige hartafwijkingen of problemen met het immuunsysteem lopen een verhoogd risico op een verkorte levensduur. In gevallen waar de thymusklier afwezig is en T-cellen ontbreken, kan vroegtijdig overlijden optreden.

Preventie

Hoewel het 22q11.2 deletiesyndroom genetisch bepaald is, zijn er enkele preventieve maatregelen die kunnen helpen bij het beheren van de aandoening, vooral in gezinnen met een voorgeschiedenis van het syndroom.

Genetisch advies

Genetisch advies is essentieel voor gezinnen die een verhoogd risico lopen om een kind met het 22q11.2 deletiesyndroom te krijgen. Door middel van genetische testen kan de kans op overdracht van de deletie worden bepaald.

Prenatale diagnostiek

Prenatale diagnostische tests, zoals chorionvillusmonstering of amniocentese, kunnen worden uitgevoerd om te bepalen of een foetus de genetische deletie heeft. Dit kan helpen bij de vroegtijdige identificatie van het syndroom en het plannen van passende zorg.

Praktische tips voor het leven met 22q11.2 deletiesyndroom

Zoek steun bij een specialist

Bij het omgaan met 22q11.2 deletiesyndroom is het belangrijk om steun te zoeken bij artsen die gespecialiseerd zijn in genetische aandoeningen. Deze artsen kunnen je helpen om de symptomen te begrijpen en bieden begeleiding bij het nemen van medische beslissingen. Vaak is het nodig om multidisciplinair samen te werken met verschillende zorgverleners zoals kinderartsen, psychologen en therapeuten om een alomvattende zorg te bieden.

Let op mentale gezondheid en emotioneel welzijn

Patiënten met 22q11.2 deletiesyndroom kunnen te maken krijgen met psychische stoornissen zoals angst, depressie en sociale moeilijkheden. Het is belangrijk om tijdig hulp te zoeken bij een psycholoog of psychiater die ervaring heeft met dit syndroom. Therapie kan helpen bij het omgaan met emoties en het ontwikkelen van copingmechanismen. Regelmatige gesprekken met een specialist kunnen ook helpen om eventuele emotionele uitdagingen tijdig aan te pakken.

Ondersteun de ontwikkeling van sociale vaardigheden

Mensen met 22q11.2 deletiesyndroom kunnen moeite hebben met het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Het is nuttig om sociale training en therapieën te volgen om deze vaardigheden te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld door deel te nemen aan gestructureerde sociale activiteiten, zoals sociale vaardigheidstrainingen, en door ondersteuning te bieden in de interactie met anderen. Ouders en zorgverleners kunnen actief bijdragen door een omgeving te creëren die de sociale interacties bevordert.

Pas het voedingspatroon aan indien nodig

Sommige mensen met 22q11.2 deletiesyndroom hebben specifieke voedingsbehoeften of -uitdagingen, zoals het risico op overgewicht of ondergewicht. Het is nuttig om samen met een diëtist te werken aan een evenwichtig voedingspatroon. Het kan ook nodig zijn om bepaalde voedingsaanpassingen te maken op basis van gezondheidsproblemen zoals hartafwijkingen, die vaak voorkomen bij dit syndroom.

Plan regelmatige medische controleafspraken

Bij 22q11.2 deletiesyndroom kunnen er veel medische problemen zijn die langdurige zorg vereisen, zoals hartproblemen, immunologische aandoeningen of spijsverteringsproblemen. Regelmatige controleafspraken bij je arts zijn noodzakelijk om deze aandoeningen tijdig te monitoren en te behandelen. Het is essentieel om een langdurig zorgplan te hebben dat door verschillende specialisten wordt ondersteund, van cardiologen tot diëtisten en psychologen, afhankelijk van de symptomen.

Misvattingen rond 22q11.2 deletiesyndroom

Het 22q11.2 deletiesyndroom is een genetische aandoening die wordt veroorzaakt door een kleine verwijdering van genetisch materiaal op chromosoom 22. Dit syndroom heeft verschillende fysieke, cognitieve en psychische gevolgen, maar er zijn veel misvattingen over wat de aandoening precies inhoudt en hoe deze wordt ervaren door de mensen die ermee leven.

Het 22q11.2 deletiesyndroom is zeldzaam en heeft weinig impact

Hoewel het 22q11.2 deletiesyndroom als zeldzaam wordt beschouwd, komt het vaker voor dan vaak wordt gedacht. Het is een van de meest voorkomende genetische aandoeningen die verband houdt met cognitieve en lichamelijke problemen. De impact varieert echter sterk van persoon tot persoon. Het kan leiden tot psychische stoornissen, leerproblemen, en hart- of nierafwijkingen. Het is daarom belangrijk om te erkennen dat deze aandoening serieuze en langdurige effecten kan hebben op de gezondheid van patiënten.

Alleen kinderen hebben last van het 22q11.2 deletiesyndroom

Een andere misvatting is dat het 22q11.2 deletiesyndroom alleen kinderen treft. De aandoening kan echter een leven lang gevolgen hebben. Volwassenen met het syndroom kunnen te maken krijgen met uitdagingen op het gebied van hart, spieren, en zelfs psychische gezondheid. Veel mensen blijven hun hele leven onder medische zorg voor verschillende symptomen die verband houden met het syndroom.

Mensen met het 22q11.2 deletiesyndroom hebben allemaal dezelfde symptomen

Een van de grootste misvattingen is dat iedereen met het 22q11.2 deletiesyndroom dezelfde symptomen zal vertonen. De symptomen variëren echter sterk. Sommigen kunnen milde gedragsproblemen ervaren, terwijl anderen ernstige medische aandoeningen hebben, zoals leverproblemen of hoofdpijn. Elk individu heeft zijn eigen unieke combinatie van symptomen, wat het belangrijk maakt om zorg op maat te bieden.

Het 22q11.2 deletiesyndroom kan alleen worden gediagnosticeerd bij jonge kinderen

De diagnose van het 22q11.2 deletiesyndroom kan op elke leeftijd worden gesteld. Het is niet altijd eenvoudig om te diagnosticeren, vooral omdat de symptomen zich vaak subtiel ontwikkelen. In veel gevallen worden volwassenen pas later in hun leven gediagnosticeerd, omdat hun symptomen mogelijk niet worden herkend als onderdeel van dit specifieke syndroom. Vroegtijdige diagnose kan echter helpen om de juiste medische zorg en ondersteuning te bieden, vooral voor hersenen en skelet gerelateerde problemen.

Er is geen behandeling voor het 22q11.2 deletiesyndroom

Hoewel er geen genezing is voor het 22q11.2 deletiesyndroom, zijn er wel behandelingen beschikbaar om de symptomen te verlichten en de levenskwaliteit van patiënten te verbeteren. Dit kan variëren van medicatie voor pijn en mentale gezondheid tot operaties voor maag of bloeddruk gerelateerde problemen. Behandelingen zijn vaak gericht op het beheersen van de symptomen en het verbeteren van de algehele gezondheid van de patiënt.

Mensen met het 22q11.2 deletiesyndroom kunnen niet een normaal leven leiden

Een andere misvatting is dat mensen met het 22q11.2 deletiesyndroom geen normaal leven kunnen leiden. Hoewel de aandoening uitdagingen met zich meebrengt, kunnen veel mensen met de juiste ondersteuning en zorg een volwaardig leven leiden. Met de juiste medische zorg, therapieën en sociale ondersteuning kunnen mensen met het 22q11.2 deletiesyndroom een hoge levenskwaliteit behouden en succesvol deelnemen aan het dagelijks leven.
© 2018 - 2025 Miske, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Afwijkingen aan geslachtschromosomenAfwijkingen aan geslachtschromosomenEen gezond persoon heeft 46 chromosomen, waarvan twee tot de geslachtschromosomen behoren. Dit zijn namelijk het X-chrom…
Smith-Magenis syndroom: Neurologische aandoeningSmith-Magenis syndroom: Neurologische aandoeningHet Smith-Magenis syndroom is een genetische aandoening waarbij de patiënt een verstandelijke beperking en andere mental…
Vijf verschillende syndromenEr bestaan verschillende syndromen. In dit artikel ga ik er 5 beschrijven, namelijk het syndroom van Prader-Willi, het s…
Je zal het maar hebben: 22q11DSJe zal het maar hebben: 22q11DSVeel mensen zullen misschien denken dat het 22q11 Deletie Syndroom een wiskundige formule is. Bij navraag blijkt dat maa…

Flebolieten (aderstenen): Verkalkte bloedstolsels in aderenFlebolieten (aderstenen): Verkalkte bloedstolsels in aderenFlebolieten (ook wel bekend als aderstenen) zijn kleine, ronde verkalkte bloedstolsels die zich in de aderen van een pat…
Achenbach-syndroom: Plotse verkleuring en pijn aan vingersAchenbach-syndroom: Plotse verkleuring en pijn aan vingersHet Achenbach-syndroom is een zeldzame aandoening waarbij patiënten plotseling last krijgen van blauwe plekken, bloeding…
Bronnen en referenties
  • Geraadpleegd op 23 april 2018:
  • 22q11.2 deletion syndrome, https://ghr.nlm.nih.gov/condition/22q112-deletion-syndrome
  • 22q11.2 deletion syndrome, https://rarediseases.info.nih.gov/diseases/10299/22q112-deletion-syndrome
  • Clinical Presentation, https://emedicine.medscape.com/article/886526-clinical-presentation#showall
  • Coëlho, Medisch Zakwoordenboek, digitale editie, versie 2010
  • Overview, https://www.mayoclinic.org/diseases-conditions/digeorge-syndrome/symptoms-causes/syc-20353543
  • What's to know about DiGeorge syndrome?, https://www.medicalnewstoday.com/articles/308533.php
  • Afbeelding bron 1: Nufkin, Flickr (CC BY-2.0)
Miske (4.039 artikelen)
Laatste update: 25-02-2025
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Aandoeningen
Bronnen en referenties: 8
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.