Pokken: de enige uitgeroeide infectieziekte
De mensheid heeft zeker 3000 jaar met de infectieziekte pokken te maken gehad. Deze ziekte kwam in epidemieën voor en veel mensen stierven er aan. Degenen die overleefden waren voor hun leven verminkt. Tegenwoordig komt deze ziekte niet meer voor, nadat een langdurige vaccinatiecampagne ervoor gezorgd heeft dat de wereld in 1980 vrij van pokken kon worden verklaard. Het is de enige infectieziekte ooit die uitgebannen werd, dankzij de moderne wetenschap.
Inleiding
Pokken is een zeer besmettelijke infectieziekte, die eeuwenlang vele slachtoffers heeft gemaakt en die werd veroorzaakt door het pokkenvirus. De officiële naam van de ziekte is
Variola, in het Engels
smallpox. Pokken werd vroeger ook wel de kinderziekte genoemd, omdat het meestal jonge kinderen waren die er slachtoffer van werden. Iemand die de pokken overleefde was daarna voor de rest van zijn leven immuun.
Het is de enige ziekte die ooit door de wetenschap werd uitgeroeid; dit dank zij een wereldwijde, langdurige vaccinatiecampagne. In 1977 werd de laatste persoon 'in het wild' (in Somalië) geïnfecteerd door pokken. In september1978 kreeg Janet Parker, fotografe aan de Universiteit van Birmingham, Engeland, pokken en overleed aan de ziekte: in het gebouw waar zij werkte was een onderzoeksproject bezig betreffende het pokkenvirus. Voor zover nu bekend is zij het laatste ziektegeval geweest. In 1980 werd door de WHO de wereld vrij van pokken verklaard.
Het pokkenvirus
Het pokkenvirus heeft alleen de mens als gastheer; het komt dus niet bij dieren voor en kan ook niet via dieren worden overgedragen. Dit is de belangrijkste reden waardoor het mogelijk was om het uit te roeien via de wereldwijde campagne.
Er zijn twee soorten pokkenvirus:
Variola minor, die een stuk milder ziekteverloop heeft maar veel minder voorkwam en
Variola major, die de meeste slachtoffers maakte. De laatste heeft verschillende varianten, waaronder het
hemorrhagisch type, ofwel de 'zwarte pokken', de variant waarbij inwendige bloedingen ontstaan en die bijna altijd dodelijk is.
De ziekteverschijnselen
Bij iemand die besmet wordt met het pokkenvirus ontstaan de volgende verschijnselen: na de incubatieperiode (de periode tussen moment van besmetting en het uitbreken van de ziekteverschijnselen) - in dit geval gemiddeld 12 dagen - gaat de geïnfecteerde zich grieperig voelen en krijgt de volgende ziekteverschijnselen:
- koorts, een paar dagen meer dan 38,5 graden
- hoofdpijn
- vermoeidheid
- spier- en gewrichtspijn
- misselijkheid en braken
Korte tijd hierna ontstaat er rode uitslag op de tong en in de mond, hieruit ontwikkelen zich blaasjes, die opengaan en ook de mond- en keelholte gaan bedekken. Vervolgens verspreidt de uitslag zich binnen een etmaal over het gezicht en in de 24 tot 36 uur daarna over het hele lichaam, waarna ook hier blaasjes met vocht uit ontstaan. Dit is op de 3e dag van de ziekte. Er kan nu een tijdelijke verlaging van de koorts optreden.
In de volgende dagen, de 5e - 7e dag van de ziekte, wordt het vocht in de blaasjes pusachtig troebel en stijgt de koorts meestal weer, waarbij de patiënt zich weer zieker gaat voelen. De blaasjes zien er nu allemaal hetzelfde uit, voelen stevig aan en liggen een beetje verheven vergeleken met de huid eromheen, met soms een deukje in het midden. Dit worden pokken genoemd. Het is het moment van het ziektebeeld dat duidelijk laat zien dat het om de ziekte pokken gaat. In de tweede week (10e -14e dag) gaan de blaasjes langzaam uitdrogen en ontstaan er korstjes op, die er later afvallen en littekens kunnen achterlaten: de
pokdalige huid. Mensen die de pokken overleefden hadden de rest van hun leven te maken met deze littekens en niet zelden was ook het gezichtsvermogen aangetast en sommige gewrichten beschadigd.
Verspreiding en besmetting
Het pokkenvirus wordt verspreid door praten, hoesten en niezen, waarbij het via kleine druppeltjes in de lucht bij andere mensen terechtkomt. Overdracht van het virus kan ook plaatsvinden door het aanraken van de pokken of de korsten, en via kleding en beddengoed van een besmet persoon. Iemand is besmettelijk voor anderen vanaf het moment dat de koorts optreedt tot en met het moment dat het korstje van het laatste blaasje is verdwenen.
Vaccinatie
Voor pokken bestaat geen behandeling en ongeveer 30% van de geïnfecteerden overlijdt aan de ziekte. Het enige middel dat ingezet kan worden is
vaccinatie; hiermee kan voorkomen worden dat besmetting plaatsvindt. Vaccineren geeft bescherming als het wordt gedaan binnen 4 dagen na contact met een besmettingsbron. Als het wordt gedaan tussen de 4 en 7 dagen na het contact is er een kans dat de ziekte minder ernstig zal verlopen. Degene die het vaccineren voor het eerst toepaste was de Engelse plattelandsarts
Edward Jenner, hij gebruikte daarvoor het
koepokvirus.
Zie hiervoor ook:
Vaccinatie: ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling.
Mensen worden meestal niet ziek van het koepokvirus. In Nederland zijn mensen geboren voor 1976 meestal als kind gevaccineerd voor pokken. In dat jaar is men in ons land al gestopt met vaccineren omdat pokken toen bijna was uitgeroeid.
Niet ongevaarlijk
Vaccineren is echter niet ongevaarlijk gebleken. Bij vaccineren ontstaat op de plaats van injectie een rode plek, die een week later een blaasje met pus wordt. Het blaasje droogt uit, er komt een korstje op dat er in de derde week na de vaccinatie afvalt. In het vaccin zit levend koepokvirus, dat zich na toediening van de injectie kan verspreiden in het lichaam. Er kunnen daardoor klachten optreden, zoals hoofdpijn en uitslag. En ook het koepokvirus kan worden overgedragen via het korstje dat ontstaat bij de vaccinatie. In het verleden kwamen bij duizend op de miljoen mensen die gevaccineerd werden deze bijwerkingen voor. Enkele tientallen kregen last van ernstige bijwerkingen, en voor één à twee per miljoen gevaccineerden was dat met dodelijke afloop.
Bij mensen met een verminderde afweer is de kans op bijwerkingen van het vaccin groter, te denken valt aan bijvoorbeeld mensen die een transplantatie of chemotherapie hebben ondergaan, mensen met AIDS, enzovoorts. Toch is ook voor hen de vaccinatie te verkiezen boven een infectie met het gevaarlijke pokkenvirus. Er bestaan immunoglobulinen, dit zijn 'kant-en-klare' antistoffen tegen - in dit geval - het pokkenvirus, die kunnen worden gebruikt om ernstige bijwerkingen te behandelen. Bij mensen die (opnieuw) gevaccineerd zijn kunnen deze antistoffen uit het bloed worden gehaald voor dit doel.
Pokken in de geschiedenis
De mensheid heeft al op zijn minst 3000 jaar met het pokkenvirus te maken. Het oudste slachtoffer dat we kennen is de Egyptische farao Ramses V, die overleed in 1157 voor Christus. Aan de huid van zijn gemummificeerde hoofd is nog te zien dat hij een pokdalig uiterlijk had: men gaat ervan uit dat dit werd veroorzaakt door de pokken.
Door de eeuwen heen zijn er vele epidemieën geweest van pokken, waarbij tenminste een derde van de mensen overleed aan de ziekte. Het verloop van de geschiedenis van hele volkeren is bepaald geweest door de pokken. Toen de Spanjaarden in de 16e eeuw naar Zuid-Amerika voeren namen ze ook het pokkenvirus mee. Via een besmette soldaat raakten in de gevechten de Azteken besmet. Een jaar later was er een grote epidemie geweest, waarbij het grootste deel van de Azteken het niet had overleefd. Degenen die nog in leven waren konden zich niet meer verdedigen omdat zij te zeer verzwakt waren.
Ook de Inca's werden het slachtoffer van de pokken; door de ziekte overleed uiteindelijk 60 tot 90% van deze bevolkingsgroep aan de ziekte. Ook hier redde een kleine groep overlevenden het niet: zij stierven verzwakt aan andere oorzaken. Het virus verspreidde zich ook naar Noord-Amerika waarbij onder de inheemse bevolking, de Indianen, een ware slachting werd aangericht.
De verspreiding van het pokkenvirus gebeurde in Pennsylvania, Verenigde Staten, zelfs opzettelijk; voor meer hierover zie:
Pokken: het pokkenvirus als biologisch wapen
In de 18e eeuw was de kindersterfte hoog en veertig procent hiervan werd veroorzaakt door pokken. Rond het jaar 1900 was er voor de laatste keer een landelijke pokkenepidemie in Nederland. Hierna kwam het nog wel voor, maar dan ging het om plaatselijke ziektegevallen. In 1929 was er nog een uitbraak in Rotterdam, en in 1954 was het voor het laatst dat er in Nederland pokken voorkwam.
In Europa deed zich de laatste epidemie zich voor in Joegoslavië, in 1972. Hierbij raakten 175 mensen besmet, waarvan er 35 overleden.
Op elk continent op aarde hebben zich natuurlijke epidemieën voorgedaan. Men heeft een schatting gemaakt waaruit bleek dat 10% van alle mensen die de afgelopen 3000 jaar heeft geleefd is overleden aan het pokkenvirus.