Paraberksyndroom: berkenpollengerelateerde voedselallergie
Veel mensen met een berkenpollenallergie ontwikkelen ook een allergie voor een of meer voedingsmiddelen. De eiwitten van bepaalde fruit- en groentesoorten, maar ook van bepaalde noten vertonen grote gelijkenissen met de eiwitten van de berkenpollen, waardoor het lichaam deze eiwitten ook als allergenen aanziet. De berkenpollenallergie is verantwoordelijk voor een zeer groot gedeelte van de bestaande voedselallergieën en wordt ook wel het paraberksyndroom genoemd.
Wat is een berkenpollenallergie?
In Nederland komt een allergie voor de berkenboom redelijk vaak voor. In de lente, wanneer deze lange slanke bomen met hun witte schors in bloei staan, geven zij grote hoeveelheden stuifmeel af. Bij mensen met een berkenpollenallergie denkt het afweersysteem dat de berkenstuifmeelkorrels gevaarlijke indringers zijn. Na contact met deze stuifmeelkorrels worden door het afweersysteem antistoffen aangemaakt, wat leidt tot allergische klachten. Deze hooikoortsklachten zijn vergelijkbaar met een verkoudheid:
- een verstopte neus door het opzwellen van slijmvliezen
- een constante loopneus
- rode en jeukende ogen of eczeem
- niezen
- klachten aan de luchtwegen
Wat is het paraberksyndroom?
Naast deze berkenpollenallergie (primaire allergie) ontwikkelen veel mensen ook een allergie voor bepaalde voedingsstoffen (secundaire allergie). De allergenen van bepaalde voedingsmiddelen vertonen grote gelijkenissen met de berkenpollenallergenen, waardoor het lichaam niet in staat is deze allergenen van elkaar te onderscheiden. Een berkenpollenallergie is de belangrijkste veroorzaker van kruisallergische reacties op voedingsmiddelen en ontstaat bij 50 tot 90% van de mensen met een berkenpollenallergie. Deze op, berkenpollengerelateerde voedingsallergieën, wordt het paraberksyndroom genoemd.
Berkenpollengerelateerde voedingsallergenen
Bij het paraberksyndroom kan het om een allergie gaan voor een enkel voedingsmiddel, maar ook om meerdere voedingsmiddelen. Allergische klachten na het eten van een appel of hazelnoten komen het vaakst voor. De volgende voedingsmiddelen zijn berkenpollengerelateerd en kunnen een kruisallergische reactie veroorzaken:
- fruitsoorten: appel, peer, sharonfruit, jackfruit, kiwi, aardbei
- noten: hazelnoot, walnoot, pistachenoot, kastanje, amandel
- groenten: selderij, wortel, aardappel, tomaat
- sojabonen
- steenvruchten: kers, perzik, pruim, nectarine en de abrikoos
klachten bij het paraberksyndroom
Oraal allergiesyndroom
Een kruisallergische reactie veroorzaakt vaak klachten als zwelling en jeuk in de mond, keel en lippen en wordt ook wel het oraal allergiesyndroom genoemd (OAS). Deze klachten zijn vaak mild en ontstaan meestal direct na het eten van het allergeen en verdwijnen over het algemeen ook weer binnen een half uur.
Anafylactische reactie
In zeldzame gevallen kan een kruisallergische reactie ook klachten veroorzaken die verder gaan dan alleen orale klachten. Er kunnen maag- en darmklachten optreden zoals: misselijkheid, overgeven, krampen en diarree. In zeer zeldzame gevallen kan er een anafylactische reactie optreden. Dan is er sprake van ernstige daling van de bloeddruk en benauwdheid en is het noodzakelijk om zo spoedig mogelijk medische hulp in te schakelen.
De behandeling van het paraberksyndroom
Vaststellen van het paraberksyndroom
Bij een allergische reactie is het belangrijk om een arts te raadplegen die een aanwezige allergie kan aantonen en tevens kan beoordelen of het om een kruisallergie gaat. Zo kan een notenallergie gerelateerd zijn aan een berkenpollenallergie (secundaire allergie), maar kan ook sprak zijn van een zelfstandige (primaire) allergie. Meestal zijn dan de klachten dan veel heviger. Middels verschillende testen kan een allergie worden aangetoond:
- huidpriktest
- bloedtest
- provocatietest
Vermijden van (bepaalde) voedingsmiddelen
Wanneer het duidelijk is voor welk voedingsmiddel een allergie bestaat, is er maar een manier om klachten te voorkomen en dit is het betreffende voedingsmiddel te vermijden. Hierbij is het belangrijk om de verschillende etiketten van bewerkte voedingsmiddelen goed te lezen om verborgen allergenen op te sporen.
Inzetten van bepaalde geneesmiddelen
Het kan nodig zijn om verschillende medicatie in te zetten:
- antihistaminicum: dit zijn geneesmiddelen die de stof histamine kunnen blokkeren. Bij milde orale klachten zal dit niet altijd noodzakelijk zijn, maar wanneer klachten langer aanhouden wel
- corticosteroïden: dit is ontstekingsremmende medicatie in de vorm van huidcrème of neusspray
- adrenaline-autoinjectiepen: dit is een injectiespuit, die een dosis adrenaline bevat om levensbedreigende klachten op te heffen. Deze pen wordt door een arts voorgeschreven aan mensen die een verhoogde kans hebben op een anafylactische reactie