Vici-syndroom: Ernstige aandoening met veel afwijkingen
Het Vici-syndroom is een aandoening waarbij reeds op jonge leeftijd vele lichaamsdelen aangetast zijn. Afwijkingen aan de hersenen, het immuunsysteem, het hart, de huid en de ogen komen tot stand. Af en toe zijn ook andere organen betrokken. Deze erfelijke aandoening is het gevolg van een genetische verandering. De behandeling van de progressieve aandoening verloopt vooral ondersteunend en symptomatisch. De vooruitzichten zijn tot slot niet goed. De artsen Dionisi en Vici en collega’s beschreven de ernstige aandoening voor het eerst in de medische literatuur in 1988.
Synoniemen van het Vici-syndroom
- Andere benamingen voor deze aandoening zijn:
- afwezig corpus callosum cataract immunodeficiëntie
- corpus callosum agenesis-cataract-immunodeficiency syndrome
- Dionisi Vici Sabetta Gambarara-syndroom
- Dionisi-Vici-Sabetta-Gambarara-syndroom
- immunodeficiëntie met gespleten lip / gehemelte, cataract, hypopigmentatie en afwezig corpus callosum
Epidemiologie
Het Vici-syndroom is een zeldzame aandoening met onbekende prevalentie anno oktober 2020. De Genetics Home Reference spreekt op haar website over circa honderd gemelde patiënten sinds het beschrijven van de aandoening in de medische literatuur.
Oorzaken: Verandering in een gen
Genetische veranderingen
Mutaties (wijzigingen) in het EPG5-gen veroorzaken het Vici-syndroom. Dit gen bevat instructies voor het maken van een eiwit dat nodig is voor autofagie. Dit proces is nodig zodat cellen versleten of onnodige celonderdelen kunnen recycleren of afbreken. Door autofagie kunnen cellen ook materialen efficiënt gebruiken wanneer de energiebehoefte hoog is. Het EPG5-eiwit helpt ook bij de immuunrespons van het lichaam tegen vreemde indringers zoals bacteriën en virussen. Door de EPG5-genmutaties ontstaan abnormale EPG5-eiwitten die niet functioneren. Als het EPG5-eiwit niet werkt, reageert het immuunsysteem niet op vreemde indringers wat leidt tot terugkerende infecties. Bovendien is het autofagieproces aangetast. Het is echter anno oktober 2020 niet geweten in welke mate het autofagieprobleem leidt tot symptomen van het Vici-syndroom.
Overervingspatroon
Het Vici-syndroom heeft autosomaal recessieve overervingswijze. Beide kopieën van het gen hebben daardoor in elke cel mutaties. De ouders van een patiënt met het Vici-syndroom hebben elk een kopie van het gewijzigde gen, maar ze lijden niet aan tekenen van de zeldzame ziekte.
Symptomen
Gezicht
Baby’s en jonge kinderen met het Vici-syndroom hebben afwijkingen aan het
gezicht en problemen met bepaalde gezichtsstructuren zoals:
Hart
De mogelijk levensbedreigende hartaandoening
cardiomyopathie (hartspieraandoening) komt veel voor bij kinderen met het Vici-syndroom. Deze progressieve aandoening maakt het voor het hart moeilijk om bloed efficiënt te pompen. Sommige getroffen kinderen hebben ook aangeboren
hartafwijkingen zoals linkerventrikelhypertrofie.
Hersenen
De
hersenafwijking agenesis van het corpus callosum komt tot stand. Hierbij gebeurt er een abnormale vorming van het weefsel dat de linker- en rechterhelft van de
hersenen verbindt (het corpus callosum). Dit treedt reeds op tijdens de vroege stadia van ontwikkeling vóór de geboorte. Andere hersenafwijkingen treden soms ook op bij patiënten met het Vici-syndroom, zoals een onderontwikkeling van de pons (pontine
hypoplasie) en minder myeline, een vetachtige stof die zenuwcellen bedekt en beschermt. Naast problemen met de ontwikkeling van de hersenen verschijnt in de loop van de tijd een afbraak (degeneratie) van hersenweefsel, wat resulteert in een ongewoon kleine hoofdomvang (
microcefalie). De hersenproblemen dragen bij aan een ernstige ontwikkelingsachterstand. Daarnaast lijden de getroffen zuigelingen aan een
zwakke spierspanning (hypotonie). Maar enkele patiënten zijn in staat om te rollen. Ze verliezen deze vaardigheid opnieuw wanneer ze verouderen. Zitten of lopen is door geen enkele patiënt mogelijk. Ook zijn de patiënten niet in staat om te praten. Een motorische achterstand en toevallen /
epileptische aanvallen zijn tot slot andere kenmerken waaraan sommige patiënten lijden.
Huid en haar
De huid en haar zijn lichter van kleur (
hypopigmentatie) dan van familieleden en andere personen met dezelfde etnische achtergrond.
Immuunsysteem
Het immuunsysteem is verzwakt bij patiënten met het Vici-syndroom. Dit leidt tot terugkerende infecties die soms levensbedreigend zijn. Luchtweginfecties komen het meest voor. Maag- en darminfecties en
urineweginfecties komen ook frequent voor.
Ogen
Een vertroebeling van de ooglenzen (
cataract) of andere
oogafwijkingen leiden tot een verminderd gezichtsvermogen. Ook andere oogproblemen komen voor zoals:
- albinisme (afwijkingen aan ogen, huid en haar)
- hypopigmentatie van de fundus
- afwijking van pigmentvlekken van het netvlies
- abnormale maculaire morfologie
- hypotelorisme
- hypertelorisme (wijd uit elkaar staande ogen)
Andere symptomen
Andere, minder voorkomende tekenen van het Vici-syndroom zijn:
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van het Vici-syndroom is gebaseerd op de aanwezigheid van suggestieve klinische kenmerken en de bevestiging van recessieve EPG5-mutaties via een diagnostische genetische test.
Behandeling van multisystemische aandoening
Enkel een ondersteunende en symptomatische behandeling is mogelijk bij deze progressieve aandoening die niet te genezen is. Het behandelen van het
verzwakt immuunsysteem vormt een bijzondere uitdaging waarbij de patiënt regelmatige intraveneuze (via een ader) immunoglobuline-infusies en antimicrobiële profylaxe nodig heeft. Meer dan de helft van de patiënten met het Vici-syndroom heeft epileptische aanvallen die de arts moet behandelen met geschikte anticonvulsieve therapie. Als cataract aanwezig is, volgt een
cataractoperatie maar de arts kijkt op individuele basis of deze ingreep geïndiceerd is.
Hypothyreoïdie (onvoldoende werking van de schildklier) behandelt de arts met schildklierhormonen. Nierfunctiestoornissen. Ernstige bloedarmoede vereist bij sommige patiënten
bloedtransfusie.
Prognose van progressieve ziekte
Door de ernst van de aandoening komen de meeste patiënten met het Vici-syndroom te overlijden binnen de vijf jaar na de geboorte, al zijn er steeds uitzonderingen mogelijk.