Het piriformissyndroom
Het piriformissyndroom is een niet al te bekende, maar zeer vervelende aandoening, die vaak verkeerd gediagnosticeerd wordt. De schietende en vaak uitstralende pijn, wordt vaak ten onrechte toegeschreven aan rugproblematiek. In dit artikel vindt u de oorzaak, de symptomen en de behandeling van de aandoening.
Het piriformissyndroom
Het piriformissyndroom is een lastige en pijnlijke aandoening die vooral vaak voorkomt bij mensen met een verkeerde houding of een verkeerd bewegingspatroon, voornamelijk rondom het bekken en de lage rug. Mede hierdoor is de aandoening vaak te zien bij mensen die een heupoperatie hebben ondergaan.
Symptomen:
- pijn in de bil
- uitstraling naar de heup, de achterkant van het been
- soms zelfs tintelingen en pijn in onderbeen en voeten
- tengevolge van de afgenomen activiteit verzwakken vaak de bilspieren
- pijn is regelmatig beiderzijds
- dof gevoel in bilstreek bij zitten
- vermoeide benen
- kramp in de benen
- onmacht in de benen
Oorzaak:
Vaak betreft het een overbelasting van de m. piriformis. Deze spier loopt van het heiligbeen naar het bovenste deel van het bovenbeen. Kenmerkend is dat er een belangrijke zenuw, de nervus Ischiadicus, doorheen loopt. Deze overbelasting kan komen door anatomische afwijkingen of door een verkeerde manier van bewegen in het dagelijks leven of na bijvoorbeeld een heupoperatie. Bij overbelasting vormt de piriformis knopen of zwelt in zijn geheel wat op of verkort. Hierdoor kan de onderliggende n. ischiadicus afgekneld worden. De afknelling van deze zenuw zorgt voor de uitstralende pijn, de tintelingen en het doffe gevoel. Er is ook een verband beschreven tussen een verrekte piriformis en de bovengenoemde klachten.
Diagnose:
Voor een goede diagnose is het belangrijk om oorzaken vanuit de wervelkolom uit te sluiten. Door de zenuwafknelling komen de symptomen erg overeen met die van bijvoorbeeld een hernia.
In het onderzoek moet er gekeken worden naar de provocatie en/of verlichting van de klachten. De volgende zaken wijzen op een piriformis syndroom:
- het verminderen van de klachten bij onbelast bewegen
- provocatie van de klachten bij het naar binnen bewegen en naar binnen draaien van het been
- verlichting van de pijn wanneer de voet van het niet-pijnlijke been op een kleine verhoging staat
- pijn wanneer er op de spier wordt geduwd
Overig onderzoek:
- statiek/houding
- mobiliteit en coördinatie van de lage rug. Vaak is er een instabiliteit van de lage rug te zien.
Behandeling:
De behandeling kan bestaan uit het rekken van de piriformis (niet bij verrekking), het toedienen van warmte, diepe dwarse fricties(massage), het trainen van de rompstabiliteit en bilspieren, eventueel rekking van de lage rugspieren (wanneer deze verkort zijn) en het verbeteren van mobiliteit en coördinatie van de lage rug. Ook moet er uiteraard gelet worden op de houding en beweging en hoe deze eventueel verbeterd moet worden.