Omega 3 vetzuren en depressie bij jongeren
Omega 3 vetzuren, officieel N3 PUFA genoemd, zijn belangrijke vetzuren voor het lichaam. Deze omega 3 vetzuren, die men vooral via vette vis binnenkrijgt, spelen een rol bij verschillende lichamelijke klachten van volwassen en ouderen, waaronder depressies. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan naar de effecten van omega 3 vetzuren op depressieve klachten bij adolescenten. Omdat depressie bij jongeren relatief vaak voorkomt, is onderzoek zeer wenselijk.
Omega 3 vetzuren
N3 PUFA ('polyunsaturated fatty acids') zijn meervoudig onverzadigde vetzuren en worden in de volksmond ook wel
omega 3 vetzuren genoemd. Omega 3 vetzuren zitten voornamelijk in
vette vissoorten, zoals de makreel en zalm, maar ook in bepaalde noten en zaden. Er zijn drie omega 3 vetzuren die erg belangrijk zijn voor het lichaam: alfa-linoleenzuur (ALA), eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA).
Alfa-linoleenzuur is een zogenaamd
essentieel vetzuur. Dit betekent dat het lichaam dit vetzuur niet zelf aan kan maken, waardoor het afhankelijk is van voedingsmiddelen. Andere vetzuren kunnen wel door het lichaam geproduceerd worden, maar daarvoor moet men wel voldoende plantaardige bronnen van alfa-linoleenzuur binnen krijgen.
Omega 3 vetzuren staan bekend om hun positieve invloed op tal van lichamelijke klachten, waaronder depressieve klachten. In gebieden waar mensen veel vette vis eten, komen aandoeningen als depressie en bipolaire stoornis veel minder vaak voor. Daarnaast blijkt dat depressieve volwassenen een lagere concentratie van omega 3 vetzuren in het lichaam hebben. Diverse studies hebben reeds aangetoond dat omega 3 vetzuren een belangrijke rol kunnen spelen bij het verlagen van depressieve klachten. Er is tot op heden echter slechts weinig onderzoek gedaan naar depressieve klachten bij adolescenten, terwijl depressie bij jongeren relatief vaak voor komt. Wendy Oddy en haar collega's besloten daarom om onderzoek te doen naar de inname van omega 3 vetzuren en de invloed op
depressieve klachten bij adolescenten.
De onderzoeksopzet
Het onderzoek werd uitgevoerd met deelnemers uit de zogenaamde Raine study in Australië. De Raine study is een cohort onderzoek, waarbij dezelfde personen gedurende een langere periode gevolgd worden. Dergelijke onderzoeksopzetten zijn zeer waardevol, omdat je heel erg veel informatie hebt van een grote groep mensen, zodat je verbanden kunt gaan leggen tussen verschillende variabelen. Voor het onderzoek van Wendy Oddy werden de deelnemers die inmiddels tussen de veertien en achttien jaar waren uitgenodigd voor het onderzoek. De adolescenten vulden twee vragenlijsten in, de 'Food Frequency Questionnaire' en de 'BDI-Y'.
'Food Frequency Questionnaire'
De 'Food Frequency Questionnaire' is een vragenlijst die vaak gebruikt wordt om het eetpatroon van mensen in kaart te brengen. Omdat vis één van de belangrijkste
bronnen van omega 3 vetzuren is, werd de jongeren onder andere gevraagd hoe vaak zij vis aten, en wat voor soort vis zij aten.
'BDI-Y'
De 'BDI-Y' is een vragenlijst waarin depressieve symptomen bij adolescenten uitgevraagd worden. Deze vragenlijst is zeer geschikt gebleken om de mate van depressiviteit bij jongeren tussen de zeven en zeventien jaar in kaart te brengen. De jongeren moeten bij in totaal 20 vragen aangeven in welke mate zijn bepaalde gevoelens in de afgelopen twee weken gehad hebben, op een schaal van 0 (nooit) tot 3 (altijd).
Resultaten van het onderzoek: omega 3 vetzuren één van de vele factoren die een rol spelen bij depressie bij jongeren
In totaal hebben ruim 1400 adolescenten de vragenlijsten ingevuld. 995 daarvan hebben zowel op veertien- als zeventienjarige leeftijd beide vragenlijsten ingevuld, zodat het mogelijk was naar de effecten van het eetpatroon op depressieve klachten bij adolescenten op de langere termijn te kijken. Onder de adolescenten, die vergeleken met de 'gemiddelde adolescent' iets welvarender waren, bleken op zowel veertien- als zeventienjarige leeftijd al depressieve symptomen voor te komen, variërend van mild tot ernstig.
Wat betreft de relatie tussen de hoeveelheid omega 3 vetzuren in het dieet van de adolescenten en depressieve klachten kan gezegd worden dat er een significant verband tussen de inname van diverse vetzuren en de aanwezigheid van depressieve klachten leek te zijn. Hoe meer de adolescenten van de vetzuren binnengekregen hebben, hoe minder depressieve klachten zij hebben. Wanneer men echter ging controleren voor andere mogelijke invloeden, zoals calorie-inname en BMI, bleek het verband echter niet langer significant. Omega 3 vetzuren lijken dus wel een positief effect te hebben op depressieve klachten, maar er spelen nog veel meer factoren een rol bij depressieve klachten bij adolescenten.