De relatie tussen roken en het ontstaan van kanker
Roken geeft de grootste kans om vroegtijdig te overlijden. Roken geeft niet alleen meer kans op longkanker maar ook op baarmoederkanker en nier- en blaaskanker. Van alle mensen die in Nederland overlijden aan kanker is ongeveer dertig procent toe te schrijven aan roken. Elk jaar overlijden er in Nederland ongeveer twintigduizend rokers aan de gevolgen van tabak. Door niet te roken kun je dus zelf het risico op kanker verkleinen.
Inhoud artikel
Het onstaan van kanker
Ons lichaam maakt voortdurend nieuwe cellen, om te groeien en om cellen die beschadigd en verouderd zijn te vervangen. Nieuwe cellen bestaan door deling. De
celkern bevat informatie wanneer de cel moet gaan delen, maar ook wanneer de cel daarmee moet stoppen. Er kan iets mis gaan, dit kan toeval zijn, maar het kan ook komen door schadelijke invloeden zoals bijvoorbeeld roken. Je hebt
reparatiegenen die zorgen dat de schade hersteld wordt, maar soms lukt dat herstellen niet. Cellen gaan zich
ongecontroleerd delen en er ontstaat een tumor of een gezwel.
Goedaardige en kwaadaardige tumoren
Een ander woord voor gezwel is
tumor. Alleen bij
kwaadaardige tumoren spreek je van
kanker. Goedaardige gezwellen groeien niet door andere weefsels heen en verspreiden zich niet door het lichaam. Voorbeeld van een goedaardig gezwel: een wrat. Een goedaardig gezwel kan wel klachten veroorzaken omdat het gezwel ergens tegenaan drukt, dit kan een reden zijn om het gezwel te verwijderen. Kwaadaardige tumoren kunnen wel door andere weefsels heen groeien. De cellen van zo'n tumor kunnen losraken en ergens anders in het lichaam uitgroeien tot gezwellen. Dit noem je
uitzaaiingen of metastasen.
Het risico om kanker te krijgen
Ieder mens loopt een bepaald risico om kanker te krijgen. Waarschijnlijk speelt aanleg bij alle tumoren een bepaalde rol. Milieuverontreiniging speelt een kleine rol bij het ontstaan van kanker. Een ongezonde leefstijl draagt in belangrijke mate bij aan het ontstaan van kanker. Door gezond te leven kun je dus het risico beperken maar er is geen manier van leven die kanker gegarandeerd voorkomt. Iemand die altijd gezond heeft geleefd kan toch kanker krijgen, iemand die altijd heeft gerookt, kan oud worden zonder kanker te krijgen.
Risicofactoren
Risicofactoren kun je verdelen in twee groepen:
- Leefstijlfactoren: ongezond eten, roken, veel alcohol drinken, overgewicht, onvoldoende lichaamsbeweging, overmatig de huid blootstellen aan de zon.
- Niet-leefstijlfactoren: blootstelling aan het milieu, aan virussen, aan radioactieve straling.
Roken en de schadelijkheid voor de gezondheid
Als je rookt, heb je meer kans op longkanker, maar ook op hart- en vaatziekten, een paar longaandoeningen en impotentie.
Roken en longkanker
In de zestiende eeuw brachten de Spanjaarden tabak naar Europa. Het werd in eerste instantie gebruikt als middel tegen allerlei kwaaltjes. Er werd steeds meer tabak gebruikt omdat de gebruikers verslaafd waren geworden aan de tabak. De
nicotine in de tabak is verslavend. Bij het inademen gaat de nicotine naar de hersenen en zorgt voor een
kortdurende kick. Als het lichaam dan te weinig nicotine heeft dan vraagt het lichaam als het ware om nicotine en de gebruiker steekt weer een sigaretje op. Nicotine kan de celwand beschadigen en dan wordt de cel gevoeliger voor bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen. In sigarettenrook zitten naast nicotine meer dan vierduizend
chemische stoffen, minstens zestig van die stoffen hebben kankerverwekkende eigenschappen.
Roken en alcohol
Bij veel rokers is een sigaretje onlosmakelijk verbonden met een alcoholconsumptie. Bij iemand die heel veel alcohol nuttigt (dagelijks drie glazen of meer), is het risico op kanker van de slokdarm en de mond- en keelholte groter. In combinatie met roken wordt het risico op kanker nog groter.
Longkanker en de vorige eeuw
In het begin van de vorige eeuw kwam longkanker bijna niet voor. Halverwege de eeuw kwam er steeds meer bewijs dat er een relatie bestond tussen roken en longkanker. Voor mensen met longkanker in Nederland is ongeveer zesentachtig procent terug te voeren op het roken. Het aantal mannen dat longkanker krijgt is de afgelopen jaren steeds minder geworden. Er is juist een stijging van het aantal vrouwen met longkanker, dit komt grotendeels omdat er in de jaren vijftig heel veel vrouwen zijn gaan roken.
Meeroken
In 2002 is vastgesteld dat meeroken, dit wordt ook wel passief roken genoemd, kankerverwekkend is. Dit is vastgesteld door een onderzoeksinstituut van de Wereld Gezondheidsorganisatie. Niet-rokers hebben gemiddeld twintig tot dertig procent meer kans op longkanker als ze samenwonen met iemand die rookt. Er komen ook steeds meer aanwijzingen dat meeroken een verhoogde kans geeft op borstkanker. Kinderen van rokers hebben vaak een minder goede longfunctie en hebben vaak meer last van de luchtwegen. Kinderen met rokende ouders hebben vaker een slechter melkgebit. Als een moeder rookt tijdens de zwangerschap dan is er meer risico op een te laag geboortegewicht en vroeggeboorte.
Stoppen met roken
Door niet te roken kun je zelf het risico op kanker verkleinen. Het kan moeilijk zijn om te stoppen omdat nicotine een verslavende stof is. Toch lukt het jaarlijks zo een honderdduizend rokers in Nederland om te stoppen met roken. Je moet gemotiveerd zijn om te stoppen met roken dat is zeer belangrijk. En weet dat je gebruik kunt maken van ondersteuning en/of hulpmiddelen. Als je stopt met roken dan heb je na een paar jaar al veel minder risico op hart- en vaatziekten.
Stoppen met roken is op elke leeftijd zinvol!
Voordelen als je stopt met roken (naast de gezondheidswinst)
Positieve punten:
- Betere doorbloeding: minder last van koude voeten en handen
- Je ziet er beter uit door de betere doorbloeding, minder bleek
- Beter ruiken en proeven
- Niet meer in paniek hoeven te raken als er geen sigaretten aanwezig zijn
- Geld besparen
- Fitter zijn, meer energie hebben
- Frisser ruiken (prettig voor jezelf maar ook voor je omgeving)
- Meer adem hebben
Stoppen met roken en het gewicht
Om het gemis van de sigaret te compenseren gaan veel mensen wat meer snoepen. Maar als je normaal eet en je beweegt een beetje extra dan word je niet veel zwaarder.
Hulpmiddelen bij het stoppen met roken
- Nicotinevervangende middelen, deze kunnen helpen om de ontwenningsverschijnselen te verminderen. Lees de bijsluiter voor dat je gaat beginnen.
- Cursus: door heel Nederland worden cursussen gegeven, bijvoorbeeld de cursus Pakje Kans. Je zit in een groep met mensen die hetzelfde doormaken. Kijk op de website van Stivoro.
- Telefonische coach: kijk op de website van Stivoro. In principe zijn er geen kosten verbonden aan deze coach.
- Stoppen via de huisarts.
- Allen Carr: Allen Carr heeft een boek geschreven en een training ontwikkeld. Het boek kun je aanschaffen bij de boekhandel of via www.allencarr.nl.
- Hypnose, softlasertherapie of acupunctuur.
Vraag na bij de
zorgverzekeraar wat wel of niet vergoed wordt. Maar ook al zou er niets vergoed worden, je bespaart al veel geld als je geen rookwaar meer hoeft te kopen.