Gilles de la Tourette syndroom en magnesium inname
Het syndroom van Gilles de la Tourette is bij veel mensen bekend als 'die psychische stoornis waarbij je steeds scheldt'. Het Tourette syndroom behelst echter meer dan enkel vocale tics, en wordt daarnaast tegenwoordig beschouwd als een neurologische aandoening. Recent onderzoek wijst er op dat de inname magnesium en vitamine B6 de symptomen van het syndroom van Tourette kunnen verminderen in frequentie en ernst.
Het syndroom van Gilles de la Tourette werd voor het eerst beschreven door Gilles de la Tourette in
1885, waar de aandoening haar naam aan de te danken heeft. Tourette beschreef het syndroom van Tourette als een klinische aandoening die gepaard gaat met tics, coprolalie en onaangepast gedrag.
Coprolalie is het onvrijwillig uiten van schokkende woorden, zoals vloeken, schelden en seksistisch taalgebruik. Het syndroom van Tourette is gedurende lange tijd beschouwd als een psychiatrische stoornis. In 1960 veranderde dit. Men ontdekte dat met het toedienen van neuroleptische medicijnen de symptomen van het Tourette syndroom sterk af namen. Sindsdien wordt het syndroom als een
neurologische aandoening beschouwd.
Diagnose van het syndroom van Tourette
De diagnose syndroom van Tourette wordt gesteld wanneer men
motorische en verbale tics heeft die langer dan 1 jaar aanwezig zijn en voor het 18e levensjaar voor het eerst aanwezig waren. Het syndroom van Gilles de la Tourette gaat dikwijls gepaard met een andere neurologische stoornis. Dit betreft dikwijls aandoeningen als
ADHD en
OCD, waar gebrekkige zelfcontrole eveneens aanwezig zijn.
Het verloop van het syndroom van Tourette
Tics worden gezien als de meest voorkomende stoornis in de
kinderjaren. De eerste tics ontstaan rond het 7e levensjaar. Het hebben van tics komt met name voor bij mannen (75% van de patiënten is mannelijk) en komt vaak voor in de familie. De tics worden in de begintijd soms niet als zodanig herkend, omdat de tics meestal beginnen als simpele, relatief onschuldige motorische tics, zoals het vaak knipperen met de ogen of het herhaaldelijk snuiven met de neus. Veel mensen met het syndroom van Gilles de la Tourette hebben op jongere leeftijd eveneens de diagnose ADHD gekregen. De klachten worden als meest hevig ervaren rond het 14e levensjaar, daarna nemen de klachten vaak af in intensiteit. 50% van de patiënten heeft rond het 18e levensjaar geen last meer van tics. De overige 50% behoudt de tics, maar over het algemeen in een minder hevige en meer controleerbare vorm.
De oorsprong van de ziekte is niet helemaal duidelijk, alhoewel herhaaldelijk gebleken is dat de stoornis vaak meerdere leden van een familie treft. De verhevigde situatie tijdens de puberteit, en het gegeven dat de stoornis meer mannen raakt, suggereert een
hormonale invloed. Er wordt gesproken over een stoornis in het neurotransmitter systeem dat veroorzaakt wordt door het corticale striatale gebied in de thalamus. Wanneer er scans gemaakt worden van de hersenen, blijken deze over het algemeen normaal van uiterlijk te zijn, hoewel de aanwezigheid van tics gerelateerd wordt aan de aanwezigheid van assymetrie in de basale ganglia.
Behandeling van Gilles de la Tourette
De behandeling van het syndroom van Gilles de la Tourette bestaat uit het
bestrijden van de symptomen. De tics worden behandeld met
neuroleptische blokkers van dopamine receptoren (de D2 receptoren). Een veelgebruikt medicijn hiervoor is haloperidol. De laatste jaren worden ook andere, atypische neuroleptische medicijnen gebruikt, zoals pimozide en risperidon. Deze laatsten hebben minder bijwerkingen. Clonidine wordt ook veel gebruikt bij de behandeling van het Tourette syndroom.
Naast behandeling met medicijn is het van groot belang dat er aandacht besteed wordt aan het bieden van educatieve voorlichting en coaching van het kind en zijn of haar familie. De
cognitieve gedragstherapie wordt dikwijls ingezet bij het behandelen van de symptomen van OCD.
Magnesium en vitamine B6
Opvallend is ook dat veel ouders van kinderen met het Tourette syndroom een afname in het aantal en de ernst van de tics rapporteren wanneer het kind bepaalde
multivitamen en mineralen gebruikte. De tics keerden helaas in de meeste gevallen weer terug wanneer het kind deze substanties niet meer gebruikte. Recent onderzoek besteedt veel aandacht aan een mogelijk
magnesium tekort. In een recente studie zijn de effecten van orale inname van magnesium en vitamine B6 bestudeerd. Een tekort aan magnesium wordt beschouwd als veroorzaker van neuromusculaire hyperactiviteit van de spieren, waardoor mogelijk convulsies (onvrijwillige en onwillekeurige snelle afwisseling tussen het aanspannen en ontspannen van spiergroepen) ontstaan. De inname van magnesium en vitamine B6 lijkt de ernst van de klachten te verminderen, hoewel verder onderzoek noodzakelijk is.