Verschillende behandelmethodes borstvergroting
Bij een borstvergroting brengt een plastisch chirurg borstimplantaten in om het volume van de borsten te vergroten. Ook kun je ervoor kiezen om je borsten te laten vergroten met je eigen vet. Dit heet lipofilling. Borstprotheses worden echter vaker gebruikt. Er zijn verschillende behandelmethodes om je borsten te vergroten. De prothese kan bijvoorbeeld voor, achter of gedeeltelijk voor en achter de borstspier geplaatst worden. Welke methode in jouw situatie geschikt is, kun je vooraf bespreken met een arts.
In overleg met de arts bepaal je zelf hoe je behandeld wordt. Er zijn namelijk verschillende manieren om de borstvergroting uit te voeren, het implantaat in te brengen en te plaatsen of zelfs zonder borstprothese de borsten te vergroten.
Implantaat op of achter de borstspier
Achter het borstweefsel zit de grote borstspier of pectoralis major. Een borstprothese kan zowel voor als achter deze spier geplaatst worden. Welke methode het best bij jouw borstvergroting past, is afhankelijk van de borstspier en je borstweefsel.
Over de borstspier
Bij een borstvergroting waarbij de borstprothese op de borstspier wordt geplaatst, zit deze direct onder het borstweefsel. Dit kan alleen als je eigen borstweefsel dik genoeg is. Bij dun weefsel zou je de vormen van de prothese erdoorheen kunnen zien.
Borstprothese achter de borstspier
Als het weefsel te dun is, plaatst de chirurg het implantaat achter de borstspier. Voor vrouwen die intensief sporten en daarbij hun borstspieren trainen is deze methode minder geschikt. De borstspier is namelijk minder goed gehecht aan het onderliggende weefsel doordat er een prothese tussen het weefsel en de spier zit.
Gedeeltelijk achter de borstspier: dual plane-methode
Het is ook mogelijk om de borstspier gedeeltelijk achter de borstspier te plaatsen. Dit heet de dual plane-methode. Hierbij wordt de borstprothese aan de bovenkant onder de grote borstspier geplaatst. De onderkant van de prothese ligt over de borstspier heen. Zo voorkom je dat het implantaat zichtbaar is, omdat deze aan de bovenkant beter 'verstopt' zit. De overgang van het borstweefsel gaat natuurlijker over in het implantaat.
De plaats van de incisies
De bekendste methode om een borstimplantaat in te brengen is via een incisie in de borstplooi. Het is echter ook mogelijk om een sneetje te maken in de oksel of om de prothese in te brengen via de tepelhof.
Littekens in de borstplooi
Een borstvergrotende operatie met een incisie onder de borst noemen we een inframammaire borstvergroting. De chirurg kan het weefsel goed zien tijdens deze operatie en kan zo de prothese goed inbrengen. Het litteken blijft zichtbaar na de operatie, maar omdat de borst vaak toch een beetje hangt, is het nauwelijks zichtbaar. Als je een beha of bikini draagt, valt het litteken weg onder de stof.
Littekens in de oksel
Bij een axillaire borstvergroting brengt de chirurg de borstimplantaten in via een incisie in de oksels. Er wordt een sneetje van zo'n 5 cm gemaakt. Het voordeel hiervan is dat de littekens wegvallen in de okselplooi en daarom nauwelijks zichtbaar zijn. Het is wel essentieel dat de prothese bij deze methode achter de borstspier wordt geplaatst.
Littekens rondom de tepelhof
Een derde manier om het borstimplantaat in te brengen, is via de tepelhof. Dit wordt ook wel een peri-areolaire borstvergroting genoemd. Rondom de tepel wordt een incisie gemaakt en onder de tepel krijg je een verticale incisie tot de onderkant van de borst. Omdat deze vorm wel wat weg heeft van een sleutelgat, wordt het ook wel de sleutelgatmethode genoemd.
Borstvergroting met lipofilling
Een hele andere manier om de borstvergroting uit te voeren is
lipofilling. Hierbij krijg je geen borstimplantaten, maar worden je borsten vergroot met je eigen vet. De chirurg haalt vet van je buik, billen of benen weg met liposuctie. Dit spuit hij vervolgens in in je borsten. Zo heb je alleen natuurlijk en lichaamseigen weefsel in je lichaam en geen protheses met siliconen of een zoutoplossing.