Posttraumatische stressstoornis

Stel u het volgende voor. Een reisorganisatie organiseert onder andere busreizen. Jarenlang gaat dit goed, maar dan, op een nacht waarin het werkelijk verschrikkelijk weer is gaat alles mis; de bus krijgt een verschrikkelijk ongeluk. Wat nu te doen? De reisorganisatie kan zich in dit geval afvragen of het zinvol zou zijn om bepaalde slachtoffers in de gaten te houden omdat ze een verhoogd risico lopen op een posttraumatische stressstoornis.

Wat is een PTSS?

Een PTSS is een psychische aandoening die ingedeeld wordt bij de angststoornissen. Deze stoornis is het gevolg van ernstige stressvolle situaties. Hierbij kan gedacht worden aan het zien van het misdaad, het slachtoffer zijn van misdaad, het slachtoffer zijn van een verkrachting maar ook ongelukken kunnen heel stressgevend zijn. Er is in deze gevallen sprake van levensbedreiging, ernstig lichamelijk letsel of een bedreiging van de fysieke integriteit. Volgens het Diagnostic Statistic Manual zijn er verder nog meer voorwaarden waar een persoon aan moet voldoen wil hij of zij voldoen aan de criteria voor een PTSS. Deze zijn dat de traumatische gebeurtenis voortdurend herbeleefd moet worden, door terugkerende herinneringen of door nachtmerries, dat de persoon voortdurend probeert prikkels te vermijden die bij het trauma hoorden of een algemene afstomping van reactiviteit en dat de persoon prikkelbaarder is dan voor het trauma. Verder moeten de symptomen langer dan één maand aanhouden en moet de stoornis een significant lijden of een significante beperking in sociaal of beroepsmatig functioneren of functioneren op andere belangrijke terreinen veroorzaken (Resick, 2007).

Risicofactoren

Er zijn verschillende risicofactoren die de kans op een posttraumatische stresstoornis verhogen. Deze zijn onder te verdelen in drie categorieën: psychologische, biologische en sociaal-economische risicofactoren (Delahanty & Nugent, 2006).

Psychologische risicofactoren

Vele risicofactoren vallen onder de noemer van psychologische risicofactoren. Hierbij kan men onder andere denken aan de angst om dood te gaan, de ernst van het trauma, eerdere psychische stoornissen, piekeren over het trauma, negatieve interpretaties van de dingen in iemands omgeving en het onderdrukken van gedachten aan het trauma. Maar ook het voorkomen van een trauma bij een familielied kan gezien worden als een risicofactor. Psychologische risicofactoren zijn belangrijk omdat deze het makkelijkst veranderd kunnen worden (Dougall et al, 2001; Frans, 2003). Naast de psychologische risicofactoren zijn er zijn ook psychologische beschermende factoren aan te wijzen. Dit zijn onder andere educatie, sociale steun, het gevoel in controle te zijn en het gevoel goed om te kunnen gaan met het trauma en de nasleep ervan (Dougall et al, 2001). Bij busongelukken kan de aanwezigheid van medepassagiers beschermend werken, maar dit draagt maar heel weinig bij aan de totale variantie van risico- en beschermde factoren (Dougall et al, 2001).

Biologische risicofactoren

Onderzoek heeft aangeduid dat PTSS gekenmerkt wordt door veranderingen in de HPA axis en in het sympathetisch zenuwstelsel. Deze veranderingen zijn al vrij direct na het trauma aanwijsbaar, en zouden hierdoor dus voorspellend kunnen werken. De aanwezigheid van catecholamine in de urine wijst op een veranderde werking van het sympathetisch zenuwstelsel. Deze veranderingen zijn al merkbaar 24 uur na het trauma. Sommige onderzoeken hebben aangewezen dat ook de mindere hoeveelheid aanwezige cortisol in urine opgevat kan worden als risicofactor voor PTSD. Als men minder cortisol produceert, wijst dit op een minder werkzame HPA axis. Dit is ook gevonden voor de slachtoffers van een motorongeluk (Delahanty & Nugent, 2006). Een andere biologische risicofactor voor een verhoogd risico op PTSS is de hartslag. Op een eerste hulp afdeling zijn de hartslagen van verschillende patiënten gemeten die daarna in de gaten gehouden zijn. Gevonden werd dat mensen met een hogere hartslag tijdens hun bezoek aan de EHBO een grotere kans hadden op een posttraumatische stressstoornis. Ook hebben vrouwen en etnische minderheden een hoger risico op het ontwikkelen van PTSS (Delahanty & Nugent, 2006). Met fMRI zijn nog duidelijkere risicofactoren op PTSS te vinden. De twee belangrijkste hiervan zijn een verkleinde hippocampus en een vergrote activiteit van de amygdala. Doordat PTSS een hoge comorbiditeit heeft is het lastig te voorspellen aan biologische factoren alleen (Frans, 2003).

Sociaal-economische risicofactoren

Mensen met een lager sociaal-economische status (SES) lopen meer kans op een posttraumatische stresstoornis te krijgen dan mensen met een hoger SES (Dougall et al, 2001). Dit kan ook komen door een interactie van de mensen en de omgeving. Verder is het ook zo dat mensen met een lage sociaal-economische status minder goed hun aandacht kunnen afleiden van hun ellende. Rijkere mensen kunnen gemakkelijk even iets leuks gaan doen of iets kopen om zichzelf op te vrolijken. Ook is de sociale steun, die wij bij de psychologische beschermende factoren al zagen, vaak veel lager in buurten met een laag SES (Resick, 2007).

Het meten van de risicofactoren

De biologische risciofactoren kunnen simpelweg gemeten worden door een urinemonster bij de traumaslachtoffers af te nemen. Een bloedmonster zou eventueel ook kunnen, maar de hormoonspiegel in urine is over het algemeen meer stabiel en is dus betrouwbaarder. Vervolgens wordt er in het monster gekeken naar de niveaus van de hormonen die van belang zijn. Dit moet eigenlijk wel binnen 24 uur na het trauma gebeuren (Delahanty & Nugent, 2006). Bij onderzoeken naar de psychologische risicofactoren van PTSD wordt vaak gebruik gemaakt van vragenlijsten. Hierop moeten mensen aangeven hoe ze zich voelen, wat ze denken, of ze de situatie aan denken te kunnen etc. Deze vragenlijsten zijn gemakkelijk uit te voeren en zijn kostenbesparend wanneer je ze vergelijkt met interviews. Bij retrospectieve vragenlijsten moet men naast de andere vragen, aangeven wanneer hun symptomen zijn begonnen en eventueel gestopt (Frans, 2003). Onderzoek naar sociaal-economische risicofactoren kan worden gedaan aan de hand van vragenlijsten. Je legt de mensen met een PTSD een vragenlijst voor met vragen waar ze vandaan komen, hoe de buurt is, hoeveel ze verdienen en alle andere factoren die belang zijn bij deze risicofactor (Frans, 2003).

Conclusie en advies

We gaan terug naar het begin van dit verslag, het verschrikkelijke busongeluk in die voor ongetwijfeld vele mensen memorabele nacht. Het zou voor de reisorganisatie inderdaad slim zijn als zij bepaalde mensen in de gaten zouden houden. Ze kunnen mensen vragenlijsten uitdelen, zoals besproken onder het kopje met de meetinstrumenten, en dan de mensen die een verhoogd risico lijken te lopen uitnodigen voor een dieper en uitgebreider gesprek. Lijken deze mensen dan zeker weten een risico te lopen, moet er ingegrepen worden. Er moet therapie geboden worden en voornamelijk steun.
Een advies voor de reisorganisatie voor de toekomst is dat zij de mensen een urine danwel bloedmonster afnemen binnen 24 uur na het ongeluk. Dit kan eventueel aangevuld worden met een vragenlijst voor alle zekerheid, maar de hormoonlevels geven alvast een heel goede indicatie.
© 2008 - 2024 Saskiab, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Posttraumatische Stressstoornis: symptomen, behandelingPosttraumatische Stressstoornis: symptomen, behandelingIedereen die een schokkende belevenis in zijn leven meemaakt, waarbij je het gevoel hebt dat je leven of je veiligheid i…
Posttraumatische stressstoornis, angststoornis na een traumaEen posttraumatische stressstoornis (ptss) is een psychische aandoening, die ontstaat na traumatische gebeurtenissen in…
Posttraumatische stressstoornis (PTSS)Posttraumatische stressstoornis (PTSS)De posttraumatische stressstoornis (PTSS) is één van de twaalf angststoornissen die door de DSM-IV worden onderscheiden.…
Depressie: oorzaken van depressiviteitDepressiviteit wordt vaak een ‘geestelijke’ ziekte genoemd. Dit kan tot verwarring leiden. Het is namelijk vaak een lich…

SOA’s herkennen, behandelen en voorkomenSOA is de afkorting voor een Seksueel Overdraagbare Aandoening. Het is een besmettelijke ziekte die overgebracht word do…
Slaapstoornissen: soorten en oorzakenSlaapstoornissen: soorten en oorzakenEen redelijk groot percentage ( ongeveer 5%) volwassenen slaapt slecht. Minimaal twee keer per week heeft men last van e…
Bronnen en referenties
  • Delahanty, D., & Nuget, N.R., (2006). Predicting PTSD Prospectively Based on Prior Trauma History and Immediate Biological Responses. Annals New York Academy of sciences, 1071, 27-40 Dougal, A., et al (2001), Predictors of Posttraumatic Stress Among Victims of Motor Vehicle Accidents. Psychosomatic medicine, 63, 402-411 Frans, O. (2003). Posttraumatic Stress Disorder (PTSD) in the General Population. Acta Universaritaris Upsalensis. Comprehensive Summaries of Uppsala Dessertations from the Faculty of Social Sciences, 129, 66 Resick, P. A. (2001), Stress and Trauma (Clinical Psychology, A Modular Course), Hove
Saskiab (3 artikelen)
Gepubliceerd: 23-12-2008
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Aandoeningen
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.