Strømme-syndroom: Symptomen aan hersenen, darmen en ogen
Het Strømme-syndroom is een zeer zeldzame, genetische multisystemische aandoening die wordt gekenmerkt door een combinatie van darmatresie (waarbij een deel van de darm ontbreekt of niet volledig is ontwikkeld), oogafwijkingen, microcefalie (een abnormaal klein hoofd) en vaak bijkomende afwijkingen aan andere organen. De diagnose wordt meestal klinisch gesteld op basis van de symptomen, waarna genetisch onderzoek de diagnose bevestigt. De behandeling is gericht op symptoombestrijding en kan onder andere chirurgie voor darmreparatie omvatten. De prognose varieert aanzienlijk: sommige patiënten overleven tot in de volwassenheid, terwijl anderen kort voor of na de geboorte overlijden. De aandoening werd voor het eerst beschreven in 1993 door de Noorse kinderarts Peter Strømme en zijn collega's.
Epidemiologie van het Strømme-syndroom
Het Strømme-syndroom is een uiterst zeldzame aandoening met slechts enkele tientallen gevallen wereldwijd gerapporteerd sinds de eerste beschrijving in 1993, voornamelijk in de medische literatuur. Anno augustus 2024 zijn er wereldwijd minder dan 100 gevallen van het syndroom gedocumenteerd. De prevalentie van het Strømme-syndroom is daardoor niet precies bekend, maar het wordt als uitzonderlijk zeldzaam beschouwd.
Oorzaken van genetische aandoening
Het Strømme-syndroom wordt veroorzaakt door biallelische mutaties (mutaties in beide kopieën van het gen) in het CENPF-gen, dat zich op de lange arm van chromosoom 1 bevindt. Dit gen codeert voor een eiwit dat betrokken is bij de celdeling en andere kritieke processen tijdens de embryonale ontwikkeling. De mutaties in het CENPF-gen leiden tot vertraagde celdeling en verstoring van normale ontwikkelingsprocessen, wat resulteert in de verschillende kenmerken van het syndroom. Deze aandoening volgt een autosomaal recessief overervingspatroon, wat betekent dat een kind de aandoening alleen krijgt als het van beide ouders een gemuteerd gen erft.
Symptomen
Voordat deze aandoening bekend werd als het Strømme-syndroom, werd het vaak beschreven als het Apple Peel-syndroom met microcefalie en oogafwijkingen, wat de belangrijkste aangedane organen weerspiegelt: de darmen, ogen en hersenen. Daarnaast kunnen ook andere organen, zoals de nieren en het hart, zijn aangetast. De symptomen variëren in ernst en kunnen mild tot levensbedreigend zijn.
Bloed
Sommige patiënten met het Strømme-syndroom kunnen last hebben van hematologische afwijkingen, zoals trombocytopenie (een laag aantal bloedplaatjes), wat vooral in de kindertijd optreedt en soms behandeling vereist met een bloedtransfusie.
Darmen
Bij de meeste patiënten is er sprake van darmatresie, waarbij bepaalde delen van de darm ontbreken of abnormaal smal zijn. Dit leidt vaak tot een neonatale darmobstructie, die onmiddellijke chirurgische interventie vereist om het normale functioneren van de darmen te herstellen. Zonder tijdige correctie kan dit leiden tot ernstige complicaties, waaronder sepsis en peritonitis.
Fysieke kenmerken
De fysieke kenmerken van patiënten met het Strømme-syndroom kunnen variëren, maar vaak is er sprake van een kleine gestalte, grote en laag aangezette oren, een hoge neusbrug, micrognathie (een abnormaal kleine kaak) en een grote mond. Epicantale plooien (huidplooien aan de binnenkant van de ogen) en fijn, dun haar worden ook vaak waargenomen. Sommige patiënten hebben een gespleten gehemelte.
Hart
Congenitale hartafwijkingen komen voor bij een deel van de patiënten met het Strømme-syndroom. Deze kunnen variëren van atriumseptumdefecten (een gat tussen de boezems van het hart) en ventriculair septumdefecten (een gat tussen de hartkamers) tot complexere hartproblemen, zoals verminderde spiermassa van het hart, neonataal perifeer oedeem en een open ductus arteriosus (PDA). Deze hartafwijkingen kunnen een verhoogd risico op hartfalen en andere complicaties met zich meebrengen.
Hersenen
De hersenafwijkingen bij het Strømme-syndroom zijn divers en kunnen onder meer agenese (afwezigheid) of hypoplasie (onderontwikkeling) van het corpus callosum en cerebellum omvatten. Andere neurologische symptomen zijn vertraagde ontwikkeling, verhoogde spierspanning, hydrocefalie (waterhoofd), lissencefalie (gladde hersenen), microcefalie en pachygyrie (verdikte windingen in de hersenen). Deze afwijkingen kunnen leiden tot ernstige cognitieve en motorische beperkingen.
Nieren
Bij de geboorte kunnen patiënten misvormde of onderontwikkelde nieren en urineleiders hebben, wat kan leiden tot nierfunctiestoornissen en een verhoogd risico op nierfalen.
Ogen
Oogafwijkingen zijn een kernkenmerk van het Strømme-syndroom en omvatten vaak microftalmie (abnormaal kleine ogen), colobomen (afwijkingen in de structuur van het oog), cataract, sclerocornea (een ondoorzichtig hoornvlies), microcornea en synechieën. Deze afwijkingen kunnen leiden tot ernstige visuele beperkingen, zoals astigmatisme, amblyopie (lui oog) en glaucoom. Het risico op blindheid is aanzienlijk bij patiënten met ernstige oogafwijkingen.
Skelet
Skeletafwijkingen zijn ook frequent bij het Strømme-syndroom. Deze kunnen variëren van craniosynostose (vroegtijdige sluiting van de schedelnaden) en polydactylie (extra vingers of tenen) tot platyspondylie (afgeplatte wervels) en afwijkingen in de borstkasstructuur. Deze skeletproblemen kunnen leiden tot mobiliteitsproblemen en andere orthopedische complicaties.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van het Strømme-syndroom wordt meestal gesteld op basis van klinische observaties en kan worden bevestigd door genetisch onderzoek, dat mutaties in het CENPF-gen aan het licht brengt. Prenatale echografie kan soms al tekenen van microcefalie, darmatresie en oogafwijkingen detecteren. Na de geboorte kan een MRI-scan van de hersenen verdere hersenafwijkingen onthullen. Ook oogonderzoek en cardiologische evaluatie zijn belangrijk bij het vaststellen van de diagnose en het in kaart brengen van de ernst van de aandoening.
Behandeling
De behandeling van het Strømme-syndroom is voornamelijk ondersteunend en gericht op het verlichten van de symptomen. Chirurgie is vaak nodig om darmatresie te corrigeren en kan ook nodig zijn voor de behandeling van bepaalde oogafwijkingen. Regelmatige opvolging door een multidisciplinair team, waaronder kinderartsen, oogartsen, cardiologen en neurologen, is essentieel om complicaties te voorkomen en de levenskwaliteit van de patiënt te verbeteren.
Prognose
De prognose voor patiënten met het Strømme-syndroom is variabel en hangt af van de ernst van de symptomen. Hoewel sommige patiënten de volwassenheid bereiken en in staat zijn een enigszins normaal leven te leiden, kan de aandoening in ernstige gevallen leiden tot doodgeboorte of overlijden in de neonatale periode. De levensverwachting is sterk afhankelijk van de aanwezigheid en ernst van complicaties, zoals ernstige hartafwijkingen of hersenafwijkingen.
Complicaties
Mogelijke complicaties van het Strømme-syndroom zijn onder andere ernstige infecties, chronisch nierfalen, respiratoire problemen door longhypoplasie, ernstige ontwikkelingsachterstand, en visuele of neurologische beperkingen. Zonder tijdige en adequate behandeling kunnen deze complicaties leiden tot een aanzienlijk verminderde levenskwaliteit en een verhoogd risico op vroegtijdig overlijden.
Preventie van het Strømme-syndroom
Aangezien het Strømme-syndroom een genetische aandoening is, is preventie door middel van dragerschapstesten voor risicoparen een optie. Pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD) kan worden overwogen voor koppels met een bekende mutatie in het CENPF-gen die in aanmerking komen voor in-vitrofertilisatie (IVF). Prenatale screening kan helpen bij het vroegtijdig detecteren van ernstige afwijkingen, zodat ouders en artsen zich beter kunnen voorbereiden op de benodigde zorg na de geboorte.