Bloedonderzoek: soorten bloedtesten & waarden bloedonderzoek
Bloedonderzoek waarden zijn afhankelijk van wat onderzocht wordt. Bloedonderzoek of bloedafname gebeurt vaak op aanvraag van de huisarts of specialist. Bloedonderzoek is één van de meest uitgevoerde medische onderzoeken. Er zijn ontzettend veel soorten bloedtesten. De meest voorkomende bloedtesten of bloedonderzoeken zijn om te zien of er ontstekingen zijn (BSE of bezinking), om vast te stellen of er een ontsteking is en hoe ernstig deze is (CRP), een Hb-test om een algemene indruk van je gezondheid te krijgen en om te bepalen of er sprake is van bloedarmoede, een onderzoek naar je bloedsuikerspiegel (glucose bloedtest), het testen van de werking van de schildklier (T4) en een onderzoek naar eventuele afwijkingen van de prostaat (de PSA-waarde).
Bloedafname voor bloedonderzoek /
Bron: Istock.com/anna1311Bloedonderzoek in vogelvlucht
- Doelgericht: Bloedonderzoek kan belangrijke informatie over je gezondheidstoestand en ziekterisico's onthullen.
- Markers van gezondheid: Verschillende parameters zoals bloedcellen, leverenzymen en lipidenprofiel kunnen worden geanalyseerd.
- Detectie van aandoeningen: Bloedwaarden kunnen wijzen op diabetes, hartaandoeningen, anemie en meer.
- Immuunsysteem: Witte bloedcellen laten zien hoe goed jet lichaam infecties bestrijdt.
- Nutriëntstatus: Niveaus van ijzer, vitamines en mineralen helpen bij beoordelen van je voedingsstatus.
- Nier- en leverfunctie: Creatinine en bilirubine geven inzicht in je orgaanfunctionaliteit.
- Ontsteking: Verhoogde ontstekingsmarkers zijn indicatoren van infecties of ontstekingsziekten.
- Cholesterol: Lipidenprofiel toont je risico op hart- en vaatziekten.
- Bloedstolling: Protrombinetijd en bloedplaatjes meten stollingscapaciteit.
- Opvolging: Periodieke bloedonderzoeken kunnen veranderingen volgen die in de loop van de tijd optreden.
Bloedonderzoek (waarden)
Medisch onderzoek
Bloedonderzoek –ook wel bekend als bloedprikken of bloedafname– gebeurt vaak op aanvraag van de huisarts of specialist. Bloedonderzoek is één van de meest uitgevoerde medische onderzoeken. Hiertoe worden met een holle naald één of meer buisjes bloed. Het afgenomen bloed wordt daarna in het laboratorium onderzocht en (de uitslag) vergeleken met een aantal standaard bloedwaarden, zogeheten 'normaalwaarden'.
Wanneer is bloedonderzoek nodig?
Bloedonderzoek wordt in de volgende gevallen aangevraagd:
- wanneer de huisarts of specialist vermoedt dat er sprake is van een aandoening of ziekte;
- om het verloop van de ziekte en het effect van de behandeling te bepalen;
- preventief bloedonderzoek ter bepaling van je gezondheidsstatus.
17-Hydroxyprogesteron
In Nederland worden naar schatting jaarlijks 15 tot 20 kinderen geboren met het adrenogenitaal syndroom (AGS), een aangeboren afwijking van de hormoonproductie in de bijnieren. Driekwart van deze pasgeboren kinderen heeft al gedurende de eerste levensweken kans op ernstig zoutverlies en een bijniercrisis of Addison crisis als gevolg van een tekort aan aldosteron en cortisol. Zo'n crisis uit zich in klachten van misselijkheid,
braken en
buikpijn, en vervolgens ontstaat er een levensbedreigende situatie van
lage bloeddruk, lage bloedsuikers, mineraalstoornissen en coma. Voor de kinderen met dit syndroom is vroege opsporing en behandeling van kardinaal belang. Deze screening wordt gedaan door middel van de hielprik. Met een hielprik wordt het gehalte van het hormoon 17 hydroxyprogesteron (dat onder andere in de bijnieren wordt gemaakt) in het bloed gemeten.
Bloedonderzoek waarden: ACE
ACE is een afkorting van Angiotensin Converting Enzyme, een eiwit of enzym dat de bloeddruk reguleert. Het ACE niveau kan verhoogd zijn bij een scala van aandoeningen: sarcoïdose, primaire biliaire cirrose (waarbij de kleine galkanaaltjes in de lever chronisch ontstoken zijn),
alcoholische leverziekte, hyperparathyroïdie (abnormaal verhoogde productie en afgifte van bijschildklierhormonen),
hyperthyreoïdie (overactieve schildklier),
diabetes, multipel myeloom (een vorm van
beenmergkanker),
longziekte, amyloïdose (de verzamelnaam voor ziekten veroorzaakt door abnormale neerslag van eiwitten in weefsels en organen), ziekte van Gaucher (een erfelijke stofwisselingsziekte) en lepra.
Hypofyse /
Bron: Tefi/Shutterstock.comBloedonderzoek waarden: ACTH
ACTH is een afkorting voor adrenocorticotroop hormoon, hetgeen letterlijk bijnierschorsstimulerend hormoon betekent. Het wordt ook wel corticotropine genoemd. ACTH stimuleert de bijnieren om het stresshormoon cortisol aan te maken en wordt geproduceerd door het voorste deel van de hypofyseklier in de hersenen. ACTH wordt bepaald om op stoornissen in de hypofyse of op aandoeningen aan de bijnier, zoals de ziekte van Addison of het
syndroom van Cushing, te testen. Het syndroom van Cushing is een hormoonaandoening die wordt gekenmerkt door een verhoogd gehalte aan bijnierschorshormoon in het bloed.
Bloedonderzoek waarden: ADH
Het antidiuretisch hormoon (ADH), ook bekend als vasopressine, is een hormoon dat wordt geproduceerd in de hypothalamus. Het wordt aan de bloedbaan afgegeven door de hypofyse achterkwab. Het speelt een rol bij de regulatie van water en vocht in het lichaam. ADH helpt om de optimale hoeveelheid water in het lichaam te behouden. Een ADH-tekort wordt
diabetes insipidus genoemd en hierbij zijn de nieren niet in staat vocht vast te houden. Een tekort aan antidiuretisch hormoon kan onder meer worden veroorzaakt door hersenletsel, een tumor of sarcoïdose, een ziekte waarbij spontaan ontstekingen ontstaan in verschillende organen van het lichaam. Diabetes insipidus kan goed met medicijnen worden behandeld.
ALAT
ALAT (alanine-aminotransferase) is een enzym dat vooral in de levercellen voorkomt. Het meten van ALAT en het andere leverenzym aspartaataminotransferase (ASAT, zie onder) kan
leverschade aantonen. Beschadigde levercellen lekken ALAT naar de bloedbaan, als gevolg waarvan er een verhoogd ALAT-gehalte in het bloed ontstaat. De concentratie ASAT en ALAT geven daarnaast een indicatie van het type beschadiging.
Albumine
Wat is het?
De
lever maakt albumine aan, een essentieel eiwit dat in het bloed circuleert. Het albuminegehalte kan te laag zijn als er sprake is van ondervoeding of een leverziekte. Een laag albumine-niveau kan echter ook een aanwijzing zijn van een inflammatoire reactie, nefrotisch syndroom, overhydratie en andere medische aandoeningen, zoals afwijkingen aan de
nieren of
schildklier. Ook kan de voedingstoestand van een patiënt hiermee gemeten worden, maar wel in combinatie met andere waarden. Bij
uitdroging (dehydratie) stijgt het albuminegehalte in het bloed.
Waarden om de voedingstoestand te bepalen
Bij het onderzoeken van de voedingstoestand zijn de volgende waarden van belang:
Overmatig alcoholgebruik /
Bron: Istock.com/Csaba DeliAlcohol
Alcohol wordt in de darm en in het bloed opgenomen. Een alcoholtest kan uitwijzen of er alcohol in je bloed is. Er bestaan ook een aantal laboratoriumtesten waarmee middels bloedonderzoek langdurig alcoholgebruik aangetoond kan worden. De combinatie van Gamma-GT, CDT en MCV, kan zeer sterke aanwijzingen geven voor chronisch overmatig alcoholgebruik, indien alle waarden verhoogd zijn.
Aldosteron
Aldosteron is een steroïdhormoon dat wordt geproduceerd in de bijnier(schors). Dit hormoon speelt een rol bij het controleren van de bloeddruk en regelt de water en zout balans in het lichaam. Het vormt een onderdeel van het renine-angiotensine-aldosteron systeem, een hormonaal systeem dat de bloeddruk reguleert in het lichaam. Het staat in voor een stabiele bloeddruk.
Alkalische fosfatase
Alkalische fosfatase is een enzym dat fosfaatmoleculen van andere stoffen kan verwijderen zoals nucleotides, eiwitten etc. en dat zich in de lever bevindt, vooral in de galgangetjes. Bij aandoeningen die afsluiting of beschadiging van de galwegen tot gevolg hebben, is de spiegel van alkalische fosfatase verhoogd. Aangezien alkalische fosfatase ook in andere weefsels aanwezig, zoals de botten en de placenta, bevinden zich ook hoge concentraties alkalische fosfatase in het bloed bij een aandoening van de botten.
Alvleesklier /
Bron: Decade3d/Shutterstock.comAmylase
Amylase is een verteringsenzym dat aanwezig is in het
speeksel. Het enzym speelt een rol in de zetmeelafbraak en is daarmee een verteringsenzym. Het enzym speelt dus een rol in de vertering van voedsel. De activiteit van amylase in bloed wordt gemeten om te onderzoeken of de alvleesklier is beschadigd. Bij een
alvleesklierontsteking kan er bijvoorbeeld amylase in het bloed lekken. De
alvleesklier produceert ook nog andere belangrijke enzymen. Naast amylase zijn dat lipase en trypsine. Amylase zorgt zoals gezegd voor de vertering van koolhydraten, lipase zorgt voor de vertering van vetten en trypsine zorgt voor de vertering van eiwitten.
ASAT
ASAT staat voor 'aspartaataminotransferase' en dit is een enzym dat vooral voorkomt in het cytoplasma en mitochondriën van levercellen, maar het komt ook in dwarsgestreept spierweefsel voor: in hart- en skeletspieren. Toename in het bloed van dit enzym duidt op leverschade of schade aan spierweefsel, bijvoorbeeld het hart. Wanneer zowel ALAT (zie boven) als ASAT tezamen in verhoogde mate in het bloed aanwezig is, is de kans op leverschade zeer waarschijnlijk.
Bezinking | BSE
Bloedbezinking / bloedbezinkingssnelheid (BSE) is de snelheid (gemeten in mm/uur) waarmee de rode bloedcellen in een buisje bloed onder invloed van de zwaartekracht naar beneden zakken. Aan de hand van dit onderzoek kan bekeken worden of er sprake is van infecties (bacteriën, virussen), tumoren of auto-immuunziekten (
reuma). De BSE is niét specifiek en een afwijkende waarde geeft daarom alleen maar een indicatie dat er iets aan de hand is, maar het zegt niets over de oorzaak.
Bilirubine
De
leverfunctie kan mede onderzocht worden door het gehalte te bepalen van bijvoorbeeld
bilirubine (galkleurstof) in het bloed. de test kan gebruikt worden om te controleren op aandoeningen die vaak gepaard gaan met leverschade zoals
galstenen, hemolytische anemie en sikkelcelziekte.
Bloedgroep
Het menselijk bloed kent vier bloedgroepen, welke worden aangeduid met de letters en cijfer A, B, AB en 0, waarmee gerefereerd wordt aan een antigen, of proteïne, aan het oppervlakte van de rode bloedcellen. Daarnaast is elk bloedtype ingedeeld door een Rhesus factor (RH factor), waarmee gerefereerd wordt aan een ander type antigen of proteïne, dat zich aan het oppervlakte van de rode bloedcellen bevindt. Bloed is ofwel Rh positief (Rh+) ofwel Rh negatief (Rh-).
Calcium
Calcium is een mineraal dat je lichaam nodig heeft voor de opbouw van botten en tanden. Voorts speelt het een rol bij de bloedstolling, de zenuwimpulsoverdracht en bij iedere spierbeweging. Een calciumtest kan aangevraagd worden wanneer klachten wijzen op een te veel of een te weinig calcium in het bloed. De calciumtest kan ook aandoeningen opsporen die gepaard gaan met een verstoorde calciumhuishouding, zoals
nierfalen wat vaak een verlaagd calcium in het bloed geeft. Afwijkende calciumwaarden kunnen ook optreden bij onder meer schildklierziektes, darmziektes,
kanker en ondervoeding. De test kan ook dienen om te controleren of behandeling met calciumtabletten of vitamine D bij patiënten met een verstoord calciumpatroon effect sorteert. Ook wordt het calcium bepaald bij
botontkalking (osteoporose).
Longkanker /
Bron: Muratart/Shutterstock.comCEA
Carcino-Embryonaal-Antigeen (CEA) is een 'tumor geassocieerd' eiwit. Bij aanwijzingen op kanker of om een behandeling bij kanker op te volgen, kan dit type bloedonderzoek worden aangevraagd. Bij verschillende kankersoorten kan de CEA waarde in het bloed verhoogd zijn. Voorbeelden zijn
darmkanker,
borstkanker,
longkanker,
leverkanker en
alvleesklierkanker. Er zijn ook goedaardige aandoeningen waarbij CEA in het bloed verhoogd kan zijn, zoals ontstekingen in de darm of lever.
Cholesterol
Cholesterol is een zachte, lichtgele, vetachtige stof, die voorkomt in celwanden en membranen door het hele lichaam. Een verhoogd cholesterolgehalte geeft meer risico op het krijgen van
hart- en vaatziekten, zoals een
herseninfarct of een
hartinfarct.
Bloedonderzoek waarden: CK
Creatinekinase of CK is een belangrijk enzym in de energiehuishouding van de cel. Bij beschadiging van spiercellen komt het enzym in het bloed terecht en is middels bloedonderzoek een verhoging te meten. Er bestaan drie soorten creatinekinase:
- CK-MB (hartspier type), welke gemeten kan worden verdenking op een hartinfarct of schade aan de hartspier.;
- CK-MM (skeletspier type) bij spieraandoeningen; en
- CK-BB (hersenen type) bij hersenaandoeningen en sommige tumoren.
Cortisol
Cortisol is een corticosteroïde, een hormoon dat gemaakt wordt in de bijnierschors uit cholesterol, en heeft een regulerende werking op het metabolisme van glucose, proteïne en vetzuren. Daarnaast speelt het een rol bij het reguleren van je stemming, je immuunsysteem en ontstekingsreacties, je aderen en bloeddruk en het heeft een functie in de onderhoud van weefsels zoals het beendergestel, de spieren en de huid.
CRP
C-reactive protein (
CRP) wordt gemaakt in de lever en een paar uur na ontsteking wordt het verspreid in de bloedbaan. Het meten van het CRP kan een ontsteking of infectie aantonen of uitsluiten en er kan gecheckt worden of behandeling om de ontsteking te remmen aanslaat.
Erytrocyten
Erytrocyten (rode bloedlichaampjes) hebben als functie de zuurstoftoevoer naar lichaamsweefsels en de afvoer van koolstofdioxide. Bij sommige aandoeningen zoals sikkelcelanemie hebben de rode bloedcellen een andere vorm, bij aandoeningen als polycythemia worden er juist te veel erytrocyten gevormd en heel veel ziekten onder de verzamelnaam anemie of
bloedarmoede zijn het gevolg van een tekort aan erytrocyten.
Ferritine
Ferritine is een eiwit dat
ijzer kan opslaan in de lever en het beenmerg. Het bepalen van de hoeveelheid van dit eiwit geeft informatie over de ijzervoorraad in het lichaam en kan een teveel of tekort aan ijzer opsporen. Zo'n test wordt gedaan om de oorzaak van bloedarmoede op te sporen en een te hoog ferritinegehalte kan wijzen op
hemochromatose.
Foliumzuur
Foliumzuur of vitamine B11 is onder meer nodig voor de aanmaak van witte en rode bloedcellen en voor de werking van de zenuwen. Daarnaast is foliumzuur onmisbaar voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel van het ongeboren kind. Vaak wordt foliumzuur samen met vitamine B12 aangevraagd. Beide vitaminen zijn nodig voor het aanmaken en herstellen van cellen en weefsels. De stoffen worden opgenomen via de voeding en worden niet door het lichaam zelf aangemaakt.
Bloedonderzoek waarden: FSH
Het follikelstimulerend hormoon (FSH) is een geslachtshormoon. Het wordt gevormd in de hypofyse. Dit hormoon laat bij vrouwen eicellen rijpen en dat zorgt ervoor dat de
eierstokken het hormoon oestrogeen gaan aanmaken. Bij mannen stimuleert het hormoon de aanmaak van zaadcellen.
Glucose
Aan de hand van
bloedglucosewaarden kan gecontroleerd worden of de hoeveelheid glucose in het bloed binnen de toegestane grenzen ligt, kan diabetes wordt aangetoond en wordt het beloop van diabetes gevolgd c.q. gecontroleerd.
HbA1C
HbA1c is een gemiddelde waarde van de bloedglucosespiegel over de afgelopen 2 tot 3 maanden. Aan de hand hiervan kunnen bij diabetici de glucosewaarde over een langere periode gevolgd worden. Dit sluit schommelingen over de dag uit en geeft een langetermijnbeeld.
HDL
Het HDL cholesterol is het 'goede' cholesterol. Des te hoger de cholesterolwaarden van het HDL cholesterol, des te beter.
Hematocriet
Hematocriet is de verhouding tussen het volume van de rode bloedcellen (erytrocyten) en het totale bloedvolume. Hematocriet kan op kunstmatige wijze worden verhoogd door het gebruik van doping in de vorm van erytropoëtine (EPO). Te hoge of te lage hematocriet-waarden kan wijzen op een stoornis in de aanmaak en/of afbraak van rode bloedcellen.
Hemoglobine | Hb
Hemoglobine (afgekort als Hb) is eiwit dat de rode bloedcellen, en daarmee dus ook je bloed, rood kleurt. Het stofje zorgt ervoor dat dat zuurstof en (de afvalstof) kooldioxide in de rode bloedcel kan worden opgenomen. Het Hb-gehalte wordt bepaald om bloedarmoede of anemie uit te sluiten. Het bloedgehalte wordt uitgedrukt in het
hemoglobinegehalte oftewel het Hb.
IJzer | Fe
Ijzer is de belangrijkste bouwsteen van hemoglobine, wat zich in de rode bloedcellen bevindt. Onvoldoende opname van ijzer via het voedsel kan leiden tot een ijzergebreksanemie omdat er onvoldoende rode bloedcellen gevormd kunnen worden.
Bloedonderzoek waarden: INR
International Normalized Ratio (INR) is een maat voor de stollingstijd van bloed. Een INR van 1.0 is de normaalwaarde. Voor mensen die antistollingsmiddelen gebruiken wordt gestreefd naar grofweg een INR tussen de 2.0 en de 3.5.
Kalium | Ka
Kalium is een mineraal dat betrokken is bij de stofwisseling en diverse andere lichaamsfuncties. Samen met het mineraal
natrium (uit keukenzout) speelt het een rol bij het regelen van de bloeddruk en een goede vochthuishouding. Het gehalte aan kalium wordt bepaald om een hypokaliëmie (kaliumtekort) of hyperkaliëmie (kaliumoverschot) vast te stellen. Hyperkaliëmie kan door een nierziekte of door bepaalde medicijnen worden veroorzaakt. Hypokaliëmie kan ontstaan door overmatig verlies van kalium via de nieren. Dit kan gebeuren als gevolg van (aanhoudende) diarree, overgeven, overmatig zweten dof door gebruik van bepaalde plaspillen (diuretica).
Kreatinine
Kreatinine of creatinine is een afbraakproduct van creatinefosfaat in spierweefsel en wordt getest om de
nierfunctie te berekenen en om het beloop van een nierziekte te checken.
LDL
LDL cholesterol is zogenaamd 'slecht' cholesterol. LDL cholesterol verhoogt het het risico op hart- en vaatziekten.
Leukocyten
Wat zijn het?
De leukocyten zijn witte bloedcellen en vormen een deel van het menselijke afweersysteem (Immuunsysteem). Dit onderzoek kan worden aangevraagd om te beoordelen of iemand tekenen van infectie vertoont.
Leukocytendifferentiatie
Er zijn verschillende soorten leukocyten die in een test kunnen worden bepaald. Leukocyten differentiatie wijst op het uitsplitsen van de witte bloedcellen naar de verschillende (sub)typen en voor de verschillende typen infecties die moeten worden bestreden.
MCH
Mean corpuscular hemoglobine (MCH) verwijst naar de berekening van de hoeveelheid zuurstof vervoerend hemoglobine in de rode bloedcellen.
MCHC
Mean Corpuscular Hemoglobin Concentration (MCHC) de berekening van de hemoglobineconcentratie in rode bloedcellen. Dit geeft de arts informatie over de rode bloedcellen en over de verspreiding van zuurstof in het lichaam.
MCV
Mean Corpuscular Volume (MCV) is de gemiddelde grootte van rode bloedcellen, wat informatie verschaft over de oorzaak van bloedarmoede. Een te hoge MCV-waarde wordt gezien bij bloedarmoede door een
vitamine-B12 tekort. Een te lage MCV-waarde komt voor bij bloedarmoede door
ijzergebrek.
Natrium | Na
Natrium is een elektrolyt en natriumbepaling in het bloed wordt vooral verricht om uitdroging en problemen met de vochtbalans te beoordelen. Deze balans kan verstoord raken bij onder meer aandoeningen aan de hersenen, nieren, longen, lever en bij
diarree.
PSA
PSA is een afkorting van 'prostaat-specifiek antigeen', een eiwit dat in het bloed voorkomt en alleen door de
prostaat wordt gemaakt. Met een bloedtest kan iemands
PSA-waarde bepaald worden en dat kan nuttig zijn bij het vroeg opsporen van
prostaatkanker. Een verhoogde PSA-waarde kan evenwel ook wijzen op andere aandoeningen, zoals een goedaardige
prostaatvergroting (BPH), een
urineweginfectie of een
prostaatontsteking.
Reticulocyten
Reticulocyten zijn onvolgroeide erytrocyten (rode bloedcellen). De test is om te bekijken of het lichaam in staat is voldoende rode bloedcellen aan te maken in het beenmerg. Tevens kan de oorzaak van een bloedarmoede ermee achterhaald worden. De test kan ook uitgevoerd om het beloop van de behandeling van een bloedarmoede op te volgen.
Bloedonderzoek /
Bron: Science photo/Shutterstock.comBloedonderzoek waarden: T3
T3 is een hormoon dat wordt geproduceerd door de
schildklier en helpt bij de stofwisseling en groei. De schildklier maakt eigenlijk twee hormonen, naast T3 ook T4. De schildklierfunctie kan mede worden bepaald door onderzoek naar het gehalte van deze hormonen in het bloed.
Bloedonderzoek waarden: T4
Zie bij 'T3'. Er kan bloedonderzoek worden verricht om te bepalen
hoe de schildklier functioneert.
Testosteron
Testosteron is een mannelijk geslachtshormoon dat vooral wordt geproduceerd in cellen van de zaadballen onder invloed van een stimulerend hormoon uit de hypofyse. Testosteron stimuleert bij mannen de ontwikkeling van mannelijke geslachtskenmerken, zoals de lage stem, de penisgroei, de ontwikkeling van lichaamsbeharing en spierontwikkeling. Het zorgt ook voor een gezond libido en voor stevige botten. Bij vrouwen komt testosteron in zeer kleine hoeveelheden voor en bij hen wordt het omgezet in oestradiol, het 'vrouwelijke' geslachtshormoon.
Triglyceriden
Triglyceriden zijn vetten in het bloed die door het lichaam als energiebron voor de spieren gebruikt worden. Verhoogde triglyceridenwaarden kan het proces van
aderverkalking versnellen en daarmee hart- en vaatziekten veroorzaken.
Trombocyten
Trombocyten (bloedplaatjes) zorgen voor de stolling van het bloed. Door een teveel aan bloedplaatjes in het bloed ontstaan er sneller stolsels (trombose) en bij een tekort aan trombocyten in het bloed (trombocytopenie) kunnen er gemakkelijker bloedingen en blauwe plekken ontstaan.
Troponine
Het eiwit troponine is betrokken is bij het samentrekken en ontspannen van spieren en is vrijwel in alle spieren aanwezig die gebruikt worden om te bewegen. Met deze test kan bekeken worden of de hartspier beschadigd is geraakt. Je kunt beoordelen of een patiënt (recent) een hartaanval heeft (gehad). In dat geval lekt er namelijk troponine uit de hartspiercellen in het bloed en dat kan gemeten worden.
TSH
TSH (thyroid stimulating hormooon) wordt geproduceerd in de hypofyse en dit hormoon stimuleert de schildklier. Vaak wordt TSH bepaald bij klachten die kunnen passen bij een te snel of langzaam werkende schildklier, vrijwel altijd in combinatie met andere waarden die de werking van de schildklier aangaan, zoals vrij T3, T3, vrij T4 en T4 (zie boven).
Ureum
Ureum is een afbraakproduct van de eiwitstofwisseling in de lever. Een te hoog ureumgehalte in het bloed, ofwel uremie, kan verschillende oorzaken hebben:
- door een verhoogde afbraak van eiwit in de lever;
- door beschadiging van de nier;
- door obstructie van de urineweg bijvoorbeeld door zwelling van de prostaat of bij nierstenen.
De test wordt aangevraagd als een patiënt klachten vertoont die wijzen op nierproblemen. Ook kan het ureum bepaald worden om te bekijken of de nierfunctie verbetert bij een behandeling.
Urinezuur
Urinezuur is een afvalstof van het lichaam bij vertering van bijvoorbeeld eiwitten. Hyperurikemie is een teveel aan urinezuur in het bloed. Hoge niveaus kunnen leiden tot
jicht.
Y-GT
Y-GT (gamma-glutamyltransferase) is een enzym dat een rol speelt in het metabolisme van de aminozuren, de basiselementen van eiwitten. Sterk verhoogde Y-GT waarden kunnen worden aangetoond bij galstuwing en bij alcoholmisbruik.
Lees verder