Bevriezing bij de mens
Bevriezing van de mens komt voor wanneer de omgevingstemperatuur gedurende langere tijd erg laag is, waardoor de mens niet meer in staat is zichzelf warm te houden. Er zijn vijf soorten bevriezingen te onderscheiden.
Bevriezing
Een andere naam voor bevriezing is congelatio. Bevriezing is het ontstaan van weefselbeschadiging. Dit gebeurt wanneer de omgevingstemperatuur erg laag is gedurende lange tijd. Wanneer we in een koude omgeving terecht komen, is ons lichaam in staat zich warm te houden door extra warmt vrij te maken. Dit gebeurt door klappertanden en rillen. Spieren worden aangespannen waardoor er extra warmte vrij komt. Dit kan het lichaam echter niet gedurende lange tijd vol houden. Wanneer de koud te lang duurt, kunnen er bevriezingsverschijnselen optreden. In het lichaam treed dan schade aan de weefsels op.
Bevriezing aan de huid komt het meeste voor, maar ook de onderliggende weefsel, weefselvloeistoffen en bloed kan bevriezen. Hierbij kan er ook ijskristalvorming ontstaan.
Eerste-graadsbevriezing
Wanneer de huid lokaal een eerste-graadsbevriezing oploopt, is de huid wit of gelig van kleur. De huid geeft een tintelend en prikkend gevoel. Dit komt het meest voor in de winter aan handen, voeten en oren. Bijna ieder persoon heeft al eens een eerste-graadsbevriezing opgelopen. De huid is niet beschadigd en er vormen zich geen blaren bij een eerste-graadsbevriezing. Wel kan de huid stekend pijn doen.
Tweede-graadsbevriezing
Bij een tweede-graadsbevriezing ontstaan er blaren die oppervlakkig zijn. De huid verkleurt naar blauw-rood en is vlekkerig. Deze blaren treden meestal pas na enkele uren op. De blaren zijn gevuld met vocht of bloed. De huid doet stekend pijn. Deze vorm van bevriezing is vaak het meest pijnlijkst van alle bevriezingen.
Derde-graadsbevriezing
De blaren worden groter dan bij de tweede-graadsbevriezing en bevatten bloed. De huid en het onderhuids vetweefsel sterft af. De huid is gevoelloos. Men voelt geen pijn aan de huid. De huid kleurt van spierwit naar zwart-blauw.
Vierde-graadsbevriezing
Een vierde-graadsbevriezing wordt vaak aangeduid als een derde-graadsbevriezing. Het verschil tussen deze twee is echter dat bij een vierde-graadsbevriezing versterf van spieren, pezen en botten optreedt. De schaden aan weefsel ligt dus dieper.
Algemene bevriezing
Wanneer er sprake is van een algemene bevriezing, dan voelt het slachtoffer zich moe en wil slapen. Wanneer de bevriezing doorzet, zal dit overgaan in een vorm van schijndood. In deze periode is het slachtoffer nog te redden. De schijndood houdt vrij lang aan,maar wanneer het slachtoffer niet geholpen wordt, treedt de dood op.
Bhenadeling
Bij bevriezing mag de huid absoluut niet warm gewreven worden, omdat er dan meer schade aan de huid kan ontstaan. Zelfs niet bij een eerste-graadsbevriezing. Bij een eerste-graadsbevriezing is het voldoende om een warme ruimte binnen te stappen. Leg geen handen of voeten op de kachel maar zorg dat de omgevingstemperatuur lekker is. Wanneer handen en voeten gaan ontdooien, kan dit even een pijnlijk gevoel geven.
Bij blaren is het belangrijk om deze niet door te prikken. Dek ze af met een steriel verband en blijf er verder vanaf. Blaren genezen doorgaans vanzelf weer. Eventueel kan er pijnstillers worden ingenomen.
Ernstige bevriezingen moeten behandeld worden door gedurende 3 tot 4 minuten in een bad van 40 graden Celsius te gaan zitten, niet langer. Houdt alles goed steriel en dek ook nu blaren goed af. De arts kan bloedstollingswerende middelen toedienen. Verder kunnen met medicijnen de bloedvaten verwijd worden. Wanneer de bevriezing zo ernstig is dat er spieren en bot is afgestorven, zal er een amputatie moeten plaats vinden.