Hepatitis C, de minder bekende leverontsteking
Hepatitis C (HCV) is een vorm van leverontsteking, maar minder bekend dan hepatitis A en B. Er bestaat geen vaccinatie voor en iemand die het virus oploopt hoeft hier niets van te merken. Maar later kan dit wel heel vervelende gevolgen hebben, tot het ontwikkelen van leverkanker aan toe. Wat valt er te weten over hepatitis C en wanneer moet je je laten testen?
Algemeen informatie over hepatitis C
Hepatitis C is een ontsteking van de lever die veroorzaakt wordt door het hepatitis C-virus, afgekort HCV. Er zijn verschillende typen HCV. De infectie is voornamelijk overdraagbaar via het bloed, dat wil zeggen het bloed (of voorwerpen met bloed) van een geïnfecteerd persoon moet in contact komen met de bloedbaan van een ander om de laatste te besmetten, het zogenaamde bloed-bloedcontact.
Besmetting door (ruw) seksueel contact is wel voorgekomen, maar dan ging het om mensen die daarbij elkaar verwondden. Het is niet waarschijnlijk dat men het HCV kan oplopen door seksueel contact waarbij dit niet het geval is. Mensen waarvan bekend is dat zij het HCV hebben krijgen soms het advies om een condoom te gebruiken tijdens de menstruatie.
Voor 1992 kon het virus ook worden overgebracht door bloedtransfusies, maar omdat bloed en bloedproducten sinds die tijd getest worden op het HCV is de kans op een besmetting via deze weg heel klein geworden. Druggebruikers vormen een risicogroep, aangezien die nogal eens vuile instrumenten gebruiken en zo besmet kunnen raken met het HCV.
Van ongeveer een derde van de patiënten is het niet duidelijk hoe zij het virus hebben gekregen. Het is waarschijnlijk dat er sprake is geweest van bloedcontact via kleine wondjes, zoals bij het zetten van tatoeages of piercings met vieze naalden, of prikaccidenten (bij bijvoorbeeld medisch personeel) met besmette instrumenten. Maar bij een aantal lijkt er geen sprake te zijn van een deze risicofactoren. Over de overdracht van het virus is dan ook nog niet alles bekend.
Ziekteverschijnselen bij hepatitis C
Slechts een klein deel van de mensen die een infectie met het HCV oplopen krijgt klachten, en vaak gaat het nog om algemene ziekteverschijnselen, zoals moeheid (algehele malaise), geelzucht en vage
buikklachten. En dat zijn klachten die ook bij andere aandoeningen voorkomen. Als er niet behandeld wordt, raakt een deel van de mensen (15 tot 40%) het virus vanzelf kwijt, bij de rest blijft het virus in het bloed aanwezig en zij worden drager van het HCV. Bij deze mensen ontstaat chronische hepatitis. Ook mensen met chronische hepatitis hebben meestal geen of heel weinig klachten.
Aan de waarden van de enzymen die bij de werking van de lever een rol spelen kan men zien dat de lever meer of minder ernstig ontstoken is. Uiteindelijk ontstaat er verlittekening (cirrose) van de lever. Dat kan al binnen enkele jaren zijn of na veel langere tijd. Vaak is dit zonder ernstige ziekteverschijnselen. Als er wel verschijnselen optreden zoals geelzucht, vocht in de buik en bloedingen in het maag-darmstelsel is dat vaak pas als de ziekte vergevorderd is. Door levercirrose is er bij deze groep een verhoogde kans op leverkanker (1 tot 4% per jaar).
Er zijn mensen bij wie de kans op het krijgen van levercirrose groter is, dan gaat het om:
- mannen
- mensen met een hogere leeftijd op het tijdstip van infectie
- gebruikers van alcohol
- gebruikers van drugs via injectie
- mensen die al geïnfecteerd zijn met HIV (het AIDS virus) of hepatitis B
Bloedonderzoek naar hepatitis C
Na een besmetting met het HCV duurt het een paar maanden tot een half jaar voordat er
antistoffen tegen het virus zijn aan te tonen in het bloed. Bij de meeste mensen waarbij het virus in het bloed wordt ontdekt blijkt dat zij jaren geleden al besmet moeten zijn geraakt. De aanwezigheid van antistoffen tegen HVC geeft aan dat iemand: of eerder besmet is geweest met HCV, dus een chronische hepatitis heeft, of een HCV- infectie doormaakt op het moment, dus een acute infectie heeft.
Om het verschil te kunnen zien moet er aanvullend bloedonderzoek gedaan worden (PCR). Vaak moet er met tussenpozen van een paar maanden bloedonderzoek gedaan worden om zekerheid te krijgen. Het bloed van iemand die geïnfecteerd is met het HCV blijft besmettelijk zolang er genetisch materiaal van het virus (RNA) aantoonbaar is in het bloed. Dit kan al één week na het moment van besmetting zijn.
Kan ik het hepatitis C-virus (HCV) hebben of krijgen?
Bij sociale contacten tussen mensen is er geen kans dat er overdracht van het virus plaatsvindt, dus angst voor besmetting is hierbij ongegrond. Er zijn bepaalde risicogroepen voor het krijgen van een HCV infectie en dat heeft alles te maken met de overdracht van bloed. Het gaat dan om mensen die:
- drugs injecteren
- piercings of tatoeages hebben
- acupunctuur hebben ondergaan
- voor 1992 (in Nederland) bloed of bloedproducten of een transplantaat hebben gekregen
- dialysepatiënten
- (para) medisch personeel, ook tandartsen
Behandeling van hepatitis C
Het is mogelijk om een HVC infectie te behandelen maar daar zitten nadelen aan: er zijn nogal wat bijwerkingen en de behandeling is langdurig. Daarom is het zaak de voordelen van de behandeling goed af te wegen tegen de nadelen.
De standaardbehandeling voor hepatitis C bestaat uit een combinatietherapie van PEG-interferon en ribavirine. Dit laatste middel heeft een antivirale werking en het versterkt de werking van PEG-interferon.
Het wordt via injecties toegediend en de behandeling is langdurig: minstens een half jaar lang moet één maal per week een injectie gegeven worden. Bij mensen die besmet zijn met type 1 van het HCV geeft deze therapie 60% blijvend genezingsscucces, en bij een besmetting met type 2 of 3 is dit 80 tot 90 %.
Preventie van hepatitis C: het voorkomen van besmetting
Een besmetting met het HCV kan worden voorkomen door bloed-bloedcontact te vermijden. Iemand die drager is van het virus mag zijn benodigdheden voor persoonlijke hygiëne, zoals een tandenborstel, scheermesjes enz. niet delen met anderen. Apparatuur die gebruikt wordt bij het zetten van tatoeages, piercings en acupunctuur moet eenmalig gebruikt of anders goed gesteriliseerd worden.