Het maken van een baarmoederhals uitstrijkje

Vrouwen in de leeftijd van dertig tot zestig jaar worden elke vijf jaar ogperoepen door hun huisarts voor het maken van een baarmoederhalsuitstrijkje. Hieruit kan men opmaken of er afwijkende cellen te zien zijn bij de baarmoedermond. Het maken van het baarmoederhalsuitstrijkje is belangrijk om vroegtijdig baarmoederhalskanker op te sporen.

Waarom een uitstrijkje maken

Door het maken van een uitstrijkje kan baarmoederhalskanker vroegtijdig opgespoord worden. Baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door virussen. Dit zijn de HPV virsussen HPV 16 en HPV 18. Wil je meer weten over deze virussen lees dan hier meer over de HPV virussen en over de vaccinatie.

Het virus wordt door seksueel contact overgedragen. Het virus zit namelijk in en op de huid bij mensen. Meestal ruimt het lichaam deze virussen zelf op en is binnen het jaar het lichaam weer vrij van deze virussen. Een enkele keer lukt dit niet en kunnen er in de loop van tien tot vijftien jaar afwijkende cellen in de baarmoederhals ontstaan. Ook dit geneest meestal vanzelf. Maar soms kan van hier uit ook baarmoederhalskanker ontstaan.

Waar wordt een uitstijkje gemaakt.

Normaal gesproken maakt de assistente van je huisarts het uitstrijkje.Dit gebeurt gewoon in de praktijk. Elke vijf jaar vanaf je dertigste wordt je automatisch opgeroepen om een uitstrijkje te laten maken.

Wat gebeurt er met het uitstrijkje

Als er een paar cellen van de baarmoedermond zijn geschraapt wordt het in een potje met vloeistof gedaan. Dit wordt naar het laboratorium gestuurd. Hier worden de baarmoederhalscellen onder een microscoop bekeken.
De uitslag van het uitstrijkje wordt meestal binnen vier weken naar de huisarts gestuurd.

De uitslag

Baarmoederhalscellen normaal

Meestal zijn er normale baarmoederhalscellen te zien en is de uitslag goed. Over vijf jaar wordt je vanzelf weer opgeroepen om opnieuw een uitstrijkje te maken.

Uitstrijkje niet goed te beoordelen

Dit kan voorkomen als er te weinig, of helemaal geen baarmoederhalscellen te zien zijn. Dat kan soms gebeuren. Het uitstrijkje moet na zes weken herhaald worden.

Geringe afwijkingen
Soms zijn de baarmoederhalscellen licht afwijkend. Deze afwijkingen verdwijnen vaak binnen een paar maanden. Maar om dit te controleren wordt er over zes maanden toch een nieuw uitstrijkje gemaakt om te kijken of die afwijkingen verdwenen zijn. Ook word dan onderzocht of het HPV virus hier mee te maken heeft. Als na het tweede uitstrijkje nog steeds afwijkende cellen te zien zijn, wordt je doorgestuurd naar de gyneacoloog.

Matig ernstige afwijkingen

Als er meer afwijkende cellen te zien zijn in het baarmoederhalsuitstrijkje, dan word je doorgestuurd naar de gyneacoloog. Deze zoekt het dan verder uit omdat er toch een kleine kans bestaat dat er later baarmoederhalskanker ontwikkelt word.
Soms is een eenvoudige ingreep genoeg om de afwijkende cellen op te ruimen.

Ernstige afwijkingen

Als de baarmoederhalscellen sterk afwijkend zijn kan er sprake zijn van baarmoederhalskanker. Het is dan noodzakelijk om doorgestuurd te worden naar de gyneacoloog.

Hoe gaat het verder

Na vier weken is de uitslag binnen. Je kan dan je huisarts bellen om te vragen of het uitstrijkje goed is.
De uitslag bepaalt wanneer er opnieuw een uitstrijkje gemaakt moet worden.