Patella luxaties - Knieschijf uit de kom
Tot op heden is er nog te weinig onderzoek gedaan naar een actief stabiliserend behandel protocol gericht op de instabiliteit die is ontstaan na een patella (knieschijf) luxatie (uit de kom). In dit artikel worden de componenten beschreven die van grote invloed kunnen zijn op de oorzaak en het herstel van patella luxaties.
Inleiding
Patella (knieschijf) luxaties (uit de kom) komen vaak voor bij jonge sporters en kunnen leiden tot pijn en instabiliteit van de knie. Volgens diverse wetenschappelijke onderzoeken zijn er verschillende factoren aanwezig die de kans op patella luxaties vergroten. Instabiliteit en de vergrote kans op laterale tracking kan worden veroorzaakt door een vergrote Q-hoek. Daarnaast zijn een patella alta, trochlea/patella dysplasie en musculaire dysplasie de voornaamste oorzaken voor het ontstaan van een patella luxatie. Tevens kunnen afwijkingen in de hamstrings, heup rotatoren en de iliotibiale band de laterale tracking en instabiliteit van de patella vergroten waardoor de kans op een luxatie wordt verhoogd.
Passieve stabiliserende componenten van de Patella
Er bestaan 2 componenten in de knie die invloed hebben op de mediolaterale bewegingen van de patella. De 1e component is de trochlea in combinatie met de buitenranden van de facies patellaris. De 2e component bestaat uit spieren, pezen en ligamenten. Verschillende onderzoeken hebben geconstateerd dat de patella het meest (passief) gestabiliseerd wordt doormiddel van de trochlea gedurende het grootste gedeelte van de patellofemorale beweging (20˚-120˚ flexie). Wanneer de knie tussen 0˚-20˚ en verder dan 120˚ geflecteerd is, is het retinaculum de grootste (passieve) stabiliserende component. Het mediale patellofemorale ligament (MPFL) is het belangrijkste gedeelte van het retinaculum die laterale verplaatsing van de patella voorkomt.
Vastus Medialis Obliquus
Aangezien spieren actief de patella in de trochlea proberen te houden, moet er nog altijd spieractiviteit nodig zijn om de mediolaterale verplaatsingen te sturen. Onderzoek toont aan dat de Vastus Medialis Obliquus (VMO) de belangrijkste actieve stabilisator is van de patella. Uit onderzoek blijkt dat bij 91% van de 557 onderzochte knieën een dysplasie ontdekt van de VMO. De VMO compenseert de laxiteit van de passieve stabilisatoren en controleert de bewegingsuitslagen van de patella. Verschillende studies hebben aangetoond dat VMO (m.quadriceps femoris) training een positief effect heeft op pijn, stabiliteit en hervatting van ADL activiteiten bij mensen met patellofemoraal pijnsyndroom (PFPS).
Verzwakte heup musculatuur
Uit verschillende onderzoeken wordt aangetoond dat verzwakking van de heup exorotatoren/abductoren en extensoren een verhoging van de Q-hoek met zich meebrengt. Een toename van 10˚ in de Q-hoek levert 45% meer druk op het laterale gedeelte van het patellofemorale gewricht. Hierdoor ontstaat er een vergrote laterale tracking van de patella. Dit betekent dat er meer krachten op de patella worden uitgeoefend en de kans op een (sub)luxatie toe kan nemen. Steeds vaker ziet men bij jonge sporters (en voornamelijk bij jonge meiden) dat instabiliteit en anterieure knie pijn gepaard gaat met een insufficiëntie van de heup exorotatoren/abductoren en extensoren. Als de patella geluxeerd is, wordt de kans op een recidief hierdoor verhoogd. Uit onderzoek wordt gesuggereerd dat het versterken van heup abductoren/exorotatoren in combinatie met het versterken van de m.quadriceps femoris (in vergelijking met alleen m.quadriceps femoris training), een verbetering in pijn en functionele dynamische activiteiten bij mensen met patellofemoraal pijnsyndroom kan opleveren.
Behandeling na Patella Luxatie
Op dit moment bestaat er geen duidelijkheid of recidiverende (sub)luxaties van de patella operatief al dan niet conservatief behandeld moeten worden. Orthopedische specialisten kiezen vaak, na een primaire luxatie van de patella, voor een conservatieve aanpak voor het herstel van de patiënt. Conservatieve therapie bestaat vaak uit het dragen van een brace/spalk in de 1e fase van herstel. In de latere fase zal over worden gegaan op Fysiotherapie waarbij het hervatten van alledaagse activiteiten (zoals huishoudelijke werkzaamheden, andere vormen van werk, sport, etc.) de prioriteit zal hebben. Fysiotherapie zal voornamelijk bestaan uit het behandelen van de dysfuncties die hier boven zijn beschreven.
Lees verder
Reactie
Paul, 21-05-2014
Mijn zoon is 11 jaar en heeft aflopen zondag tijdens een voetbaltoernooi een Patelle Luxaties opgelopen en waarbij ook zijn pezen waren door gescheurd en ook een botbreukje in zijn knieschijf heeft opgelopen… (Operatie is volgens de chirurgen goed verlopen… de pezen zijn weer aan elkaar gehecht en botbreukje is ook herstelt). Zal hij nog volledig kunnen herstellen van zijn ongeluk en weer kunnen voetballen wat zijn passie is? Of blijft dit ongeluk zijn levenlang een zwakke plek?
MvG Paul
Reactie infoteur, 21-05-2014
Hoi Paul,
Op dit moment is zijn blessure een zwakke plek. Maar als de doktoren zeggen dat de operatie goed is gegaan en alles weer aan elkaar zit, is het van belang (wanneer dit kan) om zo snel mogelijk fysiotherapie te gaan volgen. Het is de bedoeling dat jou zoon niet angstig wordt om te gaan voetballen. Daarnaast moet zijn kracht, stabiliteit en balgevoel zo snel mogelijk weer op een goed niveau zijn om te kunnen voetballen.
Ga er van uit (en zeker op zijn leeftijd) dat het helemaal goed gaat komen.
TIP: wees als ouder zelf niet te voorzichtig, wanneer je dit laat merken aan je zoon zal hij dit gedrag overnemen. Geef hem vertrouwen en zorg ervoor dat hij zelf ook weet dat alles goed gaat komen.