Zwakke ademprikkel of acapnie
Acapnie is een moeilijk woord, maar heeft in feite met de ademhaling te maken. De ademhaling zorgt ervoor dat we voldoende zuurstof binnen krijgen, maar wanneer de ademprikkel weg valt of zwakker word, gebeuren er andere dingen. Heeft u soms wel eens moeite met ademhalen?
Acapnie
Acapnie is een verminderd gehalte van kooldioxide in het bloed, waardoor de ademprikkel zwakker wordt. Doordat de ademprikkel zwakker wordt, moet je vaak bewust gaan ademhalen. Terwijl ademhaling normaal gesproken een reflex is. Maar in sommige gevallen kan die ademprikkel dus zomaar zwakker worden en moet je echt je best doen om nog adem te halen. Herkenbaar? Dan kan het best dat je wel eens aan acapnie lijdt.
Ontstaan zwakke ademprikkel
Wanneer het kooldioxidegehalte in het bloed daalt, daalt ook de ademprikkel. Wanneer het kooldioxidegehalte in het bloed toeneemt, gaan we namelijk adem halen. Hou maar eens de adem in: kooldioxide stijgt in het bloed en je krijgt automatisch die ademprikkel.
Wanneer er teveel zuurstof in het bloed komt en te weinig kooldioxide, dan gebeurt dus het omgekeerde: de ademprikkel wordt geremd. Te weinig kooldioxide komt nogal eens voor bij hyperventilatie, waarbij je juist extra veel zuurstof tot je neemt. De verhoudingen kloppen niet meer en er ontstaat een tekort aan kooldioxide.
Er zijn ook andere aandoeningen waarbij de ademprikkel zwak kan worden, maar meestal hebben deze een andere oorzaak. Meestal gaat het bij acapnie om een verkeerde ademhaling.
Behandeling
Wanneer de ademprikkel te zwak wordt, kan het zijn dat je je ineens heel bewust wordt van je ademhaling, Dit is erg vervelend. Vaak kan je hierdoor ook in paniek raken en heb je het idee dat je geen lucht meer krijgt. Probeer eens heel even je adem in te houden: hierdoor stijgt het kooldioxidegehalte in je bloed en komt de ademprikkel weer vanzelf terug.
In bepaalde gevallen is te ademprikkel zo zwak, dat de persoon geen adem meer haalt. In deze gevallen is snel ingrijpen wel noodzakelijk. Het toedienen van zuurstof is soms nodig. Teveel zuurstof toedienen kan de ademprikkel wel verder verzwakken. Immers, bij teveel zuurstof en te weinig kooldioxide geef het lichaam een signaal dat er voldoende zuurstof aanwezig is.
De belangrijkste behandeling is om ervoor te zorgen dat het kooldioxidegehalte in het bloed op peil blijft. Het mag dus niet gaan dalen. De meeste mensen krijgen een daling van het kooldioxidegehalte tijdens hyperventilatie. Dit moet dan ook aangepakt worden. Vaak gaat hyperventilatie samen met stress, angst en andere psychische oorzaken. Wanneer men weet wat te doen bij hyperventilatie, wordt deze angst al weg genomen en kan de persoon zelf zijn ademhaling weer op peil brengen.
Alcohol en drugsgebruik kunnen de ademprikkel ook wegnemen, soms ook door een te snelle ademhaling. Belangrijk is om met het gebruik van deze middelen te stoppen.
Over acapnie
Acapnie is niet levensbedreigend: in geval van hyperventilatie en andere gevallen, zal zelden iemand flauw vallen. Gebeurt dit toch, dan wordt vaak de ademhaling vanzelf weer hervat. Bij het roken van sigaretten krijg je overigens teveel kooldioxide in je bloed en te weinig zuurstof, waardoor je je duizelig voelt. Dit heeft niks met acapnie te maken, maar met het omgekeerde dus.