Homeopatisch geneesmiddel: Pulsatilla
Pulsatilla is een van de meest gebruikte medicijnen voor mensen met allerlei soorten acute aandoeningen. Vaak wordt het middel vooral uitgekozen vanwege de emotionele aard van de patiënt. Zij die Pulsatilla nodig hebben, zijn meestal aardig, zacht, meegaand en willen graag veel aandacht.
Pulsatilla, wildemanskruid
Tot de kenmerkende lichamelijke symptomen horen pijn die van het ene deel van het lichaam naar het andere gaat, weinig tot geen dorst, en over het algemeen steeds wisselende symptomen. De symptomen verergeren bij warmte en worden beter bij langzame bewegingen. Pulsatilla is vaak een geschikt middel voor mensen met een kou, hoestbuien, spijsverteringsproblemen, oog- en oorinfecties en nog veel andere aandoeningen.
Kenmerkend voor het Pulsatilla-karakter zijn de kwetsbare, huilerige gevoeligheid en het verlangen naar veel aandacht. Het Pulsatilla-kind wordt bijvoorbeeld hangerig, huilerig en zeurderig. Maar hoewel het zeurderig en prikkelbaar kan zijn, krijgt het bijna nooit een woedeaanval (zoals het ontroostbare Chamomilla- of Hepar sulph. -kind). De Pulsatilla-patiënt wil mensen om zich heen, wil getroost worden en aandacht hebben. Hij zoekt sympathie en voelt zich beter als hij die krijgt. Hij is soms bang alleen of in het donker te zijn.
Sterk wisselende emoties zijn heel typerend voor mensen die Pulsatilla nodig hebben. Ze zijn nogal humeurig, het ene moment blij en lachend, het andere bedroefd en huilend. Ze huilen gemakkelijk, zelfs al als ze alleen maar aan pijn dénken. Ze barsten als ze ziek zijn zomaar ineens in tranen uit. Ze raken emotioneel gemakkelijk gekwetst. Lichte kritiek, genegeerd worden of het geruzie van familieleden of vrienden kan diep op hen ingrijpen.
In het algemeen zijn Pulsatilla-patiënten lief en aardig en ze willen ook dat mensen hen mogen. Ze zijn erg gevoelig voor wat anderen van hen denken en ze doen wat ze kunnen om het anderen naar de zin te maken. Ze zijn heel vrijgevig en zeggen vaak wat de ander graag wil horen.
Door die aardige en lieve instelling van Pulsatilla-patiënten kunnen mensen hun gemakkelijk troost en steun geven. Van zijn kant gedijt de Pulsatilla-patiënt heel goed op al die aandacht. Hij heeft nogal eens zelfmedelijden en klaagt dan ook vaak. ‘Waarom overkomt mij dit altijd?’ of ‘Waarom begrijpen mensen me niet beter?’ Geef hem een beetje aandacht en die zorgen zijn alweer snel vergeten.
Pulsatilla-mensen zijn vaak nogal besluiteloos. Ze vragen om iets, maar als ze het krijgen, willen ze alweer iets anders. Ze schommelen van de ene kant naar de andere en zijn zelden koppig.
De lichamelijke symptomen van Pulsatilla-patiënten zijn net zo veranderlijk als de psychische. De symptomen schuiven van het ene deel van het lichaam naar het andere of veranderen voortdurend van karakter. De pijn kan plotseling opkomen en weer geleidelijk verdwijnen. Soms ziet ook de ontlasting er telkens anders uit, zowel wat de consistentie als de kleur betreft.
Lichamelijk bezien zijn Pulsatilla-patiënten ‘warmbloedig’; ze hoeven niet veel kleren aan en geven de voorkeur aan koud weer. Ze zijn overgevoelig voor warmte en warme ruimten. Ze zijn minder energiek en krijgen fysieke symptomen wanneer ze met warmte te maken krijgen. Ze kunnen moeilijk slapen als de kamer warm is. Ze genieten van koele buitenlucht omdat die voor veel van hun symptomen verlichting biedt. Ze kunnen echter ook ziek worden als ze bij warm weer afkoelen en soms beginnen de symptomen nadat ze een ijsje hebben gegeten.
Langzame, kalme bewegingen, met name in de buitenlucht, zijn goed voor de Pulsatilla-patiënt. Door rustig rond te lopen verminderen vaak de hoofdpijn, spijsverteringssymptomen of allerlei andere pij ntjes en de persoon in kwestie voelt er zich in het algemeen beter door.
Zelfs als ze koortsig zijn, hebben Pulsatilla-patiënten zelden dorst. In feite hebben ze bij een acute ziekte meestal minder dorst dan normaal en moeten ze eraan herinnerd worden voldoende te drinken.
Pulsatilla is ook bekend vanwege secreties die dik van karakter en geel tot groen van kleur zijn. Slijm uit een loopneus, opgehoest sputum en afscheiding uit ogen, oren of vagina hebben allemaal dit soort kenmerken. Deze secreties komen in grote hoeveelheden naar buiten, maar irriteren de huid niet.
De Pulsatilla-patiënt heeft vaak spijsverteringsproblemen. De buik raakt opgezet en is gevoelig bij aanraken, vooral nadat de zieke heeft gegeten. De spij sverteringsstoornissen kunnen ontstaan kort na het nuttigen van vet of overdadig eten, varkensvlees, ijs, fruit of koude dingen. De patiënt wil iets te eten hebben, maar kan niet besluiten wat hij wil. Hij heeft zin in dingen die hij niet kan verdragen of die hem nog zieker maken. De patiënt heeft meestal een afkeer van vet, (varkens)vlees, melk of brood.
Pulsatilla-symptomen worden
- Erger: in warme of gesloten ruimten, door overdadig in vet gebakken voedsel, warm eten of drinken, door te eten, in de avond, door op de pijnloze zij te liggen
- Beter: in koele lucht en buitenlucht, door koude kompressen, koud eten en drinken (hoewel de patiënt geen dorst heeft), door op de pijnlijke zij te liggen