Knieartrose en een nieuwe knie
Knieartrose is een van de meest voorkomende aandoeningen van het kniegewricht op latere leeftijd. In het begin van de aandoening zijn de klachten door middel van fysiotherapie vaak in de hand te houden, maar naarmate de slijtage toeneemt, zal op den duur een operatie nodig zijn om de klachten te verhelpen. In dit geval wordt er een knieprothese geplaatst. In dit artikel leest u alles over knieartrose, de knieoperatie en de revalidatie achteraf.
Artrose van de knie
De knie wordt van alle grote gewrichten het meest getroffen door artrose. De slijtage komt regelmatig bilateraal voor. Wanneer er geen duidelijke oorzaak is voor de slijtage is dit primaire artrose. Artrose kan iedereen overkomen maar er zijn wel risicofactoren te onderscheiden:
- Eerder meniscusletsel, bandletsel of kraakbeenletsel
- Overgewicht
- Erfelijkheid en geslacht (vrouwen meer risico)
- Standafwijking van het been
- Langdurige extreme belasting van de knie (stratenmakers, topsporters etc.)
Artrose van de knie brengt vaak een standsverandering met zich mee door de vorming van osteofyten (extra bot). Dit verergert de artrose ook nog eens.
Klinisch beeld (niet alle klachten hoeven aanwezig te zijn):
- Patiënt vaak ouder dan 50 jaar
- Bij jongere patiënten vaak spraak van secundaire artrose
- Belastingsafhankelijke pijn
- Startstijfheid
- Hydrops
- Crepitaties
- Rode en warme knie (bij ontsteking gewrichtsvloeistof)
- Periodes van meer en minder last
- Algemeen progressief verloop
- Slotklachten (knie zit vast)
- Giving way gevoel (het gevoel door de knie te zakken)
- Bewegingsbeperking
Vaak is er al jaren sprake van slijtage zonder dat dit klachten oplevert. Een relatief klein ‘trauma’ kan dan als een soort trigger werken, waardoor er ineens onevenredig veel klachten ontstaan.
Fysiotherapeutische behandeling (zonder ok of pre-ok)
Uitleg over aandoening (vaak al bij orthopeed)
Leefregels en advies:
- Belasting afwisselen met rust, wel in beweging blijven
- Eventueel overgewicht bestrijden
- Eventueel koelen bij warm gewricht
Oefentherapie
Actieve oefentherapie zorgt voor een betere functie van de knie en toename van de kracht en stabiliteit. Dit zorgt voor een beter functioneren in het dagelijks leven en pijndemping. De volgende oefenvormen dienen worden gecombineerd:
- Spierversterkende oefeningen
- Coördinatieve- en stabiliteitsoefeningen (vooral bij instabiliteit)
- Training van het uithoudingsvermogen
- Trilplaat ter bevordering van de doorbloeding
Uiteraard wordt de training aangepast aan de wensen en doelen van de patiënt. Tijdens de training mag de knie wat gevoelig zijn, maar bij forse pijnscheuten of steken in de knie, wordt de training aangepast.
Pijndemping
Dit kan via de orthopeed door middel van injecties of medicatie. De fysiotherapeut kan elektrotherapie overwegen wanneer de pijn een beperkende factor is voor de oefentherapie.
Loophulpmiddel
Een loophulpmiddel om de knie te ontlasten (meestal krukken of een stok) zal meestal door de orthopeed geadviseerd worden. De fysiotherapeut kan wel een rol spelen in het leren omgaan met dat loophulpmiddel.
Wanneer de klachten verder blijven toenemen en het dagelijks leven ernstig beperkt wordt, kan er gekozen worden voor een knieprothese.
De operatie
Afhankelijk van of er een totale knie prothese of een uniknie wordt geplaatst. Voor een uniknie wordt meestal gekozen als slechts een deel van het gewricht beschadigd is (bijvoorbeeld alleen de binnenkant). Naast het plaatsen van de prothese kan de orthopeed ook meteen een standsverandering van het been doorvoeren (bijvoorbeeld bij een extreem veranderde stand door de artrose, maar ook bij aangeboren X of O-benen)
Verschillende soorten protheses:
- De gewone Totale Knie Prothese (TKP):
bestaat uit een bovenbeendeel en een scheenbeendeel, gecombineerd met een inlay, die de functie van de menisci overneemt. Hiervoor is een goed bandapparaat nodig om de knie stabiel te houden. De knieschijf kan ook vervangen worden wanneer deze door de artrose is aangedaan. Gemiddeld zal een buiging tot 120 graden mogelijk zijn. Bij 90% van de patiënten functioneert de prothese na 10jaar nog uitstekend.
- De TKP met scharnier:
Bij een instabiele knie kan er gekozen worden voor een knieprothese met een ingebouwd scharnier. Deze zorgt dan voor de stabiliteit van de knie. Deze prothese heeft echter een minder lange levensduur dan de gewone TKP.
- De uniknie:
Bij de uniknie wordt alleen het buitenste of alleen het binnenste deel van de knie vervangen. Dit gebeurt wanneer er slechts één zijde aangedaan is door de artrose. De uniknie kan niet geplaatst worden in een instabiele knie of wanneer er standcorrecties moeten worden toegepast en heeft een iets minder lange levensduur dan de gewonde TKP. Wel is het herstel sneller en laat hij vaak meer buiging toe.
- Zimmer high flex knee:
Deze prothese wordt niet in ieder ziekenhuis geïmplanteerd en is gemaakt om veilig tot 155 graden te kunnen buigen in plaats van de 120 graden van een normale TKP. Deze prothese kan soms wel verder buigen, maar zal dan sneller slijten.
- Zimmer gender knee:
Deze prothese is speciaal ontwikkeld voor vrouwen, om te kunnen voldoen aan de gemiddeld anders functionerende knie van vrouwen ten opzichte van mannen.
De operatie zelf:
Bij de operatie wordt eerst een verticale incisie gemaakt over het midden van de knie (behalve bij uniknie), zodat het gewricht wordt blootgelegd. De knieschijf wordt weggeklapt en de voorste kruisband wordt weggehaald, soms wordt ook de achterste kruisband verwijderd. Vervolgens wordt het scheenbeen naar voren getrokken en afgezaagd. Ook een deel van het bovenbeen wordt weggehaald en de gaten voor de prothese worden geboord. De juiste maat voor de prothese wordt bepaald en het scheenbeengedeelte en het bovenbeengedeelte worden in de gaten geslagen (al dan niet met botcement). De knie wordt een paar keer gebogen en gestrekt om te kijken of het gewricht soepel loopt. Vervolgens wordt alles weer gesloten met hechtkrammen.
Meestal wordt de operatie uitgevoerd met een ruggenprik, al dan niet met een roesje. Dit zorgt ervoor dat na de operatie de pijnstilling via de ruggenprik nog voortgezet kan worden.
De fysiotherapie
In het ziekenhuis:
Vrijwel direct na de operatie wordt er al een CPM (apparaat wat de knie passief kan bewegen) onder de knie gezet. Afhankelijk van het ziekenhuis blijft deze voor bepaalde tijd onder de knie tussen de 0-90graden. De volgende dag wordt gekeken of de patiënt op kan zitten en met behulp van een looprekje in een stoel kan komen. Dit hangt uiteraard af van hoe de patiënt zich voelt, of er duizeligheid optreedt en of er al gevoel en kracht in de benen is. Ook moet het gezonde been goed functioneren. Ook wordt de beweeglijkheid gecontroleerd en de eerste oefeningen meegegeven. In de daarop volgende dagen wordt het mobiliseren uitgebreid naar het lopen met eerst een looprek en later met krukken. Afhankelijk van de thuissituatie wordt ook het traplopen geoefend. Bij een voorspoedig herstel kan de patiënt op dag 3 of 4 na de operatie naar huis of naar een herstelbed.
In de praktijk:
1 of 2 dagen na thuiskomst meldt de patiënt zich bij de praktijk. Daar wordt in eerste instantie gekeken naar de wondgenezing en wordt de beweeglijkheid beoordeeld. Ook wordt de aanspanning van de quadriceps gecontroleerd en de oefeningen voor thuis nog eens doorgenomen. Ook wordt de knie nog gekoeld.
Wanneer de pijn dit toestaat en de knie rustig is, kan begonnen worden met rustige oefentherapie. In het begin alleen bestaand uit oefeningen in gesloten keten (de voeten vormen het vaste punt), met lichte intensiteit en maximaal 5x20hh. Hierbij is er vooral aandacht voor de uitvoering.
De hometrainer kan vanaf het moment dat de mobiliteit 0-100 graden bedraagt. Belangrijk is dat het zadel hoog staat en er een zeer lichte intensiteit wordt aangehouden. Fietsen is zeer gunstig voor de beweeglijkheid van de knie en afname van de zwelling.
Huiswerkoefeningen:
- Strekoefeningen met hoogliggend been (aanspannen quadriceps)
- Op stoel rustig been buigen met voet op handdoek of sok
Leefregels:
- Geen kussen onder de knie
- Niet te lang staan of lopen, veel afwisselen
- Niet draaien op geopereerde been
- Knieën eerste 6 weken niet over elkaar slaan
- De eerste 6 weken bij traplopen alleen bijstappen
- Niet bukken of hurken
- Niets forceren