Syndroom van Dunbar: symptomen, oorzaak en behandeling
Het syndroom van Dunbar is een aandoening die voor ernstige buikpijn zorgt en veroorzaakt wordt door een compressie van de ingewandsslagader door de middelste boogvormige band, die het middenrif met de ruggengraat verbindt. De druk die hierdoor ontstaat op een zenuwgroep kan voor ernstige buikpijn zorgen, die verder wordt verergerd tijdens en na het eten. Overige symptomen die hierdoor kunnen ontstaan zijn misselijkheid, overgeven, diarree, vermoeidheid, een intolerantie voor lichamelijke inspanning en uiteindelijk zelfs ondervoeding. De diagnose syndroom van Dunbar wordt vaak pas gesteld als vele andere aandoeningen aan onder meer de darmen, maag en galblaas zijn uitgesloten.
Syndroom van Dunbar
Syndroom van Dunbar in het kort
Het
syndroom van Dunbar is een aandoening die ernstige en onophoudelijke buikpijn veroorzaakt als gevolg van compressie van de
truncus coeliacus (ingewandsslagader) door de middelste boogvorminge band, die zich bevindt aan de basis van het middenrif. Het syndroom van Dunbar is ook wel bekend onder de volgende Engelstalige benamingen:
- Median arcuate ligament syndrome (MALS)
- Celiac trunk compression syndrome
- Celiac axis syndrome
Symptomen
Mensen met het syndroom van Dunbar presenteren zich gewoonlijk met een ernstige vorm van
buikpijn die niet weg gaat en die vaak erger wordt tijdens en kort na het eten. Patiënten kunnen daardoor veel gaan overgeven en uiteindelijk zo weinig gaan eten dat ze ondervoed raken. De pijn ontstaat ter hoogte van het middenrif, het deel van de bovenbuik net onder de ribben, ook wel het epigastrium genoemd. De pijn kan zowel aan de linkerkant als aan de rechterkant zitten. Als gevolg van de pijn en het weinige eten dat patiënten doorgaans binnen krijgen hebben velen ook last van een gebrek aan energie en een onvermogen om lichamelijk inspanning te verdragen. Vaak is men ook periodes lang erg misselijk. De aandoening gaat vaak gepaard met diarree, maar er zijn ook patiënten die juist obstipatie vertonen. Liggen of zitten in een bepaalde houding kan de pijn verergeren. Bij een fysiek onderzoek door een arts kan aan het licht komen dat er sprake is van een verhoogde ruis vanuit de bloedvaten in het epigastrium.
Stellen van een diagnose
De diagnose syndroom van Dunbar is geen eenvoudige. Vaak is men al op talloze andere aandoeningen onderzocht en is de diagnose een gevolg van het uitsluiten van vele andere mogelijke oorzaken. Het volledige spijsverteringskanaal is dan vaak al doorgelicht met behulp van onder meer een endoscopie, colonoscopie en een screening op refluxziekte en diverse galblaasaandoeningen. Bestaat het vermoeden dat een patiënt lijdt aan het syndroom van Dunbar dan is de beste diagnostische test vaak een duplex-onderzoek, wat bestaat uit een combinatie van een echografie van de bloedvaten en het meten van de stroomsnelheid van het bloed in de betreffende vaten. Hierbij wordt dan een verhoogde stroomsnelheid van het bloed in de truncus coeliacus of ingewandsslagader waargenomen. Meer duidelijkheid kan eventueel verkregen worden door het maken van een angiografie waarbij de anatomie van de truncus coeliacus verder onderzocht wordt.
Oorzaak
De voor het syndroom van Dunbar zo karakteristieke buikpijn wordt veroorzaakt door een compressie van de
truncus coeliacus (ingewandsslagader) door de middelste boogvorminge band, die zich bevindt aan de basis van het middenrif. De ingewandsslagader is een belangrijke afsplitsing van de aorta, die de maag, lever en andere vitale organen van bloed voorziet. De middelste boogvorminge band is een stuk weefsel dat om de aorta heen buigt en het middenrif met de ruggengraat verbindt. Bij mensen met het syndroom van Dunbar functioneert de boogvormige band als een hamer en de truncus coeliacus als een aambeeld waartussen zenuwen worden samengeknepen met ernstige pijnen tot gevolg. Dit kan overigens ook voorkomen zonder dat het klachten veroorzaakt. Slechts wanneer het klachten veroorzaakt wordt gesproken van het syndroom van Dunbar.
Behandeling
De enige manier om de symptomen van het syndroom van Dunbar te verlichten is het oplossen van de compressie van de truncus coeliacus. Dit vereist een ingreep waarbij de zenuwgroep waar de pijn ontstaat wordt voorzien van een blokkade. Deze ingreep wordt onder lokale verdoving gedaan. Men ligt daarbij op de buik op een tafel en onder geleiding van röntgendoorlichting wordt dan een dunne naald ingebracht in de rug. Hiermee wordt een verdovend middel ingespoten. Wanneer de pijn terugkeert moet de procedure herhaalt worden. Waar een zenuwblokkade bij de ene patiënt slechts enkele weken pijnverlichting geeft kan het bij de ander jaren effect blijven houden. Om het probleem definitief op te lossen kan gekozen worden voor een operatieve ingreep om de compressie op te heffen.