Flebolieten (aderstenen): Verkalkte bloedstolsels in aderen
Flebolieten (ook wel bekend als aderstenen) zijn kleine, ronde verkalkte bloedstolsels die zich in de aderen van een patiënt bevinden, meestal in het bekkengebied. Deze goedaardige aderstenen zijn vaak al bij de geboorte aanwezig, maar in sommige gevallen kunnen ze wijzen op de aanwezigheid van een andere aandoening. In de meeste gevallen veroorzaken flebolieten geen problemen en blijven de symptomen beperkt. Indien er echter pijn optreedt, zijn er verschillende behandelingsopties beschikbaar.
Flebolieten en hun vorming in aders
Flebolieten vormen zich meestal in aders, die verantwoordelijk zijn voor het terugvoeren van zuurstofarm bloed naar het hart. Aders bevatten kleppen om te voorkomen dat het bloed terugstroomt en werken samen met spieren om het bloed terug te pompen. In sommige gevallen kunnen bloedstolsels zich vormen binnen deze aders, bijvoorbeeld door een verminderde bloedstroom of beschadigde vaatwanden. Als het bloedstolsel blijft zitten, kan het calcificeren en een fleboliet vormen. Deze verkalkte stolsels komen vaak voor in de bekkenaders, maar kunnen ook elders in het lichaam ontstaan.
Locatie van flebolieten
Flebolieten worden vaak gevonden in:
- Bekkenaderen: Dit is de meest voorkomende locatie waar flebolieten zich ontwikkelen. De bekkenaderen zijn grote bloedvaten die bloed van de onderste ledematen en het bekken naar het hart terugvoeren. Ze hebben een langzame bloedstroom en zijn vatbaar voor de vorming van bloedstolsels.
- Spataderen: Flebolieten kunnen ook worden aangetroffen in spataderen. Spataderen zijn verwijdde aderen, meestal in de benen, waar de bloedstroom verstoord is. Door de zwakke vaatwanden en verstoorde bloedstroom kunnen er gemakkelijk stolsels ontstaan, die vervolgens kunnen calcificeren.
Structuur van aders:
De aders waarin flebolieten ontstaan hebben een specifieke anatomie die hen onderscheidt van slagaders:
- Dunne wanden: In tegenstelling tot slagaders hebben aders dunne wanden, bestaande uit drie lagen: de tunica intima (binnenste laag), tunica media (middenlaag van glad spierweefsel), en tunica adventitia (buitenste laag van bindweefsel).
- Kleppen: In veel aders, vooral in de benen, zijn er kleppen die ervoor zorgen dat het bloed in één richting naar het hart stroomt. Wanneer deze kleppen niet goed functioneren, kan bloed zich ophopen en het risico op bloedstolsels vergroten.
- Langzame bloedstroom: Aders hebben een langzamere bloedstroom dan slagaders, wat het risico op stolling verhoogt.
Verkalking en flebolietenvorming:
Verkalking treedt op wanneer calcium zich ophoopt in zachte weefsels, zoals een bloedstolsel. Na verloop van tijd kan een stolsel in een ader beginnen te verkalken, wat leidt tot de vorming van een fleboliet. Dit proces kan maanden tot jaren duren, afhankelijk van de grootte van het stolsel en de mate van bloedstroomverstoring in de ader.
Flebolieten versus andere calcificaties:
Hoewel flebolieten vaak in aders worden aangetroffen, moeten ze worden onderscheiden van andere calcificaties zoals:
- Lymfeklieren: Verkalkte lymfeklieren kunnen soms worden verward met flebolieten, maar ze bevinden zich buiten de aderen.
- Nierstenen: Verkalkingen in de nieren kunnen qua uiterlijk lijken op flebolieten, maar bevinden zich in het urinewegstelsel in plaats van de aderen.
Epidemiologie van flebolieten
Flebolieten komen relatief vaak voor, met name bij mensen van 40 jaar en ouder. De prevalentie is nagenoeg gelijk bij mannen en vrouwen en neemt toe met de leeftijd. Deze aandoening kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de levenskwaliteit, zelfs als de flebolieten zelf meestal goedaardig zijn.
Preciezere cijfers
Uit recent onderzoek blijkt dat ongeveer 44,2% van de mensen flebolieten heeft. Bij mensen ouder dan 65 jaar is de prevalentie zelfs hoger dan 70%. Flebolieten komen vaker voor in het bekken dan in andere delen van het lichaam, wat kan wijzen op specifieke risicofactoren die verband houden met deze regio. In Nederland heeft naar schatting meer dan 2 miljoen mensen flebolieten, wat aantoont dat deze aandoening een aanzienlijk gezondheidsprobleem is binnen de bevolking. Het is belangrijk om de impact van flebolieten op de volksgezondheid te blijven monitoren en te onderzoeken.
Factoren die het risico op flebolieten verhogen
Er zijn verschillende factoren die het risico op het ontwikkelen van flebolieten verhogen. Het begrijpen van deze risicofactoren kan helpen bij het identificeren van kwetsbare groepen en het implementeren van preventieve maatregelen.
Leeftijd
De kans op flebolieten neemt toe met de leeftijd. Dit kan te maken hebben met de veroudering van de bloedvaten en een afname van de elasticiteit, wat bijdraagt aan een verhoogd risico op de vorming van deze aandoeningen. Naarmate mensen ouder worden, is het lichaam minder efficiënt in het circuleren van bloed, waardoor de kans op bloedstolsels en andere veneuze problemen toeneemt.
Geslacht
Vrouwen hebben iets vaker flebolieten dan mannen. Dit kan te maken hebben met hormonale veranderingen, vooral tijdens de zwangerschap en de menopauze, die de veneuze tonus en circulatie kunnen beïnvloeden. Hormonale schommelingen kunnen bijdragen aan een verminderde bloeddoorstroming en de ontwikkeling van flebolieten.
Erfelijkheid
Mensen met een familiegeschiedenis van flebolieten hebben een hoger risico. Erfelijke factoren kunnen een rol spelen bij de structuur en functie van de bloedvaten, waardoor sommige mensen meer vatbaar zijn voor het ontwikkelen van flebolieten dan anderen.
Zwangerschap
Zwangerschap kan het risico op flebolieten verhogen. De toegenomen druk op de bloedvaten in het bekkengebied en hormonale veranderingen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van flebolieten. Vrouwen die zwanger zijn, moeten extra aandacht besteden aan hun bloedcirculatie en risicofactoren voor flebolieten.
Obesitas
Overgewicht en obesitas verhogen het risico op flebolieten. Extra lichaamsgewicht verhoogt de druk op de aderen, vooral in de benen, wat kan leiden tot een verminderde bloedcirculatie en een grotere kans op het ontstaan van flebolieten. Het behouden van een gezond gewicht kan helpen om dit risico te verminderen.
Roken
Roken kan het risico op flebolieten verhogen. Het schadelijke effect van tabaksrook op de bloedvaten en de circulatie kan bijdragen aan de ontwikkeling van deze aandoening. Roken vermindert de zuurstoftoevoer naar de weefsels, wat de bloedcirculatie verder kan verstoren.
Hoge bloeddruk
Hoge bloeddruk kan het risico op flebolieten verhogen. Wanneer de bloeddruk langdurig verhoogd is, kunnen de bloedvaten worden beschadigd, wat kan leiden tot de vorming van flebolieten. Regelmatige controle van de bloeddruk en het nemen van preventieve maatregelen kunnen helpen om dit risico te beheersen.
Cholesterol
Hoge cholesterolwaarden kunnen het risico op flebolieten verhogen. Verhoogde cholesterolniveaus dragen bij aan atherosclerose, waarbij de bloedvaten verhard en vernauwd raken. Dit kan de bloedcirculatie belemmeren en het risico op flebolieten verhogen. Een gezonde voeding en levensstijl zijn essentieel voor het reguleren van cholesterolniveaus.
Oorzaken van verkalkte bloedstolsels in aderen
Flebolieten vormen een type van vasculaire calcificatie, wat verwijst naar de verkalking van
bloedstolsels. Vanaf oktober 2020 is de etiologie van flebolieten nog niet volledig begrepen. In de meeste gevallen zijn deze verkalkingen aangeboren, vooral bij patiënten met het
Maffucci-syndroom, wat gekenmerkt wordt door afwijkingen aan botten en huid. Soms ontwikkelen ze zich later in het leven en kunnen ze wijzen op een onderliggend probleem, zoals:
- afwijkingen in de aderen of veneuze misvormingen, die de bloedstroom vertragen en een ophoping van kalk veroorzaken
- constipatie en druk, wat kan leiden tot schade aan de aders in het bekkengebied
- diverticulitis
- een leverziekte
- slechte doorbloeding
- schade aan de wanden van de ader, bijvoorbeeld door een verwonding
- spataderen
- tumoren van het maagdarmkanaal of maagkanker
- weinig beweging: immobilisatie na een operatie, lange autoritten, veel zitten
Risicofactoren van aderstenen
Flebolieten ontstaan vaak in verband met andere aandoeningen en bepaalde risicofactoren die de kans op de vorming ervan vergroten. Het begrijpen van deze risicofactoren kan helpen bij het voorkomen van complicaties of het vroegtijdig herkennen van flebolieten.
Leeftijd
Leeftijd is een van de belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van flebolieten. Naarmate men ouder wordt, neemt de kans op het ontstaan van deze verkalkingen toe. Mensen ouder dan 40 jaar hebben een verhoogd risico, en de prevalentie stijgt nog meer bij mensen ouder dan 65 jaar. Dit komt door veranderingen in de bloedcirculatie en elasticiteit van de bloedvaten die met de leeftijd optreden.
Geslacht
Vrouwen hebben een iets hoger risico op het ontwikkelen van flebolieten dan mannen. Dit kan worden toegeschreven aan hormonale veranderingen, zoals tijdens de zwangerschap of door het gebruik van anticonceptiemiddelen, die de bloedcirculatie kunnen beïnvloeden en het risico op verkalking in de aderen kunnen verhogen.
Zwangerschap
Zwangerschap is een risicofactor voor de ontwikkeling van flebolieten vanwege de verhoogde druk in de bloedvaten, vooral in het bekkengebied. Het vergrote gewicht van de baarmoeder kan de bloedcirculatie in de onderste ledematen belemmeren, wat kan leiden tot de vorming van flebolieten. Dit is vaak tijdelijk, maar de risico’s nemen toe na meerdere zwangerschappen.
Erfelijkheid
Genetische aanleg speelt een belangrijke rol in het risico op het ontwikkelen van flebolieten. Mensen met een familiegeschiedenis van spataderen of andere vaatproblemen hebben een verhoogde kans om zelf flebolieten te ontwikkelen. Erfelijke factoren kunnen de structuur van bloedvaten beïnvloeden en de kans op verkalking vergroten.
Obesitas
Overgewicht en obesitas vormen een aanzienlijke risicofactor voor het ontwikkelen van flebolieten. Overgewicht verhoogt de druk op de bloedvaten, vooral in de onderste ledematen, wat kan leiden tot stagnatie van de bloedstroom en de vorming van bloedstolsels en flebolieten. Obesitas draagt ook bij aan het ontstaan van andere vaatziekten die het risico op flebolieten kunnen verhogen.
Roken
Roken is een bekende risicofactor voor vele vaatgerelateerde aandoeningen, waaronder flebolieten. De chemicaliën in tabak kunnen schade aan de bloedvaten veroorzaken, wat kan leiden tot ontstekingen en de vorming van flebolieten. Langdurig roken verhoogt het risico op verkalking van bloedvaten en aderen aanzienlijk.
Inactiviteit en lang stilzitten
Langdurig zitten of staan zonder beweging verhoogt het risico op flebolieten. Dit is vooral het geval bij mensen die lange tijd inactief zijn, bijvoorbeeld tijdens lange vluchten of autoritten. Een gebrek aan beweging belemmert de bloedcirculatie, wat de kans op bloedstolsels en flebolieten vergroot.
Hoge bloeddruk
Hoge bloeddruk kan de wanden van de bloedvaten beschadigen, wat bijdraagt aan de vorming van flebolieten. Wanneer de druk in de bloedvaten constant hoog is, kunnen de aderen minder flexibel worden en kan er verkalking optreden. Dit verhoogt het risico op de ontwikkeling van flebolieten, vooral in de onderste ledematen.
Hoge cholesterolwaarden
Verhoogde cholesterolwaarden dragen bij aan de vorming van plaques in de bloedvaten, wat indirect ook de kans op flebolieten verhoogt. Het teveel aan cholesterol kan zich ophopen in de vaatwanden en leiden tot vernauwingen of verstoppingen in de aderen, wat uiteindelijk ook de kans op flebolieten kan vergroten.
Risicogroepen
Flebolieten zijn kleine, benigne gezwellen die zich kunnen vormen in de aderen en vaak worden geassocieerd met chronische veneuze insufficiëntie. Het identificeren van risicogroepen is cruciaal voor een betere preventie en behandeling.
Ouderen
Ouderen vormen een van de grootste risicogroepen voor het ontwikkelen van flebolieten. Met de leeftijd neemt de elasticiteit van de aderen af, wat bijdraagt aan een verhoogde kans op veneuze stasis en de vorming van flebolieten. Ouderen hebben vaak ook andere gezondheidsproblemen, zoals hypertensie of diabetes, die de veneuze gezondheid kunnen beïnvloeden. Regelmatige controles en monitoring van de veneuze gezondheid zijn belangrijk voor deze groep om mogelijke complicaties tijdig te herkennen.
Patiënten met chronische veneuze insufficiëntie
Patiënten die lijden aan chronische veneuze insufficiëntie hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van flebolieten. Deze aandoening leidt tot een slechte bloeddoorstroming en verhoogde druk in de aderen, wat de kans op de vorming van flebolieten vergroot. Het is essentieel voor deze patiënten om therapieën en levensstijlveranderingen te overwegen die gericht zijn op het verbeteren van de veneuze circulatie, zoals regelmatige lichaamsbeweging en het dragen van compressiekousen.
Patiënten met een familiaire geschiedenis
Erfelijkheid speelt een rol in de ontwikkeling van veneuze aandoeningen. Patiënten met een familiaire geschiedenis van flebolieten of andere veneuze problemen lopen een groter risico. Genetisch advies kan nuttig zijn voor deze patiënten om hen te informeren over de mogelijke erfelijke componenten en hen aan te moedigen proactief te zijn in hun gezondheidsonderhoud.
Zwangere vrouwen
Tijdens de zwangerschap ondergaan vrouwen aanzienlijke veranderingen in hun lichaam, waaronder een verhoogde bloedvolume en hormonale schommelingen, wat kan leiden tot een verhoogd risico op flebolieten. Het is belangrijk dat zwangere vrouwen goed worden gemonitord en dat ze zich bewust zijn van de symptomen van veneuze insufficiëntie. Het onderhouden van een evenwichtig voedingspatroon en het uitvoeren van geschikte oefeningen kan bijdragen aan een betere veneuze gezondheid tijdens de zwangerschap.
Patiënten met obesitas
Obesitas is een belangrijke risicofactor voor de ontwikkeling van flebolieten. Het extra gewicht verhoogt de druk op de aderen in de onderlichaam, wat kan leiden tot veneuze stasis en uiteindelijk tot de vorming van flebolieten. Voor patiënten met obesitas is het cruciaal om een evenwichtig voedingspatroon te volgen en fysieke activiteit te integreren in hun dagelijkse routine. Dit kan niet alleen helpen bij gewichtsverlies, maar ook bij het verbeteren van de algehele veneuze gezondheid.
Patiënten met een zittend levenspatroon
Een zittend levenspatroon kan bijdragen aan de ontwikkeling van flebolieten door de veneuze circulatie te belemmeren. Patiënten die lange periodes zitten, zoals kantoormedewerkers of lange-afstandreizigers, lopen een groter risico. Het is aan te raden dat deze patiënten regelmatig pauzes nemen om te bewegen en oefeningen te doen die de bloedcirculatie bevorderen.
Patiënten met eerdere veneuze aandoeningen
Patiënten die in het verleden al veneuze aandoeningen hebben gehad, zoals trombose of spataderen, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van flebolieten. Dit benadrukt het belang van voortdurende opvolging en controle door zorgverleners, evenals het implementeren van preventieve maatregelen om verdere complicaties te voorkomen.
Symptomen: Meestal in de aderwanden rond het bekkengebied
Flebolieten zijn ronde groepjes van verkalkte bloedstolsels die zich ontwikkelen in de aderwanden, meestal in de aderen rondom het bekkengebied. Ze kunnen echter ook voorkomen in de maag, de darmen, de slokdarm en de nieren. Flebolieten variëren in grootte, maar zijn meestal ongeveer vijf millimeter breed. In de meeste gevallen veroorzaken flebolieten geen symptomen. Ze worden vaak per toeval ontdekt tijdens een röntgenfoto of echografie die wordt uitgevoerd voor het opsporen van een ander probleem.
Afhankelijk van hun grootte en locatie kunnen flebolieten soms de volgende symptomen veroorzaken:
- constipatie, vooral wanneer de flebolieten zich in het bekkengebied bevinden
- milde pijn in het getroffen gebied, soms ook in de onderrug (lage rugpijn) of onderbuik; de pijn kan lijken op die van nierstenen (vorming van kristallen met pijn in buik en rug)
- roodheid van het getroffen gebied
- spataderen of bloedstolsels, veroorzaakt door verminderde doorbloeding
- verwijde aderen en zwelling in het gebied
- warmte in het getroffen gebied
Alarmsymptomen van flebolieten
Hoewel flebolieten meestal goedaardig en asymptomatisch zijn, kunnen er in zeldzame gevallen complicaties optreden die medische aandacht vereisen. Het is belangrijk om op alarmsymptomen te letten die kunnen wijzen op ernstigere problemen. Deze symptomen kunnen duiden op onderliggende aandoeningen of complicaties zoals trombose of infectie.
Pijn en zwelling
Een van de belangrijkste alarmsymptomen is aanhoudende of verergerende pijn in het gebied waar de flebolieten zich bevinden. Dit kan gepaard gaan met zwelling, wat een teken kan zijn van ontsteking of een belemmering in de bloedstroom. Als de zwelling niet afneemt of toeneemt, is medische controle noodzakelijk om complicaties zoals diepe veneuze trombose (DVT) uit te sluiten.
Roodheid en warmtegevoel
Een ander alarmsymptoom is roodheid of warmte rond de locatie van de fleboliet. Dit kan wijzen op een lokale ontsteking, flebitis, of zelfs een infectie. Wanneer deze symptomen gepaard gaan met koorts of algemene malaise, is het belangrijk om snel medische hulp te zoeken, omdat dit tekenen kunnen zijn van een ernstigere systemische infectie.
Aanhoudende gevoeligheid of drukpijn
Als de flebolieten gevoelig blijven bij lichte aanraking of er drukpijn ontstaat zonder aanwijsbare reden, kan dit duiden op een onderliggend probleem. Het kan bijvoorbeeld wijzen op een toename van de druk in de aderen, wat medische controle noodzakelijk maakt om verdere complicaties te voorkomen.
Veranderingen in huidskleur
Blauwachtige of verkleurde huid in de nabijheid van de fleboliet kan een alarmsymptoom zijn. Dit kan wijzen op een verminderde bloedcirculatie of de aanwezigheid van een bloedstolsel, zoals bij diepe veneuze trombose (DVT). Deze huidsymptomen mogen niet worden genegeerd, omdat ze kunnen leiden tot ernstige complicaties zoals een longembolie als een bloedstolsel losraakt.
Symptomen van een longembolie
In zeldzame gevallen kan een fleboliet losraken en een bloedstolsel vormen dat naar de longen reist, wat leidt tot een longembolie. Symptomen van een longembolie zijn onder andere plotselinge, ernstige kortademigheid, pijn op de borst die verergert bij diep ademhalen, een snelle hartslag, en mogelijk bloed ophoesten. Dit is een levensbedreigende situatie die onmiddellijke medische hulp vereist.
Koorts en algemene malaise
Als een fleboliet gepaard gaat met koorts, koude rillingen, en een algemeen gevoel van ziek zijn, kan dit duiden op een infectie of een ontsteking in de nabijheid van de fleboliet. Dit vereist snelle medische evaluatie, omdat het risico op sepsis of andere complicaties bestaat.
Diagnose en onderzoeken
De arts kan flebolieten detecteren via een
röntgenfoto of
echografie, meestal omdat de patiënt beeldvormende onderzoeken ondergaat voor een ander probleem. Flebolieten verschijnen vaak als witte of bleke vlekken op röntgenfoto's van het bekkengebied, wat soms tot verwarring met nierstenen kan leiden. Patiënten met nierstenen ervaren echter vaak scherpe buikpijn, wat bij flebolieten niet het geval is. Aanvullende onderzoeken zoals een
MRI-scan kunnen nodig zijn om de exacte locatie en omvang van de flebolieten te bepalen.
Behandeling
Zelfzorg
In de meeste gevallen is behandeling niet nodig voor patiënten met flebolieten, aangezien symptomen zelden voorkomen. Conservatieve behandelingen zoals het aanbrengen van warmte, het verhogen van het getroffen gebied en het gebruik van ontstekingsremmers in de vorm van niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (
NSAID’s) zijn doorgaans effectief. Indien de patiënt toch klachten ervaart, zijn er verschillende behandelingsopties beschikbaar.
Professionele medische behandeling
Chirurgie
Afhankelijk van de ernst van de aandoening kan een chirurg besluiten de aangedane ader en omliggend weefsel te verwijderen. Deze chirurgische ingreep wordt uitgevoerd onder volledige verdoving.
Endovasculaire lasertherapie
Bij endovasculaire lasertherapie wordt een laser gebruikt om de ader af te sluiten. Deze behandeling wordt veel gebruikt voor spataderen.
Sclerotherapie
Bij
sclerotherapie wordt de ader met de fleboliet verschrompeld door een injectie. Vaak zijn meerdere behandelingen nodig om een bevredigend resultaat te bereiken.
Prognose van aderstenen
Aderstenen zijn over het algemeen goedaardig en veroorzaken zelden ernstige problemen. In de meeste gevallen is geen behandeling nodig en hebben de adersteen geen significant effect op de gezondheid.
Prognose met behandeling:
Wanneer een behandeling nodig is voor flebolieten, zijn de vooruitzichten over het algemeen goed. De behandeling kan bestaan uit:
- Medicatie: Pijnstillers en ontstekingsremmende medicijnen kunnen worden voorgeschreven om symptomen zoals pijn en ontsteking te verlichten.
- Compressietherapie: Het dragen van steunkousen kan de bloedcirculatie in de benen verbeteren en het risico op complicaties verminderen.
- Chirurgie: In zeldzame gevallen kan een operatie nodig zijn om een fleboliet te verwijderen die ernstige symptomen veroorzaakt of het risico op complicaties verhoogt.
Complicaties van flebolieten
Hoewel zeldzaam, kunnen flebolieten in sommige gevallen leiden tot complicaties zoals:
- Pijn en ontsteking: In zeldzame gevallen kunnen flebolieten pijn, roodheid, zwelling en ontsteking in de aangetaste ader veroorzaken. Dit wordt flebitis genoemd.
- Diepe veneuze trombose (DVT): In zeer zeldzame gevallen kan een fleboliet losraken en in de diepe aderen van het been terechtkomen, waar het een DVT kan veroorzaken. Dit is een ernstige aandoening die kan leiden tot bloedstolsels in de longen (longembolie).
- Huidzweren: In zeldzame gevallen kan een fleboliet de bloedtoevoer naar de huid belemmeren, wat kan leiden tot het ontstaan van een zweer.
Voldoende beweging is belangrijk /
Bron: Skeeze, PixabayPreventie van aandoeningen aan aderwanden
Door enkele aanbevelingen voor een gezonde levensstijl te volgen, kan de toekomstige ontwikkeling van flebolieten mogelijk worden voorkomen. Het is belangrijk om niet te lang stil te zitten.
Wandelen en het strekken van armen en
benen zijn goede adviezen om de
bloedcirculatie te verbeteren. Het dragen van strakke kleding moet worden vermeden, omdat dit de kans op flebolieten kan vergroten. Vooral aan de taille mag de kleding niet te strak zitten. Daarnaast is een voldoende vochtinname (veel
water drinken) noodzakelijk om
uitdroging te voorkomen. Uitdroging kan namelijk leiden tot een hogere bloeddruk, wat het risico op de vorming van flebolieten kan verhogen.
Lees verder