Knieartrose en een nieuwe knie
Knieartrose is een van de meest voorkomende aandoeningen van het kniegewricht op latere leeftijd. In het begin van de aandoening zijn de klachten door middel van fysiotherapie vaak in de hand te houden, maar naarmate de slijtage toeneemt, zal op den duur een operatie nodig zijn om de klachten te verhelpen. In dit geval wordt er een knieprothese geplaatst. In dit artikel leest u alles over knieartrose, de knieoperatie en de revalidatie achteraf.Artrose van de knie
De knie wordt van alle grote gewrichten het meest getroffen door artrose. De slijtage komt regelmatig bilateraal voor. Wanneer er geen duidelijke oorzaak is voor de slijtage is dit primaire artrose. Artrose kan iedereen overkomen maar er zijn wel risicofactoren te onderscheiden:Klinisch beeld (niet alle klachten hoeven aanwezig te zijn):
Fysiotherapeutische behandeling (zonder ok of pre-ok)
Uitleg over aandoening (vaak al bij orthopeed)Leefregels en advies:
- Belasting afwisselen met rust, wel in beweging blijven
- Eventueel overgewicht bestrijden
- Eventueel koelen bij warm gewricht
Oefentherapie
Actieve oefentherapie zorgt voor een betere functie van de knie en toename van de kracht en stabiliteit. Dit zorgt voor een beter functioneren in het dagelijks leven en pijndemping. De volgende oefenvormen dienen worden gecombineerd:
- Spierversterkende oefeningen
- Coördinatieve- en stabiliteitsoefeningen (vooral bij instabiliteit)
- Training van het uithoudingsvermogen
- Trilplaat ter bevordering van de doorbloeding
Uiteraard wordt de training aangepast aan de wensen en doelen van de patiënt. Tijdens de training mag de knie wat gevoelig zijn, maar bij forse pijnscheuten of steken in de knie, wordt de training aangepast.
Pijndemping
Dit kan via de orthopeed door middel van injecties of medicatie. De fysiotherapeut kan elektrotherapie overwegen wanneer de pijn een beperkende factor is voor de oefentherapie.
Loophulpmiddel
Een loophulpmiddel om de knie te ontlasten (meestal krukken of een stok) zal meestal door de orthopeed geadviseerd worden. De fysiotherapeut kan wel een rol spelen in het leren omgaan met dat loophulpmiddel.
Wanneer de klachten verder blijven toenemen en het dagelijks leven ernstig beperkt wordt, kan er gekozen worden voor een knieprothese.
De operatie
Afhankelijk van of er een totale knie prothese of een uniknie wordt geplaatst. Voor een uniknie wordt meestal gekozen als slechts een deel van het gewricht beschadigd is (bijvoorbeeld alleen de binnenkant). Naast het plaatsen van de prothese kan de orthopeed ook meteen een standsverandering van het been doorvoeren (bijvoorbeeld bij een extreem veranderde stand door de artrose, maar ook bij aangeboren X of O-benen)Verschillende soorten protheses:
De operatie zelf:
Bij de operatie wordt eerst een verticale incisie gemaakt over het midden van de knie (behalve bij uniknie), zodat het gewricht wordt blootgelegd. De knieschijf wordt weggeklapt en de voorste kruisband wordt weggehaald, soms wordt ook de achterste kruisband verwijderd. Vervolgens wordt het scheenbeen naar voren getrokken en afgezaagd. Ook een deel van het bovenbeen wordt weggehaald en de gaten voor de prothese worden geboord. De juiste maat voor de prothese wordt bepaald en het scheenbeengedeelte en het bovenbeengedeelte worden in de gaten geslagen (al dan niet met botcement). De knie wordt een paar keer gebogen en gestrekt om te kijken of het gewricht soepel loopt. Vervolgens wordt alles weer gesloten met hechtkrammen.
Meestal wordt de operatie uitgevoerd met een ruggenprik, al dan niet met een roesje. Dit zorgt ervoor dat na de operatie de pijnstilling via de ruggenprik nog voortgezet kan worden.
De fysiotherapie
In het ziekenhuis:Vrijwel direct na de operatie wordt er al een CPM (apparaat wat de knie passief kan bewegen) onder de knie gezet. Afhankelijk van het ziekenhuis blijft deze voor bepaalde tijd onder de knie tussen de 0-90graden. De volgende dag wordt gekeken of de patiënt op kan zitten en met behulp van een looprekje in een stoel kan komen. Dit hangt uiteraard af van hoe de patiënt zich voelt, of er duizeligheid optreedt en of er al gevoel en kracht in de benen is. Ook moet het gezonde been goed functioneren. Ook wordt de beweeglijkheid gecontroleerd en de eerste oefeningen meegegeven. In de daarop volgende dagen wordt het mobiliseren uitgebreid naar het lopen met eerst een looprek en later met krukken. Afhankelijk van de thuissituatie wordt ook het traplopen geoefend. Bij een voorspoedig herstel kan de patiënt op dag 3 of 4 na de operatie naar huis of naar een herstelbed.
In de praktijk:
1 of 2 dagen na thuiskomst meldt de patiënt zich bij de praktijk. Daar wordt in eerste instantie gekeken naar de wondgenezing en wordt de beweeglijkheid beoordeeld. Ook wordt de aanspanning van de quadriceps gecontroleerd en de oefeningen voor thuis nog eens doorgenomen. Ook wordt de knie nog gekoeld.
Wanneer de pijn dit toestaat en de knie rustig is, kan begonnen worden met rustige oefentherapie. In het begin alleen bestaand uit oefeningen in gesloten keten (de voeten vormen het vaste punt), met lichte intensiteit en maximaal 5x20hh. Hierbij is er vooral aandacht voor de uitvoering.
De hometrainer kan vanaf het moment dat de mobiliteit 0-100 graden bedraagt. Belangrijk is dat het zadel hoog staat en er een zeer lichte intensiteit wordt aangehouden. Fietsen is zeer gunstig voor de beweeglijkheid van de knie en afname van de zwelling.
Huiswerkoefeningen: