Beenmergkanker: symptomen, oorzaken en behandeling

Beenmergkanker: symptomen, oorzaken en behandeling Je denkt er waarschijnlijk niet dagelijks aan, maar je botten zijn niet alleen stevig en sterk – ze herbergen een hyperactieve bloedfabriek: je beenmerg. Hier worden de bloedcellen gemaakt die je lichaam draaiende houden. Maar wat als dat proces verstoord raakt? Dat is wat er gebeurt bij beenmergkanker. Cellen die normaal keihard werken om je gezond te houden, raken ontregeld en beginnen ongecontroleerd te groeien. Er worden twee hoofdtypen onderscheiden: multipel myeloom (ook wel de ziekte van Kahler) en de ziekte van Waldenström. Bij multipel myeloom nestelen kwaadaardige plasmacellen zich in het beenmerg, wat kan leiden tot botpijn, bloedarmoede en zelfs nierproblemen. Bij Waldenström produceren abnormale witte bloedcellen te veel eiwitten, waardoor je bloed stroperig wordt en je klachten krijgt zoals vermoeidheid en duizeligheid. Het goede nieuws? Met de juiste behandelingen – van chemotherapie tot immuuntherapie – zijn er steeds meer mogelijkheden om deze ziekte te bestrijden.

Wat is beenmergkanker? Een sluipende ziekte met twee gezichten

Toen Peter, een fitte vijftiger die nooit een dag ziek leek te zijn, voor de zoveelste keer wakker werd met pijnlijke botten en vermoeidheid, schoof hij het eerst af op zijn drukke werkweek. “Je wordt gewoon een dagje ouder,” grapte hij tegen zijn vrouw. Maar toen de pijn erger werd en hij steeds vaker een nacht doorbracht op de bank omdat liggen ondraaglijk was, wist hij: dit klopt niet. Een paar bloedonderzoeken en scans later kreeg hij het nieuws: beenmergkanker. Een woord dat binnenkomt als een mokerslag en meteen vragen oproept. Wat ís het eigenlijk? Waar komt het vandaan? En waarom was hij zo lang onwetend?

Beenmergkanker is een vorm van kanker die zich, zoals de naam al verraadt, in het beenmerg ontwikkelt – het zachte, sponsachtige weefsel binnenin je botten waar nieuwe bloedcellen worden gemaakt. Het bijzondere – en tegelijkertijd verraderlijke – aan deze ziekte is dat hij zich niet altijd snel laat zien. De symptomen, zoals botpijn, vermoeidheid of terugkerende infecties, zijn vaak vaag en makkelijk af te schuiven op ‘iets anders’. Maar als je verder kijkt, zie je dat beenmergkanker zich op twee manieren kan voordoen, elk met zijn eigen kenmerken en uitdagingen.

De meest bekende vorm is de ziekte van Kahler, ook wel multipel myeloom genoemd. Hierbij woekeren bepaalde plasmacellen in het beenmerg, wat leidt tot botafbraak, bloedarmoede en een verminderde afweer. Daarnaast is er de ziekte van Waldenström, een zeldzamere vorm waarbij abnormale lymfocyten – een type witte bloedcel – zich ophopen en abnormaal veel eiwitten produceren, wat het bloed stroperig maakt.

In dit artikel duiken we dieper in de wereld van beenmergkanker. We leggen uit hoe het ontstaat, welke verschillen er zijn tussen deze twee vormen en wat je kunt verwachten qua symptomen en behandeling. Want hoe stilletjes deze ziekte zich ook kan aandienen, kennis is altijd je sterkste wapen. En net zoals bij Peter: hoe eerder je de signalen herkent, hoe beter je de strijd kunt aangaan.

Wat is beenmerg?

Je botten lijken misschien hard, sterk en onverwoestbaar, maar van binnen herbergen ze een wereld die voortdurend in beweging is. Elke bot heeft namelijk niet alleen een hard, compact omhulsel, maar ook een sponsachtig deel vol kleine holten. En daar, diep verstopt in je botten, zit iets wat van levensbelang is: beenmerg. Het klinkt misschien als een onopvallend stukje anatomie, maar dit zachte weefsel is eigenlijk een soort fabriek waar dag en nacht levensreddende cellen worden geproduceerd. Zonder beenmerg zou je lijf binnen de kortste keren vastlopen.

Het beenmerg is verantwoordelijk voor de aanmaak van drie soorten bloedcellen, elk met een eigen cruciale taak:

Rode bloedcellen: zuurstoftransporteurs van je lijf
De bekendste rol van je beenmerg? Het maken van rode bloedcellen (erytrocyten). Deze cellen werken als de transporteurs van je lichaam: ze nemen zuurstof op in je longen en brengen het naar al je organen en weefsels. Zonder hen zou je hart nog zo hard kunnen pompen, maar zou er simpelweg niets aankomen. Bij een tekort aan rode bloedcellen – bijvoorbeeld door problemen in het beenmerg – ontstaat bloedarmoede (anemie). Dit merk je al snel: je voelt je slap, duizelig en moe, alsof je batterij altijd maar op 20% staat.

Vijf verschillende soorten leukocyten / Bron: OpenStax College, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)Vijf verschillende soorten leukocyten / Bron: OpenStax College, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)
Witte bloedcellen: de bewakers van je immuunsysteem
Dan zijn er de witte bloedcellen (leukocyten). Deze stille helden staan aan de frontlinie van je immuunsysteem. Ze speuren naar bacteriën, virussen of andere indringers en schakelen ze uit voordat ze chaos kunnen veroorzaken. En nee, niet alle witte bloedcellen zijn hetzelfde. Je hebt neutrofielen (de snelle soldaten), lymfocyten (de strategen) en nog een hele reeks anderen die samen een strak georganiseerd leger vormen. Maar wat als er te weinig witte bloedcellen zijn? Dan staat je lijf ineens open voor infecties, alsof je een stadsmuur zonder wachters hebt. Een simpel griepje kan dan uitgroeien tot een serieuze bedreiging.

Bloedplaatjes: de stoppers van bloedverlies
Ten slotte hebben we bloedplaatjes (trombocyten), de "eerste hulp"-cellen die het werk stilletjes opknappen als je een wondje oploopt. Zodra je jezelf snijdt, verzamelen de bloedplaatjes zich razendsnel rond de wond en zorgen ze ervoor dat het bloed stolt. Ze vormen letterlijk een natuurlijke pleister. Als het beenmerg niet genoeg bloedplaatjes produceert, kan zelfs een klein sneetje of blauwe plek leiden tot overmatig bloedverlies.

Het belang van balans in je beenmerg
Deze drie soorten cellen – rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes – zijn afhankelijk van elkaar en worden constant vernieuwd in het beenmerg. Je lijf maakt er elke dag miljarden van aan. Maar wat als dit proces verstoord raakt? Dan kunnen er serieuze problemen ontstaan. Te veel rode bloedcellen kan bijvoorbeeld je bloed dik maken, terwijl een tekort juist zorgt voor zuurstofgebrek. Te weinig witte bloedcellen opent de poort voor infecties en een gebrek aan bloedplaatjes betekent dat je bloed niet meer goed stolt.

Bij beenmergziekten, zoals beenmergkanker (denk aan multipel myeloom), raken deze processen volledig uit balans. Het beenmerg maakt óf te veel van één soort cel, óf juist veel te weinig. Hierdoor ontstaan klachten zoals extreme vermoeidheid, botpijn en infecties die maar niet over willen gaan.

Kortom, je beenmerg is misschien geen onderdeel waar je dagelijks bij stilstaat, maar zonder dit kleine sponsachtige wonder zou je lijf simpelweg niet kunnen functioneren. Het is een fabriek die 24/7 draait en waar elke cel precies op het juiste moment wordt aangemaakt. Een indrukwekkend stukje natuur, verstopt in je eigen botten.

Epidemiologie: wie, waar en waarom?

Je denkt er misschien niet vaak over na, maar in het zachte merg van je botten gebeurt een hoop: het maken van je bloedcellen, het vechten tegen infecties, en het leveren van zuurstof aan elke uithoek van je lichaam. Maar soms gaat het daar mis. Beenmergkanker, zoals multipel myeloom (de ziekte van Kahler) en de ziekte van Waldenström, komt niet vaak voor, maar als het toeslaat, slaat het hard. Het sluipt erin, vooral bij volwassenen, en kan je leven stilleggen. Hoe vaak komt het nu écht voor? Wie loopt het meeste risico? En speelt waar je woont, hoe je leeft of zelfs je genen een rol?

Wie krijgt het? Van man tot vrouw, van jong tot oud
Bij beenmergkanker zie je vooral dat de ziekte een voorkeur heeft voor volwassenen – en dan vooral de vijftigplussers. Kinderen? Die blijven vrijwel altijd buiten schot. Bij multipel myeloom bijvoorbeeld, ligt de gemiddelde leeftijd van diagnose rond de 70 jaar. Mannen lijken iets vaker getroffen te worden dan vrouwen, al is het verschil niet gigantisch. Denk aan een verhouding van ongeveer 60% mannen tegenover 40% vrouwen. De ziekte van Waldenström, die nóg zeldzamer is, treft vooral mensen boven de 65 jaar, met ook hier een lichte voorkeur voor mannen.

Maar uitzonderingen zijn er altijd. Neem Martin, een 48-jarige vader van twee. Toen hij voor het eerst last kreeg van vage rugpijn en extreme vermoeidheid, dacht hij: “Zal wel stress zijn.” Pas maanden later, toen hij steeds vaker zijn werk moest laten liggen en zelfs een trap oplopen voelde als een berg beklimmen, kwam de diagnose: multipel myeloom. Jonger dan gemiddeld, maar kanker houdt zich niet altijd aan statistieken.

Nederland en België: cijfers dichtbij huis
In Nederland wordt multipel myeloom elk jaar bij ongeveer 1.400 mensen vastgesteld. Dat klinkt niet als een gigantisch aantal, maar het is genoeg om het serieus te nemen. In België liggen de cijfers vergelijkbaar, met ongeveer 800 tot 900 nieuwe gevallen per jaar. De ziekte van Waldenström is nog zeldzamer, met slechts enkele tientallen diagnoses per jaar in beide landen.

Opvallend is dat er regionale verschillen zijn. In de Nederlandse overzeese gebieden, zoals Aruba of Curaçao, komt multipel myeloom iets vaker voor dan gemiddeld. Dit kan te maken hebben met genetische aanleg, leefomstandigheden of zelfs beperkte toegang tot vroege diagnose. Want geloof me, hoe sneller je het ontdekt, hoe beter je kansen zijn.

Wereldwijd: de rol van genetica, klimaat en leefstijl
Kijk je wereldwijd, dan zie je dat multipel myeloom het meest voorkomt in Noord-Amerika en Europa. De ziekte is zeldzamer in Azië en Afrika, maar dit betekent niet dat het daar niet voorkomt. In sommige Afrikaanse landen wordt beenmergkanker vaak niet herkend of gediagnosticeerd, omdat medische zorg beperkt is. Toch zien onderzoekers een verband met genetische aanleg: mensen van Afro-Amerikaanse afkomst hebben bijvoorbeeld een tweemaal zo hoog risico op multipel myeloom dan blanke Amerikanen.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over leefstijl en omgevingsfactoren. Roken, overmatige alcoholconsumptie en langdurige blootstelling aan giftige stoffen, zoals pesticiden of zware metalen, kunnen allemaal het risico op beenmergkanker verhogen. Ook obesitas speelt een rol: overgewicht zet het lichaam onder druk, wat leidt tot chronische ontstekingen en een hoger risico op kanker.

Een ziekte met vele gezichten
Wat maakt beenmergkanker zo intrigerend – en tegelijkertijd zo verraderlijk – is dat het niet direct in één hokje te plaatsen is. De cijfers zijn laag vergeleken met andere vormen van kanker, maar de impact is enorm. Het treft vooral volwassenen, vaker mannen dan vrouwen, en het houdt van een lichaam dat door leeftijd of leefstijl wat kwetsbaarder is geworden.

Of je nu in Nederland woont, in België, of ergens in de tropen: genetica, omgeving en levensstijl dansen samen om te bepalen wie de ziekte treft. Maar één ding is zeker: hoe meer we begrijpen over wie het krijgt en waarom, hoe beter we het kunnen opsporen en behandelen. Want net zoals bij Martin, begint het vaak met iets kleins – een pijntje, een moe gevoel – dat uiteindelijk veel groter blijkt te zijn. En juist daarom is kennis zo belangrijk. Want de cijfers mogen dan klein lijken, het verhaal van één patiënt? Dat is altijd groot genoeg om serieus te nemen.

Pathofysiologie en ontstaansmechanisme

Je beenmerg is een fascinerend stukje natuur, een soort fabriek die non-stop bloedcellen produceert om je lichaam draaiende te houden. Maar zoals bij elke fabriek, kan er soms iets fout gaan in de productie. En dat is precies wat er gebeurt bij beenmergkanker: cellen die normaal netjes samenwerken, beginnen zich onvoorspelbaar en agressief te gedragen. Hoe ontstaat dat? En wat gebeurt er precies in je lichaam als die controle verloren gaat? Tijd om in die mysterieuze wereld van je botten te duiken.

Wat gaat er mis? Een cel die niet luistert
Alles begint met één enkele plasmacel of lymfocyt in je beenmerg die de regels aan z’n laars lapt. Deze cellen zijn normaal gesproken de goede jongens: plasmacellen maken antistoffen aan om infecties te bestrijden, en lymfocyten helpen je immuunsysteem om indringers te herkennen en uit te schakelen. Maar bij multipel myeloom (de ziekte van Kahler) of de ziekte van Waldenström slaat zo’n cel op hol.

Hoe gebeurt dat? Door een foutje in het DNA. Een mutatie zorgt ervoor dat die ene cel zich ongecontroleerd begint te delen. En alsof dat nog niet genoeg is, maken deze "rebelse" cellen zichzelf onsterfelijk. Waar normale cellen netjes afsterven na een bepaalde tijd, blijven deze foute cellen eindeloos leven en vermenigvuldigen ze zich in razend tempo. Je beenmerg raakt overgenomen door deze kwaadaardige cellen, die ondertussen ook de productie van gezonde bloedcellen blokkeren.

De impact op je bloed: chaos in de fabriek
Je kunt je beenmerg zien als een lopende band die drie soorten producten maakt: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Maar zodra de kanker toeslaat, ontstaat er complete chaos. De kwaadaardige cellen nemen steeds meer ruimte in beslag, waardoor er minder plek is voor gezonde productie. Het resultaat? Een tekort aan alles wat je bloed normaal gesproken doet werken.

  • Te weinig rode bloedcellen: Je lichaam krijgt te weinig zuurstof, en dat voel je. Je wordt moe, duizelig, en zelfs een trap oplopen voelt alsof je een marathon hebt gelopen.
  • Te weinig witte bloedcellen: Je immuunsysteem wordt zo zwak als een kaartenhuis. Een simpele verkoudheid kan uitgroeien tot een hardnekkige infectie waar je niet vanaf komt.
  • Te weinig bloedplaatjes: Zelfs een kleine snee blijft langer bloeden, en je krijgt overal blauwe plekken alsof je een professioneel bokser bent.

Ondertussen veroorzaken de kwaadaardige plasmacellen in multipel myeloom nog een extra probleem: ze produceren abnormale hoeveelheden monoklonale eiwitten, ook wel M-eiwitten genoemd. Die hopen zich op in je bloed en kunnen organen, zoals je nieren, beschadigen.

Botafbraak: als je botten de dupe worden
Bij multipel myeloom houden de kwaadaardige plasmacellen zich niet alleen bezig met je bloed, maar richten ze ook schade aan in je botten. Ze produceren stoffen die de balans tussen botopbouw en botafbraak verstoren. Normaal zorgen botcellen (osteoclasten en osteoblasten) voor een fijne balans: botcellen breken oud botweefsel af, terwijl nieuw bot wordt aangemaakt. Maar bij beenmergkanker draaien de osteoclasten overuren, waardoor je botten sneller worden afgebroken dan ze kunnen herstellen.

Het resultaat? Botpijn, broze botten en zelfs spontane breuken. Een simpele val of zelfs een onverwachte beweging kan al genoeg zijn om een bot te breken. Patiënten met multipel myeloom hebben vaak last van hevige botpijn, vooral in de rug of ribben, wat hun dagelijks leven flink beïnvloedt.

Waarom ontstaat beenmergkanker? Risicofactoren en genetica
De precieze oorzaak van beenmergkanker is niet altijd duidelijk, maar er zijn wel een aantal factoren die je risico kunnen verhogen:

  • Leeftijd: De meeste gevallen van multipel myeloom worden gediagnosticeerd bij mensen boven de 60.
  • Genetica: Een familiegeschiedenis van beenmergkanker kan je risico vergroten, al is het niet zo erfelijk als sommige andere kankers.
  • Leefstijl en blootstelling: Langdurige blootstelling aan bepaalde chemicaliën, zoals pesticiden of benzeen, kan de kans op mutaties in je plasmacellen vergroten.
  • Zwaartekracht van ontstekingen: Chronische ontstekingen en infecties kunnen je immuunsysteem onder druk zetten, waardoor fouten in je plasmacellen sneller kunnen ontstaan.

De sluipende aard van beenmergkanker
Wat beenmergkanker zo verraderlijk maakt, is dat het vaak sluipend begint. Vage symptomen zoals vermoeidheid, botpijn en gewichtsverlies zijn makkelijk af te schuiven op iets anders. Pas wanneer de ziekte verder gevorderd is, wordt duidelijk dat er iets ernstigs aan de hand is. Dit is waarom een vroege diagnose zo belangrijk is.

Oorzaken van beenmergkanker: waarom het mis kan gaan
Het klinkt oneerlijk, nietwaar? Je lichaam werkt dag en nacht om alles soepel te laten verlopen, en dan ineens loopt er iets gigantisch fout. Dat is precies wat er gebeurt bij beenmergkanker. Maar waarom? Wat zorgt ervoor dat die ene cel in je beenmerg besluit om zich niet meer aan de regels te houden? Het antwoord is niet simpel – er is geen één duidelijke oorzaak, maar eerder een samenloop van pech, genen, en omgevingsfactoren. Laten we eens inzoomen op hoe dit precies in zijn werk gaat.

Een foutje in het DNA: hoe het allemaal begint
Alles begint met een DNA-mutatie in een van je plasmacellen, die normaal gesproken keihard werken om antistoffen te maken. Je DNA is als een instructieboekje voor elke cel in je lichaam. Maar soms sluipt er een foutje in, en die ene cel gaat ineens haar eigen ding doen. Ze begint ongecontroleerd te groeien, stopt niet meer met delen en wordt als het ware ‘onsterfelijk’. Dat foutje kan puur toeval zijn – een soort biologische pech – maar er zijn ook factoren die dat risico vergroten.

Bijvoorbeeld: naarmate je ouder wordt, maakt je lichaam steeds meer kopieën van cellen, en met elke kopie neemt de kans op een foutje toe. Het is een beetje alsof je een oud cassettebandje steeds opnieuw opneemt – op een gegeven moment sluipen er steeds meer ruis en haperingen in.

Leeftijd: een belangrijke factor
Beenmergkanker komt bijna uitsluitend voor bij volwassenen, meestal boven de 60. Maar waarom eigenlijk? Zoals eerder genoemd, maakt je lichaam met de jaren steeds meer celkopieën. Hoe ouder je wordt, hoe vaker die kopieën misgaan. Daarnaast worden je cellen kwetsbaarder voor schadelijke invloeden uit de omgeving. Combineer dat met een immuunsysteem dat langzaam minder effectief wordt, en je hebt de perfecte omstandigheden voor een foutje dat zich in je beenmerg vastbijt.

Genetica: erfelijkheid speelt een rol
Bij sommige mensen zit het risico op beenmergkanker al in de genen. Als je een familielid hebt met multipel myeloom of een andere beenmergziekte, loop je zelf een verhoogd risico. Maar let op: het is niet zo erfelijk als bijvoorbeeld borstkanker. Het gaat meer om een verhoogde gevoeligheid – alsof je een loterij speelt, maar dan met net iets meer lootjes.

Omgevingsfactoren: gifstoffen en straling
Soms speelt de omgeving een belangrijke rol. Langdurige blootstelling aan giftige stoffen zoals pesticiden, benzeen of zware metalen kan de kans op DNA-foutjes vergroten. Mensen die in fabrieken of landbouw werken, lopen bijvoorbeeld een hoger risico. Ook blootstelling aan straling kan schade aanrichten. Denk hierbij aan mensen die in het verleden een hoge dosis bestraling hebben gekregen, bijvoorbeeld bij eerdere kankerbehandelingen.

  • Een voorbeeld: Peter, een 68-jarige voormalig schilder, kreeg multipel myeloom. Zijn artsen vermoeden dat zijn jarenlange blootstelling aan chemische oplosmiddelen een rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de ziekte. Zo’n directe link is niet altijd te bewijzen, maar het geeft wel een indicatie van hoe onze omgeving een impact kan hebben op ons lichaam.

Leefstijl: een ondersteunende factor
Hoewel beenmergkanker niet direct wordt veroorzaakt door leefstijl, kunnen factoren zoals roken, overgewicht en een ongezond dieet indirect bijdragen. Roken verhoogt de kans op DNA-schade, terwijl overgewicht chronische ontstekingen in het lichaam veroorzaakt. En die ontstekingen? Die kunnen een rol spelen in het ontstaan van kanker. Een gezond dieet en een actieve levensstijl kunnen dus geen kwaad – niet om beenmergkanker te voorkomen, maar wel om je algehele weerstand op peil te houden.

Infecties en immuunsysteem: als je afweer het zwaar krijgt
Chronische infecties en ontstekingen kunnen je immuunsysteem uitputten en bijdragen aan het ontstaan van beenmergkanker. Bij de ziekte van Waldenström speelt bijvoorbeeld vaak een overactieve immuunrespons een rol. Als je immuunsysteem overuren draait, neemt de kans op foutjes in je plasmacellen toe. Ook virussen, zoals het Epstein-Barr-virus (bekend van de ziekte van Pfeiffer), worden soms gelinkt aan een hoger risico.

De sluipende opbouw: geen één oorzaak, maar een samenspel
Beenmergkanker ontstaat meestal niet door één enkele factor, maar door een combinatie van genetische aanleg, omgevingsinvloeden en ouderdom. Je kunt het zien als een perfect storm: de juiste (of eigenlijk verkeerde) omstandigheden komen samen, en dat zorgt ervoor dat een kwaadaardige cel zich begint te ontwikkelen. Soms voel je jaren niets, terwijl de ziekte zich in stilte opbouwt – een sluipende vijand, diep verstopt in je botten.

De soorten beenmergkanker en wat ze doen

Beermergkanker kan in verschillende vormen voorkomen. Hier is een overzicht:

SoortOorzaakBehandeling
Multipel myeloom (ziekte van Kahler)Ongecontroleerde groei van plasmacellen in het beenmerg, wat leidt tot botafbraak, bloedarmoede, en een verzwakt immuunsysteem.Behandeling bestaat uit chemotherapie, immuuntherapie, medicijnen tegen botafbraak, en soms een stamceltransplantatie.
Ziekte van Waldenström (macroglobulinemie)Overmatige productie van abnormale lymfocyten en monoclonale eiwitten, wat het bloed stroperig maakt en het immuunsysteem verstoort.Behandeling omvat immuuntherapie, chemotherapie, en plasmaferese om overtollige eiwitten uit het bloed te verwijderen.
Acute lymfatische leukemie (ALL)Ongecontroleerde groei van onrijpe witte bloedcellen (lymfoblasten) in het beenmerg.Intensieve chemotherapie, immuuntherapie en eventueel een stamceltransplantatie.
Acute myeloïde leukemie (AML)Snelle en ongecontroleerde groei van onrijpe myeloïde cellen in het beenmerg, wat de aanmaak van gezonde bloedcellen onderdrukt.Chemotherapie, eventueel gevolgd door een stamceltransplantatie.
Chronische lymfatische leukemie (CLL)Langzaam groeiende kwaadaardige witte bloedcellen (lymfocyten) die zich ophopen in het bloed en het beenmerg.Afwachten bij milde symptomen, chemotherapie, immuuntherapie, of doelgerichte medicijnen bij progressieve ziekte.
Chronische myeloïde leukemie (CML)Overproductie van abnormale witte bloedcellen door een genetische mutatie (Philadelphia-chromosoom).Doelgerichte therapieën zoals tyrosinekinaseremmers (bijvoorbeeld imatinib).
Myelodysplastisch syndroom (MDS)Disfunctionele aanmaak van bloedcellen in het beenmerg, vaak voorafgaand aan acute leukemie.Ondersteunende therapie (zoals bloedtransfusies), medicatie om bloedaanmaak te stimuleren, en in sommige gevallen een stamceltransplantatie.

Is leukemie een vorm van beenmergkanker?

Het antwoord is kort gezegd: ja, maar met nuances. Leukemie is technisch gezien een vorm van kanker die begint in het beenmerg, het zachte weefsel in je botten waar bloedcellen worden gemaakt. Bij leukemie gaat er iets mis in de aanmaak van witte bloedcellen: een DNA-foutje zorgt ervoor dat deze cellen zich ongecontroleerd gaan delen en geen nuttige functie meer hebben. Ze verdringen andere gezonde bloedcellen in je beenmerg en overspoelen je bloed. In die zin heeft leukemie dezelfde oorsprong als andere vormen van beenmergkanker, zoals multipel myeloom. Toch is er een belangrijk verschil: leukemie verspreidt zich meestal snel via het bloed door het hele lichaam, terwijl andere beenmergkankers vaak plaatselijk blijven en meer schade richten aan de botten en omliggende weefsels.

Leukemie is in feite een bredere categorie binnen de kankers die in het beenmerg ontstaan, met meerdere typen: acute leukemie (zoals ALL en AML) en chronische vormen (zoals CLL en CML). De focus ligt bij leukemie op de bloedcellen zelf, die in een constante overproductie terechtkomen. Hierdoor ontstaat een gebrek aan gezonde rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Dit leidt tot symptomen zoals bloedarmoede, vatbaarheid voor infecties en spontane bloedingen. Multipel myeloom en de ziekte van Waldenström – andere vormen van beenmergkanker – blijven daarentegen vooral in het beenmerg en richten meer schade aan aan de botten door botafbraak en littekenvorming.

Dus ja, je kunt leukemie een vorm van beenmergkanker noemen, maar het onderscheid zit in hoe de ziekte zich gedraagt en waar de grootste schade wordt aangericht. Leukemie is als het ware de "reiziger" onder de beenmergkankers, terwijl multipel myeloom en andere soorten "blijvers" zijn die hun schade lokaal aanrichten. Beide aandoeningen hebben een gezamenlijke oorsprong, maar totaal verschillende ziekteverlopen en behandelstrategieën. Begrijpen wat de verschillen zijn, helpt artsen bij het kiezen van de juiste aanpak – en geeft patiënten een beter inzicht in wat er in hun lichaam gebeurt.

Het verschil tussen leukemie en beenmergkanker: twee ziekten, één bron

Je hebt het misschien al eens gehoord: iemand met leukemie, een ander met beenmergkanker, en je vraagt je af: wat is nou eigenlijk het verschil? Ze klinken allebei ernstig, en ze hebben allebei iets te maken met je bloed en beenmerg. Maar het zijn echt twee heel verschillende ziekten, met hun eigen symptomen, oorzaken en aanpak. Laten we eens in de wereld van je botten en bloed duiken en de verschillen ontrafelen.

Waar beginnen ze? De oorsprong van leukemie en beenmergkanker
Leukemie en beenmergkanker beginnen allebei in je beenmerg, dat sponsachtige weefsel in je botten waar bloedcellen worden gemaakt. Maar hier scheiden hun wegen. Bij leukemie gaat het om een kwaadaardige woekering van witte bloedcellen in je bloed en beenmerg. Deze cellen, die eigenlijk bedoeld zijn om je immuunsysteem te versterken, worden bij leukemie ongecontroleerd aangemaakt. Het resultaat? Een overdaad aan ‘foute’ witte bloedcellen die geen nuttig werk doen én de productie van gezonde bloedcellen in de weg zitten. Je kunt het zien als een overvolle parkeergarage: te veel auto’s (foute cellen) blokkeren de toegang voor degenen die er echt moeten zijn (gezonde bloedcellen).

Beenmergkanker, zoals multipel myeloom of de ziekte van Waldenström, is anders. Hier ontstaat de kanker in specifieke cellen binnen het beenmerg, zoals plasmacellen (die normaal antistoffen maken). Bij beenmergkanker blijft de ziekte meestal in het beenmerg en breidt het zich uit naar omliggende structuren, zoals botten. Dat is een belangrijk verschil: waar leukemie vaak in je bloed ‘rondzwerft’ en overal in je lichaam schade kan aanrichten, blijft beenmergkanker meestal wat meer ‘plaatsgebonden’.

Hoe uiten ze zich? De symptomen op een rij
Bij leukemie merk je vaak al vrij snel dat er iets mis is, juist omdat het zoveel invloed heeft op je bloed. Symptomen kunnen zijn:

  • Ernstige vermoeidheid door een tekort aan rode bloedcellen (bloedarmoede).
  • Veelvuldige infecties omdat je immuunsysteem niet meer goed werkt.
  • Onverklaarbare blauwe plekken of bloedingen, doordat je bloedplaatjes afnemen.
  • Nachtzweten, gewichtsverlies en koorts zonder duidelijke reden.

Bij beenmergkanker zijn de symptomen wat subtieler en komen ze vaak pas later aan het licht. De meest voorkomende klachten zijn:

  • Botpijn, vooral in de rug, ribben of heupen, omdat de kankercellen schade aanrichten in het bot.
  • Vermoeidheid, vergelijkbaar met leukemie, door bloedarmoede.
  • Terugkerende infecties, omdat de productie van gezonde bloedcellen wordt verstoord.
  • Nierproblemen, doordat bepaalde abnormale eiwitten (zoals M-eiwitten bij multipel myeloom) je nieren beschadigen.

Kort gezegd: bij leukemie staan de effecten op je bloed centraal, terwijl bij beenmergkanker vooral je botten en omliggende weefsels het moeten ontgelden.

Hoe ontstaan ze? Verschillende mechanismen
Bij leukemie begint alles met een foutje in het DNA van een witte bloedcel. Hierdoor verandert die ene cel in een ‘rebelse’ cel die niet meer stopt met delen. Deze verkeerde cellen hopen zich op in je bloed en beenmerg, waardoor ze de ruimte en voedingsstoffen van gezonde cellen wegkapen.

Bij beenmergkanker draait het meestal om plasmacellen. Door een DNA-foutje beginnen deze cellen zich ongecontroleerd te vermenigvuldigen. In plaats van nuttige antistoffen maken, produceren ze schadelijke stoffen die je botten aantasten en je nieren belasten. Het proces gaat trager dan bij leukemie, maar kan net zo slopend zijn.

Wie krijgt het? Leeftijd en risicofactoren
Leukemie is niet kieskeurig als het gaat om leeftijd. Het komt zowel bij kinderen als volwassenen voor, afhankelijk van het type. Acute lymfatische leukemie (ALL) zie je vaak bij kinderen, terwijl acute myeloïde leukemie (AML) en chronische leukemieën vaker bij ouderen voorkomen.

Beenmergkanker daarentegen is echt een ziekte van volwassenheid. Multipel myeloom en de ziekte van Waldenström komen vooral voor bij mensen boven de 60. Genetische aanleg, blootstelling aan bepaalde chemicaliën en chronische ontstekingen kunnen je risico verhogen.

De behandeling: wat kun je verwachten?
Leukemie vraagt meestal om een snelle en intensieve aanpak, vooral bij de acute vormen. Denk aan chemotherapie, immuuntherapie, en soms een beenmergtransplantatie. Het doel is om de kwaadaardige cellen zo snel mogelijk uit te schakelen. Bij chronische leukemie wordt er vaak eerst afgewacht, omdat de ziekte langzaam verloopt.

Bij beenmergkanker is de behandeling vaak gericht op het onder controle houden van de ziekte, omdat volledige genezing zeldzaam is. Je krijgt vaak een combinatie van chemotherapie, immuuntherapie en medicijnen die botverlies tegengaan. In sommige gevallen wordt een beenmergtransplantatie overwogen, maar dat hangt af van je gezondheid en de ernst van de ziekte.

Kort samengevat: twee ziekten, twee verhalen
Leukemie en beenmergkanker hebben allebei hun oorsprong in je beenmerg, maar ze verschillen enorm in hoe ze zich gedragen en welke schade ze aanrichten. Leukemie is een ziekte van het bloed, die zich razendsnel door je lichaam kan verspreiden. Beenmergkanker blijft vaak beperkt tot het beenmerg en de botten, maar veroorzaakt daar langdurige schade. Beide ziekten zijn complex en uitdagend, maar met steeds betere behandelingen en inzichten wordt het verhaal voor patiënten gelukkig een stukje hoopvoller.

Wie loopt risico op beenmergkanker?

Als we het hebben over beenmergkanker, dan zijn er bepaalde groepen die net wat meer risico lopen. Misschien herken je jezelf of iemand in je omgeving in deze beschrijvingen. Maar geen paniek – het betekent niet dat je meteen in de gevarenzone zit. Het is vooral goed om bewust te zijn. Laten we eens kijken naar de risicogroepen en wat ze bijzonder maakt.

Risicogroepen voor beenmergkanker

GroepWaarom loop jij risico?
Mensen boven de 60 jaarJe zou denken dat ouderdom je alleen grijze haren en rugpijn brengt, maar helaas is het ook een risicofactor voor beenmergkanker. Je cellen repareren zich minder goed, en dat geeft kanker meer kans om toe te slaan. Geen reden tot paniek, maar wel een wake-up call om gezond te blijven!
Mensen met een familiegeschiedenis van kankerAls er in je familie al kanker voorkomt – vooral leukemie of multipel myeloom – kun je genetisch gezien een streepje achter staan. Heb je die ene tante die altijd zegt: “Gezondheid zit in de familie”? Nou, dat werkt ook andersom...
Mensen met een verzwakt immuunsysteemJe immuunsysteem is je persoonlijke bodyguard, maar als het verzwakt is (bijvoorbeeld door HIV of na een orgaantransplantatie), kan kanker sneller toeslaan. Je hebt al genoeg te verwerken, maar dit maakt je een tikje kwetsbaarder.
Mensen met eerdere blootstelling aan chemotherapieOké, dit voelt een beetje oneerlijk: je hebt kanker behandeld, en nu loop je meer risico op een andere vorm? Chemotherapie kan namelijk gezonde cellen beschadigen, wat je kwetsbaarder maakt voor beenmergkanker later in je leven.
Mensen met bloedziektenHeb je ooit gehoord van aandoeningen zoals myelodysplastisch syndroom? Deze bloedziekten kunnen soms overgaan in leukemie of andere vormen van beenmergkanker. Alsof je lichaam al genoeg drama heeft...
Mensen die werken met chemische stoffenWerk je met pesticiden, benzeen of andere chemische stoffen? Dit kan op de lange termijn invloed hebben op je beenmerg. En nee, een mondkapje op je werktafel zetten telt niet als bescherming. 😉

Wat verhoogt de kans op beenmergkanker?

Nu weet je wie er risico loopt, maar wat zorgt er eigenlijk voor dat beenmergkanker ontstaat? Hier is een overzicht van de risicofactoren. En geloof me, sommige zullen je verrassen.

Risicofactoren voor beenmergkanker

FactorHoe beïnvloedt dit jouw risico?
Blootstelling aan stralingStraling klinkt als iets uit een sciencefictionfilm, maar het is in het echte leven een risicofactor. Denk aan een eerdere behandeling met radiotherapie of zelfs een nucleair ongeluk (hopelijk niet iets wat je dagelijks meemaakt).
Langdurig rokenWe weten allemaal dat roken slecht is voor je longen, maar het is ook van invloed op je bloedcellen en kan het risico op leukemie verhogen.
Chronische infectiesJe lichaam vecht constant tegen infecties, maar dat kan je immuunsysteem op den duur uitputten. Het gevolg? Een verhoogd risico op celmutaties, inclusief die in het beenmerg.
OvergewichtHet lijkt misschien vreemd, maar overgewicht kan ontstekingen veroorzaken die invloed hebben op je celgezondheid. En ja, je beenmerg voelt dat ook.
Blootstelling aan chemicaliënWerk je in de landbouw of chemische industrie? Stoffen zoals benzeen kunnen je risico verhogen. Nee, het is geen onmiddellijke dreiging, maar bescherming is wel belangrijk.
Langdurige stressAltijd maar aanstaan? Dat doet je lichaam geen goed. Chronische stress verzwakt je immuunsysteem en kan indirect bijdragen aan celproblemen.
Eerdere kankerbehandelingenChemotherapie en radiotherapie kunnen niet alleen kanker doden, maar ook gezonde cellen beschadigen. Dit verhoogt je risico op secundaire kankers, waaronder beenmergkanker. Het voelt misschien oneerlijk, maar het is helaas waar.
Hoge leeftijdMet de jaren komen de wijsheid én de risico’s. Je cellen vernieuwen minder goed en zijn vatbaarder voor fouten. Het goede nieuws? Vroege opsoring maakt echt een verschil.

Symptomen van beenmergkanker

Je lichaam is een meester in het geven van hints wanneer er iets misgaat. Maar laten we eerlijk zijn: wie heeft er niet eens gedacht dat vermoeidheid gewoon door een drukke week kwam of een pijntje door een rare beweging? Bij beenmergkanker zijn de symptomen vaak subtiel in het begin, alsof je lichaam fluistert in plaats van roept. Maar naarmate de ziekte zich ontwikkelt, worden die signalen duidelijker – en soms moeilijk te negeren. Laten we eens kijken welke signalen je lichaam kan uitzenden en wat ze betekenen.

Vermoeidheid / Bron: Istock.com/dolgachovVermoeidheid / Bron: Istock.com/dolgachov
Vermoeidheid en bloedarmoede: alsof je batterij altijd leeg is
Een van de meest voorkomende klachten bij beenmergkanker is intense vermoeidheid. En nee, dit is niet het soort moeheid dat je met een goede nacht slaap kunt oplossen. Het voelt alsof je energie voortdurend op is, zelfs na kleine inspanningen zoals traplopen of een korte wandeling. Dit komt vaak door bloedarmoede: een tekort aan rode bloedcellen, die verantwoordelijk zijn voor het transport van zuurstof in je lichaam. Minder zuurstof betekent minder energie, en dat voel je van top tot teen.

Bij ongeveer 60-70% van de patiënten met multipel myeloom speelt bloedarmoede een rol. Neem Johan, een 63-jarige gepensioneerde leraar. Hij merkte dat zelfs het optillen van zijn kleinzoon een hele klus werd. “Ik dacht dat ik gewoon ouder werd,” vertelde hij, “maar toen ik ook duizelig werd en zelfs autorijden lastig vond, wist ik dat er meer aan de hand moest zijn.”

Botpijn: als je skelet protesteert
Bij multipel myeloom is botpijn een ander belangrijk symptoom. Die pijn komt doordat kwaadaardige plasmacellen de balans in je botten verstoren, waardoor er meer botweefsel wordt afgebroken dan opgebouwd. Dit leidt niet alleen tot pijn, maar ook tot broze botten die gemakkelijk breken. Je rug, ribben en heupen zijn vaak het zwaarst getroffen.

Ruim 85% van de patiënten met multipel myeloom ervaart botproblemen. Het begint soms met een lichte, zeurende pijn die je wegwuift, maar het kan verergeren tot het punt waarop bewegen of zelfs liggen pijnlijk wordt.

Terugkerende infecties: je immuunsysteem raakt uitgeput
Je beenmerg is verantwoordelijk voor het aanmaken van witte bloedcellen, de frontsoldaten van je immuunsysteem. Bij beenmergkanker worden deze soldaten echter overwoekerd door kwaadaardige cellen, waardoor je lichaam niet meer goed kan vechten tegen bacteriën, virussen en andere indringers. Het resultaat? Terugkerende infecties. Denk aan steeds opnieuw keelontstekingen, longontstekingen of blaasontstekingen.

Ongeveer 30-50% van de patiënten met beenmergkanker krijgt last van frequente infecties. Dit zijn geen gewone verkoudheden; het zijn hardnekkige ziektes die soms weken duren om te genezen, zelfs met antibiotica.

Andere signalen: blauwe plekken, gewichtsverlies en meer
Naast de grote symptomen zijn er ook kleinere signalen die op beenmergkanker kunnen wijzen:

  • Blauwe plekken of bloedingen: Doordat bloedplaatjes minder goed worden aangemaakt, kun je sneller blauwe plekken krijgen of langer bloeden bij kleine wondjes.
  • Onverklaarbaar gewichtsverlies: Als je ineens kilo’s kwijtraakt zonder dat je je dieet hebt aangepast, kan dat een teken zijn van kanker.
  • Nierproblemen: Bij multipel myeloom kunnen abnormale eiwitten je nieren beschadigen, wat leidt tot vochtophoping, een opgeblazen gevoel of veranderingen in je plassen.

Hoe herken je het vroegtijdig?
Het probleem met beenmergkanker is dat veel symptomen lijken op algemene gezondheidsklachten, zoals ouderdom of stress. Maar wanneer klachten aanhouden of erger worden, is het belangrijk om niet weg te kijken. Bij een combinatie van onverklaarbare vermoeidheid, botpijn en terugkerende infecties, is het tijd om een arts te raadplegen.

Met de juiste behandeling en begeleiding kun je veel controle terugkrijgen over je leven, zoals Johan ontdekte na zijn diagnose. “Ik heb geleerd naar mijn lichaam te luisteren,” zegt hij. “Als ik dat eerder had gedaan, had ik misschien eerder antwoorden gekregen. Maar beter laat dan nooit.”

Onderzoek en diagnose

Je voelt je al weken niet helemaal lekker. Vermoeidheid die niet weggaat, een zeurend gevoel in je botten, en misschien wat blauwe plekken op plekken waar je je niet eens herinnert dat je je gestoten hebt. Je besluit toch maar naar de huisarts te gaan. “Waarschijnlijk gewoon stress,” denk je. Maar als de klachten blijven aanhouden, start het echte onderzoek. Diagnostiek bij beenmergkanker is geen simpel proces, maar eerder een soort puzzel waarbij artsen alle stukjes moeten samenvoegen om te ontdekken wat er aan de hand is.

Eerste stop: bloedonderzoek
De reis begint vaak met een simpele prik in je arm: een bloedonderzoek. Dit lijkt misschien routine, maar het vertelt artsen al enorm veel. Ze kijken naar het aantal rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes, maar ook naar afwijkingen in je bloed, zoals de aanwezigheid van M-eiwitten (die vaak voorkomen bij multipel myeloom). Als het bloedonderzoek onregelmatigheden laat zien – bijvoorbeeld een tekort aan bloedcellen of te veel abnormale eiwitten – is dat voor de arts een duidelijke hint dat er iets misgaat in het beenmerg.

  • Een voorbeeld: Monique, een 57-jarige vrouw, had maandenlang last van vermoeidheid en terugkerende infecties. Haar huisarts vond niets bijzonders, totdat een bloedtest uitwees dat haar hemoglobine extreem laag was en haar calciumspiegels te hoog. Dit gaf de arts een belangrijke aanwijzing: er speelde iets in haar botten of beenmerg.

De rol van beeldvorming: kijken naar je botten
Wanneer bloedonderzoek vermoedt dat er iets ernstigs speelt, schakelt de arts vaak over naar beeldvorming. Denk aan een röntgenfoto, een CT-scan, of een MRI. Deze technieken laten zien of er sprake is van botbeschadiging, zoals gaatjes in je botten (lyses), die vaak voorkomen bij multipel myeloom. Een PET-scan kan zelfs laten zien waar de actieve kankercellen zich ophopen. Het is een beetje alsof de arts je skelet in kaart brengt, op zoek naar plekken die abnormaal oplichten.

Bij beenmergkanker zijn botten vaak het toneel van de strijd, en beeldvorming is essentieel om te zien hoe ver de schade reikt. Een MRI kan bijvoorbeeld aantonen of het ruggenmerg in gevaar is, wat bij multipel myeloom een groot probleem kan zijn.

De gouden standaard: een beenmergpunctie
Maar om echt zeker te zijn, ontkom je niet aan een beenmergpunctie. Dit klinkt spannend – en eerlijk, het ís ook geen pretje – maar het is dé manier om te zien wat er in je beenmerg gebeurt. Bij een punctie haalt de arts een klein beetje beenmerg uit je heup of borstbeen met een naald. Dit weefsel wordt vervolgens onder de microscoop gelegd om te kijken naar afwijkende plasmacellen of andere tekenen van kanker.

Het mooie van deze techniek is dat het heel specifiek is. Artsen kunnen niet alleen zien of er kanker is, maar ook welk type, hoe agressief het is, en hoe het reageert op bepaalde behandelingen. Dat laatste is belangrijk, omdat de behandeling van multipel myeloom anders is dan die van bijvoorbeeld de ziekte van Waldenström.

Extra tests: genetica en biochemie
Soms gaan artsen nóg een stap verder en kijken ze naar de genetische kenmerken van de kankercellen. Dit helpt om de ziekte beter te begrijpen en een persoonlijk behandelplan te maken. Genetische tests kunnen bijvoorbeeld mutaties onthullen die aangeven hoe agressief de kanker is of welke medicijnen het beste zullen werken.

Daarnaast worden vaak biochemische tests gedaan om te kijken naar calcium- en creatininewaarden in je bloed. Een verhoogd calciumgehalte kan wijzen op botafbraak, terwijl verhoogde creatininewaarden een signaal zijn dat je nieren worden belast door de ziekte.

Diagnose: het grote plaatje
Het stellen van de diagnose “beenmergkanker” is een proces dat tijd kost, maar elke stap brengt je dichter bij duidelijkheid. Het begint vaak klein – een bloedtest of een gesprek met de huisarts – en eindigt met een uitgebreide analyse van je beenmerg, je botten, en je genetische profiel. Voor de patiënt kan die wachttijd zenuwslopend zijn, maar voor de arts is het essentieel om het hele plaatje te begrijpen.

  • Bij Monique duurde het uiteindelijk zes weken voordat ze de diagnose multipel myeloom kreeg. Die weken waren zwaar, vol scans, prikken en onzekerheid, maar het stelde haar arts in staat om een gericht behandelplan op te stellen.

Behandeling van beenmergkanker

Het krijgen van de diagnose beenmergkanker zet je hele wereld op z’n kop. Er is paniek, er zijn vragen – en misschien ook een beetje opluchting dat je eindelijk weet wat er aan de hand is. Maar wat dan? Hoe ga je verder? Gelukkig zijn er vandaag de dag tal van behandelingen, van klassieke methoden tot futuristische technologieën die zo uit een sci-fi-film lijken te komen. Laat me je er doorheen loodsen, stap voor stap.

Chemotherapie: de ouwe rot in het vak

Chemotherapie is vaak de eerste stop. Dit zijn medicijnen die door je lichaam gaan om de kankercellen aan te pakken. Het werkt goed, maar het is ook een beetje lomp: chemotherapie raakt niet alleen de slechte cellen, maar ook gezonde cellen, zoals die in je haarzakjes (ja, daar gaat je kapsel).

Maar onderschat het niet. Voor veel mensen met multipel myeloom of de ziekte van Waldenström is chemotherapie een belangrijke eerste zet om de ziekte in te dammen. John, een 63-jarige hobbykok, kreeg chemo nadat hij maandenlang met botpijn had rondgelopen. “Ik vond het zwaar,” zegt hij, “maar het gaf me weer controle over mijn leven.” Dat is het: chemotherapie is niet perfect, maar het zet een belangrijke stap in de goede richting.

Immuuntherapie: je eigen leger versterken

Stel je voor: je eigen immuunsysteem krijgt een upgrade. Dat is wat immuuntherapie doet. Bij beenmergkanker is een van de grote doorbraken CAR-T-celtherapie. Daarbij worden je eigen T-cellen (de vechters van je immuunsysteem) genetisch aangepast in een lab. Ze komen terug als een soort superhelden die precies weten hoe ze de kankercellen moeten uitschakelen.

Een andere optie is het gebruik van monoklonale antilichamen – slimme medicijnen die zich hechten aan de kankercellen alsof ze een magneet zijn. Ze helpen je immuunsysteem om de slechte cellen te herkennen en aan te vallen. Minder bijwerkingen dan chemo en vaak verrassend effectief. Het klinkt futuristisch, maar dit soort behandelingen zijn nu al beschikbaar en veranderen levens.

Gerichte therapieën: maatwerk voor je kanker

Dan zijn er de gerichte therapieën, speciaal ontwikkeld om de kankercellen in de kern te raken. Denk aan medicijnen zoals proteasoomremmers, die de afvalverwerking van kankercellen saboteren, waardoor ze zichzelf vernietigen. Of BTK-remmers, die bij de ziekte van Waldenström een soort "stop" zetten op de signalen die kankercellen nodig hebben om te overleven.

Wat zo fijn is aan deze therapieën? Ze werken precies waar ze nodig zijn en laten de rest van je lichaam grotendeels met rust. Minder bijwerkingen, meer effectiviteit. Voor veel mensen is dit dé manier om de ziekte onder controle te houden.

Beenmergtransplantatie: een reset voor je systeem

Voor sommige patiënten is een beenmergtransplantatie de beste optie. Klinkt heftig, en dat is het ook. Eerst krijg je hoge doses chemo om het zieke beenmerg te vernietigen, en daarna krijg je gezonde stamcellen toegediend. Die stamcellen kunnen van jezelf komen (autologe transplantatie) of van een donor (allogene transplantatie).

De hersteltijd is lang, en het proces is intens. Maar als je jong en fit genoeg bent, kan dit een levensveranderende behandeling zijn. Anneke, 55, beschrijft haar transplantatie als “de zwaarste maar beste beslissing ooit.” En dat zegt alles.

Innovaties: een blik op de toekomst

Wat echt hoop geeft, zijn de doorbraken die in de pijplijn zitten. Denk aan kankervaccins die je lichaam leren om kankercellen te herkennen voordat ze groot worden. Of nanotherapie, waarbij medicijnen op nanoschaal direct naar de tumor worden gebracht. En dan is er nog genbewerking met CRISPR-technologie, waarmee wetenschappers kapotte genen in kankercellen kunnen repareren. Dit klinkt misschien als toekomstmuziek, maar de eerste resultaten zijn veelbelovend.

Combineren voor succes: teamwork in de behandeling

Bij beenmergkanker draait het niet om één magische oplossing. Vaak is het een combinatie van behandelingen die samen werken om de ziekte onder controle te krijgen. Denk aan een mix van chemotherapie, immuuntherapie en gerichte medicijnen. Elk onderdeel pakt de kanker op een andere manier aan, waardoor de kans groter is dat je in remissie komt – of de ziekte in ieder geval lange tijd rustig blijft.

De kracht van hoop

De behandeling van beenmergkanker is geen makkelijke weg, dat zal niemand ontkennen. Maar met alle nieuwe technologieën en inzichten zijn de vooruitzichten beter dan ooit. Het is geen one-size-fits-all-aanpak; het is maatwerk, speciaal afgestemd op jouw situatie.

Of je nu begint met chemo, overweegt om deel te nemen aan een klinische trial, of kijkt naar de nieuwste immuuntherapieën: elke stap is er een richting hoop. Want als er iets is wat de medische wereld de afgelopen jaren heeft bewezen, is het dat de strijd tegen kanker slimmer en persoonlijker wordt.

Prognose: wat betekent dit voor de toekomst?

Een diagnose zoals beenmergkanker voelt als een bom die inslaat. Je wereld staat op z’n kop, en je eerste gedachte is waarschijnlijk: hoeveel tijd heb ik nog? Het goede nieuws is dat de vooruitzichten tegenwoordig beter zijn dan ooit, dankzij alle nieuwe behandelingen. Maar eerlijk? Het is lastig om precies te zeggen hoe het voor jou zal verlopen. Alles hangt af van factoren zoals je leeftijd, je algehele gezondheid en hoe vroeg de ziekte is ontdekt.

Bij multipel myeloom, bijvoorbeeld, ligt de gemiddelde overlevingsduur rond de 5 tot 10 jaar, maar dat betekent niet dat het bij iedereen zo is. Sommige mensen leven veel langer, vooral dankzij de nieuwste behandelingen zoals immuuntherapie en gerichte medicijnen. Bij de ziekte van Waldenström, die vaak een trager verloop heeft, kunnen patiënten tientallen jaren redelijk goed functioneren. Kees, een 68-jarige opa van drie kleinkinderen, zei het mooi: “Ze vertelden me dat de kanker er blijft, maar dat we hem in bedwang kunnen houden. Dat was genoeg om weer vooruit te kijken.”

Uiteindelijk draait het om kwaliteit van leven. En dat betekent niet alleen langer leven, maar ook goed leven. Of dat nu betekent dat je nog een marathon loopt, of gewoon dat je met je familie aan de eettafel kunt zitten zonder pijn.

Complicaties: het verhaal achter de diagnose

Helaas brengt beenmergkanker meer mee dan alleen de kanker zelf. Omdat je beenmerg een cruciale rol speelt in het maken van bloedcellen, kan de ziekte allerlei complicaties veroorzaken. Een veelvoorkomende is bloedarmoede, wat betekent dat je minder rode bloedcellen hebt. Het voelt alsof je batterij altijd halfleeg is, zelfs na een goede nacht slapen. Je bent moe, duizelig en zelfs simpele dingen zoals een trap oplopen voelen als een marathon.

En dan is er infectierisico. Omdat je minder witte bloedcellen hebt, is je immuunsysteem zwakker. Een simpel griepje kan je dan wekenlang uit de running halen. En laten we de botproblemen niet vergeten: bij multipel myeloom breekt je botweefsel sneller af dan het kan herstellen. Dat betekent pijn – vooral in je rug en ribben – en soms zelfs breuken bij de kleinste beweging. Stel je voor dat je een boodschappentas optilt en ineens een rib breekt. Dat is niet alleen fysiek zwaar, maar ook mentaal een enorme uitdaging.

Oh, en je nieren kunnen ook de dupe zijn. Bij multipel myeloom maken de kankercellen abnormale eiwitten aan die je nieren overbelasten, wat kan leiden tot nierschade en nierfalen. Het is alsof je lichaam tegen je werkt, en dat voelt frustrerend. Maar met de juiste begeleiding en medicijnen kun je veel van deze complicaties onder controle houden.

Preventie: wat kun je zelf doen?

En dan die vraag waar iedereen een antwoord op wil: Kan ik dit voorkomen? Helaas kunnen we niet alles voorkomen. Sommige dingen, zoals je genen en je leeftijd, heb je niet in de hand. Maar er zijn wél dingen die je kunt doen om je risico te verkleinen en je lichaam zo sterk mogelijk te houden.

Stop met roken! / Bron: Serhiy Kobyakov/Shutterstock.comStop met roken! / Bron: Serhiy Kobyakov/Shutterstock.com
Begin met de basis: stop met roken, als je dat nog niet hebt gedaan. Tabak bevat giftige stoffen die je DNA kunnen beschadigen, en dat is een belangrijke risicofactor voor veel soorten kanker. Eet daarnaast een gezond en gevarieerd dieet – je weet wel, veel groenten, fruit, volkoren producten. Geen magie, maar het geeft je lichaam wel de bouwstenen om sterk te blijven.

Probeer ook contact met schadelijke stoffen, zoals pesticiden of oplosmiddelen, te vermijden. Werken in de industrie of landbouw? Zorg voor goede bescherming. En wees alert op je lichaam. Als je last hebt van onverklaarbare symptomen, zoals langdurige vermoeidheid of botpijn, wacht dan niet af, maar ga naar de dokter. Vroegtijdige opsporing kan echt het verschil maken.

En vergeet je immuunsysteem niet! Beweeg regelmatig, slaap voldoende en probeer stress te verminderen (makkelijker gezegd dan gedaan, ik weet het). Een sterk immuunsysteem is niet alleen goed om kanker te voorkomen, maar ook om beter met behandelingen om te gaan als het nodig is.

Preventie is misschien geen garantie, maar het geeft je wel een gevoel van controle. En soms is dat precies wat je nodig hebt om sterker in je schoenen te staan.

Lees verder

© 2012 - 2025 Tartuffel, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Ziekte van Kahler: Kanker van het beenmerg of botkankerZiekte van Kahler: Kanker van het beenmerg of botkankerDe ziekte van Kahler is een vorm van botkanker of eigenlijk beenmergkanker, waarbij er tumoren van plasmacellen in het b…
Botkanker en beenmergkankerBotkanker en beenmergkankerBotkanker en beenmergkanker zijn beiden kanker in de botten of beenderen. Er bestaan verschillende vormen van botkanker.…
Ziekte: BeenmergkankerZiekte: BeenmergkankerIeder jaar zijn er zo'n 860 mensen die aan beenmergkanker lijden. Je moet er snel bij zijn, anders dan loopt het niet go…
Botkanker: Vormen, symptomen en behandelingBotkanker: Vormen, symptomen en behandelingBotkanker kent vele uitingsvormen. Botkanker bij volwassenen is dikwijls een uitzaaiing van een ander type kanker, dat e…

Aften; oorzaken, verschijnselen en behandelingAften; oorzaken, verschijnselen en behandelingAften zijn pijnlijke zweertjes die in de mond voorkomen. Ze zijn rond of ovaal van vorm en zijn rood van kleur, met een…
Hangend ooglid (Ptosis)Hangend ooglid (Ptosis)Ptosis, ook wel hangend ooglid genoemd is een aandoening die vaak in verwarring wordt gebracht met vermoeidheid. Lees hi…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: istock.com/Wavebreakmedia
  • Hans Koch & Peter van Druenen: Diagnosewijzer - 200 aandoeningen - Symptomen, diagnose en behandeling. Uitgeverij Terra Lannoo, Arnhem, 2009.
  • H.C.T. van Zaanen, Ph.P.N.M. Diderich, J.G. Pegels en J.A. Ruizeveld de Winter. Nierinsufficiëntie door neerslag van lichte ketens bij multipel myeloom. Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:2133-7
  • J.A.M. Baar, C.A. Bastiaansen, A.A.F. Jochems: Anatomie & fysiologie. Bohn Stafleu van Loghum, tweede druk, 2007.
  • KWF Kankerbestrijding: Multipel myeloom, Ziekte van Kahler en Ziekte van Waldenström, zj.
  • Martin Sulman. Mens & Gezondheid. https://mens-en-gezondheid.nl/ (ingezien op 17-12-2024)
  • Patient1. Ziekte van Kahler symptomen en complicaties. https://www.patient1.nl/encyclopedie/ziekte-van-kahler-symptomen (ingezien op 18-12-2020)
  • Afbeelding bron 1: OpenStax College, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)
  • Afbeelding bron 2: Istock.com/dolgachov
  • Afbeelding bron 3: Serhiy Kobyakov/Shutterstock.com
Reactie

M. F. van Gennep, 17-01-2017
Goedemiddag geachte lezer,
Mijn vriend heeft Waldenström. Nu is mijn vraag omdat ze steeds meer ingezet worden in de medische wereld, zouden bloedzuigers een oplossing kunnen zijn voor deze rot ziekte?
Ik hoop het zo. Graag verneem ik van u.
Met vriendelijke groet,
Maureen van Gennep. Reactie infoteur, 06-02-2017
Het is mij niet bekend dat bloedzuigers een effectieve behandeling is bij de ziekte van Waldenström, ook bekend als macroglobulinemie of lymfoplasmacytair lymfoom.

Tartuffel (2.971 artikelen)
Laatste update: 18-12-2024
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Aandoeningen
Bronnen en referenties: 10
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.