Struma (krop): opgezwollen of vergrote schildklier klachten
Een struma of krop is een vergrote schildklier en komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Bij een vergrote schildklier is er een zwelling in de hals zichtbaar. De schildklier is gelegen aan de voorkant van de hals, achter de adamsappel. Het ligt vlak voor de luchtpijp en het heeft een rechter-en een linkerkwab, die met elkaar verbonden zijn door een smalle band van schildklierweefsel. Het heeft ruwweg de vorm van een vlinder. Een normale schildklier is gewoonlijk niet te zien of te voelen. Als de schildklier is vergroot, veroorzaakt het een zwelling in de nek die men kan waarnemen - een struma, ook wel 'krop' genoemd. Welke klachten gaan hiermee gepaard en wat kun je eraan doen?
Wat is een struma?
Een struma is een vergrote schildklier. Het heet ook wel een krop. Bij struma is de
schildklier vergroot of opgezwollen, wat zichtbaar is als een zwelling in de hals. Deze zwelling kan variëren van een minuscuul knobbeltje tot een gezwel die zo groot is als een
grapefruit.
Functie van de schildklier
De schildklier maakt schildklierhormonen - genaamd thyroxine (T4) en triiodothyronine (T3). Deze hormonen reguleren de stofwisseling. Veel cellen en weefsels in het lichaam hebben deze hormonen nodig om goed te functioneren.
Betekenis van 'struma'
De term 'struma' is afgeleid van het Latijnse woord strūma, wat 'gezwel' of 'tumor' betekent. In de oorspronkelijke context verwees het woord naar elke vorm van zwelling of verdikking, maar in de medische wereld heeft het uiteindelijk een specifieke betekenis gekregen: een vergrote schildklier. Deze etymologische wortels wijzen erop dat de term al heel lang in gebruik is, wat illustreert hoe oude medische beschrijvingen hun weg hebben gevonden naar de moderne medische terminologie.
Het woord strūma zelf is waarschijnlijk verwant aan het Proto-Indo-Europese wortelwoord ster- of streu- dat 'uitrekken' of 'opzwellen' betekent. Hierdoor zien we dat de oorsprong van het woord nauw verband houdt met het fysieke kenmerk van de aandoening, namelijk een zwelling of vergroting in het lichaam.
Waar ligt je schildklier? /
Bron: Arnavaz, Wikimedia Commons (Publiek domein)Anatomie en fysiologie van de schildklier in relatie tot struma
Wat is de schildklier?
De schildklier, een vlindervormige klier onder in de hals, is essentieel voor het reguleren van ons metabolisme. Deze klier produceert de hormonen thyroxine (T4) en trijodothyronine (T3), die elk weefsel in het lichaam beïnvloeden door de stofwisseling te versnellen of te vertragen. De schildklier werkt samen met de hypofyse, die via het schildklierstimulerend hormoon (TSH) de productie en vrijlating van T3 en T4 reguleert.
De fysiologie van de schildklier en zijn rol in het lichaam
De schildklier haalt
jodium uit het bloed en zet dit om in schildklierhormonen. T3 en T4 hebben invloed op het energieverbruik, de lichaamstemperatuur en de hartslag. Bovendien spelen ze een cruciale rol in de hersenontwikkeling en het behoud van een goede huid, haar en nagelkwaliteit. De schildklier is daarmee een van de meest essentiële onderdelen van het endocriene systeem.
Wat is struma?
Struma is een zichtbare vergroting van de schildklier, die kan ontstaan door een tekort of een teveel aan schildklierhormonen. Hoewel een vergrote schildklier vaak pijnloos is, kan deze in ernstigere gevallen ademhalings- en slikproblemen veroorzaken. Struma komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en is vaak gerelateerd aan jodiumtekort, maar kan ook optreden door auto-immuunziekten, zoals de ziekte van Graves of Hashimoto.
Anatomische veranderingen bij struma
Bij struma verandert de grootte en vorm van de schildklier. Dit kan variëren van een diffuse vergroting, waarbij de hele schildklier gelijkmatig groter wordt, tot nodulaire vergrotingen, waarbij knobbeltjes in de schildklier ontstaan. Diffuse struma wordt vaak geassocieerd met jodiumtekort, terwijl nodulaire struma vaker voorkomt bij schildklierafwijkingen of auto-immuunziekten.
Hoe beïnvloedt struma de fysiologie van de schildklier?
Struma kan de hormoonproductie verstoren. Bij hypothyreoïde struma produceert de schildklier te weinig hormonen, waardoor vermoeidheid, gewichtstoename en koude-intolerantie ontstaan. Hyperthyreoïde struma daarentegen leidt tot overproductie van hormonen, wat zorgt voor symptomen als gewichtsverlies, hartkloppingen en zweten. Deze disbalans kan door de hypofyse worden opgemerkt, waardoor deze meer of minder TSH produceert om de hormoonspiegels te stabiliseren.
De rol van jodium bij struma
Jodium is een essentiële bouwsteen voor schildklierhormonen. Bij onvoldoende inname kan de schildklier onvoldoende hormonen produceren, wat leidt tot een vergrote schildklier als compenserend mechanisme. Jodiumtekort komt vooral voor in gebieden waar de bodem van nature weinig jodium bevat, en kan worden tegengegaan door jodiumverrijkte voeding of supplementen.
Soorten struma
Struma komt in vele vormen voor, elk met zijn eigen oorzaken en kenmerken. De term 'struma' zelf is eigenlijk een overkoepelende term die simpelweg een vergrote schildklier betekent, maar de manier waarop die vergroting zich manifesteert kan sterk verschillen. Er zijn namelijk twee belangrijke verschijningsvormen van struma:
- Diffuse zwelling: Dit type struma houdt in dat de schildklier gelijkmatig vergroot is. De hele schildklier wordt groter zonder dat er duidelijke knobbels of afwijkingen zichtbaar zijn. Dit kan bijvoorbeeld optreden door een jodiumtekort, waardoor de schildklier harder moet werken om voldoende hormonen te produceren. Het lichaam probeert deze inspanning te compenseren door de schildklier te laten groeien, wat leidt tot een diffuse, gelijkmatige zwelling.
- Nodulaire zwelling: Bij deze vorm van struma ontstaan er knobbels in de schildklier. Deze kunnen enkele knobbels zijn (‘solitair’) of meerdere (‘multinodulair’). Nodulaire struma kan een gevolg zijn van veranderingen in de schildkliercellen, die ervoor zorgen dat bepaalde delen van de klier sneller groeien dan andere. Deze knobbels kunnen goedaardig zijn, maar in sommige gevallen is verder onderzoek nodig om kwaadaardigheid uit te sluiten. Knobbels in de schildklier zijn vaak voelbaar en kunnen ook zichtbaar zijn als een zwelling in de hals.
Naast deze twee hoofdvormen zijn er nog verschillende andere manieren waarop struma kan ontstaan. Zo kan het een gevolg zijn van een auto-immuunziekte, zoals de ziekte van Hashimoto of de ziekte van Graves. Hashimoto leidt bijvoorbeeld vaak tot een ontstoken schildklier die aanvankelijk vergroot kan zijn, terwijl bij de ziekte van Graves juist een diffuse vergroting van de schildklier optreedt door overmatige stimulatie door het immuunsysteem.
Het type struma dat iemand ontwikkelt, is vaak afhankelijk van een combinatie van genetische aanleg, omgevingsfactoren (zoals jodiuminname), en andere medische omstandigheden. Hoewel struma vaak pijnloos is, kan het wel een gevoel van druk of ongemak in de hals veroorzaken, vooral als de zwelling groot wordt. Soms leidt een vergrote schildklier ook tot problemen met slikken of ademhalen, afhankelijk van de omvang en positie.
Epidemiologie van kropgezwel
Wat is kropgezwel?
Kropgezwel, ook bekend als struma, ontstaat door een vergroting van de schildklier. Dit kan optreden wanneer de schildklier groeit om de productie van schildklierhormonen te verhogen of te compenseren, vaak in reactie op een jodiumtekort of een schildklieraandoening. Wereldwijd zijn er duidelijke verschillen in het voorkomen van struma, beïnvloed door geslacht, leeftijd, geografie, klimaat en voedingspatronen.
Voorkomen bij mannen versus vrouwen
Struma treft vrouwen wereldwijd significant vaker dan mannen. De vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron spelen hierbij een rol, omdat zij de schildklier extra gevoelig kunnen maken. Wereldwijd blijkt dat vrouwen tot vijf keer meer kans hebben op struma dan mannen. In Nederland en België komt struma voor bij ongeveer 4% van de vrouwen en 1% van de mannen. Vooral bij vrouwen boven de 40 jaar en in de overgang stijgt de kans door hormonale veranderingen. Bij mannen zijn struma-gevallen minder frequent, maar grotere vergrotingen veroorzaken bij hen vaker slik- en ademhalingsproblemen door de anatomische verschillen in de halsstructuur.
Leeftijdsverschillen: kinderen versus volwassenen
Struma komt het meest voor bij volwassenen vanaf 40 jaar, maar ook kinderen zijn vatbaar, vooral in gebieden met jodiumtekorten. Kinderen met struma ontwikkelen deze vaak door een onbalans in de schildklierfunctie of als gevolg van auto-immuunziekten. In Nederland en België zijn dankzij jodiumverrijkte voeding gevallen van struma bij kinderen zeldzaam. In veel ontwikkelingslanden, waar voedselverrijking niet gebruikelijk is, kan tot 15% van de kinderen een vergrote schildklier ontwikkelen door een chronisch tekort aan jodium. Deze cijfers wijzen op de noodzaak van preventieve maatregelen in landen met jodiumarme bodems.
De invloed van klimaat en geografie op struma
Geografische en klimatologische factoren spelen een grote rol in de prevalentie van struma. In bergachtige gebieden, zoals de Alpen in Europa, de Andes in Zuid-Amerika, en de Himalaya in Azië, is de bodem arm aan jodium, wat de incidentie van struma aanzienlijk verhoogt. Zwitserland, Oostenrijk en delen van China en India rapporteren daarom een hoge prevalentie van struma door natuurlijke tekorten in bodem en water. Ook in koude klimaten, waar de schildklier harder werkt om de lichaamstemperatuur te reguleren, kan de schildklier in omvang toenemen, wat soms bijdraagt aan de ontwikkeling van kropgezwel.
Nederland en België hebben van nature jodiumarme bodems. Door voedselverrijkingsprogramma's is het aantal struma-gevallen afgenomen, maar gebieden met een lage beschikbaarheid van verrijkte voedingsmiddelen lopen nog altijd meer risico. In de Nederlandse overzeese gebiedsdelen, zoals de Caribische eilanden (bijvoorbeeld Aruba, Curaçao, en Sint Maarten), is de toegang tot verrijkte voeding soms beperkter, vooral in rurale en afgelegen delen. Hierdoor bestaat ook daar een verhoogd risico op struma, vooral in gebieden waar de bevolking een dieet volgt met minder toegang tot jodiumrijke voeding zoals vis, zeevruchten en verrijkte zouten. De overheid heeft de beschikbaarheid van jodiumverrijkte producten in deze gebieden verbeterd, maar in afgelegen delen blijft de prevalentie hoger.
Struma wereldwijd: geografische verschillen
Struma komt wereldwijd voor, maar met grote verschillen per regio. In ontwikkelingslanden zonder wijdverspreide toegang tot jodiumverrijkte voeding, zoals sommige delen van Afrika en Zuidoost-Azië, heeft 20-30% van de bevolking in bepaalde gebieden last van struma. In Europa, waar jodiumverrijking gangbaarder is, zien we lagere percentages, hoewel bepaalde gebieden in Oost-Europa en Rusland nog relatief hoge cijfers rapporteren. In Nederland en België bedraagt de prevalentie van struma rond de 1-5%, afhankelijk van leeftijd en geslacht. De Verenigde Staten, met een strikt beleid rondom jodiumverrijking, zien minder dan 5% van hun bevolking getroffen door struma.
In de Nederlandse overzeese gebiedsdelen ligt de prevalentie naar schatting iets hoger dan in Nederland, vooral onder vrouwen en kinderen in gebieden zonder brede toegang tot jodiumverrijkte voeding. Dit verschil maakt het extra belangrijk om preventieve maatregelen, zoals het stimuleren van jodiumrijke voedingsmiddelen, toe te passen in deze regio's.
Factoren die de ontwikkeling van struma beïnvloeden
Naast geografie, geslacht en leeftijd zijn er aanvullende factoren die het risico op struma vergroten. Jodiumtekort blijft de voornaamste oorzaak, maar auto-immuunziekten zoals de ziekte van Hashimoto en de ziekte van Graves spelen ook een rol. Daarnaast beïnvloeden voedingsfactoren, zoals het eten van grote hoeveelheden goitrogeen voedsel (bijvoorbeeld sojaproducten en kruisbloemige groenten zoals kool en broccoli), de kans op struma. Deze voedingsmiddelen verstoren de opname van jodium, wat problematisch kan zijn als er al een lichte jodiumdeficiëntie is. In de Nederlandse en Belgische voedingsgewoonten komt deze factor minder vaak voor, maar in andere delen van de wereld waar jodiumarm voedsel gangbaarder is, kan dit het risico verhogen.
Ook genetische aanleg beïnvloedt het risico op struma; familieleden van mensen met schildklieraandoeningen hebben een verhoogde kans op deze aandoening. In Nederland en België wordt genetische predispositie als een belangrijke factor beschouwd, hoewel het effect per individu sterk kan verschillen.
Vooruitzichten en preventie: jodiumverrijking als oplossing
Jodiumverrijking van zout en andere voedingsmiddelen blijft een van de meest effectieve maatregelen om struma te voorkomen. In Nederland en België heeft jodiumverrijking sinds de jaren ’50 een aanzienlijke vermindering in struma gevallen veroorzaakt. Wereldwijd zetten landen zoals Zwitserland en de Verenigde Staten ook vergelijkbare verrijkingsprogramma’s in om het aantal struma-gevallen te verminderen. In de Nederlandse overzeese gebiedsdelen ligt de focus eveneens op jodiumverrijking, vooral op eilanden en rurale gebieden waar de toegang tot gevarieerde voeding beperkt kan zijn. Hier bieden supplementen of verrijkte zouten een waardevolle preventieve maatregel.
In landen en regio's zonder toegang tot jodiumverrijkte voeding blijft preventie een uitdaging, en struma blijft daar een veelvoorkomend gezondheidsprobleem. De brede verschillen in geografie, klimaat, voeding en genetische aanleg maken kropgezwel tot een aandoening die wereldwijd variabel is. Dankzij jodiumverrijking, preventieve maatregelen en gerichte gezondheidszorg kunnen landen echter de incidentie van struma effectief verlagen, vooral bij risicogroepen zoals vrouwen, kinderen en bewoners van jodiumarme gebieden.
Oorzaken van een diffuse, gladde zwelling
Een diffuse, gladde zwelling van de schildklier betekent dat de hele schildklier groter is dan normaal en voelt aan als een egaal vergroot, soepel orgaan zonder knobbeltjes. Een vergrote schildklier ontstaat wanneer deze zich aanpast aan bepaalde omstandigheden, zoals veranderingen in hormoonproductie of de behoefte aan jodium. Er zijn verschillende oorzaken voor deze soort vergroting, waaronder auto-immuunziekten, ontstekingen en jodiumtekorten.
Ziekte van Graves
De ziekte van Graves, ook wel bekend als de ziekte van Graves-Basedow, is een auto-immuunziekte waarbij het immuunsysteem antilichamen aanmaakt die de schildklier stimuleren. Dit resulteert in
hyperthyroïdie (een overactieve schildklier), waarbij de schildklier overactief wordt en meer hormonen produceert dan nodig. Dit zorgt niet alleen voor een diffuse, gladde zwelling van de schildklier, maar ook voor symptomen zoals een versnelde hartslag, gewichtsverlies en nervositeit. De ziekte van Graves komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en manifesteert zich meestal tussen de leeftijd van 20 en 40 jaar.
Schildklierontsteking
Thyreoïditis verwijst naar een ontsteking van de schildklier, die kan leiden tot een tijdelijke of blijvende vergroting. Een virale infectie kan bijvoorbeeld leiden tot ‘virale thyreoïditis’, een vaak pijnlijke zwelling. Bij chronische vormen, zoals Hashimoto-thyreoïditis, kan de schildklierfunctie juist afnemen, wat leidt tot hypothyreoïdie (een
trage schildklier). Deze ontstekingen veroorzaken zwellingen als de schildklier zichzelf probeert te herstellen en kunnen soms fibrose (verharding van weefsel) veroorzaken wanneer de ontsteking aanhoudt.
Jodiumtekort
Een van de meest voorkomende oorzaken van een diffuse schildkliervergroting is een
jodiumtekort. De schildklier heeft jodium nodig om thyroxine (T4) en trijodothyronine (T3) aan te maken. Wanneer het lichaam onvoldoende jodium binnenkrijgt, moet de schildklier harder werken, wat tot vergroting leidt. Vooral tijdens periodes waarin het lichaam meer jodium nodig heeft, zoals zwangerschap, puberteit en de menopauze, kan een tekort zich manifesteren in een struma. Vrouwen zijn door hormonale factoren en de verhoogde behoefte aan jodium tijdens deze periodes extra vatbaar.
Medicijnen
Sommige medicijnen kunnen als bijwerking een vergroting van de schildklier veroorzaken. Lithium, dat veelal wordt voorgeschreven voor de behandeling van stemmingsstoornissen, beïnvloedt de schildklierfunctie en kan leiden tot hypothyreoïdie. Dit stimuleert de schildklier om in omvang toe te nemen. Ook amiodaron, een middel voor hartritmestoornissen, heeft bij langdurig gebruik invloed op de schildklier door zijn hoge jodiumgehalte en kan struma veroorzaken.
Erfelijke factoren
Erfelijkheid speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van struma. Genetische gevoeligheid voor schildklieraandoeningen maakt dat sommige mensen meer risico lopen op struma, vooral tijdens periodes waarin de schildklier meer hormonen produceert, zoals tijdens de puberteit of zwangerschap. Familiegeschiedenis van schildklieraandoeningen vergroot de kans op struma, zelfs wanneer de jodiuminname voldoende is. Deze genetische aanleg kan worden geactiveerd door omgevingsfactoren, zoals veranderingen in de gezondheidstoestand.
Oorzaken van een nodulair struma
Bij nodulair struma ontwikkelen zich een of meerdere knobbeltjes in de schildklier. Dit type struma kan bestaan uit een solitaire knobbel (enkelvoudige nodus) of meerdere knobbels (multinodulair struma). De knobbeltjes kunnen zowel goedaardig als kwaadaardig zijn, afhankelijk van de oorzaak en kenmerken van de nodus.
- Een cyste: Dit is een met vloeistof gevulde zak in de schildklier, vaak voelbaar als een zachte, beweeglijke massa. Cysten zijn meestal goedaardig en veroorzaken weinig symptomen, maar grotere cysten kunnen soms druk uitoefenen op omliggende structuren.
- Adenoom: Een goedaardige groei van schildkliercellen kan leiden tot een gezwel, of adenoom. Adenomen veroorzaken zelden symptomen, tenzij ze groot worden. Grote adenomen kunnen druk veroorzaken en zorgen voor slik- of ademhalingsproblemen, afhankelijk van hun positie in de schildklier.
- Kwaadaardige tumor: Schildklierkanker komt in verschillende vormen voor, zoals papillair en folliculair carcinoom. Hoewel zeldzaam, kan een schildklierknobbel soms kwaadaardig zijn. Deze tumoren groeien vaak langzaam en hebben een hoge kans op genezing wanneer ze vroeg worden ontdekt. Behandeling bestaat vaak uit chirurgie en radioactief jodium.
- Andere zeldzame oorzaken: Infecties, calcificaties, en genetische aandoeningen kunnen ook leiden tot knobbels in de schildklier. Deze knobbeltjes variëren in grootte en kunnen afhankelijk van hun aard symptomen veroorzaken, zoals pijn of druk in de keel.
Een vergrote schildklier wordt niet veroorzaakt door stress. Struma ontstaat door fysieke en chemische processen in het lichaam, zoals jodiumtekort, auto-immuunreacties of genetische aanleg. Bij elke vorm van vergroting is het essentieel om medische hulp in te schakelen voor een nauwkeurige diagnose en passende behandeling.
Sommige medicijnen vergroten het risico op een struma /
Bron: Stevepb, PixabayRisicofactoren
Iedereen kan in principe een struma of krop ontwikkelen, maar bepaalde factoren vergroten het risico aanzienlijk. Deze risicofactoren variëren van voedingsgewoonten en geografische ligging tot genetische aanleg en hormonale veranderingen. Hieronder een overzicht van de meest voorkomende risicofactoren die bijdragen aan de ontwikkeling van struma.
Een gebrek aan jodium in de voeding
Jodium is essentieel voor de productie van schildklierhormonen. Mensen die in gebieden wonen met een jodiumarme bodem en beperkte toegang tot jodiumverrijkte voedingsmiddelen of supplementen lopen een veel hoger risico op kropgezwel. Gebieden waar bergachtige of afgelegen regio's een jodiumarme bodem hebben, zoals delen van de Alpen en Himalaya, zien nog altijd een hoger aantal struma-gevallen. Een jodiumtekort dwingt de schildklier harder te werken om de nodige hormonen aan te maken, wat leidt tot vergroting. Jodiumverrijkte voeding heeft in veel westerse landen het aantal struma-gevallen sterk verminderd, maar in bepaalde delen van de wereld blijft jodiumtekort een belangrijke oorzaak van struma.
Geslacht
Vrouwen hebben aanzienlijk meer kans op
schildklieraandoeningen dan mannen. Dit maakt hen vatbaarder voor struma. Hormonale factoren, zoals oestrogeen en progesteron, spelen hierbij een rol en maken de schildklier gevoeliger voor veranderingen in de hormoonspiegels. Vrouwen, vooral tijdens bepaalde levensfasen zoals zwangerschap en menopauze, lopen daardoor een hoger risico op schildklierproblemen. Wereldwijd worden ongeveer 4 op de 5 struma-diagnoses bij vrouwen gesteld, wat duidt op een duidelijke geslachtsgebonden gevoeligheid.
Leeftijd
Naarmate mensen ouder worden, neemt het risico op struma toe. De aandoening komt het meest voor bij mensen ouder dan 40 jaar. Met de leeftijd verzwakt het immuunsysteem, wat de kans op auto-immuunziekten verhoogt en de schildklier vatbaarder maakt voor vergroting. Deze leeftijdsgebonden veranderingen in het endocriene systeem kunnen leiden tot zowel hypothyreoïdie als hyperthyreoïdie, waardoor struma vaker voorkomt in de oudere bevolking.
Medische geschiedenis
Een persoonlijke of familiegeschiedenis van auto-immuunziekten verhoogt het risico op schildklieraandoeningen en struma. Mensen met een familiegeschiedenis van bijvoorbeeld Hashimoto-thyreoïditis of de ziekte van Graves hebben een verhoogde kans op schildkliervergrotingen. Daarnaast verhoogt een voorgeschiedenis van schildklierproblemen, zoals thyroiditis of schildklierknobbels, de kans op een nieuwe vergroting. Erfelijke factoren spelen een aanzienlijke rol bij het bepalen van de gevoeligheid voor struma, vooral in gezinnen met een geschiedenis van endocriene of auto-immuunziekten.
Zwangerschap en overgang
Tijdens de zwangerschap en overgang neemt de kans op schildklierproblemen, en daarmee struma, toe. De hormonale schommelingen die bij deze levensfasen horen, beïnvloeden de schildklierfunctie en kunnen leiden tot vergroting. Tijdens de zwangerschap heeft het lichaam meer jodium nodig voor de foetale ontwikkeling en het behoud van de schildklierfunctie van de moeder. Bij een gebrek aan voldoende jodium kan de schildklier opzwellen. Hoewel de exacte redenen anno 2024 nog niet volledig duidelijk zijn, worden hormonale veranderingen gezien als een belangrijke trigger voor schildkliervergroting in deze periodes.
Bepaalde medicijnen
Sommige medicijnen verhogen het risico op een vergrote schildklier. Het psychiatrische medicijn lithium, dat veel wordt voorgeschreven voor bipolaire stoornissen, beïnvloedt de schildklierfunctie en kan leiden tot hypothyreoïdie, waardoor de schildklier in omvang toeneemt. Het hartmedicijn amiodaron, rijk aan jodium, kan eveneens de schildklierfunctie verstoren en leiden tot schildkliervergroting bij langdurig gebruik. Andere medicijnen, zoals immunosuppressiva en sommige chemotherapieën, beïnvloeden ook het endocriene systeem en kunnen de schildklier gevoelig maken voor vergroting.
Blootstelling aan straling
Stralingsblootstelling, vooral in het gebied rond de nek en borst, verhoogt het risico op schildklieraandoeningen en struma. Mensen die bestraling hebben ondergaan voor de behandeling van kanker in deze gebieden hebben een verhoogde kans op schildkliervergroting. Daarnaast kunnen blootstelling aan nucleaire incidenten, kernproeven, of werken in een nucleaire installatie het risico op schildklierproblemen aanzienlijk vergroten. Kinderen die tijdens hun jeugd aan hoge doses straling zijn blootgesteld, zoals bij de kernramp in Tsjernobyl, ontwikkelen vaker schildklierafwijkingen, waaronder struma en schildklierkanker, later in hun leven.
Onderzoek van de schildklier /
Bron: Istock.com/KatarzynaBialasiewiczSymptomen van een struma
Niet alle gevallen van struma of krop veroorzaken symptomen. Wanneer er symptomen optreden, kunnen deze bestaan uit:
- een zichtbare zwelling in de hals
- een strak gevoel in je keel
- hoesten
- heesheid
- moeite met slikken
- ademhalingsproblemen
- (normaal gesproken ) geen pijn
Zwelling van de schildklier
In veel gevallen zijn er geen symptomen, afgezien van het zwellen van de nek door het opzetten van de schildklier. De grootte van een struma kan variëren van zeer klein en nauwelijks merkbaar, tot zeer groot - soms wel ter grootte van een grapefruit. Gewoonlijk is een struma pijnloos. Toch kan een ontstoken schildklier (thyroïditis) gepaard gaan met pijn (
schildklierpijn).
Waaier aan symptomen
Als de schildklier te veel of te weinig hormonen aanmaakt, kan dit leiden tot een scala aan symptomen. Bij een struma als gevolg van een te snel werkende schildklier (
hyperthyreoïdie) kan de patiënt last krijgen van gewichtsafname, toegenomen eetlust, warme,
droge huid,
slapeloosheid, uitpuilende ogen en gejaagdheid. Struma kan ook de kop opsteken bij een schildklier die te traag werkt (
hypothyreoïdie), hetgeen zich uit in
vermoeidheid, gewichtstoename,
schilferige huid, spierzwakte, haaruitval, en een lager wordende stem.
Moeite met ademhalen of slikken
Een grote struma kan er druk ontstaan op de luchtpijp of zelfs de slokdarm achter de luchtpijp. Dit kan leiden tot moeilijkheden met ademhalen of
moeite met slikken.
Wanneer de huisarts raadplegen?
Een huisarts raadplegen is aan te raden wanneer er symptomen optreden die mogelijk wijzen op schildklierproblemen, zelfs als deze mild zijn. De huisarts kan de schildklier controleren, aanvullende onderzoeken aanvragen en een behandelplan opstellen indien nodig.
Symptomen waarbij je een huisarts kunt raadplegen
- Pijnloze, diffuse zwelling in de hals: Als je merkt dat je schildklier vergroot is zonder pijn, is het raadzaam om je huisarts te bezoeken. Een diffuse vergroting kan wijzen op jodiumtekort, milde schildklierontsteking, of andere schildklieraandoeningen.
- Milde ademhalings- of slikproblemen: Soms kan een vergrote schildklier lichte moeite met slikken of ademhalen veroorzaken. Hoewel het niet altijd ernstig is, is het verstandig om dit door een arts te laten beoordelen.
- Veranderingen in gewicht, energie of stemming: Symptomen zoals onverwacht gewichtsverlies of -toename, vermoeidheid, en stemmingswisselingen kunnen wijzen op een disbalans in schildklierhormonen. Dit kan wijzen op hypothyreoïdie (traag werkende schildklier) of hyperthyreoïdie (overactieve schildklier).
- Onregelmatige hartslag of hartkloppingen: Bij een overactieve schildklier kan de hartslag versnellen of onregelmatig worden. Raadpleeg je huisarts als je deze symptomen ervaart.
- Bekende schildklieraandoening in de familie: Een familiegeschiedenis van schildklierproblemen kan betekenen dat je zelf een verhoogd risico loopt. Het is dan verstandig om periodiek je schildklierfunctie te laten controleren, zelfs zonder symptomen.
Wanneer direct medische hulp inschakelen?
In sommige gevallen kan een vergrote schildklier of bijbehorende symptomen wijzen op een urgent medisch probleem. Bij ernstige of acute symptomen is snelle medische hulp noodzakelijk.
Symptomen waarbij je direct medische hulp moet inschakelen
- Ernstige ademhalings- of slikproblemen: Als de vergrote schildklier leidt tot aanzienlijke moeite met ademhalen of slikken, kan dit wijzen op compressie van de luchtpijp of slokdarm. Dit vereist onmiddellijke medische evaluatie.
- Plotselinge, hevige pijn in de hals of schildklier: Pijn in de schildklier die plotseling optreedt en hevig is, kan wijzen op een acute infectie of bloeding in een schildklierknobbel, wat snelle medische aandacht vraagt.
- Zeer snelle of onregelmatige hartslag met duizeligheid of flauwvallen: Bij ernstige hyperthyreoïdie kan een levensbedreigende aandoening ontstaan, genaamd een ‘thyreotoxische crisis’, waarbij de hartslag versnelt en onregelmatig wordt. Symptomen als duizeligheid, kortademigheid of flauwvallen vereisen directe medische hulp.
- Plotselinge zwelling na bestraling of blootstelling aan straling: Als je onlangs bent blootgesteld aan straling en een zwelling of vergroting van de schildklier ontwikkelt, kan dit wijzen op een acute reactie en vereist medische evaluatie.
- Oogproblemen bij een vergrote schildklier: Symptomen zoals uitpuilende ogen, wazig zien, of pijn achter de ogen in combinatie met een vergrote schildklier kunnen wijzen op de ziekte van Graves, vooral in een vergevorderd stadium, en moeten snel worden onderzocht.
Deze richtlijnen bieden een basis om symptomen van schildklierproblemen tijdig te herkennen. Een arts kan altijd een volledige evaluatie doen en verdere stappen adviseren om ernstige complicaties te voorkomen.
Onderzoek en diagnose van een opgezwollen schildklier
Bij een opgezwollen schildklier kan de huisarts een reeks onderzoeken uitvoeren om de omvang, vorm, functie en oorzaak van de zwelling vast te stellen. Deze onderzoeken zijn bedoeld om een helder beeld te krijgen van eventuele afwijkingen, zoals knobbels, ontstekingen of functionele stoornissen, en kunnen helpen om het juiste behandelplan op te stellen.
Lichamelijk onderzoek van de hals
De huisarts zal de nek zorgvuldig onderzoeken om de exacte omvang, vorm en textuur van de schildklier te beoordelen. Door lichte druk uit te oefenen op de hals kan de arts voelen of de schildklier diffuus vergroot is (zonder knobbels) of dat er knobbeltjes aanwezig zijn. Naast de schildklier worden ook de omliggende structuren, zoals de
lymfeklieren, onderzocht op zwelling of gevoeligheid. Gezwollen lymfeklieren kunnen duiden op een infectie of ontstekingsproces in de schildklier of elders in het lichaam. Tijdens dit onderzoek let de huisarts ook op algehele tekenen van schildklierdysfunctie, zoals een verhoogde hartslag, zweten, droge huid of andere zichtbare symptomen.
Bloedonderzoek /
Bron: WathanyuSowong/Shutterstock.com Bloedonderzoek
De huisarts kan een
bloedonderzoek aanvragen om inzicht te krijgen in de schildklierfunctie. Het bloedonderzoek richt zich vooral op het meten van het TSH-gehalte (Thyroïd Stimulerend Hormoon), dat een belangrijke rol speelt bij de aanmaak van schildklierhormonen. Een hoog TSH-gehalte kan wijzen op hypothyreoïdie (een traag werkende schildklier), terwijl een laag TSH-gehalte kan duiden op hyperthyreoïdie (een overactieve schildklier). Naast TSH kunnen ook de hormonen T3 (trijodothyronine) en T4 (thyroxine) worden gemeten om een vollediger beeld te krijgen van de schildklierfunctie en de precieze oorzaak van de zwelling te achterhalen. Dit onderzoek kan tevens wijzen op auto-immuunziekten, zoals de ziekte van Graves of Hashimoto-thyreoïditis, door specifieke antistoffen in het bloed op te sporen.
Radionuclide scan van de schildklier
Wanneer de bloedwaarden afwijkend zijn of er een knobbeltje in de schildklier wordt gevoeld, kan een nucleaire scan van de schildklier (radionuclide scan) worden uitgevoerd. Bij dit onderzoek wordt een kleine hoeveelheid radioactieve stof geïnjecteerd, die door de schildklier wordt opgenomen. Met een speciale camera wordt vervolgens de activiteit van de schildklier zichtbaar gemaakt. Deze scan kan laten zien of de schildklier als geheel te veel of te weinig actief is, of dat er specifieke delen zijn die overmatig actief zijn (zogenaamde 'warme knobbels') of juist niet actief zijn ('koude knobbels'). Dit onderzoek is vooral nuttig bij het vaststellen van hyperthyreoïdie en bij de evaluatie van de aard van schildklierknobbels.
Echografie van de schildklier
Een echografie kan worden uitgevoerd om de schildklier en omliggende structuren gedetailleerd in beeld te brengen. Met behulp van geluidsgolven kan de echografie bepalen of de schildklier gelijkmatig vergroot is of dat er knobbeltjes of cysten aanwezig zijn. Echografie helpt de arts ook om de grootte, dichtheid en samenstelling van de knobbels te beoordelen en kan vaak een eerste onderscheid maken tussen vaste massa's (mogelijke tumoren) en met vloeistof gevulde cysten. Dit onderzoek is pijnloos en levert direct beelden op voor evaluatie.
Punctie van de schildklier
Wanneer er een knobbeltje of zwelling aanwezig is dat mogelijk kwaadaardig kan zijn, kan een punctie worden uitgevoerd. Bij deze procedure wordt een dunne naald in de schildklier ingebracht om cellen uit de knobbel te verzamelen. Dit proces, ook bekend als fijne naald aspiratie (FNA), is relatief snel en kan meestal in de kliniek worden uitgevoerd. De verzamelde cellen worden onderzocht onder de microscoop om te bepalen of het weefsel goedaardig of kwaadaardig is. Dit onderzoek is van cruciaal belang voor het uitsluiten of bevestigen van schildklierkanker, vooral bij knobbels die op een echografie als verdacht worden beschouwd.
CT-scan of MRI-scan
In sommige gevallen kan de arts aanvullende beeldvorming, zoals een CT-scan of MRI-scan, adviseren. Dit wordt vooral gedaan bij grote schildklierzwellingen die zich naar de borstkas uitbreiden of bij verdenking op complexe tumoren. Deze scans bieden een gedetailleerd beeld van de schildklier en omliggende weefsels en kunnen helpen om de grootte en precieze ligging van de vergroting vast te stellen.
Behandeling van struma
De behandeling van struma is helemaal afgestemd op de oorzaak, ernst van de vergroting en eventuele symptomen die je ervaart. Soms is de vergroting van de schildklier mild en levert deze geen klachten op; dan volstaat observatie vaak. Maar als de schildklier wel klachten geeft, zijn er diverse behandelopties, van medicatie tot operatieve ingrepen en gespecialiseerde therapieën.
Observatie en monitoring
Bij milde struma zonder duidelijke symptomen kan een afwachtende aanpak passend zijn. Dit betekent dat de arts de grootte van je schildklier en eventuele veranderingen regelmatig controleert. Deze aanpak, ook wel "watchful waiting" genoemd, kan goed werken als de struma niet snel groeit en geen hinder veroorzaakt. Door jaarlijks of halfjaarlijks op controle te gaan voor een lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek, kan de arts vroegtijdig signaleren of behandeling alsnog nodig is.
Jodiumsuppletie bij jodiumtekort
Blijkt een jodiumtekort de oorzaak te zijn van je struma, dan kan de arts jodiumsupplementen of een dieet met meer jodium aanbevelen. Door jodiumrijk voedsel te eten – denk aan zeevis, zeewier en gejodeerd zout – kun je de schildklier soms weer op normale grootte krijgen of verdere groei voorkomen. Jodiumsuppletie helpt vooral mensen die in gebieden wonen waar de bodem jodiumarm is en het dieet weinig jodium bevat. Het is goed om te weten dat plotseling veel jodium innemen de schildklier even wat overactief kan maken, vooral bij ouderen, dus de inname gebeurt altijd onder begeleiding van je arts.
Medicatie voor schildklierstoornissen
Afhankelijk van de functie van je schildklier kan medicatie noodzakelijk zijn.
- Bij hypothyreoïdie (traag werkende schildklier): Bij een traag werkende schildklier kan de arts levothyroxine voorschrijven, een synthetisch hormoon dat de normale hormoonspiegels herstelt. Dit kan de grootte van de schildklier verkleinen door de overmatige schildklieractiviteit te verminderen.
- Bij hyperthyreoïdie (overactieve schildklier): Wanneer de schildklier te actief is, zoals bij de ziekte van Graves, worden vaak medicijnen voorgeschreven zoals methimazol of propylthiouracil om de productie van schildklierhormonen te remmen. Deze medicijnen helpen de schildklier te stabiliseren, waardoor de zwelling kan afnemen.
Radioactief jodiumtherapie
Radioactief jodiumtherapie is een veelgebruikte behandeling als de schildklier te actief is of als de vergroting niet met medicatie kan worden beheerst. Bij deze therapie neem je een kleine dosis radioactief jodium in, die de overactieve schildkliercellen vernietigt en de grootte van de schildklier kan verminderen. Deze behandeling wordt vaak gekozen bij hyperthyreoïdie en multinodulair struma. Het is veilig, maar niet geschikt voor zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
Chirurgische behandeling: schildklieroperatie (thyreoïdectomie)
Als de struma groot genoeg is om ademhalings- of slikproblemen te veroorzaken, kan de arts een operatie voorstellen om (een deel van) de schildklier te verwijderen. Bij een thyreoïdectomie verwijdert de chirurg een deel (subtotale thyreoïdectomie) of de gehele schildklier (totale thyreoïdectomie). Deze operatie wordt ook overwogen als de vergroting blijft groeien of bij verdenking van schildklierkanker. Na de operatie is het soms nodig om schildklierhormonen in pilvorm in te nemen. Dit is een beproefde en veilige procedure, maar een zorgvuldige voorbereiding en nazorg zijn nodig om mogelijke complicaties, zoals stembandproblemen, te voorkomen.
Punctie of injectie bij cysten en knobbels
Wanneer je struma knobbels of cysten bevat, kan de arts besluiten om met een dunne naald vloeistof af te tappen. Dit heet een punctie en kan de cyste verkleinen, wat vaak direct verlichting biedt. Bij cysten die vaker terugkomen, kan de arts kiezen voor een injectie met een scleroserend middel, zoals alcohol, om verdere groei van de cyste te voorkomen. Dit is een relatief kleine ingreep die meestal onder begeleiding van echografie wordt uitgevoerd.
Behandeling van onderliggende auto-immuunziekten
Als je struma te maken heeft met een auto-immuunziekte zoals de ziekte van Graves of Hashimoto-thyreoïditis, kan de arts naast schildklierspecifieke behandelingen ook kiezen voor immunosuppressieve therapieën zoals corticosteroïden. Deze therapieën kunnen ontstekingen in de schildklier verminderen en de symptomen van de auto-immuunreactie verlichten. Omdat deze medicijnen bijwerkingen kunnen hebben, worden ze meestal gecombineerd met andere schildklierbehandelingen.
Levensstijl en voedingsaanpassingen
Een gezonde levensstijl en evenwichtige voeding ondersteunen de gezondheid van je schildklier. Het aanvullen van jodium en selenium in je dieet helpt de schildklierfunctie stabiel te houden. Voedingsmiddelen zoals zeevis, zeewier, eieren en zuivelproducten bevatten natuurlijke bronnen van jodium en ondersteunen een gezonde schildklier. Voor mensen met hypothyreoïdie kan het beperken van goitrogeen voedsel, zoals kool, broccoli en soja, nuttig zijn omdat deze voedingsmiddelen de opname van jodium kunnen verminderen. Stressbeheersing en voldoende rust zijn daarnaast belangrijk voor een gezonde hormonale balans en kunnen bijdragen aan een optimaal functioneren van de schildklier.
Elke behandeling is uniek afgestemd op jouw situatie en oorzaak van struma. Samen met je arts en mogelijk een endocrinoloog kan een behandelplan worden opgesteld dat het best bij jou past en jouw welzijn op de lange termijn ondersteunt.
Prognose bij struma
De prognose voor struma hangt sterk af van de oorzaak, het type vergroting en de gekozen behandeling. Voor veel mensen met struma is de vooruitzicht positief, vooral bij vroege diagnose en behandeling. In de meeste gevallen kan struma goed worden beheerd, en veel mensen ervaren geen ernstige complicaties. Toch zijn er factoren die de prognose beïnvloeden, zoals de aanwezigheid van knobbels, auto-immuunziekten, of een erfelijke aanleg voor schildklieraandoeningen.
Milde struma zonder symptomen
Wanneer je een milde struma hebt zonder duidelijke symptomen, is de prognose over het algemeen uitstekend. Bij regelmatige controles en monitoring kan je schildklierfunctie worden bewaakt en blijft de vergroting vaak stabiel zonder behandeling. Volgens schattingen blijft ongeveer 70% van de mensen met een milde struma zonder symptomen gedurende lange tijd klachtenvrij. Deze vorm van struma komt vooral voor bij ouderen en bij mensen in gebieden met een lichte jodiumtekort. Indien nodig kan suppletie met jodium de groei van de schildklier onder controle houden.
Jodiumtekort en aanvulling
Bij struma door een jodiumtekort kan de prognose sterk verbeteren door tijdige jodiumsuppletie. Wanneer je op tijd begint met jodiumrijke voeding of supplementen, kan de schildklier vaak weer op normale grootte komen, vooral bij jonge mensen. Wereldwijd is ongeveer 25% van de schildkliervergrotingen gerelateerd aan jodiumtekort, en in gebieden waar jodium aan voedsel wordt toegevoegd, zoals Europa en de VS, is de prevalentie van jodiumgerelateerde struma afgenomen met meer dan 90% sinds de jaren ’50. Dit betekent dat als je in een gebied woont waar voldoende jodium beschikbaar is, je kans op struma door jodiumtekort aanzienlijk lager is.
Struma door hyperthyreoïdie of hypothyreoïdie
De prognose bij struma als gevolg van een schildklierdisfunctie, zoals hyperthyreoïdie (overactieve schildklier) of hypothyreoïdie (traag werkende schildklier), is afhankelijk van de mate waarin de hormonen weer in balans kunnen worden gebracht. Wanneer je medicijnen gebruikt om de schildklierfunctie te stabiliseren, bijvoorbeeld methimazol bij hyperthyreoïdie of levothyroxine bij hypothyreoïdie, is de kans groot dat de struma afneemt of stabiel blijft. In ongeveer 80% van de gevallen stabiliseert de schildklier en verbetert de prognose aanzienlijk. Toch kunnen sommige mensen met hyperthyreoïdie last krijgen van recidiverende problemen, vooral als een auto-immuunziekte, zoals de ziekte van Graves, de onderliggende oorzaak is.
Auto-immuungerelateerde struma
Wanneer struma wordt veroorzaakt door een auto-immuunziekte zoals de ziekte van Graves of Hashimoto-thyreoïditis, kan de prognose wat variëren. Deze aandoeningen leiden vaak tot chronische schildkliervergroting en kunnen zowel hyperthyreoïdie als hypothyreoïdie veroorzaken. De ziekte van Graves kan met medicatie, radioactief jodium of chirurgie vaak goed worden beheerd, en bij ongeveer 60-70% van de mensen wordt de aandoening stabiel na behandeling. Bij Hashimoto is de struma meestal goedaardig, maar de schildklierfunctie kan langzaam achteruitgaan, wat regelmatige medicatie noodzakelijk maakt. De prognose blijft echter gunstig wanneer je consistent je medicatie volgt en op controle gaat.
Nodulair struma en risico op kwaadaardigheid
Bij nodulair struma, waarbij zich knobbeltjes in de schildklier vormen, is het risico op kwaadaardigheid aanwezig, maar klein. Slechts ongeveer 5% van de schildklierknobbels blijkt kwaadaardig. Als je een nodulair struma hebt, kan de arts een punctie voorstellen om het risico in te schatten. De meeste knobbeltjes blijven goedaardig en vereisen geen agressieve behandeling. Voor goedaardige knobbels die hinder veroorzaken, zijn er opties zoals radioactief jodium of een punctie. Dankzij verbeterde diagnostiek is de vijfjaarsoverleving bij schildklierkanker hoger dan 98%, wat betekent dat zelfs bij een kwaadaardige knobbel de prognose vaak goed is, zeker bij vroege detectie.
Langetermijnperspectief en preventie
Het langetermijnperspectief voor struma is meestal positief, vooral als je de behandeling volgt en regelmatig op controle gaat. Bij ongeveer 85% van de mensen stabiliseert de struma na behandeling, en bij velen neemt de grootte van de schildklier af. Preventie speelt ook een belangrijke rol. In Nederland en veel andere landen wordt jodium preventief toegevoegd aan zout en brood, waardoor de prevalentie van jodiumgerelateerde struma sterk is gedaald. Daarnaast helpen gezonde leefstijlkeuzes, zoals voldoende rust en het vermijden van overmatige stress, de schildkliergezondheid te ondersteunen.
Complicaties van een vergrote schildklier
Struma kan, afhankelijk van de oorzaak en ernst, complicaties veroorzaken die invloed hebben op verschillende aspecten van je gezondheid. In de meeste gevallen verloopt struma zonder ernstige gevolgen, maar bij een sterk vergrote schildklier of bijkomende schildklieraandoeningen kan er sprake zijn van fysieke klachten of gezondheidsrisico's.
Ademhalings- en slikproblemen
Bij een grote struma kan de schildklier druk uitoefenen op de luchtpijp en slokdarm. Dit kan leiden tot ademhalingsproblemen, zoals kortademigheid of een benauwd gevoel, vooral bij het liggen. Soms ontstaat er een chronische hoest door irritatie van de luchtwegen. Bij slikproblemen merk je mogelijk dat je moeite hebt om voedsel of drank door te slikken. Deze complicaties komen vooral voor bij struma die groot genoeg is om omliggende structuren in de hals te verdringen.
Compressorische struma en mediastinale uitbreiding
Wanneer de struma naar beneden groeit richting de borstkas, ontstaat een ‘compressorische struma’. Hierbij kan de struma omliggende structuren in het mediastinum (het gebied tussen de longen) samendrukken, wat de ademhaling en bloeddoorstroming naar het hoofd kan verstoren. Dit kan leiden tot symptomen zoals duizeligheid, gezwollen halsaders en een verhoogde druk in het hoofd, vooral bij het tillen van de armen of diep ademhalen. Chirurgie kan dan nodig zijn om verdere complicaties te voorkomen.
Hyperthyreoïdie of hypothyreoïdie
Bij sommige mensen met struma ontstaat hyperthyreoïdie of hypothyreoïdie, vooral als de schildklierfunctionele knobbels ontwikkelt of een auto-immuunziekte zoals de ziekte van Graves of Hashimoto-thyreoïditis de oorzaak is. Hyperthyreoïdie kan leiden tot een verhoogde hartslag, nervositeit, gewichtsverlies en zweten. Hypothyreoïdie daarentegen kan symptomen veroorzaken zoals vermoeidheid, gewichtstoename, en depressieve gevoelens. Beide aandoeningen kunnen een aanzienlijke impact hebben op je algehele welzijn en vragen om regelmatige behandeling.
Hart- en vaatcomplicaties
Langdurige hyperthyreoïdie kan complicaties in het hart en vaatstelsel veroorzaken, waaronder een verhoogde hartslag (tachycardie), hartritmestoornissen (zoals boezemfibrilleren) en hoge bloeddruk. Deze complicaties verhogen het risico op hartziekten, waaronder hartfalen, en kunnen bij sommige mensen leiden tot een beroerte. Mensen met struma en een te snel werkende schildklier kunnen daarom een groter risico lopen op cardiovasculaire problemen, vooral zonder adequate behandeling.
Schildklierkanker
Hoewel de meeste vormen van struma goedaardig zijn, kan in zeldzame gevallen een knobbeltje kwaadaardig zijn. Slechts ongeveer 5% van de schildklierknobbels blijkt kwaadaardig, maar het risico op kanker neemt iets toe bij mensen met nodulair struma. Bij vroege detectie is de prognose voor schildklierkanker meestal goed, en de vijfjaarsoverleving is bij deze kanker hoger dan 98%. Toch is het belangrijk om knobbeltjes in de schildklier goed te laten onderzoeken om het risico op kanker uit te sluiten.
Thyreotoxische crisis
Bij ernstige hyperthyreoïdie kan er een zeldzame, maar levensbedreigende complicatie optreden: een thyreotoxische crisis, ook wel schildklierstorm genoemd. Hierbij komen er plotseling grote hoeveelheden schildklierhormonen vrij, wat kan leiden tot een snelle hartslag, hoge koorts, rusteloosheid, en verwardheid. Zonder onmiddellijke medische behandeling kan deze toestand fataal zijn. Deze complicatie komt vooral voor bij onbehandelde of slecht beheerde hyperthyreoïdie.
Hypothyreoïdie na behandeling
Na een behandeling met radioactief jodium of een operatie, kan de schildklierfunctie soms afnemen, wat leidt tot hypothyreoïdie. Dit vraagt om levenslange inname van schildklierhormoon in tabletvorm om een stabiele hormoonspiegel te behouden. Hypothyreoïdie is goed te behandelen met medicatie, maar vereist regelmatige bloedtesten om de dosis goed af te stemmen op je behoeften.
Veranderingen in stem en nervus recurrens verlamming
Een vergroting van de schildklier of een schildklieroperatie kan de zenuw die de stembanden aanstuurt (de nervus recurrens) beïnvloeden. Dit kan stemveranderingen veroorzaken, zoals heesheid of een zwakke stem, en in zeldzame gevallen kan tijdelijke of permanente verlamming van de stembanden optreden. Bij een vergroting of operatie waarbij de schildklier tegen de zenuw aandrukt, kan deze complicatie ontstaan. Dit vraagt vaak om logopedie of gespecialiseerde spraaktherapie om de stemfunctie te herstellen.
Emotionele en psychologische gevolgen
Struma en schildklierproblemen kunnen je mentaal welzijn beïnvloeden. Symptomen zoals vermoeidheid, stemmingswisselingen, prikkelbaarheid of depressieve gevoelens zijn niet ongewoon bij hormonale veranderingen. Het emotionele effect van struma, vooral als de vergroting zichtbaar is, kan onzekerheid veroorzaken en het zelfbeeld beïnvloeden. Mensen met struma kunnen hier baat hebben bij steun van familie en medische begeleiding om zich gesteund en begrepen te voelen.
Preventie van struma
Hoewel struma niet altijd te voorkomen is, kun je met een aantal maatregelen de gezondheid van je schildklier ondersteunen en de kans op vergroting verminderen. Een combinatie van voeding, leefstijlkeuzes en bewust omgaan met omgevingsfactoren kan helpen om de schildklier in balans te houden. Hier zijn bekende en minder bekende tips die bijdragen aan de preventie van struma.
Voldoende jodium in je voeding
De meest bekende en effectieve manier om struma door jodiumtekort te voorkomen, is door voldoende jodium in je dieet op te nemen. Jodium is essentieel voor de productie van schildklierhormonen, en een tekort kan de schildklier dwingen om in omvang toe te nemen om meer hormonen aan te maken. Rijke bronnen van jodium zijn zeevis, zeewier, eieren en gejodeerd zout. Zorg ervoor dat je voldoende jodiumrijke voeding eet, vooral als je in een gebied woont met jodiumarme bodem of als je een dieet volgt dat beperkt is in jodium (bijvoorbeeld veganistisch).
Selenium zit onder meer in knoflook /
Bron: Istock.com/Mallivan Eet voeding die rijk is aan selenium
Selenium speelt een belangrijke rol in de schildkliergezondheid, omdat het helpt bij de omzetting van schildklierhormonen en werkt als een antioxidant die de schildkliercellen beschermt tegen schade. Seleniumrijke voeding, zoals paranoten, zaden, vis en eieren, kan bijdragen aan een betere schildklierfunctie en de kans op vergroting verminderen. Paranoten zijn vooral een goede bron, maar één of twee noten per dag zijn al voldoende om je seleniumbehoefte te dekken. Een te hoge inname van selenium kan schadelijk zijn, dus hou het bij kleine hoeveelheden.
Let op met goitrogeen voedsel
Goitrogenen zijn stoffen in bepaalde voedingsmiddelen die de opname van jodium door de schildklier kunnen belemmeren. Deze stoffen komen voor in kruisbloemige groenten zoals kool, broccoli, spruitjes en bloemkool, en ook in soja. Hoewel deze groenten gezond zijn, kan een grote inname bij mensen met een lichte jodiumtekort de kans op struma verhogen. Stomen of koken vermindert de hoeveelheid goitrogenen in deze groenten, waardoor ze veiliger zijn voor mensen met een verhoogd risico op schildklierproblemen. Bij voldoende jodiuminname is goitrogeen voedsel meestal geen probleem.
Beperk blootstelling aan omgevingsgifstoffen
Sommige omgevingsstoffen kunnen de schildklier verstoren en bijdragen aan de kans op struma. Vermijd langdurige blootstelling aan pesticiden, zware metalen (zoals kwik en lood), en chemicaliën zoals bisfenol A (BPA) en ftalaten, die vaak voorkomen in plastic verpakkingen en huishoudelijke producten. Door te kiezen voor glazen verpakkingen, biologisch voedsel en natuurlijke schoonmaakmiddelen kun je de blootstelling aan deze gifstoffen verminderen en daarmee je schildklier beschermen.
Houd je stressniveau onder controle
Hoewel stress op zichzelf geen directe oorzaak is van struma, kan langdurige stress de hormonale balans in het lichaam verstoren en indirect de schildklier beïnvloeden. Door regelmatig te ontspannen, voldoende te slapen en ademhalingsoefeningen te doen, kun je stress verminderen en je hormonale balans ondersteunen. Chronische stress kan ook het immuunsysteem verzwakken, wat het risico op auto-immuunziekten (een belangrijke oorzaak van struma) kan vergroten.
Let op met dieetbeperkingen
Sommige restrictieve diëten, zoals veganistische of zeer zoutarme diëten, kunnen de jodiuminname verlagen, wat de kans op struma kan vergroten. Jodiumrijke plantaardige bronnen zijn schaars, dus als je veganistisch eet, kun je overwegen om gejodeerd zout of jodiumsupplementen te gebruiken om een tekort te voorkomen. Praat altijd met een arts of voedingsdeskundige voordat je supplementen inneemt, omdat een te hoge jodiuminname de schildklier kan overstimuleren.
Overweeg periodieke schildkliercontroles
Als schildklieraandoeningen of struma in je familie voorkomen, kan periodieke controle nuttig zijn. Door regelmatig je schildklierfunctie te laten testen (bijvoorbeeld door bloedonderzoek naar TSH, T3 en T4), kan een arts eventuele afwijkingen vroegtijdig opsporen. Dit maakt preventieve maatregelen mogelijk voordat er symptomen ontstaan of de schildklier vergroot raakt.
Vitamine D en immuunsysteemondersteuning
Vitamine D speelt een belangrijke rol in het immuunsysteem en kan bijdragen aan het voorkomen van auto-immuunziekten, waaronder Hashimoto-thyreoïditis en de ziekte van Graves. Door voldoende vitamine D binnen te krijgen, bijvoorbeeld via zonlicht of supplementen, ondersteun je je immuunsysteem en verlaag je mogelijk het risico op auto-immuunziekten die de schildklier kunnen aantasten. Een vitamine D-tekort komt vaak voor in noordelijke klimaten, vooral in de winter, dus het kan zinvol zijn om dit met je arts te bespreken.
Gezond gewicht en fysieke activiteit
Overgewicht kan de schildklierfunctie verstoren en de kans op schildklieraandoeningen verhogen. Door een gezond gewicht te behouden en regelmatig te bewegen, verbeter je niet alleen je algehele gezondheid, maar verlaag je ook het risico op schildklierproblemen. Lichamelijke activiteit stimuleert de doorbloeding en kan helpen om hormonen beter in balans te houden, wat gunstig is voor de schildklierfunctie.
Lees verder