Hoe geneest een botbreuk?
Botweefsel is vier keer zo sterk als beton. En toch zit een ongeluk in een klein hoekje. Voordat je het weet breek je je arm, je sleutelbeen of een ander bot in je lichaam. Volwassen mannen en vrouwen hebben zo'n 206 botten. Door anatomische variaties kan het precieze aantal botten van elkaar verschillen. Baby's hebben er veel meer, wel 350 gemiddeld, maar als ze ouder worden groeien een aantal botten aan elkaar vast. Dat verklaart het verschil.
Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay Botten
Het menselijk skelet of geraamte bestaat uit botten, ook wel beenderen genoemd. Als volwassene heb je ongeveer 206 botten, een baby heeft er meer, zo'n 350, omdat een aantal botten nog aan elkaar vastgroeien. Ons skelet geeft ondersteuning en samen met de spieren zorgt het ervoor dat we beschermd zijn, rechtop kunnen staan en kunnen bewegen.
Botstructuur
Botten zijn heel licht. Dat komt omdat ze niet massief zijn, maar bestaan uit een enorm gangenstelsel. Het binnenste bestaat uit een sponsachtig materiaal: het beenmerg. Bij baby's bevatten alle botten nog rood beenmerg. In het beenmerg vormen zich de bloedcellen. Dit gaat in een enorme productie: zo'n 350 miljoen per minuut. Er zijn drie soorten: de rode (zorgen ervoor dat zuurstof door je lijf wordt vervoerd), de witte (betrokken bij het bestrijden van ziektes) en de bloedplaatjes (die zorgen voor stolling van het bloed). Vanaf de leeftijd van vijf jaar vervangt geel beenmerg langzaam het rode beenmerg totdat het op een leeftijd van 20-25 jaar een volwassen beeld heeft. Rood beenmerg vinden we op volwassen leeftijd in de botten van de romp en de schedel. Geel beenmerg heet zo omdat het vooral uit vetcellen bestaat en heeft voor zover bekend geen functie.
Het langste en het kleinste bot
Het langste bot is het menselijk dijbeen, het bot dat loopt van de heup naar de knie. Het beslaat meer dan een kwart van de totale lichaamslengte. Het kleinste bot is de stijgbeugel (zo genoemd vanwege de gelijkenis met het gelijknamige onderdeel van het paardentuig), een van de drie gehoorbeentjes in het middenoor. Bij de mens weegt dit piepkleine botje ongeveer 2,5 milligram. Er zijn verschillende soorten botten, ook afhankelijk van de plek in het lichaam en de functie. Maar ze zijn allemaal opgebouwd uit drie typen botcellen.
Botcellen
Er zijn drie typen botcellen:
- Osteoblasten, of botvormende cellen
- Osteoclasten, of botafbrekende cellen
- Osteocyten
Osteoblasten of botvormende cellen bouwen de structuur op van het bot door ervoor te zorgen dat het mineraal calciumfosfaat kristalliseert in het bot waardoor het hard kan worden (mineraliseren).
De
osteoclasten doen juist het omgekeerde. Ze lossen de hard geworden calciumfosfaatkristallen weer op. Zo breken ze het bot weer af.
De
osteocyten zijn botcellen die beginnen als osteoblasten, maar ingekapseld raken in het weefsel tijdens het opbouwen van het botweefsel. Als osteocyten zijn het communicatiecellen die signalen kunnen opvangen en doorgeven aan andere cellen. Hoe ze precies communiceren is nog onbekend, maar ze kunnen met omliggende osteocyten 'praten' door uitlopers (canaliculi) te ontwikkelen waarmee ze elkaar kunnen aanraken. Ze wisselen zo mineralen, voedingsstoffen en afvalstoffen uit. De totale lengte kan bij de mens wel oplopen tot 175.000 km. Het is dan ook de meest voorkomende botcel in het menselijk lichaam. Doordat bot steeds opnieuw opbouwt en afbreekt en zich zo vormt is het netwerk van osteocyten continu in beweging.
Alle botcellen communiceren met elkaar. Zo kan een bot precies zo gevormd worden dat de dichtheid groter wordt naarmate de druk en belasting zwaarder is. Omgekeerd geldt het ook. In de ruimte is er geen luchtdruk en door de gewichtloosheid eroderen de botten en worden ze poreus. Het is dus belangrijk om je botten op een juiste manier regelmatig te belasten. Ze hebben de weerstand nodig om te functioneren.
Hoe kunnen botten breken?
Botten kunnen breken door passende geweldsinwerking en door zwakte van het bot. In het eerste geval is er bijvoorbeeld sprake van een val of ongeluk. Door de kracht en druk breekt het gezonde bot. In het tweede geval is er sprake van osteoporose (botontkalking) of van tumoren of uitzaaiingen die zorgen voor zwakke delen van het bot. In dit laatste geval heet een botbreuk een pathologische fractuur.
Je weet dat je een bot hebt gebroken wanneer je het lichaamsdeel in kwestie niet meer kunt bewegen, of er veel pijnklachten zijn bij beweging. Als er vervorming is of scheefstand van het lichaamsdeel of een grote zwelling zijn dat ook aanwijzingen dat een bot is gebroken.
Botbreuken of fracturen
Een bot kan helemaal doormidden zijn, er kan een barst in het bot zitten, het kan verbrijzeld zijn of er kan een splinter van het bot zijn. Daarbij heb je open en gesloten botbreuken. Bij open botbreuken steekt het bot door de huid heen. Er ontstaat een open wond. Dit is een gecompliceerde fractuur. Bij gesloten botbreuken zie je aan de buitenkant niet meteen dat een bot is gebroken. Je kunt een blauwe plek zien, een bult of scheefstand van een schouder, voet of pols bijvoorbeeld. Soms gaat het dan om een eenvoudige fractuur of botbreuk met meerdere delen (communitieve fracturen); soms gaat het om gesloten botbreuk met onbeschadigde huid.
Littekens
In principe kan je lichaam de schade van de botbreuk zelf weer repareren. Net zoals een snee in je huid weer heelt, geneest bot ook vanzelf. Mits er geen ontsteking bij komt natuurlijk als er ook een open wond is. En als de wond niet te groot is. Net zoals de huid een litteken kan dragen na een wond, kunnen botten ook littekens krijgen wanneer ze genezen. Dit is de callusvorming, een kalkachtig weefsel dat het bot weer dicht. Maar littekenweefsel vormt zich sneller dan botweefsel. Als er al littekenweefsel is gevormd stopt het herstel. Daardoor kan het lichaam heel ernstige breuken niet meer vanzelf herstellen.
Hoe geneest een bot?
Het genezen van een bot gebeurt in drie fases: de ontstekingsfase (twee weken), de herstelfase (zes weken) en de remodelleringsfase (het eerste jaar).
- Een botbreuk zorgt ervoor dat de aders in het bot scheuren, waardoor bloed vrijkomt. Dit bloed verzamelt zich tussen de gebroken botdelen.
- Bij scheurtjes of scheuren in het bot veranderen de daar aanwezige stamcellen in osteoblasten. De mesenchymale stamcellen maken via het toegestroomde bloed een soort botweefsel aan, dat calciumfosfaat aantrekt, zodat het in de komende maanden eerst flexibel en daarna nog harder wordt. De aders verbinden zich ook weer over de breuk heen.
- Zo verhardt het bindweefsel langzaam naar kraakbeen om vervolgens tot bot te worden.
- Na een aantal maanden is het bot genezen en is de breuk hersteld. Het bot eromheen blijft zoals het was, alleen het aangedane deel alleen het nieuwe botweefsel wordt hard. Het lichaam gaat nu zijn best doen om het nieuwe bot te laten lijken op het bot zoals het was. Bij kinderen lukt dit meestal gemakkelijker dan bij volwassenen of ouderen.
Wat gebeurt er als je een bot hebt gebroken?
Als blijkt dat je een gebroken bot hebt of dat dit mogelijk zo is ga je naar het ziekenhuis. Daar maken ze een röntgenfoto. Zo kan de precieze locatie van de breuk en het type breuk worden bepaald. Soms is een CT-scan nodig, ook om te zien wat de verdere schade is. De botten worden dan goed gezet ten opzichte van elkaar. Soms gebeurt dit onder lokale of algehele verdoving. Door de botten recht te zetten voorkom je overbodig littekenweefsel en zorg je ervoor dat er min mogelijk botweefsel nodig is om de botten weer aan elkaar te maken. En, ook heel belangrijk: zorg je ervoor dat de botten op de juiste manier weer aan elkaar vastgroeien.
Gips, spalk, brace of verband
Om ervoor te zorgen dat de botten in dezelfde positie blijven kun je gips, een spalk of een brace gebruiken. Dit ondersteunt het genezingsproces en de botten zelf. Zo voorkomen we onnodige pijn. De botdelen kunnen niet los van elkaar bewegen en zo kunnen ze ook geen schade toebrengen aan omliggend weefsel en zenuwen.
Een gebroken neus merk je vaak op door pijn en scheefstand van de neusbeenderen. Als de zwelling te groot is, is het lastig om te zien. Dan is het noodzakelijk om te wachten tot de zwelling wat is weggetrokken en dan alsnog de neus recht te zetten. Onderzoek en behandeling kun je het beste binnen vijf dagen doen. Dan weet je meer. De repositie of het rechtzetten van de neus moet uiterlijk binnen 10 dagen gebeuren, omdat na vijf dagen de botdelen al aan elkaar beginnen te groeien.
Voor gebroken tenen geldt dat een goed paar schoenen vaak al genoeg ondersteuning biedt, zodat gips daarvoor zelden nodig is. Dat betekent helaas niet dat de pijn ook snel voorbij is. Het kan wel tot een jaar duren voordat de teen minder pijngevoelig is voor schokken en stoten. Voor een gebroken sleutelbeen is het juist heel lastig om dit in het gips te zetten. Vandaar dat dan vaak wordt volstaan met een mitella, een driekantige doek die steun geeft.
Als gips nodig is worden vaak ook de omliggende gewrichten ingepakt. Dit kan zorgen voor stijfheid. Sowieso is er een afname van spiermassa doordat je het lichaamsdeel bijna niet gebruikt. Ook hierdoor mag je het aangedane lichaamsdeel vaak niet meteen belasten wanneer het uit het gips is. Als je uit het gips bent, is dit met extra oefenen en bewegen vaak snel opgelost.
Operatie
Als de breuk heel ernstig is dan voldoet gips niet en moeten de botten aan elkaar worden gemaakt met metalen draden, pinnen, platen of schroeven in. Dit fixeren gebeurt tijdens een operatie. Soms moeten met een tweede operatie de gebruikte onderdelen er weer worden uitgehaald.
Botimplantaat
Soms geneest het bot niet goed. Of er zit een gat in het bot, bijvoorbeeld door een tumor. Er wordt dan een botimplantaat ingebracht die het aangedane deel helpt te herstellen. Dit kan eigen bot zijn, bijvoorbeeld uit de bekkenrand. Nieuw bot groeit beter op oud bot. Andere mogelijke oplossingen zijn 3D-printen van botten of botdelen. Soms worden deze implantaten gefreesd, bijvoorbeeld bij een gedeeltelijke schedelconstructie. Steeds vaker kunnen deze echter ook geprint worden. Nog meer maatwerk en minder afval.
Regeneratieve geneeskunde
In sommige gevallen wanneer het bot niet vanzelf geneest kan regeneratieve geneeskunde (in de toekomst) een uitkomst bieden. Hierbij wordt natuurlijk botweefsel nagebootst in het lab. Doel van de regeneratieve geneeskunde hier is niet alleen om het oude bot te vervangen, maar ook het nieuwe bot zelf weer botweefsel te laten aanmaken. Door hiervoor lichaamseigen materiaal zoals mesenchymale stamcellen te gebruiken is de kans hierop groter. In het laboratorium wordt het stofje Cyclisch AMP toegevoegd aan stamcellen. Dit zorgt ervoor dat ze zich gaan ontwikkelen tot botcel en dat ze elkaar gaan stimuleren. Het groeien van botweefsel buiten het lichaam is een tijdrovende klus. Het kan wel maanden duren. Een praktische toepassing ervan zou kunnen zijn om minibotjes te kweken met behulp waarvan je kunt testen of bepaalde medicatie wel of niet zal aanslaan. Dan heb je sneller het effect van een bepaald medicijn en dus meer en sneller kans op het bepalen van de beste behandeling.
Wanneer is een botbreuk genezen?
Het goed genezen van een botbreuk kost tijd. Veel tijd. Eerst is er de pijn, maar zelfs als deze weg is, duurt het nog lang voordat je het aangedane lichaamsdeel als vanouds kunt bewegen en belasten. Geduld is nodig, want te vroeg en te veel bewegen werken averechts en verlengen het herstelproces alleen.
Gemiddeld geldt dat het herstel van een botbreuk in onderste helft van het lichaam twee keer zo lang duurt (gemiddeld 14-16 weken) dan een botbreuk in de bovenste helft (gemiddeld 6-8 weken). In kinderen helen fracturen gemiddeld twee keer zo snel als in volwassenen. En hoe ouder je bent hoe langer het duurt voordat je helemaal bent hersteld.
Een bot kan sneller genezen door botgroeistimulatie via ultrageluiden. Dit is vooral geschikt voor mensen bij wie botten minder snel genezen zoals rokers en diabetici. De geluidsgolven stimuleren de verkalking in de cellen die bot aanmaken. Het scheelt misschien maar een paar dagen, maar alles is winst als je je niet zo kunt bewegen als je zou willen.