Tormentil, een wortel voor het bloeden
Tormentil is een buitenbeentje in de plantenfamilie van de Ganzeriken, hij lijkt met z'n handvormig gedeelde bladeren op Vijfvingerkruid maar heeft viertallige bloemen. Tormentil groeit in heel Europa op vochtige grond in natte graslanden, heidevelden en venen en aan bosranden. Bij mooi weer kunnen insecten, vooral vliegen, de bloemen bestuiven, bij slecht weer blijven de bloemen gesloten en treedt er zelfbestuiving op.
Etymologie
De soortnaam "erecta" betekent rechtop, verwijst naar de groeiwijze, dus met opstijgende bloeiende stengels en niet wortelend op de stengelknopen zoals andere potentillasoorten. Tormentil komt van Latijnse "tormentilla, tormentum", dat kwelling, buikpijn, krampen betekent. De wortel van het kruid is goed tegen dergelijke kwalen. Dioscorides en Plinius noemden het Pentaphyllon en Quinquefolium omwille van de 5-tallige bladvorm. Met de diep-ingesneden steunblaadjes is het blad precies 7-tallig, vandaar ook de naam Heptaphyllon om het te onderscheiden van Potentilla reptans, het Vijfvingerkruid. Het blad vormt precies een mensenhand, vandaar ook de namen Manus Martis en Mercurius digitis.
Dodonaeus over tormentil
Dodonaeus schrijft over de "oorsaecke des naems: dit cruyt is genoemt Tormentilla omdat het poeyer van de wortel oft het water daer die in ghesoden is geweest de pijne van de tanden die ygentlijck torment in de Romaansche talen pleegt genoemt te wesen, verdrijven can." Hij schrijft ook dat het goed is tegen "quade ende pestighe kranckheden". Fuchsius noemde het Berckwortel en Hildegard von Bingen Birckwurz, omdat het kruid graag in berkenbosjes groeit. Engelse volksnamen zijn Septfoil, Bloodroot, English sarsaparilla.
De wortelstok kleurt roodachtig na doorsnijden, volgens de signatuurleer zou die dan ook werkzaam zijn tegen allerlei bloedingen. De boeren gebruikten het kruid vroeger trouwens tegen bloedpissen bij het vee.
In Midden-Europa diende de wortel van Tormentil als vervanger voor de alruinwortel, die in de Oude wereld en de Oriënt de belangrijkste toverplant was en zelfs tot op vandaag nog een mythische reputatie heeft. Deze verwisseling heeft alleen te maken met de grillig gevormde wortel van de beide planten. En niets met overeenkomstige kwaliteiten.
Inhoudstoffen van de wortel
De wortelstok, bekend als Radix of Rhizoma Tormentillae wordt verzameld van maart tot april. Catechinelooistoffen (tot 20%), triterpeenglycoside (tormentilline), flavonoïden, bitter chinorinezuur en een rood pigment zijn de voornaamste inhoudstoffen van deze bloedwortel.
Gebruik
Zoals bij de meeste looistofplanten, wordt de wortel gebruikt om alles wat in het lichaam te los zit weer vast te maken. Dat betekent dat hij bij verwondingen een bloedstelpende werking heeft, bij diarree stoppend werkt en ‘los’ of bloedend tandvlees weer vast kan maken. Misschien de meest hoopgevende toepassing is zijn gebruik bij colitis ulcerosa en de ziekte van Chrohn. Wordt nader onderzocht.
Literatuur
- Bos MA, Vennat B, Meunier MT, Pouget MP, Pourrat A, Fialip J. Procyanidins from tormentil: antioxidant properties towards lipoperoxidation and anti-elastase activity. Biol Pharm Bull. 1996 Jan; 19(1): 146-8.
- Wichtl M and NG Bisset (eds). 1994. Tormentillae rhizoma - Tormentil, Potentilla. In Herbal Drugs and Phyto-pharmaceuticals. (English translation by Norman Grainger Bisset). CRC Press, Stuttgart, pp. 499-501.
- Potentilla, a review of its phytochemical and pharmacological profile. Michał Tomczyka, Department of Pharmacognosy, Faculty of Pharmacy, Medical University of Białystok, ul. Mickiewicza 2a, 15-089 Białystok, Poland