Overgewicht, stofwisseling, bloedsuikerspiegel
Bij overgewicht spelen spelen vet, stofwisseling, beweging, hormonen, psyche, schildklier en erfelijkheid een rol. Bij overgewicht is er sprake van een te grote vet voorraad en een te hoog lichaams gewicht in verhouding tot de lichaamslengte. Er wordt via de voeding meer energie opgenomen dan dat er wordt verbruikt (voedingsfactoren). Ook het bloedsuikergehalte is belangrijk, we kunnen hierbij denken aan hypoglycamie.
De oorzaken van
overgewicht zijn dus divers. Als je overgewicht te lijf wilt aan is het handig om de oorzaken:
vet, stofwisseling, beweging, hormonen, psyche, schildklier en erfelijkheid onder de loep te nemen.
Vet
Veel mensen hebben last van overgewicht omdat er via de voeding meer energie wordt opgenomen dan dat er wordt verbruikt. In dit geval is overgewicht ontstaan door
te vette en te energierijke voeding.Energie is natuurlijk nodig om in leven te blijven en goed te functioneren. Onze
stofwisseling gaat dag en nacht door. Al deze lichaamsarbeid kost energie. Deze energie verkrijgen wij via ons voedsel. De voeding wordt in het spijsverteringskanaal afgebroken, in het bloed opgenomen en vervoerd naar alle organen en weefsels die de voedingsstoffen nodig hebben. In een goede situatie (op gewicht blijven) neem je evenveel energie op met de voeding, als dat je verbruikt. Wanneer je te weinig eet, dan verbruikt het lichaam meer dan er wordt aangevoerd: dan val je af. Dit is een negatieve energiebalans. Wanneer je lange tijd meer eet dan dat je verbruikt, dan kom je aan. Dit is de positieve energiebalans. Wanneer er meer energie wordt opgenomen dan voor het lichaam nodig is, wordt het overtollige opgeslagen in de vorm van vet. In het algemeen eet de Nederlander te vet: er wordt te veel aan snacks, frisdranken, snoep, alcohol verorberd.
Stofwisseling
De stofwisseling werkt niet altijd op hetzelfde niveau. De werking hangt af van verschillende factoren. De stofwisselingssnelheid wordt mede bepaald door de
schildklier. Vaak wordt overgewicht toegeschreven aan een traag werkende schildklier. In werkelijkheid komt een te traag werkende schildklier te weinig voor. De stofwisseling is afhankelijk van de hoeveelheid energie die wordt ingenomen: bij teveel voeding neemt de stofwisseling toe en bij een dieet neemt de stofwisseling af. Dit laatste betekent dat het lichaam toe zou kunnen met nog minder voeding. In de praktijk zie je dan ook dat men beter afvalt bij een matige energiebeperking (dus een normaal eetpatroon, maar minder vet), dan bij een strenge energiebeperking ('uithongeren'). Een te streng dieet resulteert dus helaas in een situatie waarin men geen gewicht meer verliest.
Beweging
Beweging en afvallen gaan hand in hand. Er ontstaat dus een positieve energiebalans wanneer er meer energie wordt opgenomen dan dat er wordt verbruikt. Het energieverbruik wordt grotendeels bepaald door vitale levensprocessen zoals stofwisseling, ademhaling, hartslag. Maar ook beweging speelt een rol. Gebrek aan beweging draagt een steentje bij aan het ontstaan van overgewicht.
Hormonen./ Bloedsuikerspiegel
Hormonen zijn stoffen die in het lichaam zelf worden gemaakt en die een belangrijke rol spelen in de stofwisseling. Stoornissen in de hormoonhuishouding kunnen aanleiding geven tot overgewicht. Teveel insuline afscheiden is een stoornis die veel voorkomt. Insuline is een hormoon, die wordt gemaakt in de alvleesklier. Insuline is belangrijk bij het handhaven van een goed
bloedsuikerspiegel. Bij teveel insuline daalt de
bloedsuikerspiegel, bij te weinig insuline stijgt het bloedsuikergehalte. Bij teveel insuline ontstaat er een hongergevoel, ook wordt er makkelijker vet opgeslagen in het lichaam en wordt de vetafbraak bemoeilijkt. Er ontstaat dan een vicieuze cirkel: je wilt zoetigheid, je gaat meer eten, er ontstaat een grotere vetvoorraad. Deze stoornis heeft hypoglykemie (een te lage bloedsuikerspiegel). De hormonen in de bijnieren spelen een rol bij de opslag van vet. Bij een overproductie van deze hormonen neemt de vetopslag toe. De pil kan het hongergevoel versterken. Vaak neemt voor de menstruatie ook het hongergevoel toe. Dit is te danken aan de verhoogde productie van oestrogenen.
Erfelijkheid
Een bekende uitspraak is: 'ieder pondje gaat door het mondje.' Dat is óók zo, maar overgewicht en erfelijkheid is een beruchte combinatie, bij het ontstaan van overgewicht. Ook de plaatsen in het lichaam waar men een
vet oorraad aanlegt worden door erfelijke factoren bepaald.
Psychologisch
Eten wordt ook wel als een
troost ervaren. Voedsel kan worden gebruikt om negatieve emoties weg te werken, zoals verdriet, eenzaamheid, gebrek aan waardering, depressieve gevoelens. En vlak ook verveling niet uit. Deze psychologische factoren spelen overgewicht in de hand.