Coeliakie: symptomen, oorzaken, behandeling en prognose
Als je coeliakie of glutenintolerantie hebt, dan zijn zelfs de kleinste hoeveelheden gluten schadelijk voor je gezondheid. Gluten zijn eiwitten die voorkomen in sómmige granen: tarwe, rogge, gerst (gort), spelt en khorasantarwe. Bij coeliakie produceert het immuunsysteem antilichamen die de gluten in de dunne darm aanvallen. Ze veroorzaken chronische ontstekingen die de tere cellen van de darmwand en de darmvlokken ofwel villi intestinales (de binnenbekleding van de darm) vernietigen. De ziekte kan op elke leeftijd uitbreken. Grofweg 5 tot 10 op de 1.000 Nederlands heeft coeliakie, in meerderheid vrouwen. De ziekte komt niet in alle gevallen volledig tot uiting; sommige mensen merken nauwelijks symptomen op. Coeliakie, voorheen ook wel inheemse spruw genoemd, duidt op een intolerantie voor gluten. Het is een auto-immuunziekte die niet moet worden verward met een tarweallergie, een allergische reactie die via IgE-antistoffen verloopt.
Endoscopie van het duodenum (twaalfvingerige darm) bij een patiënt met coeliakie /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Wat is coeliakie?
Coeliakie is een auto-immuunziekte veroorzaakt door glutenintolerantie die vooral de dunne darm treft. Je bent hierbij overgevoelig voor gluten. Coeliakie is geen allergie. Het wordt met name gekenmerkt door een chronische ontsteking van het slijmvlies van de dunne darm als gevolg van overgevoeligheid voor gluten. Dit zijn eiwitten die in sommige granen zitten. Andere organen kunnen ook worden aangetast. De intolerantie blijft levenslang aanwezig, is deels erfelijk en kan niet worden genezen. De behandeling van coeliakie bestaat uit het volgen van een glutenvrij dieet.
Levensmiddelen die gluten bevatten, veroorzaken ontsteking van het slijmvlies van de dunne darm, vaak met uitgebreide vernietiging van de darmepitheelcellen en de darmvlokken (villi intestinales). Hierdoor worden voedingsstoffen slecht opgenomen, ze blijven grotendeels onverteerd in de darm. De symptomen en de ernst van het ziektebeeld kunnen sterk variëren, waardoor het moeilijk te herkennen is. Mogelijke symptomen zijn (ongewild) gewichtsverlies,
diarree,
braken,
verminderde eetlust,
vermoeidheid,
depressie, neiging tot bloeden (als gevolg van een tekort aan stollingsfactoren door
vitamine-K-gebrek) en groeiachterstand tijdens de kindertijd (trage lichamelijke ontwikkeling); neurologische aandoeningen kunnen ook voorkomen.
Onbehandelde coeliakie verhoogt het risico op
non-Hodgkin-lymfoom (een kanker van de
lymfeklieren) en waarschijnlijk op kanker van het spijsverteringskanaal. Coeliakie wordt bij vijf tot tien procent van de patiënten geassocieerd met
diabetes mellitus type 1. De behandeling van coeliakie bestaat anno 2024 uitsluitend uit een glutenvrij dieet.
Synoniemen
Coeliakie staat of stond ook bekend als:
- glutenintolerantie
- celiac disease
- celiac sprue
- gluten enteropathy
- glutenenteropathie
- glutengevoelige of gluten-geïnduceerde enteropathie
- intestinale infantilisme (verouderde medische benaming)
- inheemse spruw
- darmspruw
- morbus coeliacus
- coeliacia
- morbus Gee-Herter-Heubner
- infantilisme van Herter
- ziekte van Gee
- ziekte van Gee-Herter
- ziekte van Gee-Herter-Heubner
- ziekte van Gee-Thaysen
Symptomen van coeliakie
Vaak zijn er verschillende symptomen die afzonderlijk kunnen optreden. Door het grote aantal verschillende vormen is een snelle diagnose vaak moeilijk. Afhankelijk van de leeftijd kunnen de volgende symptomen optreden:
Symptomen bij volwassenen
Volwassenen met coeliakie kunnen last krijgen van onder meer de volgende symptomen:
Symptomen bij jonge kinderen
Jonge kinderen met coeliakie kunnen last krijgen van de volgende verschijnselen:
Bij oudere kinderen en adolescenten lijken de symptomen meer op die bij volwassenen.
Oorzaken van coeliakie
De precieze oorzaak van coeliakie is anno 2024 nog niet bekend. Bij het ontstaan van coeliakie spelen verschillende factoren een rol. Om ziek te worden moet in ieder geval aan twee voorwaarden zijn voldaan:
Genetische aanleg
Een genetische aanleg, die voorkomt bij 30 tot 40 procent van de bevolking, verhoogt het risico op coeliakie met factor drie. Het gaat om de aanwezigheid van bepaalde oppervlaktekenmerken op immuuncellen: de eiwitten HLA-DQ2 of HLA-DQ8. Er is een familiaire aanleg voor coeliakie. Als een eerstegraads familielid (broers en zussen, ouders of kinderen) coeliakie heeft, lopen de gezinsleden ook een verhoogd risico (ongeveer 10 tot 15 procent) om coeliakie te hebben of te ontwikkelen.
Auto-immuunreactie
Gluten wordt niet volledig verteerd. Onverteerde fragmenten van de glutenmoleculen worden opgenomen door het slijmvlies van de dunne darm en door de immuuncellen van mensen met HLA-DQ2 of HLA-DQ8-variatie ten onrechte herkend als een 'vijand', vergelijkbaar met een ziekteverwekker die een bacteriële of virale infectie veroorzaakt. De activering van het immuunsysteem is nog meer uitgesproken wanneer de glutenfragmenten reageren met het lichaamseigen enzym weefseltransglutaminase (tTG), dat in de hele darm voorkomt. Tegen dit enzym worden dan ook verdedigingsstoffen, zogenaamde antistoffen, aangemaakt. Omdat deze antistoffen gericht zijn tegen het eigen weefsel van het lichaam, spreekt men van een auto-immuunreactie of -ziekte.
Andere factoren die mogelijk de ontwikkeling van coeliakie kunnen bevorderen, zijn bijvoorbeeld vroeg en massaal contact met gluten bij genetisch gepredisponeerde kinderen of
darminfecties.
Coeliakie belemmert de toevoer van voedingsstoffen door het lichaam
Normaal gesproken komen bruikbare voedingsbestanddelen via het darmslijmvlies in de kleine bloedvaten terecht en op deze manier in het hele lichaam. Om een zo groot mogelijk oppervlak te krijgen voor een effectieve opname van voedingsstoffen, is de wand van de dunne darm bekleed met vele miljoenen kleine, haarachtige uitsteeksels: de zogenaamde darmvlokken ofwel villi intestinales. Darmvlokken zijn de vlokkige aanhangsels in de darmen, vooral in de dunne darm. Als deze villi worden vernietigd, wordt het oppervlak van de dunne darm verkleind. Vooral bij kinderen kan de verminderde werking van de dunne darm leiden tot ondervoeding en daarmee tot groei- en ontwikkelingsstoornissen. Door de onvoldoende toevoer van voedingsstoffen wordt coeliakie gezien als een systemische ziekte die het hele lichaam treft. De ontsteking houdt aan zolang de persoon voedsel eet dat gluten bevat. Het neemt af zodra de dunne darm niet meer wordt blootgesteld aan gluten.
Comorbiditeit
Coeliakie komt vaak samen met andere ziekten voor. Dit heeft te maken met de onderliggende genetische samenstelling. De aanwezigheid van HLA-DQ2 en/of HLA-DQ8 op de immuuncellen bevordert ook andere auto-immuunziekten. De voortdurende consumptie van gluten kan het risico op auto-immuunziekten verhogen die vaak voorkomen in combinatie met coeliakie. De ziekten die vaak samengaan met coeliakie zijn onder meer de volgende:
Coeliakie komt vaak voor bij andere genetische ziekten (syndroom van Down, syndroom van Turner).
Bloedonderzoek /
Bron: Alexander Raths/Shutterstock.comOnderzoek en diagnose
Als coeliakie wordt vermoed, kan het bloed eerst worden onderzocht (
bloedonderzoek) op speciale auto-antilichamen. De diagnose wordt uiteindelijk bevestigd door een endoscopische dunne darmbiopsie. De arts brengt een buigzame slang, de endoscoop, via de mond, de slokdarm en de maag in de dunne darm in en aan de punt van de slang zit een camera. De arts neemt monsters van het slijmvlies van de dunne darm, die microscopisch worden onderzocht. Op deze manier kan worden vastgesteld of er veranderingen zijn opgetreden in de villi van de dunne darm, die typisch zijn voor coeliakie. Het onderzoek wordt meestal poliklinisch uitgevoerd en duurt doorgaans slechts 10 tot 15 minuten.
Behandeling van coeliakie
Glutenvrij dieet
De enige manier om coeliakie anno 2024 te behandelen, is door een strikt glutenvrij dieet te volgen, waaraan de patiënt zich de rest van zijn leven aan moet houden. In veel gevallen leidt een glutenvrij dieet in eerste instantie tot een behoorlijke verandering, die meestal samen met een voedingsdeskundige of diëtiste plaatsvindt, ook om een eenzijdig dieet te vermijden. Eerst iets vaker, later om de één à twee jaar, vindt er een controle door een arts plaats.
Zelfs zonder gluten kan iemand een uitgebalanceerd en gevarieerd dieet volgen, zodat hij voldoende hoeveelheden van alle belangrijke voedingsstoffen binnenkrijgt. Daarom zijn voedingssupplementen maar zeer zelden nodig, mogelijk alleen in de eerste weken of maanden van een glutenvrij dieet. Als er tekorten zijn, bijvoorbeeld aan
ijzer,
calcium,
magnesium,
vitamine B12,
foliumzuur of
vitamine D, dient de patiënt in overleg met de arts en/of de voedingsdeskundige de ontbrekende voedingsstoffen voor enkele weken of zelfs langer via suppletie aan te vullen.
Sommige mensen met coeliakie hebben een beperkte vertering van vet en lactose en hebben daardoor extra problemen zoals diarree of winderigheid. Mogelijk moet je tijdelijk vet en bepaalde zuivelproducten vermijden totdat het darmslijmvlies is hersteld van het glutenvrije dieet.
Hoe snel werkt een glutenvrij dieet?
Bij ongeveer tweederde van de mensen met coeliakie verbeteren de symptomen in ongeveer twee weken met een glutenvrij dieet. De veranderingen in het darmslijmvlies verdwijnen meestal ook na enkele maanden: de ontsteking neemt af en de villi, die zo belangrijk zijn voor de opname van voedingsstoffen, ontwikkelen zich weer. Het risico op complicaties en gevolgen op de lange termijn wordt na een paar jaar genormaliseerd met een strikt glutenvrij dieet. Het risico op degeneratie van het slijmvlies van de dunne darm (intestinaal lymfoom) bij laat gediagnosticeerde coeliakie neemt ook snel af bij een strikt glutenvrij dieet.
Wat is een glutenvrij dieet?
Glutenvrij eten betekent dat er geen producten mogen worden gegeten die gluten bevatten. Het eiwit gluten komt voor in de volgende graansoorten:
- rogge
- tarwe, waaronder ook spelt en khorosantarwe
- gerst (gort, is gepelde gerst)
Mensen met coeliakie moeten deze granen en producten die ze bevatten, vermijden. Als een product op de verpakking glutenvrij wordt verklaard, mag gluten niet worden opgenomen in een hoeveelheid die schadelijk kan zijn voor coeliakiepatiënten. De voorgeschreven richtlijnwaarde voor glutenvrije producten is minder dan 3 ppm (Parts Per Million). Glutenvrij zijn onder meer:
Haver is van nature glutenvrij, maar wordt tijdens de oogst, transport, opslag en verwerking niet zelden met gluten verontreinigd, uit bijvoorbeeld tarwe, gerst en rogge. Daarom mogen coeliakiepatiënten alleen haver gebruiken die vanwege het productieproces glutenvrij is verklaard.
Vaccin tegen coeliakie
Een vaccin tegen coeliakie is anno 2024 nog steeds toekomstmuziek. Een dergelijk vaccin zou het immuunsysteem moeten trainen zodat het 'tolerant' reageert op gluten. Na de vaccinatie zou het tolerante immuunsysteem niet langer een immuunreactie veroorzaken bij mensen met coeliakie.
Verloop en prognose
Coeliakie heeft geen invloed op de levensverwachting van de getroffenen als ze consequent een glutenvrij dieet volgen. Bij de meeste patiënten nemen de ontstekingsprocessen in de dunne darm binnen enkele maanden af en zijn ze praktisch symptoomvrij. Slechts in enkele gevallen zijn er zogenaamde dieetresistente vormen van coeliakie, die moeten worden behandeld met immunosuppressiva, dat wil zeggen geneesmiddelen die het immuunsysteem onderdrukken.
Vooral aan het begin van de verandering van het dieet, wanneer het slijmvlies van de dunne darm zich weer opbouwt, kunnen bijwerkingen en complicaties zoals
darmobstructie, diarree, verlies van elektrolyten en buikpijn optreden, die goed kunnen worden behandeld en verdwijnen naarmate het herstelproces vordert.
Preventie
Coeliakie is niet te voorkomen. Het heeft geen zin om baby's tussen de 4 en 6 maanden reeds gluten te geven en ook het
geven van borstvoeding beschermt baby's niet tegen coeliakie.