Spontane blauwe plekken op armen en benen
Iedereen heeft wel eens een blauwe plek, zonder te weten waardoor deze is veroorzaakt. Je kunt je simpelweg niet herinneren dat je je gestoten hebt. Het is helemaal niet zo vreemd dat dit zo af en toe eens voorkomt en er is in dat geval dan ook niet veel aan de hand. Anders wordt het wanneer je in relatief korte tijd ineens meerdere blauwe plekken op je lichaam krijgt, zonder dat je hiervoor een goede verklaring hebt.
Blauwe plek na een stoot /
Bron: KoS, Wikimedia Commons (Publiek domein)Een blauwe plek ontstaat wanneer een bloedvat beschadigd raakt door bijvoorbeeld een stoot. Door de beschadiging kan er bloed uit het bloedvat lekken en een bloeduitstorting veroorzaken. Hierdoor ontstaan er in de huid plekken die in eerste instantie rood of blauw van kleur zijn. Als je lichaam het gelekte bloed gaat opruimen, wordt de blauwe plek na enkele dagen eerst groen en daarna geel. Dit komt omdat de rode kleurstof uit het bloed (hemoglobine) wordt omgezet in gele pigmenten. Hoe meer hemoglobine is omgezet, hoe lichter de plek wordt, totdat hij uiteindelijk helemaal verdwenen is.
Vrouwen krijgen in het algemeen sneller blauwe plekken dan mannen. Ook oudere mensen zijn, omdat zij minder vet onder de huid hebben, gevoeliger voor blauwe plekken. Een blauwe plek is meestal vrij onschuldig. Tenzij ze te gemakkelijk ontstaan. In dat geval is er mogelijk sprake van een aandoening of ziekte die bijvoorbeeld bloedstollingproblemen veroorzaakt. De meest voorkomende aandoeningen en ziekten waarbij spontaan blauwe plekken kunnen optreden, worden hieronder beschreven.
Vitamine C-tekort
Vitamine C speelt een belangrijke rol bij verschillende functies van ons lichaam. Zo is vitamine C ondermeer betrokken bij de weerstand tegen infecties en spanningen, bij de vorming van bindweefsel, bij de groei en de ademhaling en bij de opslag van ijzer. Vitamine C komt veel voor in vers fruit (vooral in aardbeien, kiwi's en rozenbottels), verse groenten (vooral bladgroenten) en aardappelen. Bij een langdurig en ernstig tekort aan vitamine C kan scheurbuik ontstaan. Een aandoening die vroeger vooral bij zeelieden voorkwam, wanneer zij bij hun vaak maandenlange verblijf op zee nauwelijks of geen fruit en groenten aten. Tegenwoordig zien we scheurbuik nog weleens bij onregelmatig etende alleenstaanden, studenten, bejaarden en alcoholisten. De aandoening wordt veroorzaakt door een éénzijdige voeding met weinig of geen aardappelen, verse groenten en vers fruit. Scheurbuik kan klachten veroorzaken als gezwollen tandvlees, bloedingen van slijmvliezen, huid en spieren (en daardoor spontane blauwe plekken veroorzaken), bleekheid, een slap gevoel en bloedarmoede. Wanneer je vermoed dat je een vitamine C tekort hebt, kun je via de huisarts bloedonderzoek laten doen. Tegenwoordig kan scheurbuik goed behandeld worden door een uitgebalanceerd dieet met (extra) vitamine C en eventuele vitamine C-suppletiemiddelen.
Vitamine B12-tekort
Vitamine B12 is belangrijk voor veel lichaamsfuncties. De vitamine komt alleen voor in voedingsmiddelen van dierlijke afkomst, zoals vlees, vis, melk en eieren. In principe bevat onze dagelijkse voeding meer vitamine B12 dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Toch komt het vooral bij ouderen nogal eens voor dat ze een vitamine B12-tekort hebben. Ook vegetariërs en veganisten lopen een risico op een te lage inname van vitamine B12.
Belangrijk voor de opname van vitamine B12 is het stofje ‘intrinsic factor’, dat – als onderdeel van maagsap - door het maagslijmvlies geproduceerd wordt. Als het maagslijmvlies blijvend ernstig beschadigd is, door bijvoorbeeld een bacteriële infectie of andere ziekte, of een deel van de maag is verwijderd, kan het maagslijmvlies (bijna) geen maagsap meer produceren. Dan wordt er dus ook geen 'intrinsic factor' meer aangemaakt. Op den duur kan hierdoor een vitamine B12-tekort ontstaan. Omdat vitamine B12 in het laatste deel van de dunne darm wordt opgenomen, kan een tekort dus ook ontstaan wanneer dit deel van de dunne darm niet goed functioneert of verwijderd is.
De klachten die ontstaan bij een tekort aan vitamine B12 kunnen zeer uiteenlopend zijn. In eerste instantie kunnen hoofdpijn, duizeligheid (licht in het hoofd), vermoeidheid en een gebrek aan eetlust optreden. Daarnaast kun je last krijgen van een pijnlijke, branderige tong, gewichtsverlies, diarree, hyperpigmentatie en spontane blauwe plekken (waarschijnlijk veroorzaakt door bloedarmoede). Op den duur heeft een vitamine B12-tekort neurologische gevolgen, omdat het zenuwstelsel wordt aangetast (bv. tintelingen en een doof gevoel in handen en voeten).
Door middel van bloedonderzoek bepaalt de arts het vitamine B12-gehalte. Aanvullend bloedonderzoek en/of een kijkonderzoek van de maag zijn vaak nodig om de oorzaak van het tekort vast te stellen. De behandeling van een vitamine B12-tekort is afhankelijk van de oorzaak en de ernst van de klachten.
Vitamine K-tekort
Vitamine K is belangrijk voor de bloedstolling en de botstofwisseling. Vitamine K wordt grotendeels door bacteriën in onze darmen gemaakt. Omdat dit pas vanaf een leeftijd van ongeveer 3 maanden gebeurt, krijgen pasgeboren baby's extra vitamine K toegediend om (hersen)bloedingen te voorkomen. De hoeveelheid vitamine K die in onze darmen wordt gemaakt is onvoldoende. Daarom is een aanvulling via de voeding noodzakelijk; groene bladgroenten, melk, melkproducten, vlees, eieren, granen, groenten en fruit bevatten allen vitamine K. Een tekort aan vitamine K leidt tot een vertraagde bloedstolling en kan bloedingen en (dus) blauwe plekken tot gevolg hebben. Het komt niet veel voor dat mensen een tekort hebben aan vitamine K. Het risico op een tekort is groter bij pasgeboren baby's en bij volwassenen die langdurig antibiotica gebruiken of chronische diarree hebben. Antibiotica kunnen darmbacteriën vernietigen, waardoor er onvoldoende vitamine K wordt aangemaakt. Ook mensen die antistollingsmiddelen gebruiken moeten de inname van voldoende vitamine K goed in de gaten houden.
Wanneer een tekort aan vitamine K wordt vermoed, wordt een bloedonderzoek uitgevoerd om de bloedstolling te meten. Een abnormale testuitslag kan echter ook worden veroorzaakt door het gebruik van antistollingsmiddelen of door leverbeschadiging. De behandeling bestaat uit vitamine K-injecties of het aanpassen van de dosis van het antistollingsmiddel.
Bijwerkingen medicijnen
Bepaalde medicijnen kunnen de dikte van je bloed of de aanmaak van bloedplaatjes beïnvloeden en daarmee gevolgen hebben voor de bloedstolling en het ontstaan van blauwe plekken. Bekende voorbeelden hiervan zijn bloedverdunners. Mensen met een verhoogde kans op het vormen van bloedklontertjes (trombose) krijgen deze medicijnen vaak voorgeschreven. Veel gebruikte bloedverdunners zijn: Ascal, Plavix, Heparine en Coumarines. Aspirine heeft overigens ook een bloedverdunnend effect! Het wordt zelfs regelmatig met dit doel door artsen voorgeschreven. Slik je (bijna) dagelijks aspirine, dan kunnen er dus gemakkelijk(er) blauwe plekken ontstaan. Corticosteroïden, hormooncrèmes die veel gebruikt worden bij tal van huidziekten en huidirritaties, kunnen bij veelvuldig en langdurig gebruik eveneens leiden tot het sneller ontstaan van blauwe plekken. Andere medicijnen die als mogelijke bijwerking het ontstaan van bloedingen en blauwe plekken hebben zijn: bepaalde bloeddrukverlagers, bepaalde anti-epileptica, bepaalde NSAID's (ontstekingsremmende pijnstillers), Lithium (vaak gebruikt bij stemmingswisselingen) en sommige antidepressiva. Slik je één van deze medicijnen en heb je last van onverklaarbare blauwe plekken, dan is het zeker zinvol om het hier met je huisarts over te hebben.
Te traag werkende schildklier
Bij een te traag werkende schildklier (hypothyreoïdie) worden er onvoldoende schildklierhormonen aangemaakt. De voornaamste oorzaken voor een te traag werkende schildklier zijn: een behandeling met radioactief jodium, het gebruiken van medicijnen waar jodium in zit, een operatieve verwijdering van de schildklier, een ontsteking van de schildklier, een tekort aan jodium, een aangeboren afwijking of een auto-immuunziekte. De oorzaak voor een te lage hormoonproductie kan in de schildklier zelf gelegen zijn of in de hypofyse of hypothalamus. Deze laatste bevinden zich beide in de hersenen en spelen een belangrijke rol bij hormonale processen. Een te traag werkende schildklier veroorzaakt in eerste instantie vaak vage klachten, zoals: gewichtstoename, vermoeidheid, duizeligheid, benauwdheid, snel koud hebben, snel blauwe plekken krijgen, een opgeblazen gevoel, obstipatie en haaruitval. Op enig moment kunnen ook psychische en/of neurologische problemen ontstaan, waaronder apathie, depressiviteit, geheugenproblemen, psychosen en slaapstoornissen.
De diagnose kan gesteld worden door middel van bloedonderzoek. De behandeling is afhankelijk van de oorzaak. Bij een jodiumtekort zal extra jodium ingenomen moeten worden. Bij een niet of onvoldoende functionerende schildklier dienen levenslang synthetische schildklierhormonen genomen te worden. Wanneer met de behandeling is gestart, nemen de klachten over het algemeen vrij snel af.
Aplastische anemie (bloedarmoede)
Aplastische anemie is een speciale vorm van bloedarmoede waarbij er niet alleen een tekort is aan rode bloedcellen, maar ook aan witte bloedcellen en bloedplaatjes. Het tekort aan rode bloedcellen veroorzaakt ondermeer bloedarmoede. Daarnaast kan het bloed minder zuurstof en voedingsstoffen vervoeren. Door het tekort aan witte bloedcellen, word je vatbaarder voor infecties. Een tekort aan bloedplaatjes leidt tot een verstoring van de bloedstolling en bloedingen.
Bij meer dan de helft van de mensen die lijden aan aplastische anemie, kan de oorzaak niet worden gevonden. In de overige 50% van de gevallen wordt deze vorm van bloedarmoede onder andere veroorzaakt door genetische aspecten, blootstelling aan giftige chemicaliën of straling of bepaalde medicijnen (bv. bepaalde soorten antibiotica).
De klachten ontstaan meestal geleidelijk (tenzij de aandoening ontstaat als reactie op een giftige stof). Je kunt last krijgen van overmatige bloedingen en blauwe plekken, moeheid en bleekheid en steeds terugkerende infecties.
Door middel van bloedonderzoek kan aplastische anemie worden vastgesteld. In sommige gevallen is aanvullend beenmergonderzoek nodig om de diagnose met zekerheid te kunnen stellen. De behandeling is afhankelijk van de oorzaak van deze speciale vorm van bloedarmoede. Wordt de aandoening veroorzaakt door een chemische stof, straling of medicijnen, dan zullen deze als eerste moeten worden gestopt. Daarnaast kan ondersteunende therapie in de vorm van een bloedtransfusie, toediening van antibiotica, het toedienen van medicijnen die het afweersysteem onderdrukken of een beenmergtransplantatie nodig zijn. Zonder behandeling kunnen mensen met ernstige aplastische anemie overlijden.
Bloedvergiftiging
Bloedvergiftiging of sepsis is een ontstekingsreactie van het hele lichaam op een infectie door (meestal) bacteriën. Het is een ernstige, soms dodelijke ziekte. Door een ontstoken wond of een infectie van één of meerdere organen (bv. longontsteking, blaasontsteking of urineweginfectie), komen bacteriën in je bloedbaan terecht. De ontstekingsreactie die als gevolg hiervan ontstaat, kan leiden tot een daling van de bloeddruk, koorts, een snelle hartslag en snelle ademhaling. Ook een verminderde urineproductie, oedeem en bloedingen in de huid (blauwe en rode plekken) kunnen door een bloedvergiftiging veroorzaakt worden. De bloedingen zijn in eerste instantie klein, maar breiden zich snel uit. Aan de hand van bloedonderzoek of onderzoek van andere lichaamssappen kan vastgesteld worden of er sprake is van bloedvergiftiging. Is dat het geval, dan zal de behandeling onmiddellijk gestart worden. Veelal word je opgenomen op de intensive care afdeling, krijg je antibiotica, grote hoeveelheden vocht en medicijnen ter verbetering van de bloedcirculatie toegediend. Soms is een operatie noodzakelijk om de ontstekingshaard te verwijderen. De overlevingskansen zijn ondermeer afhankelijk van je weerstand en conditie, de ernst van de vergiftiging, de aangetaste organen en de snelheid waarmee de behandeling gestart wordt. Ouderen, jonge kinderen, mensen die een operatie of chemotherapie hebben ondergaan en mensen met een verminderde afweer (bv. aidspatiënten, mensen met de ziekte van Crohn of reuma) hebben een groter risico op het krijgen van bloedvergiftiging.
Bloedstollingafwijkingen
Het bloedstollingproces is een ingewikkeld proces, waarbij vooral de bloedplaatjes zijn betrokken. Het doel van dit proces is een zo snel mogelijke stolling van het bloed te realiseren, waardoor bij een uitwendige of inwendige bloeding zo min mogelijk bloed verloren gaat. Wanneer dit proces verstoord is, kunnen wonden dus gevaarlijk lang blijven bloeden. Ook onderhuidse bloeduitstortingen (blauwe plekken) kunnen gemakkelijk ontstaan. Bloedstollingafwijkingen kunnen ondermeer veroorzaakt worden door trombocytopenie, hemofilie of de ziekte van Willebrand.
Trombocytopenie
Bij trombocytopenie zijn er te weinig bloedplaatjes in het bloed. Dit komt omdat het beenmerg minder bloedplaatjes aanmaakt of omdat er te veel bloedplaatjes worden verbruikt of afgebroken. Een stoornis in de aanmaak van bloedplaatjes kan aangeboren zijn, maar kan ook ontstaan door een beenmergbeschadiging (bv. na bestraling), een beenmergziekte (bv. leukemie), vitamine B12-tekort, foliumzuurgebrek of een onvoldoende schildklierwerking. Een massale bloeding, acute trombose of auto-immuunziekte kan de oorzaak zijn van een toegenomen verbruik of afbraak van bloedplaatjes. De symptomen van trombocytopenie zijn in eerste instantie: gemakkelijk blauwe plekken oplopen, kleine rode plekjes op de huid en neusbloedingen. Hevige bloedingen zijn zeldzaam en komen alleen voor bij mensen met ernstige trombocytopenie.
Door middel van bloedonderzoek kan de diagnose trombocytopenie worden gesteld. Soms is aanvullend onderzoek van het beenmerg noodzakelijk. De behandeling hangt af van de oorzaak. In sommige gevallen verdwijnt de aandoening zelfs zonder behandeling.
Hemofilie
Bij de bloedstolling zijn meerdere eiwitten betrokken. Bij mensen die aan hemofilie lijden, is er een tekort aan bepaalde stollingseiwitten, waardoor de bloedstolling verstoord is. Hemofilie is een erfelijke aandoening, die vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen. Een licht tekort aan stollingseiwitten hoeft niet tot ziekteverschijnselen te leiden. In ernstige gevallen kunnen er spontane bloedingen ontstaan. Wanneer je lijdt aan hemofilie werken de bloedplaatjes goed. Een bloeding stopt in eerste instantie dan ook snel na de verwonding. De bloedprop, die voor de stolling zorgt, wordt door het tekort aan stollingseiwitten echter niet verstevigd. Hierdoor kan er later toch weer een bloeding ontstaan. Na operaties en ongelukken is het risico op bloedingen groter.
Op basis van de klachten, de medische voorgeschiedenis, lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek kan de diagnose hemofilie gesteld worden. Hemofilie kan behandeld worden met geneesmiddelen die ervoor zorgen dat het gehalte aan stollingseiwitten in het bloed toeneemt. Via een infuus kan ook het ontbrekende stollingseiwit worden toegediend.
Ziekte van Willebrand
De ziekte van Willebrand is een erfelijke aandoening, waarbij het stollingsvermogen van het bloed is aangetast. De oorzaak is een tekort of verkeerd functioneren van een bepaald eiwit (de von-Willebrand-factor), dat de stolling van het bloed bevordert. De ziekte van Willebrand is de meest voorkomende stoornis van de bloedplaatjes. Wanneer je lijdt aan de ziekte van Willebrand krijg je bij licht letsel eerder blauwe plekken en bloed je bij verwondingen langer dan andere mensen. Ook een bloedneus en bloedend tandvlees treden regelmatig op. Vrouwen hebben tijdens de menstruatie meer en langer bloedverlies. Aan de hand van de klachten, lichamelijk onderzoek en bepaalde bloedtests kan de diagnose worden gesteld. De behandeling is erop gericht om het aantal eiwitten, dat mensen die aan de ziekte van Willebrand lijden tekort komen, te verhogen.
Bindweefselafwijkingen (syndroom van Ehlers-Danlos)
Het onderhuidse bindweefsel is een losse weefsellaag onder de huid en bestaat voornamelijk uit bindweefsel, vetcellen, zenuwvezels en bloedvaatjes. Bindweefsel geeft steun aan organen, zoals de huid, de botten en de bloedvaten. Het onderhuidse bindweefsel fungeert als schokdemper en beschermt de tere onderliggende structuren tegen ernstig letsel. Bij bindweefselafwijkingen is dit bindweefsel vaak veel minder stevig, waardoor zowel in- als extern (huid) makkelijker beschadigingen ontstaan. Een bekende bindweefselafwijking is het syndroom van Ehlers-Danlos.
Het syndroom van Ehlers-Danlos is een erfelijke aandoening waarbij het bindweefsel wordt aangetast. Het syndroom uit zich in een zeer elastische en fragiele huid en enorm bewegelijke gewrichten. De huid wordt gemakkelijk beschadigd, wonden helen langzaam en blauwe plekken ontstaan heel snel. Vaak vormen zich ook kenmerkende littekens. Door de abnormale beweeglijkheid van de gewrichten is de kans op dislocatie (uit de kom raken) groot. Het stellen van de diagnose gebeurt meestal op basis van de typische lichamelijke kenmerken (huid en gewrichten). Het syndroom van Ehlers-Danlos kan niet genezen worden. De behandeling bestaat uit het nemen van de nodige voorzorgsmaatregelen, zoals het dragen van beschermende kleding en het vermijden van risicovolle sporten.
Levercirrose
De lever is een belangrijk orgaan, dat ervoor zorgt dat we belangrijke voedingsstoffen uit het bloed kunnen opnemen en gebruiken. Daarnaast maakt de lever giftige stoffen onschadelijk en ruimt hij afvalstoffen op. Wanneer gezonde levercellen afsterven en vervangen worden door littekenweefsel, is er sprake van levercirrose. Levercirrose is een voortdurend proces en kan er uiteindelijk toe leiden dat de lever zijn functie niet meer kan uitoefenen. Een levertransplantatie is dan de enige afdoende behandeling. Vrijwel elke chronische leverziekte kan op den duur leiden tot levercirrose. In Nederland zijn de meest voorkomende oorzaken hepatitis B en C en langdurig alcoholgebruik. Vaak treden er pas klachten op als de lever al behoorlijk beschadigd is. Vage buikpijn, geelzucht, blauwe plekken, misselijkheid en braken, verminderde eetlust, vermagering en ernstige vermoeidheid kunnen dan het gevolg zijn. Bij een vergevorderde levercirrose loopt de druk in de bloedvaten van de lever zo hoog op, dat er spataderen in de slokdarm en maag en vochtophoping in de buik ontstaan. Als de lever zijn ontgiftende functie niet meer kan doen, ontstaat een opstapeling van gifstoffen. Wanneer dit in de hersenen gebeurt, kan dit tot allerlei neurologische verschijnselen en zelfs tot een coma leiden.
De diagnose levercirrose kan gesteld worden aan de hand van bloedonderzoek, een echo, CT-scan of MRI-scan en een leverpunctie. Levercirrose is een onomkeerbaar proces en dus niet te genezen. De lever heeft een grote reservecapaciteit. Wanneer het proces op tijd gestopt wordt, kun je soms nog redelijk goed verder leven met het resterende gezonde deel van je lever. Is de lever te veel beschadigd, dan is een levertransplantatie de enige optie. Om de complicaties van de levercirrose te behandelen worden vaak medicijnen voorgeschreven (bv. plastabletten, antibiotica).
Leukemie
Leukemie is een verzamelnaam voor een aantal verschillende soorten kankers van het beenmerg, waarbij de groei en vorming van de witte bloedcellen verstoord is. Vanuit het beenmerg gaat de ziekte meestal over op het bloed en uiteenlopende organen (vaak lymfeklieren, milt en lever). In het beenmerg worden de witte en rode bloedcellen en de bloedplaatjes aangemaakt. Bloedcellen groeien normaal gesproken in het beenmerg uit tot rijpe cellen en worden dan aan het bloed afgegeven. Bij leukemie is er echter een storing in de vorming van de witte bloedcellen. Er vindt een enorme woekering plaats van onrijpe witte bloedcellen, waardoor de productie van de normale bloedcellen in het gedrag komt. Het tekort aan rode bloedcellen veroorzaakt ondermeer bloedarmoede. Daarnaast kan het bloed minder zuurstof en voedingsstoffen vervoeren. Door het tekort aan rijpe witte bloedcellen, word je veel gevoeliger voor infecties. Een tekort aan bloedplaatjes leidt tot een verstoring van de bloedstolling en bloedingen. In eerste instantie zijn er alleen in het beenmerg veel te veel onrijpe witte bloedcellen aanwezig. Later komen die onrijpe cellen in de bloedbaan en dus ook in de organen terecht. Er zijn verschillende soorten witte bloedcellen. Afhankelijk van het soort witte bloedcel dat de ziekte veroorzaakt, wordt onderscheid gemaakt in lymfatische of myeloïde leukemie. Daarnaast kan er sprake zijn van acute en chronische leukemie. Bij acute leukemie ontstaan in korte tijd extreem veel onrijpe bloedcellen. Bij chronische leukemie zijn de bloedcellen al wat verder ontwikkeld en verloopt het proces veel trager.
Er is nog maar weinig bekend over de precieze oorzaak van leukemie. Het is wel bekend dat bepaalde omgevingsfactoren (radioactieve straling, chemische stoffen zoals benzeen en sommige pesticiden) en mogelijk erfelijke aanleg de kans op leukemie vergroten.
De klachten bij leukemie worden veroorzaakt door de tekorten aan rode en witte bloedcellen en aan bloedplaatjes. Vrijwel alle soorten van leukemie laten in het begin dezelfde klachten zien: bleekheid, onverklaarbaar moe, herhaaldelijke infecties, koorts, botpijnen, zwelling van de lymfeklieren, vergroting van lever en milt en spontane bloedingen (blauwe plekken, bloedend tandvlees, bloedneus, extreme menstruatie).
Door gericht laboratoriumonderzoek (o.a. bloedonderzoek, beenmergonderzoek, eventuele biopsie) kan leukemie worden vastgesteld. De behandeling is ondermeer afhankelijk van het type leukemie, het stadium waarin de ziekte zich bevindt, het aantal abnormale cellen, de specifieke kenmerken van die cellen, je leeftijd en specifieke genetische of chromosoomafwijkingen. De behandeling bestaat in de meeste gevallen uit intensieve chemotherapie. Soms wordt ook een beenmerg- of een stamceltransplantatie toegepast. Hoe sneller de diagnose gesteld is en de behandeling is begonnen, hoe beter de prognose.
Naast bij bovenstaande aandoeningen en ziekten, is het natuurlijk ook mogelijk dat de oorzaak van het optreden van spontane blauwe plekken elders moet worden gezocht. Blauwe plekken zijn meestal onschuldig. Wanneer er echter ineens meerdere blauwe plekken ontstaan, zonder dat je hiervoor een goede verklaring hebt, is het zaak hiermee zo snel mogelijk naar de huisarts te gaan.
Lees verder