Het hartchirurgisch centrum
In hartchirurgische centra vinden operaties aan hartkleppen plaats. Een cardioloog zal zijn patient in principe verwijzen naar hetzelfde hartchirurgisch centrum waar die cardioloog goede ervaringen mee heeft. Echter de patient heeft bij deze keuze het laatste woord. Wanneer de patient dus (om welke reden dan ook) liever in een ander centrum geopereerd wil worden, dan kan hij zijn cardioloog vragen of zijn gegevens aan het hartchirurgisch centrum van zijn keuze voorgelegd kunnen worden.
Acceptatie door het hartchirurgisch centrum
Na de verwijzing door de cardioloog zal de hartchirurg de patiënt eerst moeten accepteren. Soms vraagt de chirurg nog extra gegevens op (bijvoorbeeld over de onderzoeken) bij de cardioloog van de patiënt. Steeds vaker wordt de patiënt met partner of naaste familie uitgenodigd voor een gesprek over:
- de operatie;
- de risico's daarvan;
- alles wat er verder nog bij komt kijken.
De wachtlijst
Het voortraject
Een patiënt die een hartklep-operatie zal moeten ondergaan, zal extra gevoelig en gemakkelijker vatbaar worden voor infecties. Daarom moet die patiënt eerst helemaal vrij van infecties zijn, voordat hij of zij op de wachtlijst gezet zal worden. Soms vragen artsen aan de patiënt om naar de tandarts of de kaakchirurg te gaan om het gebit en het tandvlees op ontstekingen te laten onderzoeken. Soms ook moet er om die reden een aangedane verstandskies (of meerdere verstandskiezen) worden getrokken.
De wachttijd
Elk hartchirurgisch centrum heeft zijn eigen wachttijd. Dat kan zelfs enkele maanden zijn. Maar het lange wachten kan tot een zware belasting worden voor zowel de patient als voor zijn naasten. De meeste centra kunnen wel aangeven in welke
week de patiënt opgenomen en geopereerd zal worden, maar het centrum kan niet zeggen op welke
dag dat precies zal zijn. Alleen wanneer de patiënt in levensgevaar verkeert, kan van de wachtlijst worden afgeweken en zal de patiënt (al naar gelang van de toestand) op de (heel) korte termijn behandeld worden.
Voorlichtingsprogramma
De meeste hartchirurgische centra bieden patiënten die een hartoperatie moeten ondergaan een voorlichtingsprogamma aan. De patiënt kan de wachttijd goed besteden. Voelt zo'n patiënt zich fit genoeg, dan is het raadzaam gewoon te blijven doorwerken. Na de operatie kan het werk dan ook weer gemakkelijker worden opgepakt. Wel is het verstandig om familie, goede vrienden, collegae en de huisarts op de hoogte te stellen van de aankomende operatie. Al deze mensen kunnen de patiënt immers helpen bij het herstel.
Stoppen met roken
Rokende patiënten wordt stellig aangeraden daarmee op te houden, al was het alleen maar vanwege het 'rokershoestje' dat pijn zal doen na de operatie. Sommige hartcentra eisen van de patiënt dat hij
zes weken voor de operatie niet rookt, om zo de risico's na de operatie te verkleinen. Bij het stoppen met roken kan de patiënt professionele hulp krijgen bij STIVORO (de nationale organisatie voor voorlichting over de gezondheidsrisico's van roken).
Dingen doen die leuk zijn
Een patiënt die op de nominatie staat voor een hartoperatie kan gerust het huis uit gaan en de dingen doen die hij leuk vindt. Is de patiënt bezorgd dat ene telefoontje mis te lopen, dan kan hij permanent bereikbaar zijn door middel van een antwoordapparaat of een mobiele telefoon.
Hartpatiëntenverenigingen
De patiënt kan ook alvast lid worden van een hartpatiëntenvereniging. Lotgenoten kunnen de patiënt immers als geen ander vertellen wat rond de operatie allemaal wordt meegemaakt of zou kunnen worden ervaren en hoe daar het beste mee omgegaan kan worden. Hartezorg is een vereniging van hartpatiënten met een commissie ICD/hartklepaandoening/ hartritmestroornissen en pacemakers. Deze commissie organiseert elk jaar informatie- en contactdagen. Verslagen van eerdere bijeenkomsten kunnen opgevraagd worden.
Thuiszorg
Elke patiënt die een hartoperatie heeft ondergaan dient erop voorbereid te zijn dat hij
na de operatie een periode zal krijgen waarin hij misschien niet goed voor zichzelf zal kunnen zorgen. Dan kan er een beroep worden gedaan op de Thuiszorg, die de patient bij de dagelijkse verzorging en verpleging kan helpen. Hiervoor moet een bepaalde
eigen bijdrage per uur worden betaald. Deze eigen bijdrage is mede afhankelijk van het inkomen van de patiënt en verschilt voor alleenstaanden en samenwonenden. Advies, instructie en voorlichting bij bijvoorbeeld medicijngebruik zijn echter gratis.