Zeldzame zenuwaandoening: het syndroom van Kinsbourne

OMS is een neurologische aandoening met als belangrijkste kenmerken opsoclonus en myoclonus, welke gelijk de naam opsoclonus-myoclonussyndroom verklaren. Opsoclonus houdt het snelle bewegen van de ogen in met horten en stoten, dit worden gesaccadeerde bewegingen genoemd welke de patiënt niet met opzet maakt. Myoclonus zijn onverwachte onopzettelijke contracties van de spieren.
Onderliggende oorzaak OMS
In 1962 zag Marcel Kinsbourne dat het opsoclonus-myoclonussyndroom een hogere incidentie had bij kinderen met een neuroblastoom, waarbij 2 tot 3 op de 100 kinderen eraan leed. Dit betekent dat het in nagenoeg 50% van OMS om kinderen met een neuroblastoom gaat. Naast de aanwezigheid van tumoren wordt het syndroom vaak geassocieerd met bacteriële of virale infecties. Het komt ook voor dat de onderliggende oorzaak van OMS onbekend blijft.Behandelingen
Als de onderliggende oorzaak van OMS behandeld wordt, kan er verbetering van symptomen optreden. De behandelingen kunnen onder andere chemotherapie, radiotherapie en/of operaties zijn wanneer het om een combinatie van tumoren gaat en antivirale middelen of antibiotica als het om infecties gaat. Veel gebruikte behandelingen bestaan uit het toedienen van adenocorticotroophormoon (ACTH) of corticosteroïden.Synoniemen OMS
Naast OMS kennen we veel verschillende synoniemen voor het syndroom van Kinsbourne:- Opsoclonus-myoclonusataxiesyndroom (OMA)
- Myoklonische encefalopathie van zuigelingen
- Paraneoplastische opsoclonus-myoclonusataxiesyndroom (POMA)
- Ataxo-opso-myoclonussyndroom
- Dancing-eyes-dancing-feetsyndroom
- Dancing-eye-syndroom
De laatste twee namen voor het syndroom komen tot stand doordat patiënten opsoclonus vaak beschrijven als het dansen van de omgeving voor hun ogen. Opsoclonus is dan ook het enige symptoom dat bij alle patiënten voorkomt. Alhoewel de neuroloog Orzechowski deze term in 1913 introduceerde, was het Kinsbourne die het volledige syndroom voor het eerst beschreef en daarbij de connectie met het voorkomen van neuroblastoom maakte.
Symptomen OMS
De belangrijkste symptomen die voorkomen bij het syndroom zijn:- Opsoclonus (onregelmatige oogbewegingen)
- Myoclonus (spiercontracties/krampen)
- Ataxie (ongecoördineerd bewegen, vooral te zien tijdens het lopen)
Andere symptomen zijn moeilijkheid met praten en het begrijpen van taal (dysfasie) of helemaal niet in staat zijn te spreken (mutisme), moeilijkheid met eten en slapen, en een verminderde spierspanning. Minder voorkomende symptomen zijn kwijlen, hoofdknikken, lusteloosheid, prikkelbaarheid/irritatie en algehele malaise met eventueel braken als gevolg.