Een cochleair implantaat - voor slechthorenden en doven
Een cochleair implantaat, ook wel CI genoemd, is een elektronisch gehoormiddel dat ernstige slechthorenden en doven helpt om beter te horen. Voor veel mensen is een cochleair implantaat een hele verbetering van het levenskwaliteit. Bij veel geïmplanteerden wordt een beter gehoor geboekt en kunnen ze beter communiceren met anderen.
Wat is een cochleair implantaat?
Een cochleair implantaat (CI) is een elektronisch implantaat dat geluid in elektrisch impulsen omzet, wat dan wordt opgevangen door het slakkenhuis. De vele trilhaartjes worden vervangen door 24 elektroden van de cochleair implantaat (CI). Ze kunnen, afhankelijk van de gebruiker, gedeeltelijk of allemaal geactiveerd worden.
Een cochleair implantaat (CI) bestaat uit twee onderdelen: een uitwendige zendspoel en een inwendig implantaat. De microfoon vangt het geluid op en stuurt deze informatie naar een spraakprocessor die ze omzet in een elektronische en gedigitaliseerde code. Deze code wordt uiteindelijk doorgestuurd naar de inwendige implantaat. Elke elektrode heeft zijn eigen functie. Een slechthorende met weinig restgehoor heeft veel kans om deze te verliezen, maar de CI levert in verhouding tot een hoortoestel betere resultaten.
Enkele verschillen tussen een hoortoestel en een CI
| Hoortoestel | Cochleair implantaat |
Nazorg en revalidatie | Niet vergoed | Vergoed |
Operatie? | Niet nodig | Nodig |
Restgehoor | Geringe kans op verlies van het restgehoor | Grote kans op verlies van het restgehoor |
Batterijen | 1 batterij dat lange tijd mee gaat (enkele weken) | 3 batterijen (enkele dagen) of oplaadbare batterij (ongeveer 8u) |
Wie komt in aanmerking voor een cochleair implantaat?
Bij volwassenen is het nodig dat het gehoorverlies 80 dB of meer bedraagt, het restgehoor kan verloren gaan door de ingreep.
Tegenwoordig is er een alternatief: de Elektronische Akoestische Stimulatie (EAS) maakt gebruik van het restgehoor waardoor de lage tonen behouden blijven. Zo is er geen verlies mogelijk.
Bij kinderen is het eerst nodig dat er vooraf een maximale spraakstimulatie nagestreefd wordt met een hoortoestel.
Vervolgens kan men overgaan tot een CI, men moet bij een klein kind extra alert zijn voor beschadigingen van het uitwendig deel daar kinderen soms onstuimig kunnen zijn. Op de markt zijn er hiervoor speciale kastjes voor ontworpen waar men een batterij kan in plaatsen en op de borst van het kind wordt gedragen, de CI wordt dmv een lange kabel vastgemaakt aan dit kastje, zodat het niet verloren kan gaan.
Vooraf aan de operatie wordt er nagegaan of men in aanmerking komt voor de operatie. Dit wordt besproken in een medisch team van logopedisten, NKO-chirurg, NKO-revalidatiearts en zijn team, audioloog en psycholoog. Vooraf worden er scans en een MRI gemaakt om te zien of het gehoorzenuw intact is en of het rotsbeen niet versteend is. Er moet steeds bedacht worden dat er geen garantie kan gegeven worden dat de operatie lukt en de CI werkt. Ook al laten de onderzoeken geen afwijkingen zien.
Tijdens de operatie
De operatie wordt uitgevoerd onder algemene narcose en duurt ongeveer 3-4 uur. Als de patiënt onder narcose is, wordt er een kleine incisie gemaakt achter het oor. Via het schedelbot bereikt men het slakkenhuis waarin men de elektrode kan schuiven.
Na een kleine test wordt de wonde gehecht en een verband rondom het hoofd aangebracht. Men zal ongeveer twee dagen in het ziekenhuis moeten blijven. Complicaties komen zelden voor met de hedendaagse techniek. Het zal pas tijdens de eerste fitting blijven of de cochleair implantaat daadwerkelijk werkt.
Na de operatie
Men zal ongeveer 3 à 4 weken na de operatie de eerste test (fitting) krijgen. Daar wordt de CI voor de eerste keer gebruikt.
Verwacht er niet te veel van, er zullen vooral onherkenbare geluiden waargenomen worden. Stemmen klinken mechanisch.
Naarmate men steeds meer went aan de CI en de geluiden van elkaar leert scheiden zal het steeds gemakkelijker worden om stemmen te herkennen. Het nadeel van een CI is dat de mechanische stemmen lang blijven en na verloop van tijd minder worden.
Tot slot - leven met een CI
Een hardnekkig misverstand is dat personen met een CI ineens als horenden worden aanzien. Dit is helaas niet het geval: ze kunnen wel beter horen, maar niet zo goed als horenden. Zonder een CI kan men immers niets meer horen aan die kant
(of beide kanten, indien men bilateraal geopereerd is).
Enkele tips voor het leven met een CI:
- Met een CI kun je niet zomaar zwemmen of douchen, doe het uitwendige deel uit of vraag bij de audioloog voor een speciaal 'waterset'.
- Leg hem elke avond in een droogdoos met een droogtablet, zodat het vocht eruit kan getrokken worden.
- Slaap liever niet met een CI, de kans dat je hem beschadigd is reëel.
- Voorzie altijd reserveonderdelen, vooral een zendspoel gaat snel kapot.
Lees verder